De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Levenslust als medicijn? Het blijft zoeken naar bruikbare woordenschat over GGZ

woensdag 13 oktober 2021 09:02
Spread the love
Naar aanleiding van de Dag van de Mentale Gezondheid op 10 oktober heeft ervaringsdeskundige en schrijfster Brenda Froyen een filmpje gemaakt. Zij leest voor uit haar boek “Ben ik dan nu normaal?”. Zij leest op ludieke manier voor over de werveling van woorden die is ontstaan. Het valt haar op dat er nog steeds weinig adequate termen zijn om  het leed van de patiënt te vatten, te beschrijven. Dat er vaak zelfs geen goed bruikbare Definitie lijkt te bestaan om de gezonde mens te onderscheiden van de mens met geestelijke problemen.
Graag lever ik bij deze gelegenheid een kleine persoonlijke bijdrage in deze zoektocht.
Dat doe ik gemotiveerd, ook juist omdat ik ervan overtuigd ben dat in de geestelijke gezondheidszorg, zoals in het voor het overige zeer verschillende terrein van de wiskunde en de fysica dat ik ooit grondig heb leren kennen, pas echt goed werk mogelijk is als we over degelijke Definities beschikken.
Het blijft inderdaad een vreemd en om oplossingen roepend probleem: gebrek aan goede definities van wat het is, goed gezond en mentaal ziek. Ik herinner mij als ik hierover reflecteer meteen hoe in de film “Equus”, die ik zag tijdens een reis in Londen in 1981, een soort vuistregel werd meegegeven door de psychiater, rol van Richard Burton, van de jongen die ‘s nachts op paarden ging rijden, verliefd raakte, maar door zijn  fixatie op paarden niet tot liefde met een meisje komt. Het ging om een bepaald soort glimlach. “De gezonde mens kan je onderscheiden aan zijn blije, open, gelukkige glimlach”, zo luidde het slotakkoord van de film.
Gezond zijn, het heeft dus wellicht ook juist te maken met een gezonde dosis zorgeloosheid, met het vermogen tot vreugde en tot (genieten van) humor. Dat denk ik wel. Ik ben ervan overtuigd dat dit een goed spoor betreft.
De zieke mens is inderdaad beslist vaak angstig, en daardoor overmatig ernstig. Het gebrek aan levensvreugde en levenslust lijkt mij een centraal feit als we klaarheid trachten te brengen. Niet alleen bij de aandoening waar dit het meest opvalt: de depressie. De depressieve mens lijdt onder het verlies van zicht op de zin  van zijn /het Leven. Hij  heeft geen moed meer. Geen levenslust.
Als je daarop doordenkt, is alles wat de levenslust kan bevorderen, “medicijn”. Ik denk dan meteen aan een aantal zaken die voor mijzelf in de loop der jaren grote, waardevolle bronnen van levenslust zijn geworden.
Zoals Natuurcontact, Liefde, Vriendschap, Erotiek, Lichaamsbeweging en… lekker eten!
Dat laatste noem ik wel eens met de glimlach “gastronomische therapie”. In de institutionele psychiatrie valt het mensen als ziekenhuispastor Katrien Cornette, werkzaam in UZ Sint Kamillus te Bierbeek, die ik voor het christelijke blad Tertio uitgebreid heb geïnterviewd, op dat de koffiepauze met het koekje heel belangrijk is voor de mentaal kwetsbare en zoekende mensen.
Een term die ik aantrof bij psychiater en hoogleraar Piet Nijs en die ik in eigen discours graag mag gebruiken is “mentale verstrikkingen”. De mens die kampt met geestelijke pijn en psychische nood, zit vaak verstrikt in emoties en gedachten die hem / haar de vrijheid en de wendbaarheid benemen.
En zo  zijn we terug aanbeland bij de vuistregel van Richard Burton: humor is immers te beschouwen als een gezonde blijk van speelse wendbaarheid van de geest.

 

Illustratie

De auteur als driejarige, bij het aandachtig degusteren van een lekker hapje

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!