Alpha 66, een terreurgroep actief in Miami.

Leven onder langdurige terreurdreiging, wat doet dat met een land?

De meeste mensen associëren Cuba met onvervalste oldtimers, heerlijke salsamuziek, superstranden, sigaren, mojito’s, ... Weinigen weten dat het land al sinds 1959 permanent onder dreigingsniveau vier leeft. Hoe gaan de Cubanen daar mee om en kunnen wij misschien iets leren van deze ervaringsdeskundigen?

donderdag 26 november 2015 14:44
Spread the love

Al 55 jaar niveau 4

Wanneer Fidel en de zijnen zo’n 57 jaar geleden het leger verslaan en dictator Batista het land uitjagen, pakken ook de 1 procent rijkste Cubanen hun koffers. Ze trekken zich terug op hun buitenverblijven in Miami, op zowat 200 km van het eiland. Ze zijn overtuigd dat de baardige rebellen het maar een paar maand zullen uitzingen en ze vrij snel hun privilegies zullen terugkrijgen. Ook de regering van de VS denkt dat ze de ‘barbudos’ wel onder controle zal krijgen. Maar al gauw wordt duidelijk dat de nieuwe rebellenregering niet snel te temmen is. Eind 1959 lanceert president Eisenhower een programma om de Cubaanse revolutie te ondermijnen.

Het is de start voor een lange reeks terreuraanslagen tegen het eiland: kindercrèches, grootwarenhuizen, hotels en andere publieke gebouwen zijn het mikpunt van bomaanslagen. Op 4 maart 1960 wordt een boot met Belgische wapens opgeblazen in de haven van Havana. Gewapende contrarevolutionairen zaaien terreur op het platteland en krijgen daarbij luchtdekking vanuit de VS. Er volgen sabotageacties, tientallen explosies, honderden moordaanslagen tegen Fidel Castro. Er gebeuren invallen langs de kust door gewapende commando’s waarbij de bevolking ongediscrimineerd uitgemoord wordt. De VS aarzelen niet om bacteriologische wapens in te zetten om de oogsten te doen mislukken en verspreiden bepaalde ziektes, zoals knokkelkoorts (dengue), met honderden doden tot gevolg.

Het is de start voor een lange reeks terreuraanslagen tegen het eiland: kindercrèches, grootwarenhuizen, hotels en andere publieke gebouwen zijn het mikpunt van bomaanslagen.

In april 1961 bombarderen VS-bommenwerpers de Cubaanse luchthavens ter voorbereiding van een militaire invasie met 1200 huurlingen in de Varkensbaai. De operatie is een complete mislukking. De VS-strategen komen tot het besluit dat de revolutie enkel kan verslagen worden door de (massale) inzet van grondtroepen.[1]

Die plannen worden tijdelijk opgeborgen omdat Washington zich ondertussen volop voorbereidt op de oorlog in Vietnam. In 1976 bereikt de terreur een hoogtepunt wanneer een Cubaans lijnvliegtuig wordt neergehaald. Alle 73 inzittenden komen daarbij om.

In de jaren negentig komt er een nieuwe opflakkering. Cuba bouwt op dat moment, in antwoord op een verscherpte economische blokkade, de toerismesector uit. Dit keer zijn hotels, toeristische centra, bussen, luchthavens en andere vakantiefaciliteiten het mikpunt van een reeks bomaanslagen.[2]

De invasie in Irak in 2003 gaat gepaard met een ware oorlogshysterie in de VS. Dat heeft ook zijn terugslag op de politiek tegenover Cuba. In de VS gaan namelijk stemmen op om na Irak Cuba binnen te vallen.[3] In Florida oefenen paramilitaire groepen openlijk met zware wapens voor een toekomstige invasie (zie foto).[4]



De terreurgroepen opereren vanuit Miami. Vaak zijn ze getraind en opgeleid door de CIA. Ze werden destijds opgericht door de Cubaanse 1 procent die naar Miami trok, met medewerking van de Amerikaanse veiligheidsdiensten en gesponsord door de overheid. Vandaag worden ze daar nog steeds gedoogd.

De terreurgroepen opereren vanuit Miami. Vaak zijn ze getraind en opgeleid door de CIA.

Ze worden trouwens niet alleen tegen Cuba ingezet. Topterrorist Orlando Bosch die in 1976 samen met Luis Posada Carriles de hierboven vernoemde aanslag op het lijnvliegtuig pleegt wordt ook ingezet in Operación Condor.[5] Dat is de CIA-operatie die in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw een reeks dictaturen in Latijns-Amerika ondersteunde in hun repressie en folterpraktijken tegen al wat progressief is.

Luis Posada Carriles is onder meer actief in de contraoorlog tegen Nicaragua waarbij tienduizenden onschuldige slachtoffers vallen. Zowel de onlangs overleden Bosch als Posada Carriles wordt de hand boven het hoofd gehouden door de VS-overheid. Posada Carriles leeft nog altijd lang en gelukkig in Miami.

25 keer Parijs

Terreur is in Cuba dus nooit ver weg. In totaal komen bij de terreuraanslagen 3.478 mensen om het leven, dat is 25 keer het aantal slachtoffers van de aanslagen in Parijs. Nog eens 2.099 worden gewond met een blijvende invaliditeit als gevolg.[6]

In die omstandigheden zou je een gemilitariseerde samenleving verwachten met sterke aanwezigheid van blauw en kaki in het straatbeeld. Je zou ook verwachten dat ze regelmatig de noodtoestand zouden afkondigen voor weken of maanden, dat ze het openbaar vervoer geregeld zouden stilleggen, dat ze sportwedstrijden zouden afgelasten, scholen tijdelijk sluiten, dat ze vrijheden permanent zouden opschorten, enz.

Daar is allemaal geen sprake van. In de straten zijn geen tanks of oorlogsvoertuigen te bekennen, geen sluipschutters of paramilitairen bij openbare gebouwen, zelfs niet bij megamanifestaties zoals de jaarlijkse één mei stoet of de pausbezoeken. Bij die gelegenheden verzamelen honderdduizenden mensen samen op één plek.

In de straten zijn geen tanks of oorlogsvoertuigen te bekennen, geen sluipschutters of paramilitairen bij openbare gebouwen, zelfs niet bij megamanifestaties.

Het is niet zo dat Cuba de terreurdreiging licht opneemt of potentiële terroristen veel bewegingsvrijheid gunt, integendeel. Sinds ’59 is de terreurbestrijding de absolute prioriteit van de Cubaanse regering. De beste krachten van het land worden ingezet om het terrorisme te lijf te gaan. Maar de aanpak verschilt wel volkomen van de ‘war on terror’ zoals we die zagen onder Bush of zoals die nu in Frankrijk en België wordt gevoerd.

De Cubaanse aanpak

De Cubaanse revolutionairen beseften reeds tijdens hun bevrijdingsstrijd heel goed dat de VS in hun directe achtertuin nooit een progressieve regering zouden toelaten, laat staan een socialistische revolutie. Ze wisten dat ze na de machtsovername gedurende lange tijd af te rekenen zouden krijgen met agressie en subversie vanuit Washington. Fidel zei daarover een half jaar vóór de overwinning, naar aanleiding van een bombardement op een dorp in de bergen: “Wanneer deze oorlog ten einde komt, zal voor mij een andere beginnen die veel langer en groter zal zijn, namelijk de strijd tegen hen [de Amerikanen].”[7]

De strijd tegen terreur en subversie werd en wordt in Cuba op twee manieren gevoerd: door te steunen op de bevolking en door infiltratie in de terreurnetwerken.

Steunen op de bevolking

In 1960 waren contrarevolutionairen met steun van de CIA actief in de bergen in het centrum van Cuba. Om die uit te schakelen stuurde de regering niet het leger. In plaats daarvan werden honderdduizend vrijwilligers gemobiliseerd, met succes.

In hetzelfde jaar waren er ook bomaanslagen in Havana en andere steden. Opnieuw werd de bevolking gemobiliseerd om de terreur af te wenden. In elke wijk werd een CDR [8] opgericht, een comité dat toezag op de veiligheid van de wijk. Zo ontstond een groot collectief systeem van waakzaamheid. Over de jaren heen gingen deze buurtcomités zich ook bezighouden met sociale of economische problemen van de wijkbewoners, met de volksgezondheid (bvb. het uitroeien van schadelijke muggen, bloedgeven, …), met het organiseren van de verkiezingen, met recyclage, …

De bevolking werd gemobiliseerd om de terreur af te wenden. In elke wijk werd een comité opgericht dat toezag op de veiligheid van de wijk. Zo ontstond een groot collectief systeem van waakzaamheid.

Ook voor de verdediging van het land tegen een eventuele militaire invasie steunt Cuba op zijn bevolking. Vandaag kan het defensiesysteem naast het geregeld leger rekenen op twee miljoen Cubanen die binnen de vierentwintig uur paraat zijn. Deze vrijwilligers krijgen een jaarlijkse training en weten waar ze zich moeten richten voor wapens, in het geval van.

Infiltratie

Samenwerking met Washington zat er tot nu toe niet in. Daarom rest de Cubanen slechts één optie: infiltratie. Dat is precies hetgeen de Cuban Five in de jaren negentig deden. Zij infiltreerden in de meest gewelddadige terreurgroepen in Florida om zoveel mogelijk informatie te verzamelen en op die manier aanslagen te verijdelen. Zo hebben zij meer dan honderd terreuraanvallen kunnen vermijden.[9]

Een dergelijke infiltratie is alles behalve evident. Terroristen zijn geen watjes en aarzelen er niet voor om eventuele afvalligen of infiltranten te vermoorden. Ook riskeren de infiltranten bij ontmaskering zware gevangenisstraffen in de VS. Zo werden de vijf Cubaanse anti-terreuragenten in 2001 samen veroordeeld tot vier maal levenslang plus 77 jaar. Ironisch genoeg gebeurde dat slechts enkele maanden na de aanslagen van 9/11 op de Twin Towers.

Als we Gerardo Hernández, leider van de Cuban Five, bij een bezoek in de gevangenis in juli 2004 vragen waarom hij zo een risicovolle opdracht opgenomen heeft, glimlacht hij. “Ik ben helemaal geen uitzondering, hoor,” antwoordt hij. “Als je 10 Cubanen aanspreekt om dit soort werk te doen in het belang van ons volk, dan ben ik zeker dat 7 van hen zonder twijfelen ja zeggen. Wij weten allemaal wat het is om vrienden of familie in een aanslag te verliezen.”

“Als je 10 Cubanen aanspreekt om dit soort werk te doen in het belang van ons volk, dan ben ik zeker dat 7 van hen zonder twijfelen ja zeggen. Wij weten allemaal wat het is om vrienden of familie in een aanslag te verliezen.”

De VS zetten sinds 17 december 2014 de eerste stappen richting heropnemen van de relaties met Cuba. De Cuban Five komen daarbij vrij, na 16 jaar internationale campagne.[10] Tot op heden blijven de destabiliseringspolitiek en de economische blokkade van de VS echter intact.

Andere ogen

In de mainstream media is de beeldvorming over Cuba doorgaans negatief. Cuba bashen is bon ton. Bepaalde feiten worden uitvergroot, andere systematisch verzwegen of geminimaliseerd.

Als er in Cuba bij een betoging enkele mensen administratief worden aangehouden, dan is dat prompt wereldnieuws, terwijl er bijvoorbeeld in ons land jaarlijks tientallen dergelijke aanhoudingen zijn. Omgekeerd wordt in de berichtgeving de economische blokkade – de langstdurende uit de geschiedenis – meestal behandeld als een detail, als ze al vermeld wordt. Om u een idee te geven, op 55 jaar tijd is de kost van de blokkade opgelopen tot elf maal het Cubaanse bnp.[11] Voor België zou dat omgerekend neerkomen op meer dan 4.000 miljard euro. Zoiets kan je bezwaarlijk een detail noemen.

Als er in Cuba bij een betoging enkele mensen administratief worden aangehouden, dan is dat prompt wereldnieuws, terwijl er bijvoorbeeld in ons land jaarlijks tientallen zo’n aanhoudingen zijn.

Nog straffer is dat over de permanente terreurdreiging nooit wordt gesproken. Cuba wordt beschouwd als een ‘normaal’ land, terwijl het al 55 jaar onder permanente terreurdreiging leeft. Na de gebeurtenissen van 13/11 in Parijs weten wij nu voor het eerst wat dat betekent. Zo’n situatie zet een land op zijn kop. Voor het eerst zijn we misschien in staat om te beseffen hoe het is om in zo’n situatie te moeten leven. Dat kan ons misschien toelaten om Cuba beter te leren begrijpen en er meer begrip voor op te brengen.

Het kan ons er misschien ook toe aanzetten om van Washington te eisen dat het eindelijk en definitief komaf maakt met de terreurgroepen op eigen bodem, meer bepaald in Miami. Het kan nooit kwaad om te beginnen vegen voor eigen deur.

Katrien Demuynck en Marc Vandepitte schreven verschillende boeken over Cuba.

Noten

[1] De plannen kwamen ondermeer van McNamara, toenmalig minister van Buitenlandse Zaken. T. Diez Acosta, October 1962, The ‘Missile’ crisis as seen from Cuba. New York 2002, p. 86.

[2] Demuynck K. (ed.), The incredible case of the Cuban Five. Evidence from the International Commission of Inquiry into the Case of the Cuban Five, Londen 2014, p. 39-51.

[3] Hans Hertell, de VS-ambassadeur van de Dominicaanse Republiek en afkomstig uit de dichte kringen rond president Bush, verklaarde direct na de val van Bagdad: “De gebeurtenissen in Irak zijn een positief signaal en ze zijn een goed voorbeeld voor Cuba, waar het regime van Fidel Castro vorige week de arrestatie beval van meer dan 80 burgers enkel omwille van hun ideeën.” Jeb Bush, huidig presidentskandidaat voor de Republikeinen en broer van, verklaarde ongeveer gelijktijdig: “Na het succes in Irak moeten we naar onze buur kijken. We moeten aan onze broeders in Latijns-Amerika en elders uitleggen dat een regime dat de mensenrechten niet respecteert, niet kan gehandhaafd worden.” Resp. El Expresso, 13 april 2003 en www.americas.org/news/nir/20030420_is_iraq_an_exemple_.asp.

[4] Sun Sentinel 6 april 2003.

[5] Stella Calloni. Operación Condór. Pacto Criminal, Havana, 2005.

[6] http://www.theguardian.com/us-news/2015/apr/14/obama-remove-cuba-list-state-sponsors-terrorism.

[7] Uit een brief aan Celia Sánchez in Suárez Pérez E. & Caner Román A. (ed.), De cinco palmas a La Habana, Havana 1998, p. 143.

[8] CDR staat voor Comité de Defensa de la Revolución, of comité ter verdediging van de revolutie.

[9] Over de Cuban Five, zie: http://www.cubanismo.net/cms/nl/artikels/wie-zijn-de-cuban-five.

[10] Zie https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/12/17/breaking-news-de-cuban-five-vrij.

[11] http://www.elnuevodia.com/noticias/internacionales/nota/milesdemillonesdedolareselcostodelbloqueoeconomicoencuba-2100076/. Het bnp is wat een land jaarlijks aan rijkdom produceert (diensten en goederen).

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!