Paul Lootens

Laten we de separatisten een halt toeroepen. Het is genoeg geweest.

De politieke crisis sleept aan. Sluipend, quasi zonder grote tegenstand, winnen de separatisten terrein. Vakbondsman Paul Lootens somt enkele redenen op waarom we dat best niet laten gebeuren.

donderdag 27 februari 2020 13:35
Spread the love

Het is één voor twaalf voor de eenheid van ons land. Nationalisten in het noorden van het land lijken gas te willen geven richting het separatisme. Ze verbergen tegenwoordig hun verlangen naar separatisme door middel van andere concepten: confederalisme, splitsing van de sociale zekerheid, enz. Maar het gaat wel degelijk om separatisme. Er zijn blijkbaar, zowel in het noorden als in het zuiden van het land, liefhebbers van dit soort uitlatingen, oren die zich laten verleiden door een goed voorbereid en vaak veelbelovend discours over een zogenaamde zonnige toekomst.

Tegen dit gevaar moeten wij, syndicalisten, reageren. Want de arbeidsmarkt heeft ‘rien de rien’ (niets, neen niets) – zoals de grote Jacques Brel zou zingen – te winnen bij deze institutionele waanzin. Het zal niet volstaan om onze tegenstand te uiten ten opzichte van de rampzalige plannen van nationalisten en separatisten van allerlei pluimage. Nee, we moeten tot actie overgaan! Want zoals Einstein zei: “De wereld is een gevaarlijke plek om te wonen; niet vanwege de mensen die kwaad willen, maar vanwege de mensen die daar niets tegen doen.”1.

Een poging om de separatistische waanzin te begrijpen

We zouden 1001 voorbeelden kunnen geven om de rampzalige gevolgen van een splitsing van het land aan te tonen. Wij kiezen er één die de verschillende aspecten van het gevaar van separatisme bundelt.

Voor de separatisten zou de NMBS gesplitst moeten worden in regionale vervoersmaatschappijen. Maar wat zouden de gevolgen zijn van een dergelijk project? Laten we dit even nader bekijken. Opsplitsen betekent de privatisering van de spoorwegen bespoedigen. De nationalisten willen de hefboom van het separatisme gebruiken om het privatiseringsproces te versnellen. Zoals ze het al aan een versneld tempo doen met de privatisering van De Lijn in het noorden van het land.

Opsplitsen betekent minder veiligheid. Dat blijkt uit de verschillende treinongevallen van de afgelopen jaren. Uit onderzoek is gebleken dat er belangrijke communicatieproblemen zijn tussen Infrabel en de NMBS wegens de splitsing van onze spoorwegen tussen infrastructuren en rijdend personeel. In plaats van een eenvoudige en vlotte communicatie binnen eenzelfde bedrijf, hebben we vandaag een ingewikkelde communicatie tussen twee bedrijven met steeds meer uiteenlopende bedrijfsculturen. Een verdere splitsing zou dit probleem verergeren.

Opsplitsen betekent minder stiptheid. Zoals het voorbeeld van de Britse spoorwegen getuigt. Door de opdeling wordt het complexer om de spoorwegen te organiseren als een geheel dat op een coherente manier werkt volgens een gecoördineerd plan. Opsplitsen betekent een verhoging van de tarieven.

Opsplitsen betekent verschillende tarieven volgens de maatschappijen en dat in eenzelfde (klein) land, met een prijsverhoging zoals het in het Verenigd Koninkrijk het geval is sinds de liberalisering van de spoorwegen.

Opsplitsen zou slechtere arbeidsvoorwaarden betekenen want de werknemers van de verschillende maatschappijen zouden met elkaar in concurrentie treden. Opsplitsen zou het einde betekenen van de eenheid tussen de spoorwegarbeiders en hun slagkracht. Een doel dat de regering al lang nastreeft. Wat de motor van de sociale beweging vormt, verzwakken. Laten we de impact van de spoorstaking tijdens de algemene stakingsdagen niet vergeten.

Opsplitsen betekent het einde van een familie die zich een identiteit heeft opgebouwd door de spoorwegen van het land goed te doen draaien. Een identiteit door een openbare dienst aan de bevolking te bieden. Een identiteit die ook gevormd is dankzij het gemeenschappelijk verzet van de spoorwegarbeiders tijdens de oorlog. Een gemeenschappelijke identiteit in de sectorale en interprofessionele strijd die samen veelvuldig werd gevoerd.

Dit concreet voorbeeld helpt te begrijpen waarom de splitsing op alle niveaus een ramp zou zijn. Het zou ons veel geld kosten, het zou het begin zijn van het uiteenvallen van de overheidsdiensten, het zou ondoeltreffend zijn (vertraging, veiligheid, comfort…), het zou de arbeidsmarkt zwakker en ook meer verdeeld maken tegenover werkgevers die steeds meer verbonden zijn zowel op nationaal als op internationaal niveau en het zou ons ten slotte beroven van alles wat onze identiteit heeft gevormd. Het gaat hier over een voorbeeld dat verschillende aspecten van de betekenis van een splitsing omvat, die we ofwel gedeeltelijk ofwel volledig terug kunnen vinden in andere voorbeelden.

De vakbonden, een van de eerste doelwitten van de separatisten

In hun plan voor de splitsing gaan de separatisten te keer tegen de knopen die ze absoluut willen ontwarren: de eenheid van de sociale zekerheid, de eenheid van de spoorwegen, de positie van Brussel in het centrum van het land, de eenheid van justitie, enz. Tussen al die knopen zit één heel actieve knoop, een knoop die een ongelofelijke sociale kracht vertegenwoordigt. En die knoop, dat zijn de vakbonden. Daarom moet, volgens de separatisten, alles gedaan worden om ze te verzwakken en te verdelen. We tellen het aantal wetsontwerpen niet meer die de laatste maanden alleen al werden ingediend om een rechtspersoonlijkheid op te leggen aan de vakbonden, om het stakingsrecht drastisch te beperken, om de bescherming van de afgevaardigden te ondermijnen…

Als syndicalisten staat de eenheid van ons land centraal in onze bezorgdheden. De eenheid van de sociale zekerheid en, ruimer, de eenheid van het land.

Het zijn voor een groot deel de werknemers, werkneemsters en vakbonden die de sociale geschiedenis van ons land hebben opgebouwd, die de eerste sociale wetten voor ons hebben bekomen, die de kinderen uit de mijnen hebben gehaald, die gestorven zijn voor sociale vooruitgang en voor het algemeen kiesrecht, die zich hebben verzet tegen de nazibezetter, die onze sociale zekerheid hebben opgebouwd… Zoals ieder jaar zullen we de martelaren herdenken op 27 maart in Roux (1886)2, op 18 april in Borgerhout (1893) en op dezelfde dag in Leuven(1902). Dat maakt allemaal deel uit van de identiteit van de arbeidswereld van ons land: België.

Het waren de Gentse textielarbeiders die de vakbeweging in ons land hebben opgestart, het was de strijd van de Henegouwse mijn- en glaswerkers die aan de basis lag van de eerste sociale wetten, het waren de Antwerpse havenarbeiders die de grote staking van 1936 hebben opgestart, het waren de Luikse staalarbeiders die de drijvende kracht waren in de staking van 60-61, en het zijn de werknemers in het hele land die een halt toeroepen aan het puntenpensioen, die een minimumloon van 14 euro/u, een waardig werk en loon voor de zorgsector en de werkneemsters van de dienstencheques eisen, of die onlangs opnieuw hebben bevestigd dat ze een sterke sociale zekerheid willen behouden.

Samen hebben die mannen en vrouwen de identiteit van de arbeidswereld in België opgebouwd. We moeten de separatisten van allerlei slag niet toelaten die identiteit en lange gemeenschappelijke geschiedenis te vernietigen.

Het is des te meer waar dat de strijd van morgen meertalige en multinationale krachtsverhoudingen zal vereisen tegenover het Europees kapitaal. België heeft de verantwoordelijkheid om het goede voorbeeld te geven en een drijvende kracht te zijn op dit gebied door haar eenheid te bewaren, en zeker niet om een tegenvoorbeeld te zijn door te splitsen.

Laten we, syndicalisten van het noorden als van het zuiden, niet degenen zijn die toekijken zonder iets te doen, we moeten een halt toeroepen aan de separatisten en degenen wakker schudden die denken dat ons land zich niet aan de rand van de afgrond bevindt. Eenheid is het enige wapen voor solidariteit en voor de strijd tegen armoede en voor de bescherming van de moeilijk verworven rechten. Het is samen, hand in hand, werknemers en werkneemsters van Wallonië, Vlaanderen en Brussel, dat we een betere toekomst voor onze kinderen zullen opbouwen!

  1. Albert Einstein, Comment je vois le monde, 1934.
  2. Het « Collectif 1886 » organiseert samen met het ABVV en het ACV Charleroi een mars in Roux op 27 maart 2020, vervolgd door een tentoonstelling in la Ruche Verrière (vroeger lokaal van la Nouvelle union verrière) in Lodelinsart van 27 maart tot 1 april 2020.

Paul LOOTENS is de voormalige voorzitter van de federale Algemene Centrale van het ABVV. Co-auteur van het boek “Tous ensemble, réflexions sur l’avenir des syndicats” (Couleur Livres, 2008).

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!