De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Lapjournalistiek

Lapjournalistiek

maandag 16 december 2013 14:43
Spread the love

Leo NeelsLeo Neels Docent Mediarecht aan de K.U. Leuven en UAntwerpenLapjournalistiek

Knack.be Nieuws van 16 december 2013

Wié in journalistiek en wié in het beleid nemen het voortouw van een inhoudelijke renaissance?

Het was even geleden, maar recent kregen journalisten nog eens de volle laag uit politieke hoek: Mevr. Moerman heeft het gehad, ze voelt zich als politica “ontluisd, verguisd en angstig”. Alle media schonken zeer ruim aandacht aan haar opiniestuk in De Standaard (11 dec.). Naar eigen zeggen schreef Mevr. Moerman haar stuk in een opwelling. Ze was het al enige tijd beu, en het moest er maar eens uit. Nou, daar konden dan de verzamelde journalisten hun voordeel mee doen.

Op een verfijnde wijze koos Mevr. Moerman voor de journalistieke voorkeurstijlen van de herhaling en de overdrijving: 19 paragrafen beginnen met het woord angst, en, werkelijk, ze vergeleek zichzelf met een paria uit India. Ze eindigde met een poging tot community-buildingmet de mediamensen – en, bij uitbreiding, andere leveranciers van respectloze negativiteit, zoals proffen en kiezers. Zoals zij, zo hield ze voor, probeerde ze ook maar haar best te doen, zoals zij, slaagde ze daar niet altijd in. Als politica belichaamt ze, zo betoogde ze verder, wat al die opiniefabrikanten denken, en probeert ze om hun problemen op te lossen, allicht niet op een perfecte wijze. Maar wel met een métier dat een beetje respect verdient. En of dat kon. Anders worden politici geur-, kleur- en smaakloos. Het opiniestuk kan gelden als bewijs dat Mevr. Moerman niet zinnens is om, onder terreur van het opinievolkje, de transformatie naar betekenisloosheid te ondergaan.

In journalistieke hoek werd op allerlei wijzen gereageerd, een toonbeeld van de diversiteit van journalistieke opinies. Tegenbos (in het editoriaal DS van dezelfde dag), en Brinckman (DS 12 januari) zeer begripvol en genuanceerd. In Terzake zette ‘s avonds Ivan De Vadder er de hakbijl in. Geïnterviewd door Kathleen Cools – zonder énige wederwoord-mogelijkheid – serveerde hij een ijskoud intentieproces. De Vadder deelt de mening van Mevr. Moerman niet, en poneerde vrank dat haar emotionele reactie vermoedelijk gezien dient te worden in het kader van het harde gevecht in Oost-Vlaanderen voor verkiesbare plaatsen bij Open VLD. In de loop van de dag waren al allerlei reacties losgekomen: van meewarige en cynische (W. Pauli :“If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen”), tot eerder begripvolle (Freya Van den Bossche in DS, 12 januari). In HLN (12 dec.) deed Jan Segers er een schep bovenop, hij kwalificeerde “Zuurtje Moerman” als een verwend nest uit Sint-Martens-Latem.

Wellicht onopzettelijk voorzag het redactionele gild – met de uitzonderingen die het beroep sieren – de emotionele cri de coeur van Mevr. Moerman van een zeer soliede feitelijke grondslag: de hoeveelheid bagger die ze over zich heen kreeg was inderdaad opmerkelijk.

Politici en journalisten weten zeer goed dat ze zichzelf vaak belachelijk maken

Leo Neels

In de genuanceerde reacties werd er op gewezen dat politici én journalisten in een problematische situatie verkeren: hun beroep scoort zeer laag in de index van het vertrouwen van de publieke opinie, resp. 62 % voor politici en 48 % voor journalisten. Dat is merkwaardig voor beroepen die voortdurend in communicatie zijn met het publiek. Zij slagen er maar niet in om een vernieuwd vertrouwen op te bouwen.

Kan dit te maken hebben met de vaak voor het publiek ontgoochelde inhoud en niveau van de politieke communicatie en communicatie over politiek? Weinig debatten gaan over argumenten, de grote meerderheid gaat over vermeende achterliggende bedoelingen, verborgen agenda’s en personen.

De politieke besluitvorming, en het gigantisch beslag dat onze overheden leggen op de welvaart van de bevolking, levert vaak armzalig resultaat: handenvol geld kostende en falende projecten, in openbare gebouwen, justitie, wegen, fiscaliteit, benoemingen … De overheid hoort een essentiële leverancier te zijn van betrouwbaarheid, veiligheid, rechtszekerheid, stabiliteit – kortom: goed bestuur en kloppende rekeningen (Guy Tegenbos, DS 11 dec.). Onze héle grote overheid zadelt ons voortdurend op met complexiteit, afrekeningen, besluiteloosheid, en een f-e-n-o-m-e-n-a-a-l falingsniveau… malgoverno als norm?

Weinig politiek verantwoordelijken slagen er in om redelijk nonsensikaal hun aanpak neer te zetten, maar als het gebeurt waardeert het publiek dat, zoals Maggie De Block – aanvankelijk mediatiek weggehoond – met haar rustige vastheid aantoonde. Anderen zetten geweldig in op een aankondigingsmodus of zelfgeschreven zegebulletins, of het nu over fiscaliteit, wegenwerken, defensie, onderwijs of justitie gaat. Ze scoren kortstondig en bouwen politieke geloofwaardigheid snel af. Nog anderen vuren op de anderen, en dat geschiedt ook steeds meer binnen de meerderheid. Soms met een argument, vaak met het honen van politieke rivalen.

Dat straalt af op de gehele politieke besluitvorming, en alle politieke rollenspelers – ook degenen die hun best proberen te doen. Zo zijn er nochtans veel, en politiek is een nuttig en moeilijk, ondankbaar en slecht betaald vak. Maar de politiek is ook te traag met de eigen sanering, zeker tijden waarin van de bevolking altijd grotere bijdragen worden gevraagd.

Misschien kunnen ook journalisten terug naar de kern van de debatten, zonder altijd te willen focussen op intentieprocessen en zonder altijd zichzelf interessant te willen maken door de indruk te willen wekken dat zij, als intimi van de macht, ingewijd zijn in het geheim van de goden. Vaak inspireert dat caféretoriek die gedrukt of uitgezonden raakt. Dat draagt niet bij tot wat Edouard HERMAN en Noam CHOMSKY omschreven als de fabricatie van maatschappelijke consensus (Manufacturing Consent, 2002).

De samenleving vergt een minimale consensus, en debatten gaan ten onder aan de personencultus. In die omstandigheid vallen slachtoffers, en daarop heeft Mevr. Moerman op een enigszins pijnlijke wijze gewezen. Dat was vorige woensdag, en haar steekvlammetje is inmiddels gekaderd en weggezet in de 24-uurs-journalistiek: over en uit.

Wié in journalistiek en wié in het beleid nemen het voortouw van een inhoudelijke renaissance? Eigenlijk weten politici en journalisten zeer goed dat ze zichzelf vaak belachelijk maken. Tot op heden blijven ze in groten getale bereid het lage vertrouwen van het publiek in hun métier erbij te nemen, blijven ze bang voor verandering.

take down
the paywall
steun ons nu!