Velt is vragende partij voor meer sensibilisering over hoe consumenten in hun eigen keuken een lekkere, gezonde en goedkope maaltijd kunnen bereiden op basis van pesticidenvrije, pure en zo min mogelijk bewerkte ingrediënten (foto: Velt)
Opinie, Nieuws, Economie, Samenleving, België, Landbouw, Biologische landbouw, FAVV, Velt, Voedselveiligheid, Labels, Voedsel en landbouw, Consumentenzaken, Supermarkten, Additieven, Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, Huismerken, Biogarantielabel, Pesticidenresidu -

Kwaliteitsvolle voeding: ga voor residuvrij en zonder additieven

Minister van Economie Johan Vande Lanotte (SP.A) pleit ervoor dat in supermarkten met behulp van een stickersysteem wordt aangegeven dat de goedkopere huismerken van even goede kwaliteit zijn als de grote merken. Hij wil consumenten aanzetten tot prijsbewuster kopen. Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren, vindt dat jammer. Want labels dienen daar niet voor.

dinsdag 21 februari 2012 13:20
Spread the love

Labels dienen immers om aan te duiden dat een product kwaliteitsvoller is dan andere producten, bijvoorbeeld omdat het milieuvriendelijker is. Een label zet je op een product als signaal en als garantie voor kwaliteit, een kwaliteit die anders en specifieker is dan de basiskwaliteit.

De klant ziet in één oogopslag wat het product biedt, zonder in detail de herkomst te moeten nagaan en de productieomstandigheden op te moeten vragen. Bijvoorbeeld: geen kinderarbeid, geen pesticidengebruik, respect voor dierenwelzijn.

We roepen minister Johan Vande Lanotte op om geen label te ontwikkelen dat zegt: “Dit product voldoet aan de basiskwaliteitseisen en is goedkoper dan het merkproduct”. Om de simpele reden dat al wat in de winkel ligt die basiskwaliteit moet hebben, of het nu een huisproduct is of een duurder merkproduct. Wat niet voldoet, mag gewoon niet in de rekken liggen. Dat is normaliter ook het geval; het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) ziet daarop toe. Uiteindelijk is het dan aan de klant om te kiezen voor de goedkopere of de duurdere versie, met het prijsetiket als leidraad.

Het is dus niet nodig om te stellen dat bepaalde producten ‘goedkoper zijn, maar even goed’, want in principe moeten ze allemaal ‘goed’ zijn. De minister kan zich dus de moeite van het etiketteren besparen. Wat hij wel kan doen is consumenten attenderen op het bestaan en het nut van breed erkende en gedragen labels, zoals het biogarantielabel.

‘Nut’ kan daarbij vele aspecten hebben: lekker, natuur- en milieuvriendelijk … Aan de toekenning van dat label zijn strikte eisen verbonden, opgelijst in wettelijk gereglementeerde lastenboeken. In de praktijk worden in de biologische landbouw geen pesticiden toegelaten en is voor biologisch verwerkte producten slechts een handvol natuurlijke hulpstoffen toegelaten.

Transparantie uit respect voor de consument

Voor de consument moet een kwaliteitslabel duidelijk zijn en inhoud hebben. Naast smaak en uitzicht hanteert de consument immers de etikettering (dus ook een eventueel label) als criterium om de kwaliteit van een product in te schatten. Daarom is het zo belangrijk dat een label echt voor iets staat.

Zoals een biolabel staat voor “gegarandeerd geen pesticiden gebruikt”. Velen vinden dat geen overbodige luxe, vanuit de redenering “als de groenten of vruchten niet bespoten zijn, dan zit er ook geen pesticidenresidu in”. Overdreven voorzichtig? Misschien niet, want volgens het activiteitenverslag van het FAVV bevatten in 2010 van de 2.035 stalen die werden genomen van Belgische en ingevoerde groenten en fruit slechts 35,8 procent geen resten van bestrijdingsmiddelen. Het ging wel om geringe concentraties, maar toch: van de 64,2 procent die residu’s bevatten zijn er 4,5 procent die boven de toegelaten MRL-waarde liggen (Maximale Residu Limieten).

Dan rijst toch de vraag: zijn dat nog allemaal kwaliteitsproducten? Velt is pleitbezorger om in het geval van groenten en fruit ‘kwaliteit’ sterk te linken aan totale afwezigheid van pesticidenresidu’s. Enkel een pesticidenvrije teelt kan dit garanderen.

Voor verwerkte producten komt daar nog bij dat er een hoop additieven worden gebruikt om het product op smaak te brengen, het langer te kunnen bewaren, om het een aantrekkelijke kleur te geven. Een additief mag volgens Velt in principe alleen gebruikt worden wanneer het onmisbaar of minstens zinvol is.

Additieven toevoegen betekent echter vaak dat de inferieure kwaliteit van de grondstoffen verdoezeld wordt of dat het product aantrekkelijker wordt gemaakt. Voedingsmiddelen met een cocktail aan additieven om de consument te verleiden, zijn niet kwaliteitsvol te noemen. In feite zijn bij deze producten de belangen van de consument ondergeschikt aan de economische belangen van de sector die ze produceert en verkoopt.

Goedkoop voedsel of goedkoop koken?

Producten met een grote merknaam zijn vaak duurder vanwege het merk zelf en de promotiebudgetten die de bedrijven achter dit merk voorzien. Of ze een betere kwaliteit hebben dan de goedkopere huismerken is helemaal niet zeker. Wel zeker is dat én merkproducten én huismerken al te weinig rekening houden met de milieu-impact tijdens het productieproces. Deze kosten zullen zich in de toekomst verhalen op de consument.

Ten aanzien van de overheid is Velt vragende partij voor meer sensibilisering over hoe consumenten in hun eigen keuken een lekkere, gezonde en goedkope maaltijd kunnen bereiden op basis van pesticidenvrije, pure en zo min mogelijk bewerkte ingrediënten. Bijvoorbeeld soep van groenten in plaats van uit een pakje. Het kan én het is leuk, dat horen we bijvoorbeeld op de Velt-kookworkshops.

Eten van het seizoen is overigens ook een goede weg naar kwaliteit die niet duur is. Het is ook gezonder bovendien, want uit het FAVV-rapport blijkt dat de residu’s vooral in geïmporteerde groenten en fruit zitten. Voedsel uit de streek, van het seizoen en geproduceerd zonder pesticiden is nog altijd de beste keuze. Supermarkten kunnen anticiperen door niet uit te pakken met ingevoerde aardbeien vanaf maart, maar door het seizoen af te wachten en lekkere Belgische aardbeien aan te bieden.

Jan Vannoppen en Nadia Tahon

Jan Vannoppen is directeur van Velt en Nadia Tahon is diensthoofd Voeding bij Velt.

take down
the paywall
steun ons nu!