De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

KUNST VOOR DE BOL.COM GENERATIE

KUNST VOOR DE BOL.COM GENERATIE

woensdag 22 april 2020 23:01
Spread the love

Covid-19 zorgt voor een wervelwind in de kunstensector. Anders dan bij theater, muziek- en dansvoorstellingen hebben musea en kunstgalerijen snel oplossingen verzonnen om tentoonstellingen te blijven organiseren en dicht bij de mensen te brengen, heel dicht zelfs, op uw smartphone of op het scherm van uw digitaal TV toestel. Kunst is dan ook de meest economisch rendabele niche in de culturele sector en doet er alles aan om de verkoop gaande te houden door de tentoonstellingen online tot in de huiskamer te brengen. Misschien heeft het ook wel een toekomst.

Kunst in de huiskamer gaat vandaag ver voorbij het pilootproject van Gerry Schum (1938-1973), een Duitse filmmaker en oprichter van een videogalerie, die in de jaren ’60 als allereerste kunst in de huiskamer binnenbracht met de productie van videotapes (U – matic cassettes) of via de televisie uitzendingen bij de Duitse zender WDR. Omdat het vaak om films gaat met eenmalige interventies door kunstenaars worden de tapes voorgesteld als authentieke kunstwerken. Zijn aanpak was revolutionair en zorgde zelfs voor een gedeeltelijke democratisering van ‘het kunstwerk’ dat tot dan toe als ‘exclusief’ verzamelobject van gefortuneerde eigenaars werd beschouwd. De verzamelaars schrokken zich een bult uit vrees om hun privilege te verliezen. Het eigendomsrecht van kunst werd aangetast en de financiële meerwaarde van de kunstactiva stond op het spel. Maar zo ver is het niet gekomen, kunst werd opnieuw big business, ook de video’s van Schum die zich op jonge leeftijd van het leven benam.

Betekenen de recente wave aan online galeries, musea en tentoonstellingen de definitieve doorbraak van de kunstdistributie via het World Wide Web?  Sommige voorstellingen zijn immers zodanig uitgewerkt dat een bezoek aan de expo zelf niet meer nodig is, tenzij u natuurlijk een aankoop wil doen, dan gaat u best nog ter plaatse. Maar de previews van de tentoonstellingen of het onderzoek naar de wegen die de beoogde kunstenaar heeft bewandeld kan je best vooraf aan de keukentafel doen. In de galerie vergewist u zich dan van wat u digitaal hebt waargenomen als uw voorkeuren. Je koopt geen vloertegels zonder ze vooraf te hebben gekeurd of aangeraakt. Maar het zou wel eens kunnen dat de bol.com generatie zich ook via deze weg een weg baant in de jungle van de kunstwereld. Overigens zijn er al galerieën die zich in deze markt specialiseren.

De digitale versies zijn anderzijds welgekomen voor diegenen onder ons die zich geen toegangsticket tot de musea kunnen veroorloven of bevangen worden door drempelvrees. Een toegangsticket kost al gauw 12 tot 25 euro. Het openbaar of privé vervoer dat u naar het museum brengt kost ook al geld en in steden zoals Gent en Antwerpen kan je met uw vlijtig en al die jaren goed onderhouden autootje niet meer terecht. Voor een gezin met 3 al een fors prijskaartje. Zo gaat dat nu eenmaal in een maatschappij die luistert naar de privatisering van de welvaartstaat.

Openbare musea, die grotendeels zijn opgericht met belastingsgeld, zouden in princiep gratis toegankelijk moeten zijn. Maar OK er zijn ook heel wat gunsttarieven en wij hebben het er voor over. Er zijn natuurlijk ook de experimenten van musea die u ondermeer via Google Arts & Culture toegang verschaffen tot de collecties. Zij zijn bedoeld als aantrekkingspool om uw nieuwsgierigheid te wekken. Maar tegelijk zijn het ook goede alternatieven om de wereld van de beeldende kunsten te ontdekken.

De ontwikkeling van de digitale musea en galeries heeft nog een evolutie te gaan. Er zijn presentaties die er uitspringen zoals die van de huidige Jan van Eyck tentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten in Gent waar je deskundig gegidst wordt. Maar voor wat de galeries en kunstbeurzen betreft is de digitale versie vaak het resultaat van een filmpje dat in zijn volle betekenis van het woord voorbijgaat aan het kunstwerk.

Daarom lijkt het mij noodzakelijk om een nieuw soort van curatoren in het leven te roepen die tentoonstellingen opbouwen en van commentaar voorzien in functie van de digitale versie. Een uitdaging die binnen afzienbare tijd werkelijkheid kan worden door de versnelling die onder de invloed van Covid-19 is tot stand gebracht. Overigens kunnen ook de galeries er economisch goed bij varen als ze hun product goed kunnen aanbevelen. Ik verneem bovendien dat de minigaleries, gevestigd in voorkamers en traphallen, die bij het begin van zowel de abstracte als de conceptuele kunst – vb. The Kichen in New York en Ida Biard met haar venster galerie in Parijs – hebben bestaan, aan een opmars bezig zijn. Zij maakten het met hun beperkte infrastructuur mogelijk dat experimentele en vaak onbekende kunstenaars hun werken hebben kunnen tonen aan het publiek zonder al te veel investeringskosten. Digitalisering zoals wij die nu kennen was toen een utopie maar is vandaag een werkelijkheid die ze kunnen aanwenden en waarvan ze de vruchten kunnen plukken.

Roger D’Hondt

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!