Kritische bedenkingen bij ‘Beter’ @WouterVanBesien

In zijn Opinie "Het discours van de eigen verantwoordelijkheid is te ver doorgeslagen" verwijt Wouter Van Besien me dat ik “beter eerst zijn boek volledig zou lezen om dan een eerlijk debat te kunnen hebben”.

donderdag 27 maart 2014 17:45
Spread the love

Activeringsdebat’
zonder één woord over Duitsland. Hoe kan dat?

Ik had op mijn blog
verbazend gereageerd op een quote uit Wouter zijn boek ‘Beter’
die door De Standaard werd naar voorgehaald en die luidde: ‘Sommigen
hebben na een jaar werkloosheid genoeg kansen gekregen voor een
geschikte job, maar hebben die niet willen grijpen. Die mogen wat mij
betreft na dat jaar geschrapt worden’ (De Standaard, 4/3/2014).

Ik heb Wouter zijn boek nu volledig
gelezen. Wouter heeft in zijn opinie
het hele hoofdstukje geciteerd waaruit De Standaard de quote gehaald
heeft om de context mee te geven. Maar na lezing van het boek voel ik
me gesterkt in mijn bezorgdheid. Ik zie ook de logica in de redenering
van Wouter die tot zulke quote aanleiding geeft.

Wouter schrijft: ” Karikaturaal
geschetst heb je aan de rechterkant (recent) de Britse arts en
schrijver Theodore Dalrymple, die ervan uitgaat dat de welvaartsstaat
de werklozen en steuntrekkenden te veel pampert, waardoor ze te
weinig impulsen krijgen om zich op te werken. Aan de andere kant is
er de karikatuur van twintigste-eeuws klassiek links, dat enkel wijst
op de noodzaak van structurele oplossingen: er moet gewoonweg werk
worden gecreëerd voor iedereen en iedereen moet voldoende geschoold
worden.” Hij beschouwt die verschillende visies over activering
als een ideologische oorlog. “Het activeringsdebat: de frontlijn
van een ideologische oorlog”, luidt de titel van dit hoofdstuk.

Een karikatuur of een concrete
strategie?

Wat Wouter niet beschrijft in zijn
boek is dat er achter deze ideologische oorlog van rechts tegen de
werklozen een heel concrete strategie schuil gaat. Een strategie die
zo belangrijk is dat ze mede de inzet van deze verkiezingen uitmaakt.

‘Twintigste-eeuws klassiek links’
(dixit Wouter) zegt: ’Maak jacht op de werkloosheid, niet op de
werklozen’. Consequent links wil inderdaad structurele oplossingen,
zoals het behoud van jobs: door ouderen de kans te geven vroeger op
rust te kunnen gaan met verplichte aanwerving van een jongere. Door
ontslagen in de privé te bemoeilijken. Bijvoorbeeld door een wet
InBev die collectieve afdankingen verbiedt aan bedrijven die
dividenden uitkeren. Door op te komen voor fatsoenlijke jobs met een
stabiel inkomen en zich te verzetten tegen precaire jobs. Door het
verdedigen van het behoud van de bestaande overheidsbanen in het
openbaar ambt en de huidige aderlating te doen stoppen. Door meer
jobs te creëren in openbare welzijnssectoren, zoals in het onderwijs en
in de zorg, waar de noden immens zijn. Om dit alles te realiseren moet je
natuurlijk op de eerste plaats de rijkdom activeren. Dan kom je tot
de discussie over bijvoorbeeld een miljonairtaks die in België 8
miljard euro jaarlijks kan opbrengen. Hiervan kan 3 miljard gaan naar
het scheppen van nieuwe fatsoenlijke jobs in overheidsdienst in
sectoren waar de nood enorm is. Misschien zijn dit allemaal al oude
eisen, of klinken ze oubollig. Maar het is niet omdat iets oud is,
dat het daarom ook altijd verouderd is.

Rechts wil de werklozen agressief en
disciplinerend activeren om het aanbod op de arbeidsmarkt te
maximaliseren. In een omgeving van steeds dalende vraag aan
arbeidskrachten, zoals nu met de crisis, leidt zulke
activeringspolitiek tot een enorme druk op de loon-en
werkomstandigheden, tot een neerwaartse spiraal van sociale afbraak.
Dat is precies het Duitse model van arbeidsmarktpolitiek met haar
zogenaamde Hartz-maatregelen. Sterke beperking van de
werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Werklozen verplichten iedere
job, op eender welke afstand van de woonplaats aan eender welke loon-
en arbeidsvoorwaarden te aanvaarden. Het scheppen van mini-jobs, van
één-euro-jobs in de plaats van fatsoenlijk werk. Werklozen
onderwerpen aan een vernederende ‘middelentoets’, zoals nu bij
ons bij de OCMW’s gebeurt met leefloontrekkers.

Even
tussendoor: vorige week kwam een alleenstaande moeder met vier kleine
kinderen aankloppen bij het OCMW voor een leefloon. Ze was geschorst
door de RVA omdat ze ‘tweemaal geweigerd had om op een vacature in
te gaan’. Deze vrouw van 47 jaar uit Deurne is analfabete, ze kan
dus niet lezen of schrijven. Sinds ze door haar man verlaten is,
volgt ze drie dagen per week Nederlandse les. Ze moest zich gaan
aanbieden voor een vacature van poetsvrouw in Temse en nadien in
Walem! Ze wist niet hoe ze daar naartoe zou moeten gaan. Ze wist
niet hoe ze daar haar weg zou moeten vinden. En wat met de kinderen
als ze op zulke afstand zou moeten gaan werken?

Wat betekent activering bij 17
werkzoekenden voor één job?

Wat is vandaag de realiteit in ons
land? In Brussel concurreren 48 mensen voor 1 job, in Vlaanderen zijn
dat er 10 voor 1 job. Gemiddeld voor ons land: 17 voor 1 job. In
oktober 2013 waren er amper 35.500 werkaanbiedingen voor in totaal
595.000 werkzoekenden: 1 werkaanbieding voor 17 werkzoekenden. Een op
vijf jongeren in België is werkloos. In Gent en Antwerpen is dat een
op vier en in Brussel meer dan een op drie. Hun situatie is heel
kwetsbaar: twee op de vijf doen een “inschakelingsstage” en
hebben helemaal geen inkomen en nog eens twee op de vijf ontvangen
alleen maar de minimum inschakelingsuitkering. (Voor samenwonenden is
dat 234 euro voor -18 jarigen en 373 euro vanaf 18 jaar.) Erger, een
op de acht jongeren heeft geen job, volgt geen opleiding en heeft ook
geen diploma middelbaar onderwijs. Een verloren generatie.

Duitse Hartz-politiek

In zijn boek bejubelt Wouter terecht
‘Het Duitse voorbeeld. De ecologische wende van onderuit’ (p.145
e.v.). Op ecologisch vlak is er inderdaad heel wat te leren van dit
Duitse model. Met zijn massale omschakeling naar hernieuwbare
energie, met zijn stadsenergiebedrijven enz.

Maar het verbaast me dat Wouter met
geen woord rept over het Duitse arbeidsmarktmodel. Dat is sociaal een
zeer negatief voorbeeld, dat door zowat alle politieke partijen, al
of niet expliciet, in hun verkiezingsprogramma’s is opgenomen. De
regering-Di Rupo (PS), met haar minister van werk Monica De Coninck
(SP.A) voert deze Duitse arbeidsmarktpolitiek al in de praktijk uit:
degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen, afpakken van de
wachtuitkering voor schoolverlaters na drie jaar indien ze binnen een
periode van 21 maanden geen 312 dagen voltijds hebben kunnen werken,
uitbreiding van het begrip interimarbeid, strenge visering van
jongeren die een inschakelingsstage doen…

De afschaffing van de
werkloosheidsuitkering na 2 jaar (N-VA) of 3 jaar (Open VLD) staan
expliciet in de programma’s van die partijen. Een pleidooi voor
mini-jobs (Sigfried Bracke en Gwendolyn Rutte), afschaffing van de
minimumlonen (Johan Van Overtveldt) of vervanging van de
werkloosheidsuitkering door een leefloon met middelentoets (Liesbeth
Homans) wordt openlijk door deze toppolitici gepropageerd. Al deze
informatie ontbreekt in het boek van Wouter.

Even
tussendoor: ik heb patiënten van de Boechoutse Metaal dat twee jaar
geleden na faillissement is gesloten. Die mensen hebben 27 en 30 jaar
lang daar gewerkt. Heel hun leven hebben ze afgedragen aan de sociale
zekerheid en aan de werkloosheidsverzekering. Ze zijn 55 plus. Ze
maken geen kans op de arbeidsmarkt. Met het programma van de N-VA
verliezen die mensen na 2 jaar hun werkloosheidsuitkering. Ze
komen dan van de sociale verzekering terecht op de sociale bijstand.
Ze zullen aan een middelentoets onderworpen worden vooraleer ze recht
op eventueel leefloon kunnen doen gelden. Vandaag zijn er in België
367.212 mensen langer dan 2 jaar werkloos. Hiervan 149.762 na een
voltijdse betrekking, 40.040 schoolverlaters met wachtuitkering
(inschakelingsuitkering), 13.912 deeltijds werklozen, 88.112
werklozen met bedrijfstoeslag (voormalig brugpensioen), 4.756 met
vrijstelling voor sociale en familiale redenen en 70.630 oudere
vrijgestelde werklozen .

Het verbaast me des te meer dat
Wouter in heel zijn boek het nergens heeft over de Duitse
Hartzmaatregelen, omdat vandaag grote economen zoals
Nobelprijswinnaar Paul
Krugman
, of bij ons Paul
De Grauwe
reeds meerdere malen het Duitse model als negatieve
voorbeeld hebben aangevallen. Deze economen leggen ook de band tussen
deze Duitse sociale en monetaire politiek in eigen land en het
ontstaan van de eurocrisis, bijzonder in de Zuid-Europese landen.
Het is iets wat Peter Mertens al uitgebreid heeft ontwikkeld in zijn
boek ‘Hoe durven ze?’. Het thema werd ook verfilmd door
Docwerkers: Bratwurst,
Lederhosen und Minijobs

Op de London School of Economics

Wat bij mij het meeste indruk heeft
gemaakt van de wetenschappelijke studies over het Duitse model is
deze van Heiner Flassbeck, hoofdeconoom van de UNCTAD. Op 13
september 2010 gaf hij hierover een lezing aan de London School of
Economics onder de titel: Employment,
labour markets, and development
. Alles staat goed gedocumenteerd
in het jaarrapport
van de UNCTAD van 2010
.

Flassbeck is zeer goed geplaatst om
dit model kritisch te analyseren. Hij maakte trouwens zelf deel uit,
als viceminister van Financiën, van de regering Schröder-Fischer
die de fameuze Hartzmaatregelen een tiental jaar geleden heeft
ingevoerd. Flassbeck maakt in zijn studie de vergelijking tussen de
evolutie van de arbeidsmarkt tussen Duitsland en Frankrijk over een
periode van 10 jaar. Zie grafiek (tabel1).

De vergelijking tussen de twee
landen vanaf de invoering van de euro is interessant omdat beide
aan eind van de jaren ’90 op eenzelfde niveau stonden.

Over dat decennium zien we
een geleidelijke stijging in de productiviteit in Frankrijk, met een
bijna even sterke stijging van de lonen. In Duitsland zien we een
stijging van de productiviteit, maar een stagnatie tot zelfs absolute
daling van de lonen. Dat wordt gerealiseerd door enerzijds een
agressieve activering van werklozen en bijstandstrekkers, afbouw en
tijdsbeperking werkloosheidsuitkeringen, drastische daling leeflonen,
extreme flexibiliteit en anderzijds het afschaffing van het minimum
loon. Deze politiek werd gevormd door de fameuze Hartzmaatregelen.
Peter Hartz was de personeelsdirecteur van Volkswagen en werd door de
rood-groene regering Schröder-Fischer binnengehaald om de
arbeidsmarkt te hervormen.

De kloof tussen stijgende
productiviteit en de dalende lonen vormt de extra-winsten die de
Duitse bedrijven in die periode binnenhaalden.

De gevolgen van deze politiek zie grafiek (tabel2)

In Frankrijk stijgt de binnenlandse
consumptie en stijgt geleidelijk aan ook de export. In Duitsland
stagneert de binnenlandse vraag. Dat is logisch gezien de daling van
de lonen en van de koopkracht. Maar in Duitsland explodeert de
export. Wat ook niet anders kan, gezien de sterke stijging van de
productiviteit. Ze moeten hun producten ergens kwijt. Anderzijds
kunnen de extra winsten die in Duitsland gerealiseerd worden niet in
het land zelf geïnvesteerd worden, in uitbreidingsinvesteringen in
de reële economie. Dit gezien de eigen stagnerende binnenlandse
markt. Ook dat overschot aan kapitaal moeten ze ergens kwijt.

Dit
surplus aan kapitaal wordt via o.a. de Deutsche Bank geleend aan de
Zuid-Europese landen, opdat ze Duitse producten zouden kunnen
importeren. Het basismechanisme waarmee een gigantische financiële
bubbel zich gevormd heeft in de PIGS-landen (Portugal, Italië,
Griekenland en Spanje). Die in 2008 de start betekende van de
bankencrisis in heel Europa. In heel die periode is de ongelijkheid
in Frankrijk ongeveer stabiel gebleven, terwijl ze in Duitsland de
grootste van Europa werd. Steeg in Duitsland ook het aantal werkende
armen tot het hoogste van Europa. Het aandeel van de lonen in het
nationaal inkomen bleef in die periode in Frankrijk stabiel, maar
daalde drastisch in Duitsland.

Politique politicienne of sociale
strijd van onderuit?

Dan stelt zich de vraag vanwaar dit
grote verschil tussen Frankrijk en Duitsland over die tien jaar?

Komt dit door andere politieke
partijen aan de macht? Nee, want in Frankrijk waren in die periode
de agressieve neoliberalen Chirac en Sarkozy aan de macht. Terwijl
in Duitsland de sociaaldemocratische en groene Schröder-Fischer de
regering uitmaakten, met nadien de christendemocratische Angela
Merkel. Vanwaar die paradox? Komt het niet door verschil in sociale
strijd? Frankrijk heeft heel die periode hevige sociale strijd gekend
met een sterke communistische vakbond de CGT. Frankrijk kende de 35-urenweek, pensioen op 60 jaar, uitzendarbeiders die hogere lonen
moesten betaald worden dan vaste werknemers, opdat dit soort van
arbeidscontracten uitzonderlijk zou blijven. Duitsland daarentegen
kent een sterk sociaal ‘overlegmodel’, met vakbonden die meedoen
aan ‘medebeheer’. Peter Harz
is trouwens in 2007 veroordeeld tot twee jaar cel wegens het corrumperen
van Duitse vakbondsleiders via snoepreisjes en call girls. Dankzij
een borgsom van 576.000 euro is hij vrijgekomen.

Vandaag heeft de Franse
socialistische president Hollande Peter Hartz ingehuurd om hem te
adviseren zijn arbeidsmarktbeleid te hervormen!

Wat voor ecologische resultaten
geldt, geldt ook voor de sociale: dat niet op de eerste plaats ‘de
politique politicienne’ maar de sociale strijd van onderuit
bepalend is.

take down
the paywall
steun ons nu!