Reportage - Toon Lambrechts

Kobane: “Het zijn de Koerden die Europa beschermen”

Eind januari verdreven Koerden de laatste strijders van de Islamitische Staat uit de buitenwijken van Kobane. Daarmee kwam er een einde aan een bittere, vier maanden durendestrijd in de straten van de Syrische stad op de grens met Turkije. Het is de eerste grote nederlaag van IS in Syrië en een belangrijke overwinning voor de Koerden. Maar de bevrijding is niet absoluut en de prijs is hoog, blijkt ter plekke.

dinsdag 3 februari 2015 14:37
Spread the love

Het is maar een korte
wandeling van het westen van Kobane naar de frontlinie in het oosten.
Maar de geografie van de stad is niet meer dezelfde. Geen huis staat
nog overeind, straten zijn veranderd in smalle paadjes tussen
brokstukken en autowrakken. Eens dieper in het centrum is de
destructie compleet. Op Azadi Square, het Vrijheidsplein, heeft het
standbeeld van een adelaar als bij wonder de gevechten overleefd. Hij
spreidt de vleugels alsof hij wil opstijgen uit de zee van puin om
hem heen.

Voorbij het plein wordt
het te gevaarlijk om op straat te lopen. De wijken in het oosten
liggen nog in het bereik van de sluipschutters van IS. De tocht gaat
verder door de huizenblokken waarvan
de kamers met elkaar
verbonden zijn door gaten in de muren. Van woonkamers naar
opbergruimtes door winkels via slaapkamers. De resten van wat ooit
het dagelijks leven in Kobane was, liggen bedolven onder steen en
stof. De straten zijn afgeschermd met lappen stof om sluipschutters
het zicht te ontnemen, maar toch is het best zo snel mogelijk te
rennen. Overal liggen resten van zelfgemaakte mortieren van IS,
gasflessen gevuld met kruit en lanceerbuis eraan vastgemaakt. In de
pas veroverde wijken steken hier en daar menselijke resten uit het
puin. IS-strijders, verhakkeld door de Amerikaanse bommen. Gelukkig
is het winter, de geur zou anders niet te harden zijn.

Kobane, ooit een
slaperig stadje in Syrisch Koerdistan, haalde het wereldnieuws toen
de Islamitische Staat op 17 september een grootschalig offensief
lanceerde om de stad op de grens met Turkije in handen te krijgen.
Het was niet de eerste keer dat IS de regio in het vizier nam, maar
met al het zware militaire materiaal buitgemaakt in Irak veroverde de
terreurorganisatie in een razend tempo de Koerdische dorpen rondom
Kobane. Begin oktober stond IS voor de stad en waren er al zo’n 300
000 mensen richting Turkije gevlucht. De val van Kobane leek
onafwendbaar.

De verbeten strijd van
de Koerden, zwaar gehinderd door een gebrek aan zware wapens en
munitie, groeide uit tot een symbool van het verzet tegen IS. De
internationale coalitie begon, zij het eerst aarzelend, de troepen
van IS vanuit de lucht te bestoken. Tweehonderd peshmergastrijders
uit Iraaks Koerdistan kwamen te hulp met zware wapens. Toch slaagde
IS erin zowat 60 % van Kobane onder de voet te lopen. Alleen de fel
bevochten grensovergang met Turkije en de wijken in het westen van de
stad bleven onder controle van de YPG, de Koerdische volksmilitie, en
hun vrouwelijke tegenhangers, de YPJ. Begin november keerde het tij
en won de YPG voor het eerst weer terrein op IS.

Stalingrad

Uiteindelijk bereiken
we via het labyrint aan uitgehouwen gangen hetgeen wat voor een
frontlinie moet doorgaan. De strijd om Kobane is een stadsoorlog pur
sang. De strijders van de YPG hebben positie ingenomen aan een kant
van de straat, IS zit aan de overzijde. Mistenur, de strategische
heuvel die uitkijkt over de stad, ligt vlakbij. Ondanks het zowat
constante geluid van geweervuur en een occasionele mortierexplosie is
de sfeer ontspannen. Een man of zeven warmt zich aan een kacheltje,
de thee staat op het vuur. “Welcome to Stalingrad,” grapt
een van de Koerden. Na alle vernieling op de weg naar hier gezien te
hebben, klinkt de vergelijking niet eens vergezocht.

Kawa Zedasht schenkt de
thee uit, steekt een sigaret op en geeft uitleg bij de situatie.
“Alles hier was in handen van IS. Beetje bij beetje dringen we hen
terug in de richting van Mistenur. Soms winnen we honderd meter, soms
maar een enkel huis of blijven we dagenlang in onze positie. Het zou
sneller kunnen, maar we willen geen mensen verliezen. IS mag dan wel
schreeuwen dat ze van de dood houden, wij houden van het leven.”
Dan slaat er vlakbij een mortier in. Alles davert, stukjes puin
vliegen in het rond. De Koerden moeten erom lachen.

“Het initiatief ligt
bij ons, bij de YPG. IS valt niet meer aan, ze maken enkel nog
gebruik van sluipschutters en zelfmoordauto’s. Soms proberen ze ‘s
nachts mensen achter onze linies te smokkelen, voordat de maan opkomt
is het erg donker hier. Maar de moraal van IS in Kobane is gebroken.
Binnen enkele dagen staan we op Mistenur,” maakt Zedasht zich
sterk.

Als de thee op, is
neemt een van de mannen van Zerdasht ons mee naar de volgende post
van de YPG boven op een van de gebouwen dat intact is gebleven. Iets
verderop wappert aan de ene kant de rood-geel-groene vlag van de YPG,
aan de andere kant het zwarte banier van IS. Vier jonge Koerden, twee
mannen en twee vrouwen, houden het open terrein in de gaten, warm
ingeduffeld in dekens. Om de vraag of ze soms bang zijn als de
gevechten hevig worden, moeten ze hartelijk lachen. “Als wij niet
tegen IS zouden vechten, wie dan wel? Onze families zitten in
Turkije, maar wij blijven om ons land te verdedigen. We zijn niet
bang van hun baarden.” Terug beneden doet een bijzonder luide
explosie het gebouw schudden. Stukjes steen vallen van het plafond.
“Obama, Obama,” zegt een van de Koerden lachend, en wijst naar de
lucht. Een donkergrijze rookpluim ontvouwt zich iets verderop.
Blijkbaar is er vlakbij een Amerikaanse bom ingeslagen op de
stellingen van IS.

De Koerden houden
woord. Drie dagen later staan we op de top van de heuvel Mistenur na
een ritje in de ‘tank’ van de YPG, in feite niet meer dan een jeep
met dik plaatstaal bekleed. De YPG is bezig zich in te graven, de
drie radiotorens zijn al behangen met de Koerdische kleuren. Mistenur
kijkt uit over gans Kobane dat voor de rest zo vlak is als een
biljarttafel. Dat is niet de enige reden waarom Mistenur strategisch
zo belangrijk is. Wie de heuvel in handen heeft, controleert ook de
toegangswegen tot Kobane vanuit Raqqa en Aleppo. Bovendien snijdt
Mistenur de frontlinie in twee delen, wat de bewegingsvrijheid van IS
erg beperkt. Mistenur is dan ook het sluitstuk in de bevrijding van
Kobane.

Denize, negentien en al
zes maanden onder de wapens, kan haar vreugde niet op. “De strijd
was hard, maar gelukkig hebben we niemand verloren. Wie Mistenur in
handen heeft, controleert ook Kobane. Twee dagen geleden kon IS nog
vrij bewegen tussen de verschillende fronten, nu niet meer. Enkel de
wijken Kani Arban en Maqtala in het oosten en het zuidoosten van de
stad worden nog bezet door IS. Maar dat is nog maar een kwestie van
tijd. Vandaag staan we hier op Mistenur met een duidelijke boodschap.
Wij zijn hier, we blijven hier en we gaan IS verslaan.”

Eigen bloed

Terug in het westen van
Kobane, ergens in de kelders van een voormalig schoolgebouw. Voor de
deur staan drie brancards besmeurd met bloed, binnen zijn verplegers
bezig de vloer schoon te schrobben. Vanmorgen nog werden er vier
gewonden binnen gebracht, vertelt dokter Arif. “Twee van hen waren
er erg aan toe. De ene is in de long geraakt, de ander in de buik. We
proberen hen naar een ziekenhuis in Turkije te brengen, hier kunnen
we niets voor hen doen.”

Het ziekenhuis van
dokter Arif is niet meer dan enkele kale kelderkamers groot. Het
materiaal werd
gerecupereerd uit het voormalig ziekenhuis van Kobane dat in de
eerste maand van de oorlog totaal vernield werd. Er is een tekort aan
alles, dokter Arif begint zelfs niet aan een opsomming. Toch is het
de enige plek waar Koerdische strijders en de 3000 burgers die in de
stad zijn achtergebleven enige medische zorg kunnen krijgen. “Het
voelt alsof ik aan het front vecht zonder wapens. Er komt niets van
medisch materiaal binnen. Voor bloedtransfusies gebruiken we ons
eigen bloed. Met meer middelen hadden we levens kunnen redden die nu
verloren gegaan zijn. Ernstige gevallen proberen we naar Turkije te
brengen, maar vaak moeten we uren wachten aan de grens.”

De aanslagen in Parijs
liggen nog vers in het geheugen. “Iedere keer als er journalisten
langskomen, herhaal ik mezelf,” aldus dokter Arif. “IS is een
virus dat niet zal stoppen aan de grenzen van het Midden-Oosten.
Misschien dat Europa na de aanslagen op Charlie Hebdo de ogen
wel zal moeten openen, maar het is laat. Wij vechten voor een
seculiere samenleving in een regio vol extremisten. Daarom dat we de
steun van het Westen verdienen. Het is niet Europa dat de Koerden
beschermt, het zijn de Koerden die Europa beschermen.”

Hoe onwaarschijnlijk
het mag lijken, er spelen kinderen in de straten van Kobane. In de
stad zijn meer dan 3000 burgers achter gebleven, omsingeld door IS.
De meesten hebben zich teruggetrokken in de westelijke wijken die
relatief gespaard werden door het oorlogsgeweld. Enkele honderden
Koerden uit de dorpen ten zuiden van de stad zijn gestrand in Tel
Shair, een open vlakte even buiten Kobane, vlak aan de Turkse grens.
Ze kamperen er in hun wagens of in geïmproviseerde tenten, een
weinig comfortabele situatie in de winterse omstandigheden en met IS
minder dan een kilometer verderop.

Ondergrondse
taallessen

Shevin Mahmood neemt
ons mee naar een kelder van een onafgewerkt huis. Deze plek is een
van de drie schooltjes die de jonge vrouw de voorbije maanden uit de
grond gestampt heeft. Om het risico op beschietingen te spreiden,
geeft ze les op verschillende locaties. Ongeveer tien kinderen en
enkele vrouwen zitten bijeen rond een kacheltje en dreunen het
alfabet op. Shevin geeft taalles in het Koerdisch, iets wat
ondenkbaar was onder het regime van Assad. “We hebben nooit het
recht gehad om Koerdisch te onderwijzen aan onze kinderen, daarom dat
deze lessen voor ons zo belangrijk zijn. Alle lesmateriaal hebben we
zelf uitgewerkt, we moesten van nul beginnen. De oorlog maakt dat
onze mogelijkheden beperkt zijn, maar ik droom ervan later een school
voor Koerdisch taalonderwijs op te richten,” vertelt Shevin. De les
eindigt met een lied over Kobane dat ongelofelijk vals klinkt. Niet
dat het ertoe doet. De school is een onverwacht streepje
menselijkheid in een stad die voor de rest verteerd wordt door het
brute geweld van de oorlog.

Het is bijzonder nipt
geweest voor de Koerden in Kobane. Op een bepaald moment hadden ze
niet meer dan enkele vierkante kilometers onder controle. Hun
overwinning heeft een grote symboolwaarde, en dat beseffen ze zelf al
te goed. Het is de eerste nederlaag voor IS, dat tot nog toe een aura
van onoverwinnelijkheid over zich had. Maar de prijs is hoog. Van
Kobane blijft zo goed als niets meer over. Bovendien moet de strijd
om de dorpen rond de stad nog gestreden worden. IS mag dan een
serieuze klap gekregen hebben, verslagen zijn ze nog niet.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!