Klimatoloog Philippe Huybrechts werkte mee aan het klimaatrapport 2007.

 

Interview, Nieuws, Milieu, Klimaat, Klimaatrapport, IPCC, Philippe Huybrechts, Climategate, Opwarming -

Klimaatrapport IPCC blijft overeind

Twee fouten in het rapport van 2007 van het internationale klimaatpanel IPCC waren voldoende om moord en brand te schreeuwen over de geloofwaardigheid ervan. Toch hebben ze geen impact op de grond van de zaak en de feiten in het rapport, zegt professor Philippe Huybrechts.

vrijdag 5 maart 2010 10:37
Spread the love

Philippe Huybrechts is hoogleraar Klimatologie, Glaciologie en Geodesie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Hij schreef als wetenschapper mee aan het onderzoeksrapport uit 2007. Om de vijf à zes jaar maakt het IPCC een driedelig overzicht van de stand van zaken op vlak van klimaatsonderzoek.

“Het eerste deel, ‘Climate change: the physical science basis’, is wetenschappelijk gezien het belangrijkste deel”, vindt professor Huybrechts. “Hierin wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken; wat weten we van de klimaatverandering, wat weten we niet, enzovoort. Het is geen origineel wetenschappelijk onderzoek, maar een overzicht van gepubliceerd materiaal. De inhoud is dus nagelezen door collega’s en gepubliceerd in internationale tijdschriften. Verschillende onderzoeken worden tegen elkaar afgewogen en geëvalueerd.”

Harde wetenschap

Ongeveer duizend wetenschappers werken samen aan het eerste deel. Eens de tekst geschreven is, wordt die gedurende anderhalf jaar uitgestuurd naar iedereen die hem wil inkijken: nationale vertegenwoordigers, die vaak wetenschappers zijn, maar ook naar organisaties. Daarna wordt er schriftelijk commentaar gegeven. Het omgaan met die opmerkingen is één van de belangrijkste aspecten in het ontwikkelproces van het rapport.

“Eens de tekst klaar is, wordt die twee keer samengevat”, gaat Huybrechts verder. “De technische samenvatting telt een 100-tal bladzijden, die voor beleidsmakers 18 bladzijden. Het is die laatste samenvatting waarmee de regeringen akkoord moeten gaan. De tekst wordt per consensus goedgekeurd door alle nationale vertegenwoordigers. Wat daar in staat, is waar iedereen het over eens is.”

Het grote verschil met de andere delen van het rapport ligt in het beschikbare wetenschappelijke materiaal. Het eerste deel bevat harde wetenschap: fysica, natuurkunde, scheikunde, klimatologie, enzovoort. Het is gebaseerd op zaken die al gepubliceerd zijn, wat het risico op fouten haast miniem maakt. De bronnen voor de andere delen stoelen echter al op iets minder stevige bronnen.

Typfout

Het tweede boek gaat over impact, aanpassing en kwetsbaarheid, en is voor een stuk gebaseerd op rapporten van regeringen of organisaties, legt Huybrechts uit. Het gaat al meer om inschattingen, en er is niet altijd literatuur van wetenschappers beschikbaar. In dit boek heeft men twee kleine foutjes gevonden. De eerste was dat het grootste deel van de gletsjers in de Himalaya gesmolten zouden zijn tegen 2035, terwijl het 2350 moest zijn. De ander dat 55 procent van Nederland onder de zeespiegel ligt, maar eigenlijk is dit 28 procent.

Uiteraard zouden dergelijke fouten niet mogen gebeuren, maar toch zijn ze niet zo onvergeeflijk. Het jaartal is wellicht een typfout; voor het percentage werden de cijfers overgenomen uit een Nederlands regeringsrapport, waarbij het percentage van het stuk van Nederland onder de zeespiegel en het stuk van Nederland dat potentieel bedreigd werd door overstromingen werden samengeteld. Philippe Huybrechts erkent dat er een fout is gebeurd, maar wijst erop dat alle teksten zijn nagelezen door reviewers uit elk land, die zelf de fouten niet hebben opgemerkt. “In het rapport waarop men zich baseerde stond dezelfde fout, en niemand heeft er bij stilgestaan of dat wel klopte.”

Het derde deel is overigens nog speculatiever, want het gaat over ‘mitigatie van klimaatverandering’, oftewel manieren om klimaatverandering tegen te gaan. Dit stuk is gebaseerd op economische modellen die bijvoorbeeld nagaan hoe we de komende honderd jaar moeten omgaan met de energieproductie. De uitkomst hiervan is afhankelijk van tal van evoluties, zodat dit nog moeilijker te bewijzen is.

Verketterd

“Het spijtige van de zaak is dat duizenden bladzijden onderzoek worden verketterd voor twee kleine foutjes”, verzucht de professor. “Het wetenschappelijke gedeelte werd geschreven zonder beïnvloeding van buitenaf, door wetenschappers die samen tot een consensus willen komen.”

“Er zijn dingen waar we heel zeker van zijn, en zaken waar we over twijfelen, en tegenstanders leggen graag de nadruk op wat we niet weten. Maar het foutief vermelde jaartal en het percentage zijn op zich niet zo belangrijk, want de bijsturing ervan heeft totaal geen invloed op de feiten in het rapport. Iedereen is het erover eens dat het klimaat opwarmt en dat de CO2 stijgt, en er is zo goed als zeker een verband tussen de twee.”

En zelfs al zou de mens niet aan de oorzaak liggen van de opwarming van de aarde, we hebben in feite niets te verliezen. Wie kan er iets op tegen hebben dat er minder CO2 de lucht in wordt geblazen? Dat we minder energie verbruiken? Dat we bewuster gaan consumeren? Integendeel zelfs, steeds meer bedrijven krijgen aandacht voor duurzame oplossingen, niet het minst omdat een besparing op energie hen een grote opbrengst biedt.

take down
the paywall
steun ons nu!