Gazet van Antwerpen: "Vaak waren de meisjes zo opgemaakt dat je amper zag dat ze zestien waren en was een botscan nodig om hun exacte leeftijd te bepalen"
Opinie, Nieuws, Wereld, Samenleving, België, Antwerpen, Opinie, Minderjarigen, De Coninckplein, Prostitutie, Gazet van Antwerpen, Prostitutienetwerken, Schipperskwartier, Nigerianen, Jeugdprostitutie, De Ketelpatrouille, Frank Cool, Antwerpen-Zuid, Coke, Thierry Goeman, Pooiers, Botscans - Frank Cool

Kinderprostitutie volgens GVA: mythe of realiteit?

Frank Cool werkt voor De Ketelpatrouille, een organisatie die zich bezighoudt met de problemen van Nigeriaanse prostituees. Hij reageert verontwaardigd op de reeks die Gazet van Antwerpen deze week publiceert over het Schipperskwartier, tien jaar na de grote opkuis.

donderdag 17 maart 2011 20:45
Spread the love

Jeugdprostitutie: een randfenomeen

Op 14 juni 2007 vertegenwoordigde ik vzw De Ketelpatrouille op een rondetafelgesprek rond kinderprostitutie in Vlaanderen, georganiseerd door Child Focus.

Het doel van het rondetafelgesprek was om een aantal stellingen uit het in 2005/2006 uitgevoerde Franstalig onderzoek te toetsen aan de kennis en de ervaringen van de mensen op het terrein in Vlaanderen, met name in welke mate minderjarigen tot prostitutie overgaan ten gevolge van het (verkeerd) gebruik van informatie- en communicatietechnologieën. Uit het eindverslag bleek dat jeugdprostitutie een randfenomeen was in België.

De Ketelpatrouille begeleidde in haar 11-jarig bestaan één minderjarige naar de politie.

Journalist Thierry Goeman stelt in een artikel in het ‘Dossier Prostitutie deel 2 – Minderjarigen: mythe of realiteit?’ (Gazet van Antwerpen, 14 maart 2011) dat “minderjarige prostituees nu vaker privé werken en weet ook dat de pooiers hoe langer hoe vaker vrouwen zijn.”

Die wetenschap haalt hij bij een Nigeriaanse man, wiens vriendin een ex-hoertje was die op jeugdige leeftijd naar Antwerpen kwam.

Het lijkt mij sterk dat een Nigeriaanse man openlijk over het prostitutieverleden van zijn vriendin of echtgenote praat. Of het moest zijn dat die Nigeriaan geld geroken heeft. Dan zal hij die uitlating gebruiken om te zien of er niets verdiend kan worden. Misschien was die man zijn vriendin wel een pooier en wou hij haar een handje helpen. Wie zal het zeggen?

Vele Nigerianen staan namelijk bekend als meester-fraudeurs (in Nigeria noemt men fraude 419, naar een wetsartikel dat fraude en corruptie zou moeten bestrijden) en vertellen je wat je ook maar wil horen, als je maar betaalt.

Als ze onraad ruiken, haken ze meestal af. Wat die vrouwelijke pooiers betreft: In het Nigeriaanse prostitutiemilieu zijn het van oudsher alleen vrouwen die deze rol vertolken. Dat is geen nieuws. Dat is geschiedenis.

Als we Goeman mogen geloven, plukte de Antwerpse politie geregeld minderjarige heroïnehoertjes van de stoep, toen er nog getippeld werd in de Atheneumbuurt.

Botscans en minderjarigen

De Ketelpatrouille heeft in zijn archief een duizendtal artikels, die berichten over de prostitutie in Antwerpen, sinds 1999 tot op heden. Er is welgeteld één artikel bij dat melding maakt van minderjarigheid in de tippelprostitutie. En dat stond in de Gazet van Antwerpen van 13 april 2004 onder de kop “Minderjarig hoertje opgepakt in Antwerpen”. Juist. De Gazet waar Thierry Goeman voor schrijft. Blijkbaar checkt hij zelfs niet eens zijn eigen archief.

En verder: “Vaak waren de meisjes zo opgemaakt dat je amper zag dat ze zestien waren en was een botscan nodig om hun exacte leeftijd te bepalen”.

Een botscan bepaalt nooit de exacte leeftijd. Het enige wat er uit een dergelijke botscan kan worden afgeleid, is of de beenderen volgroeid zijn of niet. Alleen een tandheelkundig onderzoek kan hier uitsluitsel geven.

Even een voorbeeld: In februari 2005, tijdens een razzia in het Schipperskwartier, werd de Antwerpse politie geconfronteerd met een meisje dat verklaarde 15 jaar te zijn. Zij werd door de Jeugdbrigade naar een ziekenhuis gebracht, waar zij onderworpen werd aan een botscan. “Jonger dan 18 jaar”, was de officiële uitslag. Dus werd er van uitgegaan dat zij 17 jaar oud was, en belandde bijgevolg in een centrum voor niet-begeleidde minderjarigen.

Toen zij 9 maanden later op het punt stond om officieel de leeftijd van 18 jaar te bereiken, en zij dus ook een verblijfsvergunning zou krijgen, werd routinematig een tandheelkundig onderzoek uitgevoerd waaruit bleek dat zij 25 jaar was! Zo wordt de jaarlijkse doorstroming in die centra verzekerd zonder dat er te veel verblijfsvergunningen worden toegekend.

Zover het verhaal over botscans en minderjarigen in de prostitutie dus.

“In Antwerpen en Brussel werken tientallen minderjarige Nigeriaanse meisjes. Maar omdat er zoveel gecontroleerd wordt, ontvangen ze tegenwoordig privé. Hun pooiers, meestal vrouwen, lokken klanten zodat de meisjes niet meer buiten hoeven te komen.”

Nigeriaanse prostituees

Nigeriaanse prostituees zijn in de meeste gevallen illegaal in het land. Iemand die beweert dat zij thuis klanten ontvangen, raaskalt. Die meisjes hebben zoveel angst om gedeporteerd te worden, dat zij alle blanken – een kleine incrowd buiten beschouwing gelaten – aanzien als een potentieel gevaar om getipt te worden bij de politie. Een stoet onbekenden over de vloer krijgen, betekent voor hen zoveel als zelf naar het politiekantoor te stappen.

En voor een Nigeriaan die een ex-prostituee als vriendin heeft, is het nogal raar dat hij niet voor een contact kan zorgen. In Gazet van Antwerpen, gaat het dan zo: “Als wij vragen om ons in contact te brengen met een minderjarig meisje of een pooier, haakt hij af. ‘Te gevaarlijk’, klinkt het.”

Sensationeel, maar niet echt realistisch. Ik heb meerdere malen als tussenpersoon gediend tussen journalisten en Nigeriaanse prostituees. Voorbeelden zat. Dat pooiers niet graag met de pers praten, is vanuit hun situatie begrijpelijk.

En dan is er uiteraard ‘t Keteltje, dat volgens de auteur “de reputatie heeft dat je hier minderjarige zwarte meisjes kunt vinden.”

Ik denk dat de mannelijke lezers van zowat alle Vlaamse kranten ondertussen wel begrepen hebben dat ‘t Keteltje de laatste plaats in Antwerpen is waar je minderjarige prostituees zult vinden.

Dankzij de pers, die in het verleden uitvoerig en in detail berichtte over die doorn in het oog van het Antwerpse stadsbestuur, heb ik tijdens de – letterlijk – nachten die ik in ‘t Keteltje doorbracht menig gesprek gehad met de cafégangers: “Het is den eerste keer dat ik hier kom, meneer. Moest ik het niet in de gazet gelezen hebben, ‘k zou nog geeneens weten dat het bestond”. Na iedere razzia kon men haast spreken van ramptoerisme.

De Coninckplein, kenners en buurtbewoners

“Kenners wijzen ons de danscafés aan het De Coninckplein aan als mogelijke vindplaats. Maar dan enkel op vrijdag- zaterdagavond.”

Op het plein zie ik twee wel erg jonge, donkere meisjes met superkorte rokjes. Ze kunnen amper lopen op hun veel te hoge naaldhakken. “De een is achttien, maar de andere is niet ouder dan zestien”, zegt een pleinbewoner. Hij kent de Afrikaanse meisjes.

“Ze tippelen niet op straat, maar gaan wel met klanten mee die ze in de cafés leren kennen. In de toiletten laten ze zich voor orale seks betalen met euro’s of een lijntje coke.”

“Het tweetal gaat een bar binnen, maar ik mag er niet in. Een soortement portier verspert me de weg. ‘Om veiligheidsreden, mijnhee’r.”

“Ook in café Kilimanjaro, op hetzelfde plein, zitten opvallend veel jonge Afrikaanse meisjes. Maar ik voel meteen de spanningen en besef dat het geen goed idee is om hier vervelende vragen te stellen.”

Journalist T.G. gelooft blijkbaar alles wat ze hem vertellen, en bovendien publiceert hij ook wat hij gelooft. Die alweer anonieme pleinbewoner spreekt duidelijk niet uit ervaring, maar blijkt meer te weten dan de politie en de hulpverlening.

En hij kan, in tegenstelling tot de meeste blanken, het verschil zien tussen een achttienjarig en een zestienjarig Nigeriaans meisje. Chapeau. Of had hij het misschien van horen zeggen?

Als je tijdens het weekend naar het enige café met portier op het De Coninckplein gaat, dan kan je alleen terecht in Murphy’s. That’s the place to be in het weekend. Daar kunnen Nigeriaanse vrouwen en meisjes ongestoord hun heupwiegende Mapouka dansen zonder betast en bepoteld te worden.

Daar is de party en wordt er niet gewerkt. En dat is de reden waarom bleekscheten er niet welkom zijn. En ja, voor de veiligheid. Ik stel het me voor: komt daar zo’n halfbezopen blanke man binnen die denkt daar iets te kunnen versieren, als blijkt dat alle vrouwelijk schoon vergezeld is van mannen die het midden houden tussen Jerommeke en Mohammed Ali. De boy-friends van die meisjes.

Dan zou wel eens kunnen gebeuren waar de journalist in café ‘t Keteltje zo beducht voor was, dat hij binnen geen verdere vragen meer durfde stellen. Had hij maar een telefoontje naar de Ketelpatrouille gedaan. Dan was T.G. in audiëntie ontvangen bij Sister C, de uitbaatster van Murphy’s. Desnoods met begeleiding.

In dat café vind je misschien wel meisjes die jonger zijn dan 18, maar dat zijn dan de dochters van diegenen die hier 25 jaar geleden geïmporteerd werden door Ghanese (vrouwelijke) pooiers. Niet al wat zwart is en een kort rokje draagt, is een prostituee. Van dit soort vaststellingen druipt het seksisme gewoon af.

Een Nigeriaanse prostituee die iemand een orale beurt geeft voor enkele euro’s of een lijntje coke? Dat klinkt zeer geil, maar heeft opnieuw niets met de realiteit te maken.

De tarieven liggen tussen de vijftig en honderd euro, de infrastructuur wordt betaald door de klant. En coke dient niet om in hun eigen neus te steken. Nigeriaanse mannen die drugs smokkelen, tot daar toe. Maar jonge Nigeriaanse vrouwen die een verslaving kweken, zul je nog verder moeten gaan zoeken dan minderjarige prostituees in het algemeen.

“Opvallend veel jonge Afrikaanse meisjes”

Als klap op de vuurpijl neemt Gazet van Antwerpen de lezer ook nog mee naar Bar Kilimanjaro, waar “opvallend veel jonge Afrikaanse meisjes zitten”. Als er in een Afrikaanse drankgelegenheid veel zwarte vrouwen zitten, dan is dat “opvallend”. Net niet verdacht. Wat had de brave man verwacht er te vinden? Eskimo’s?

Bar Kilimanjaro is een jazzkroeg, waar regelmatig live-optredens zijn en naast jazz krijg je er een waaier van Afrikaanse en Amerikaanse ritmische muziek te horen. Dansbare muziek dus. Iedereen is er welkom, de grootste mix van Afrikanen en Europeanen verzamelt er rond het thema muziek.

Het is de meest relaxte kroeg van heel het plein. Vermoedelijk waren de spanningen alleen voor de bange blanke man waarneembaar. Dat soort spanningen die gevormd worden door de angst voor het onbekende. Dat heeft een naam: xenofobie.

En dat is meteen het gevoel waar je als niets vermoedende lezer, die de bovenstaande details niet kent, aan ten prooi valt als je het artikel in Gazet van Antwerpen leest. Dat heeft ook een naam: indoctrinatie.

Soit. Een week later ontmoet T.G op datzelfde De Coninckplein een Afrikaanse man die een jointje staat te roken. T.G geeft zich uit voor een Fins zakenman die op zoek is naar vertier. Voor een zak friet wil de Afrikaan hem wel helpen om aan een minderjarig meisje te komen.

Enkele dagen later belt Dawid, een mannelijke prostitué uit Roemenië die in Antwerpen werkt en in Brussel woont T.G op met de boodschap dat hij zijn kleine zusje zal brengen. Enkele telefoongesprekken en twee dagen later staat T.G in Peutie op de parking van de E19.

Op de achterbank van een donkere auto zit een meisje. T.G durft niet in te stappen, dus vertrekt hij, steeds achterom kijkend om zeker te zijn dat niemand hem volgt. Hij besluit zijn avontuur met: “Wie het meisje was, ben ik niet te weten gekomen. Ook niet of ze effectief bereid zou zijn geweest om seks met me te hebben. Ik heb haar maar even zien zitten, maar het beeld van dat kleine meisje, als een verloren vogeltje in die donkere auto zal me nog lang bijblijven.” En daar moeten bomen voor sneuvelen.

Of hij ook de nummerplaat van de donkere auto genoteerd heeft om later eventueel aan de bevoegde instanties te geven, zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen.

Journalistiek van het niveau van Robin Ramaekers (VRT), die het geluid van een fluitende kogel monteerde bij het beeld van de wegduikende journalist in Haïti.

Seks verkoopt …

Rest nog de vraag wat de doelstellingen van een dergelijk artikel zijn? Wie heeft daar baat bij? In de eerste plaats de krant zelf, natuurlijk. Seks verkoopt. Maar zou het misschien niet een heel klein beetje in de kaart spelen van de politici (op alle niveaus en in zowat alle partijen) die de belangen van het VOKA, de bouwpromotoren en andere combinaties van Teflon en beton boven die van de sociale cohesie van een wijk stellen?

Nog niet zo lang geleden lag het ‘Dossier 2060’ van deze ‘krant’ aan de basis van een aantal maatregelen die door de horeca-uitbaters op het De Coninckplein niet gesmaakt werden.

Onder andere een sluitingsplicht om 1 uur ’s nachts. Het uur waarop iedere zichzelf respecterende Afrikaan een laatste maal in de spiegel kijkt om zijn looks nog even te checken, alvorens het swingende leven in te stappen.

Misschien moet T.G eens wat minder op het trendy Antwerpen-Zuid flaneren, en het echte Antwerpen in het noorden van de stad verkennen. Daar valt veel meer te leren dan tussen die cokesnuivende snobs.

Frank Cool

Frank Cool werkt voor vzw De Ketelpatrouille in Antwerpen.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!