De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Kijk en geniet, ‘n andere houding naar intens naakt *

Kijk en geniet, ‘n andere houding naar intens naakt *

vrijdag 18 mei 2018 11:59
Spread the love

In de novelle Het Parfum, die terecht verfilmd is, van Patrick Süsskind, leren we Grenouille kennen. Een gewone man, met een uniek kenmerk: hij heeft totaal geen lichaamsgeur. De gevolgen zijn drastisch en dramatisch, niemand accepteert hem. Als een soort bizarre messias trekt  hij zich in het middelste van een aarden heuvel terug voor vele  jaren. Als hij buiten komt, gaat hij op rooftocht. Hij neemt wraak op de mensheid die hem heeft afgestoten. Hij vangt en doodt mensen, en met de intussen verworven expertise, kapteert hij hun geur, en stopt die in een flesje met miraculeus Parfum. Op een dag komt hij in een steegje bij de markt een prachtige roodharige tegen. Hij ruikt in het voorbijgaan de vissengeur van haar geslacht, de muskusgeur van haar haarbos, de olijfolie op haar knieën. Grenouille vangt en doodt de meid, en op basis van haar essenties maakt hij het Parfum waarmee hij mensen, zelfs hele menigten, dol maakt. Hij heeft op die manier iedereen in de hand, van koning tot bedelaar. Dat is natuurlijk geen leven, en de ontknoping is even voorspelbaar als vreselijk. De jonge man overgiet zichzelf met de vloeistof met de geur die iedereen wil, en lokt daarmee zijn eigen steniging en kannibalisme uit… 

* Bijgewerkt op 27 juni, 23 augustus.

8-9 min.

Erotiek is bij uitstek een domein dat elke mens persoonlijk inkleurt. Het intieme is persoonlijk, individueel. Daarom kan ieder zich koning voelen als hij dat rijk betreedt met zijn seksuele partner. De unieke, de mens bij uitstek. In Spek en bonen merkt Tom Lanoye het twee decennia geleden al op: heel merkwaardig, maar die intieme daden, die je met niemand anders zou willen doen, die met ieder anders zeer onfatsoenlijk zouden zijn,  die smeden juist een fantastische band, en die geven een heerlijk gevoel, een geluksgevoel, een vreugdegevoel in die situatie, dat onvergelijkelijk is. Dat inzicht, over de bevrijdende, emanciperende kracht van seks en erotiek, heeft beslist mede de aanvaarding van holebis mogelijk gemaakt. Je kan mensen moeilijk de meest vervullende ervaringen ontzeggen, omwille van oude gewoonten en gedachten van het collectief

Nu naar het Internet tijdperk. Hebt u dat ook ervaren, ergens begin jaren negentig, toen we plots met de wereld konden in verbinding treden, maar letterlijk op een zeer machinale wijze: dat onpersoonlijke universum bleek iets extreem erotiserends te hebben. Alsof het hart van de mens zich exuberant wil teweerstellen tegen een wereld, een universum dat in de limiet wordt opgebouwd uit stroompjes van het type aan/uit: geen  contact of wel stroom. Digit-aal. Het rekenkundig systeem dat internet en computer onderbouwt, heeft helemaal afstand genomen van de tien vingers van de mens, dat het tiendelig talstelsel induceerde. Er zijn maar twee getallen in dat binaire tstelsel. I en 0. Om het met een omineus beeld te stellen, zoals de twee zwarte oogkassen in een blanke schedel. Zoals dood & leven.

 Ik heb altijd wat afstand ingebouwt naar Internet enthousiasmen.

Ook omwille van de woorden die me bijbleven uit een theologisch essay:

 

“Ce qui est compté,

ne peut être beni”.

 

Het is vaker opgemerkt: de presentie van dood en catastrofe lokt heel diep in de mens een tegenreactie uit, het verlangen zich nog één keer voort te planten, de soort veilig te stellen, op te gaan in seksuele vereniging met de andere.

Naaktbeelden en Internet, het was een liefde op het eerste gezicht, een dadelijk voltrokken huwelijk. Statistieken wijzen uit dat bijna honderd procent van de internetsurfers naakt kijken en gebruiken. De digitale fotografie maakte bijna gelijktijdig als het Net furore, wat meebrengt dat miljarden mensen foto’s van hun tuin, hun partner, huisdier, wagen en van zichzelf posten. Selfies. Ook juist naakt, want internet heeft iets van een veiliger universum dat de straat of het plein of de tuin om de hoek, om je naakt op te stellen. Niemand kan je boos meteen een pak voor de broek geven. Of uit verbouwereerdheid en schaamte je openhartige naaktheid beantwoorden met weggaan

Op de schoolbanken in de humaniora leerden wij van de degelijke lerares Esthetica, de echtgenote van een bekend ethicus en filosoof, dat Naakt een van de belangrijkste kunstvormen is geweest doorheen de eeuwen; van de grotschilderingen van de prehistorische mens over de antieken, de Renaissance tot vandaag. En Anne poneerde: De naakte mens is de mooiste mens. Dat vond ik een moedig statement, maar vooral toch interessant en waar.

Persoonlijk heb ik van de eerste Duizend Dagen af, een positief beeld van het lichaam en van naaktheid. Wellicht is er een aantoonbaar verband met het dagelijkse bad dat moeder mij en broertje gaf, van bij de geboorte tot een jaar of acht. Dat ging er doeltreffend, maar ook meditatief en teder aan toe. En bijzonder eerbiedig waar het intieme aanraking betrof.

Op die manier opgevoed, leek  het mij meteen volkomen logisch toen ik las dat God in het Oude Testament laat weten:

” Zorg goed voor je lichaam, want het is Mijn Tempel. Je kan er mij mee eer bewijzen, dienen en deugd doen”

Ik heb een geheugen als een Olifant, dat weten kennissen en  reguliere lezers. Zo herinner ik mij nog dat ik als kleine jongen een lichte maar dichte afkeer had van naaktbeelden. Blote madammen heetten die foto’s in de volksmond. “Blote borsten” was nog zo een begrip, een alliteratie én een assonantie, dat thuis met meer zin voor het fraaie werd vorm gegeven dan het “dikke, blote tetten” van op school.

Natuurlijk verzwond die afkeer naarmate de puberteit de stoffen in ons raderwerk vanbinnen met nieuwe essenties doordesemde. Naakt begon ik mooi te vinden. Jarenlang maakte ik foto’s, vooral van leraren op school en vogels in de natuur en hun landschappen. En in het kader van die passie en kunst beoefening bestudeerde ik de ingebonden jaargangen van de Nederlandse tijdschriften FOTO en Focus. Daarin kwam geregeld naaktfotografie aan bod, altijd in zwart wit toen. Die foto’s vond ik heerlijk mooi en ook soms heerlijk opwindend en mysterieus. Op mijn mansarde had ik een geheime schuif waar ik de mooiste afbeeldingen bewaarde, onder anderen verworven via fotokopie.

De persoonlijke ontdekkingstocht van de seksualiteit verliep via toevallige ontmoetingen met mensen, zoals de jonge man die zichzelf masseerde onder het stortbad in de douchecel in het oude zwembad van Leuven, boven de rand van zijn zwembroekje uit. Een intense visuele ervaring die er geheel toevallig kwam na een zwemles met de schoolklas.

De opgedane wetenschap was bijzonder welkom, toen een jaar of wat later, onze eigen eerste nacht van menselijk-mannelijke vruchtbaarheid een dromerige werkelijkheid werd. Tijdens de ontdekkingsreis lag de combinatie van innerlijke sentimenten en drijfveren met de Zevende Kunst, de Fotografie, voor de hand.

Onze persoonlijke stijl is er een geweest van grote eerbied voor de gevoelens. Jarenlang beschouwde ik enkel de borsten van het model, niet de driehoek van venus, die in al zijn zwartigheid nog veel heftiger emoties beloofde, waarvan ik besloot ze momenteel nog niet aan te gaan. Petit à  petit, l’oiseau fait son nîd.

Sommige volkse gezegden bevatten verbazend veel wijsheid, die nog ongelofelijk sterk staat in dit digitale museum. Zoals “Langzaamaan, dan breekt het lijntje niet”. Of “Festina lente”. Of “Haast en spoed zijn zelden goed”.

Dat het lijntje bij vele tijdgenoten intussen brak op overmatige consumptie van steeds maar hardere porno, dat velen dadelijk op de hitte van de bewegende filmbeelden van vrijende koppels zijn gesprongen, blijkt al uit het bestaan van sites als porn hub, die duizenden linken vertonen, als de armen van een Kraak, een reuzeninktvis, waar allerlei naakt, van fijn tot bizar en hard, te vinden is, meestal tegen betaling in (digitaal) geld.

Ik ben daarin nooit meegegaan. Dat is niet alleen mijn verdienste, de hobby van mijn beide ouders, fotografie, verleende mij een eerbaar pad om naaktfotografie te genieten, decennium na decennium. En de foto’s werden altijd scherper! En er kwam kleur! En via de algemene fotografensite flickr bleek je veel goed naakt te kunnen vinden, als je maar lang genoeg zocht. En het hielp, als je fotografen en modellen een respectvolle aanmoediging schreef. Ik vond het maar normaal, dat je iets teruggeeft aan deze figuren die je hartje verblijden, en scherpte de vaardigheid aan woorden te vinden voor het moois, en die in de commentaarboxen aan te bieden.

Hierbij een voorbeeld van de mooie naakten die Flickr aan zijn leden biedt, buiten enige commerciële bedoeling of vereiste.



Lezende vrouw, Marat Safin, Flickr

 

 

 

 

 

 

 

 

Een voorbeeld van een aanmoedigende beschrijving die ik formuleerde bij een naakt- en landschapsbeelden artiest gaat zo:

 

“I love, even adore Jume’s style. The portraits have at the same time a great sense for Togetherness, and on the other hand explore the human being in its (nude) vulnerability and friendly ‘unarmed’ state in relation with a Landscape that is full of the sense of Space. I like this work especially in the context of citizenschip in today’s cities and towns. Where these resoursing themes are just what we crave for…”

—————————————————————————————————————–

 

Die positieve houdingen naar naakt vind ik niet altijd zo duidelijk terug in het kleine essay van de professionele filosoof Ignaas Devisch. 

De ondertitel van het essay is Over het failliet van de pornografische blik.

 

Gelukkig zegt Ignaas in het voorwoord: “Ik nodig de lezer uit de hiernavolgende tekst zo te lezen: als het zoekend aftasten van een stelling”.

Ik lees een onderzoeker die filmbeelden van copulerende partners heeft bekeken. Wellicht tot hij er niet goed van werd. Tot de in handboeken beschreven symptomen van de verslaving opgetreden.  Je hebt steeds meer, steeds heftiger dosis van de stimuli nodig. Daarbij brengt Verslaving per definitie mee: zij neemt meer dan  zij geeft?

Op die manier ‘geconsumeerd’ is het voorspelbare resultaat “het failliet van de pornografische blik”.

 

Het gewone doel van naakt op het net, en de meer intense, openlijke pornografie, is  tot opwinding komen en tot  een erotisch hoogtepunt.

De fotografen die naakt delen op Flickr, geven bijvoorbeeld vaak aan dat hun foto’s niet voor wetenschappelijk onderzoek mogen gebruikt worden. 

Er zal altijd een spanning bestaan tussen de persoonlijke, intieme sfeer en de publieke ambitie van wetenschap. 

Naar mijn aanvoelen is de tekst van Devisch een broodnodige bezinning, in dit land van overwegend nog erg schuwe, verlegen mensen als het op (schrijven en spreken over) seks aankomt. Tegelijk is het niet meer dan een aanzet; eentje die ook erg negatief blijft, en in die zin een simpel verlengstuk is van de lichaamsvijandige cultuur die de georganiseerde religie in onze streken vele eeuwen heeft erin geramd. 

—————————–

In de inleiding bevestigt Devisch terecht dat wie kennis verzamelt, doet dat altijd vanuit een bepaalde plaats in de wereld. Hij is aanvankelijk meteen zeer negatief: p. 13:

“Daardoor mislukt pornografie principieel: zodra we het bekijken kan het genot alleen maar geënsceneerd worden. Zo loopt de poging het gefakete te overstijgen uit in nog meer gefake, met steeds ranziger wordende scènes tot gevolg”.

Devisch heeft evident nooit de fotografische sites als Flickr verkend,  waar mannen en vrouwen (dikwijls mooie) naaktbeelden van zichzelf of van modellen delen. Met public of friends of family.

 

Er heerst veel generositeit op het internet. Van de stranden van Nieuw Zeeland, over de zanden van Utah (iron Man festival met veel naturisme!) en de woonkamers van Siberische boerderijen of NY-se slaapkamers.



Naakt in zeelandschap, Jumo, Flickr

 

 

 

 

 

 

 

Op p. 17 bij het uitwerken van de metafoor van Baubo, de oude vrouw die door haar rok op te tillen en  haar spleet te tonen, de rouwende Godin Demeter tot een vreugdevolle lach brengt, blijkt hoe de schrijver een negatieve visie heeft op eros. Wellicht omdat de emoties hen afschrikken in hun overspoelend effect. Voor de schrijvers van het Eerste testament zowel als voor filosofen schrijvers vele eeuwen lang, is het omgekeerde van het paradijs… de Chaos. Dat begreep ik als jongere echt niet. Ik heb in de kinderjaren geleerd dat ook met chaos te leven valt. – Doorheen de geschiedenis hebben vele auteurs commentaren geschreven op deze mythe. En de meesten benadrukken dat achter Baubo’s geslacht iets verborgen zit waarachter zich iets anders verhult of een andere gedaante aanneemt dan je zou verwachten.

“Baubo tilt  haar rokken op, maar  blijkbaar bevindt zich daaronder nooit wat je hoopte te zien”.

Wel, dat is niet mijn ervaring.

Meiden die op blije wijze hun borsten tonen, dat werkt zeer opwekkend. Ooit ben ik op twee weken tijd van een snel inzettende depressie genezen, door, (toen een goede vriend, fotograaf, bioloog en  historicus, mij de genoemde site had leren kennen), foto’s van moeders wereldwijd te zoeken en te beschouwen, vrouwen met de baby aan de borsten.

Ik vond het effect van het zien van dit iconische beeld van blijheid, zachtmoedigheid, lust en levenslust zo interessant, dat ik het heb beschreven in een brief die ik via de nuntius in Brussel aan de toenmalige paus heb bezorgd. Het heeft de heer Ratzinger niet mogen baten, hij is bij gebrek aan levenslust als eerste paus ooit, afgetreden, lang voor zijn dood, zoals u weet.

Een goede visie vind ik dan weer terug waar Devisch schrijft:

“Baubo kan er ons dus op wijzen dat we de wereld  niet kunnen ontleden, zoals er in een laboratorium wordt ontleed, dat wil zeggen, elementen kunstmatig losmaken van de context en ze geïsoleerd te bestuderen. In plaats daarvan moeten we de complexiteit van de wereld erkennen en ons richten op de verbanden tussen alles wat deel uitmaakt van de wereld”.

Door de meiden en fotografen op flickr mijn lovende aanmoedigingen in trefzekere woorden te sturen, heb ik precies dat gedaan, me dunkt. Verbondenheid gesticht. Niet de vervreemding eigen aan de vaak anonieme virtuele ruimte aan te wakkeren.

Wie naakt bekijkt als een roofdier, in obscene stijl, die steelt de ziel van de vrouw of man die modelleert.

Ooit in de jaren negentig las ik een zeldzaam interview gegeven door Kate Moss, een van de topmodellen van die tijd. Zij merkte in eenvoudige en directe taal op, dat er met en zonder woorden, een contact plaatvond met de fotografen die met  haar werkten. Er werd een verhaal uitgewisseld, in body language en in woorden. “Met de zogenaamde Paparazzi gaat  het helemaal anders” sprak Kate profetische woorden, denk maar aan de wijze waarop Prinses Diana in de tunnel in Parijs in haar wagen is omgekomen! Achtervolgd door die inkt– sekten op hun zware brommers! “Zij stelen iets van me; zij geven niets, geven niets terug, niets dat mijn ziel kan voeden”.

 

 Terloops, ik vraag mij af wat Roger Scruton van deze mooie woorden zou denken. In “On Beauty” laat hij zich negatief uit over alle naakt, alle porno. Hij is zeker een kind van zijn tijd, een oude man, die niet mee is.

 

Op p. 31 geeft Devisch terloops en kwansuis aan over welke porno hij zich heeft gebogen: “Wat wordt de kijker beloofd? Een zo direct en expliciet mogelijk beeld van seksualiteit; in alle grootsheid: orgasmes, erecties, openingen en rondspattende lichaamssappen”. “De FILMmakers (mijn hoofdletters) proberen de kijker te tonen wat Jean Baudrillard obsceen noemt: de werkelijkheid zonder enscenering en alleen nog close-ups van lichamen die niets dan het lichaam zelf willen tonen”.

Hier hebben Jean en Ignaas natuurlijk een punt. Ik herinner mij hoe ik een jaar of wat nadat ik in maart 1976 met ornithologie van start ging, de natuurfotograaf Fred Hazelhoff uit Nederland ontdekte. En hoe ik het meteen met zijn visie eens was, dat je de mooiste prenten van herten, vossen of auerhoenen maakt, als je niet te grote teleobjectieven inschakelt voor straffe close-ups, maar als je de kijker wat laat zien van de habitat, het biotoop waarin het wezen leeft.

De meest interessante definitie van “obsceen” die ik zelf aantrof, is deze die stelt:

“Obsceen is een beeld, als het je belet doorheen het lichaam, nog die ziel van de persoon te ervaren, te zien”.

Daarom vind ik de beste naakten ook vaak deze waar je de ogen van het model kan zien.

De menselijke ogen, die niet voor niets door de traditie worden aangeduid als “de spiegels van de ziel”.

Op p. 42, bij het begin van paragraaf 3 met als titel “Een blozend achterste: het gat in de sluier”, lees ik een interessant citaat van René Descartes, de denker die ik meteen toen ik hem leerde kennen, lichtjes verafschuwde:

“Het waarheidsbegrip waarvan de pornografische blik uitgaat, is in zekere zin cartesiaans: het plaatst, zoals René Descartes (1596-1650) placht te doen, een kennend subject tegenover een te kennen object, en gaat ervan uit dat het een niet in relatie staat tot het ander. Vandaar de omschrijving “objectief: alsof een object van een afstand kan worden bestudeerd; alsof je niet deel  uitmaakt van diezelfde wereld”.

Descartes is de denker die meende dat het geluid van een tak die knapt onder je voet, gelijkaardig is aan het geluid dat je kat uitstoot als je op  haar staart trapt… Dat is een geest waar onze tijdsgeest elke dag meer tegen in gaat, denk maar aan de stijgende diervriendelijkheid.

Gelukkig kan de filosoof die zich met dit werkje even over seks buigt, aangeven:

“Vanaf de achttiende eeuw is dit waarheidsstreven langzaam maar zeker afgebrokkeld, niet in het minst dankzij het werk van Immanuel Kant (1724-1804). (..)

“Wij nemen de wereld in ruimte en in tijd waar, categorieën die in ons verstand ontstaan.

Objectieve kennis is bijgevolg een mission impossible.”

Dat is natuurlijk zo. In dit verband moet ik de pastoraaltheologe, kenner van oud Grieks en Hebreeuws én van de psychologie, Lytta Basset citeren. In haar hoofdwerk, gebaseerd op haar doctoraalscriptie, “Le pardon Eternel. De l’abîme du mal au pouvoir de pardoner”, merkt zij op dat vele denkers doorheen te eeuwen tevergeefs hebben getracht een visie op “het kwade” te denken. Ook Kant en Nietzsche zijn daarin mislukt.

Volgens Basset is dat omdat de werkelijkheid gewoon zo in elkaar zit, alsof God er in zit verwerkt, dat Lijden meemaken, altijd van je vraagt dat je iets doet om het te lenigen. Miserie laat zich niet louter zien, niet louter kennen.

In Tertio van deze week (16 mei) lezen we overigens in een interview met een oorlogsreporter dat zij daarom juist vaak haar mobieltje leende aan familie van slachtoffers, om hen de familie te laten inlichten, en zo het lijden wat dragelijker te maken. Zo hoort het.

De filosoof Merleau-Ponty (1908-1961), die ik als student leerde kennen bij prof. Jan Vander Veken, rekende in onze tijd helemaal af met die oude perspectieven en illusies. Hij maakte duidelijk dat wij als mens”  niet een “biologisch” lichaam hebben of zijn, maar (..) een lichaam dat is, la chair (vlees). “Daarmee wil hij er nadrukkelijk op wijzen dat wij met ons lichaam niet tegenover deze wereld staan, maar ermee vervlochten zijn. Het lichaam is tegelijk waarnemend en waarneembaar: het ziet en wordt gezien.” (Devisch, p. 44). Vander Veken stelde destijds in de grote aula:

“Als je hand iemand aanraakt, wordt zij ook meteen altijd aangeraakt”.

Een citaat uit Salman Rushdie’s Middernachtskinderen, over een personage die tot zijn verbazing een achterste van een patiënte ziet “rood worden, in een verlegen, maar toegeeflijke blos” geeft aan de filosoof de kans een uitweg te duiden uit de impasse die hij schetst in de titel: hij toont hoezeer seksualiteit zintuiglijkheid en verbeeldingskracht nodig heeft om tot sensualiteit te komen.” “De meeste hardcore pornografie daarentegen versmalt erotiek tot een opeisende blik die zich op één welbepaalde opening in het menselijk lichaam richt.” (p. 51).

——–

Devischs’ analyse is dus uiteindelijk niet zo uitzichtloos als de titel aangeeft. Die is wellicht mede gekozen door de marketingafdeling achter het project.

De schrijver stelt met recht en rede dat de meest gangbare “pornografische blik leidt tot een verarmde kijk op erotiek”. Ik hoop dat ik duidelijk heb gemaakt dat een weg mogelijk is. Een van geleidelijkheid, van geduld, die werkt met inzet van verbeeldingskracht, en die waar mogelijk de “andere” iets terug geeft.

Met andere woorden: juist het passieve,  het gemakzuchtige in sommige consumenten is wat hen tot verarming drijft.

Misschien mogen we stellen dat ons tijd wel heel “industrieel” is in arbeid daadkracht. Maar dat er dringend een revival mag komen in spirituele ijver, en in emotionele arbeid.

Bovendien raken wij uit de verstrikkingen die de hedendaagse cultuur meebrengt, ongetwijfeld pas echt goed los, als wij niet meer blijven haken aan de arme houding die ik onlangs door een vrouwelijke onderzoekster hoorde benoemen

 “Mannen hebben het lastig om te spreken over iets waar zij zich voor schamen”.

Jammer natuurlijk. Want doordat het woord de wereld vaak regeert, en eeuwenlang bijna enkel mannen schreven, hebben zij op die manier een en ander grondig scheef getrokken. 

Stef Hublou

 

Ter info: in mei verscheen van Frank Mulder in De Groene Amsterdammer een ernstig synthese artikel over porno misbruik. Hij waarschuwt voor overmaat. Ik kan het met  hem eens zijn.

https://www.groene.nl/artikel/het-vult-nooit

take down
the paywall
steun ons nu!