Opinie, Nieuws, België - Verenigde Verenigingen

Kiest u voor uw verenigingen? Open brief aan de burgemeester

De gemeentebesturen staan voor grote uitdagingen. Er is minder geld en er zijn meer verwachtingen. Door de interne staatshervorming is er bovendien ruimte voor meer eigen accenten. De Verenigde Verenigingen, dé spreekbuis van het middenveld in Vlaanderen, roept de gemeentebesturen op om niet verkrampt te reageren op kritische verenigingen. "Er is meer dan ooit nood aan samenwerking tussen het verenigingsleven en lokale overheden", klinkt het.

dinsdag 26 maart 2013 11:56
Spread the love

Geachte burgemeester,

Beste schepenen,

U hebt ongetwijfeld veel aan uw hoofd. De verkiezingen zitten nog vers in het geheugen, er staat een al dan niet nieuwe ploeg klaar, er wacht u een nieuwe Bestuurs- en Beleidscyclus (BBC), één meerjarenplan in plaats van sectorale plannen, u kampt mogelijks met sombere financiële vooruitzichten … En toch verwachten alle burgers en de actievelingen in verenigingen in uw gemeente van u een goed, gedragen, effectief en efficiënt beleid.

Minder geld en tijd maar meer verwachtingen van (andere) overheden en burgers? Werken aan een goed en gedragen beleid? We hebben het gevoel dat verenigingen in essentie voor gelijkaardige maatschappelijke uitdagingen staan en hetzelfde doel nastreven. Mogen we daarom de start van deze nieuwe legislatuur even aangrijpen als momentum om wat suggesties te doen over samenwerking aan beleidsvorming en –voering?

Als samenwerkingsverband van het verenigingsleven in Vlaanderen, stelde ‘de Verenigde Verenigingen’ vast dat lokale verenigingen bezorgd zijn. Door de sprong in het duister –wat verkiezingen altijd zijn-, de tijdsgeest en de mogelijke gevolgen van de decentralisering en de BBC op hun beleidsparticipatie en hun financiering.

Uit diepgaande gesprekken met sleutelfiguren uit alle verenigingssectoren, interviews met ervaringsdeskundigen van besturen en verenigingen, een forumdag én een ruime internetbevraging distilleerden we ervaringen, visies en aanbevelingen. We kneedden alles tot vier aandachtspunten, essentieel voor een gezond verenigingsleven in uw gemeente én voor een goed, gedragen, effectief en efficiënt beleid.

Meer verantwoordelijkheid = meer zelf doen?

De interne staatshervorming zorgt ervoor dat u minder móet en meer kan. Dat geeft ruimte voor eigen accenten en initiatieven. Maar liefst 61 procent van de lokale verenigingen ziet deze decentralisering als een kans voor een beter, gerichter gemeentebeleid dat nauwer aansluit bij de noden van de eigen inwoners. Een aantal risico’s dienen wel vermeden te worden.

Krijgen de zwakkere groepen in uw gemeente de nodige aandacht nu het Vlaamse kader en ondersteuning daarvoor min of meer verdwijnt? Dit impliceert namelijk dat uw bestuur zelf een visie ontwikkelt en/of beroep doet op de expertise van verenigingen terzake. Het is allicht ook verleidelijk om vanuit uw sterkere autonomie te besparen op minder populaire thema’s of doelgroepen.

Wél populair is het discours van de ‘zelfredzaamheid’. De burger wil, kan en zal het wel alleen oplossen. Sommigen zullen dat inderdaad doen, maar velen niet. We kijken naar Nederland om te zien hoe het niet moet. Verenigingen worden vleugellam gemaakt en de ongelijkheid tussen (groepen) mensen wordt alleen maar groter. Met alle gevolgen van dien. Anderzijds is het duur en niet efficiënt om leuke, goedbedoelde initiatieven te nemen op terreinen waar het lokale verenigingsleven al sterk staat. We denken aan activiteiten van sommige lokale dienstencentra maar ook in sport wordt er vaak naast elkaar in plaats van met elkaar gewerkt. Ook in die domeinen waar uw gemeente traditioneel zwakker staat, zal Vlaanderen minder stimuleren. Misschien kan u specifiek voor die domeinen inspiratie opdoen door doelgroepspecifieke verenigingen maximaal te betrekken of samen te werken met andere (buur)gemeenten?

U bent intussen bezig met de voorbereidingen van de nieuwe beheer- en beleidscyclus en trof waarschijnlijk al voorbereidingen voor de opmaak van één meerjarenplan. Ondanks de nobele doelstellingen van deze hervormingen, bleef dit voor u een overwegend technisch verhaal. We hopen dat u lokale verenigingen en adviesraden al nauw betrok of zal betrekken bij de inhoudelijke opmaak ervan en dat u ze tussendoor (2014-2019) ook over de uitvoering, bijsturingen en evaluatie laat meepraten/-werken. Het gros van de verenigingen vindt één meerjarenplan beter dan verschillende sectorale plannen. Het lijkt hen een ideaal middel om een hoognodig transversaal beleid te voeren dat bovendien meer op de lange termijn gericht is. Anderzijds biedt één meerjarenplan wel het risico op ‘onderbelichting’ van bijvoorbeeld kleinere sectoren (bv. amateurkunsten).

Sterke lokale verenigingen zijn goed voor u

De verenigingen in uw gemeente brengen leven in de brouwerij. Dat is leuk voor iedereen. Maar er is meer. Door hun dagelijks contacten met burgers en hun activiteiten in de gemeente, kénnen ze de gemeente door en door en weten ze wat er leeft bij de mensen. Ze laten mensen hun mening zeggen, argumenten geven, discussiëren met elkaar. Een democratisch, participatief proces als het ware in de veilige omgeving van de eigen vereniging. Dit is fijn voor die mensen en die verenigingen …maar ook voor u. Want met die gevormde mensen en meningen kan u aan de slag. Verenigingen hopen en vertrouwen daar ook op, want maar liefst 65% van de bevraagde verenigingen denkt dat hun gemeentebestuur na de verkiezingen meer aandacht zal hebben voor participatie. Ze bedoelen voor alle duidelijkheid participatie aan het lokaal beleid in zijn geheel, niet enkel ad-hoc participatie over pakweg de heraanleg van een speelpleintje. We geven u in bijlage bij deze brief graag enkele vuistregels mee voor participatie waar iedereen beter van wordt.

Adviesraden & participatie: geen exacte wetenschap

U merkt het allicht dagelijks. Burgers en verenigingen kloppen op allerlei manieren bij u aan om hun mening, kritiek of suggesties te geven. 65 procent van de lokale verenigingen zeggen dit toch voornamelijk te doen via de adviezen waaraan ze meewerken in één of meerdere lokale adviesraden. Het belang van die raden mag dus niet onderschat worden. Tegelijk geeft ook 47 procent van die aanwezigen zelf aan dat er sleet zit op hun adviesraad. Op vele plaatsen klinkt dat adviesraden zinvol blijven maar dringend gedynamiseerd en vernieuwd moeten worden. Hoe en in welke mate dat moet gebeuren, zal overal anders zijn. Toch is er overeenstemming over een aantal zaken. U vindt ze in bijlage.

Bekijk adviesraden in elk geval niet als een clubje van gewillige helpende handen. Dit ondermijnt hun adviesfunctie, hun betrokkenheid én uw beleid. Definieer liever duidelijk uw eigen relatie met adviesraden en laat ze onafhankelijk en los van de politieke agenda werken. Wie weet maakt u – uiteraard in samenspraak met de lokale verenigingen – van uw adviesraden wel echte, flexibele participatiedraaischijven in uw gemeente?

Maar ook naast adviesraden moet participatie van burgers en hun verenigingen gestimuleerd worden. Dat vraagt de Vlaamse overheid aan u en wij volgen dit. Hoe u dat precies moet doen, weet niemand. U kan zelf experimenten opzetten of vooraf even kijken welke experimenten of proefprojecten met participatie en cocreatie er al gebeurden in andere steden en gemeenten. Kost dit allemaal extra geld? Nee, zeker niet als u ziet wat u ervoor terug krijgt. Ga met lokale verenigingen het experiment aan en u activeert wie passief was, u leert de ‘ongeleide projectielen’ in uw gemeente kennen en geeft zo ruimte aan ideeën van onderuit. Daarnaast zijn we ervan overtuigd dat u en uw beleid die ideeën van onderuit alsmaar meer nodig hebben. Niemand blijft op zijn eentje ‘mee’ in onze netwerksamenleving, zeker u niet als druk bezette bestuurder. Gaat u samen met uw verenigingen op zoek naar optimale knooppunten van verschillende participatieniveaus en –manieren en geeft u ruimte aan uw inwoners en verenigingen?

Ondersteunt u uw verenigingen om te doen waarin ze goed zijn?

Ruimte geven aan lokale verenigingen betekent hen een zekere financiële zekerheid bieden maar ook de nodige autonomie gunnen. Een lokale vereniging die tegen betaling enkel beleidsopdrachten mag uitvoeren, is geen vereniging meer maar een overheidsdienst. De enquête leert dat 63 procent tevreden is over hun huidige gemeentelijke financiering, maar de helft geeft aan ongerust te zijn over de komende legislatuur. Velen zijn bang dat ‘de crisis’ een makkelijk excuus wordt om te besparen op verenigingen. Tussen ons gezegd: u kan meer besparen op consultancy-opdrachten dan op verenigingen;-)

Wat er ook gebeurt, uw financiële middelen moeten alsmaar meer aan concrete doelstellingen gekoppeld worden. Daarom is het belangrijk dat centen voor verenigingen de gemaakte beleidskeuzes volgen. De manier waarop die financiering gebeurt (subsidiereglement, convenant, logistieke ondersteuning) speelt een kleinere rol. We stellen vast dat subsidiecriteria steeds kwantitatiever worden. Lokale verenigingen krijgen strengere of meer sturende voorwaarden opgelegd en ze moeten rapporteren in cijfers en procenten. Dit ‘managementmodel’ strookt echt niet met de realiteit en de werking van een modale lokale vereniging. U zal er als armenvereniging of als sportclub maar mee geconfronteerd worden. Eerlijk, zou u nog zin hebben om u vrijwillig in te zetten? Die cijfers ‘vertellen’ ook weinig. Toegegeven, een meer kwalitatieve beoordeling is wat moeilijker vorm te geven, maar het is een pak flexibeler, meer aangepast aan de realiteit én je kan er als beleid iets mee. Doen!

take down
the paywall
steun ons nu!