De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Kerncentrale van Doel. Foto: Wwuyts/CC BY-SA 3:0
Fin du nucleaire

Kernenergie: Michel en Marghem boven de wet

donderdag 5 september 2019 15:59
Spread the love

Bij wet van juni 2015 heeft het Belgische parlement de keuze van de regering-Michel en haar minister van Energie, Marie-Christine Marghem, bekrachtigd om de levensduur van de twee oudste reactoren van de kerncentrale van Doel, de D1 en D2, te verlengen[1].

Deze autoriteiten hebben zich ongetwijfeld voorgesteld om dit besluit op dezelfde manier te nemen als de verlengingen van 2003 en 2012, dat wil zeggen zonder de burgers te raadplegen en zonder de internationale verdragen en de wet te negeren. Dit zonder rekening te houden met het beroep tot nietigverklaring dat de verenigingen Inter-Environnement Wallonie (IEW) en Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen (BBL) in januari 2016 bij het Grondwettelijk Hof hebben ingesteld. Het beroep stelt schending van de Verdragen van Espoo en Aarhus en verschillende Europese richtlijnen, de “Habitatrichtlijn”, de “Vogelrichtlijn” en de “MEB-richtlijn”[2]. Het is veelzeggend dat de regering bij de omzetting van het Verdrag van Aarhus in de Belgische wetgeving in december 2002 de eerste wet voorbereidde die de uitbreiding van de atoomreactoren mogelijk maakte, zonder dat er al enige raadpleging van de bevolking heeft plaatsgevonden.

In juni 2017, anderhalf jaar na de invoering van het beroep, achtte het Grondwettelijk Hof het noodzakelijk om het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) te vragen naar de interpretatie van deze verdragen en de Europese richtlijnen, wat als eerste gevolg had dat de duur van de procedure met twee jaar werd verlengd. Drie en een half jaar na de instelling van het beroep heeft het Hof van Justitie pas op 29 juli 2019 een arrest gewezen, dat in de titel van zijn persmededeling als volgt wordt samengevat[3] : “De Belgische wet tot verlenging van de levensduur van de kerncentrales van Doel 1 en Doel 2 werd aangenomen zonder de vereiste voorafgaande milieueffectrapportage”; met als ondertitel: “Het is echter niet uitgesloten dat de gevolgen van de uitbreidingswet tijdelijk behouden blijven in geval van een ernstige en reële dreiging van een onderbreking van de elektriciteitsvoorziening”.

Met andere woorden, door de levensduur van de twee reactoren te verlengen zonder eerst een milieueffectrapportage uit te voeren, hebben minister Marghem en de regering-Michel de wet overtreden, die zij als geen ander moeten kennen en respecteren. Aan de andere kant zou de enige reden die de voortzetting van de exploitatie van deze reactoren zou kunnen of vandaag de dag zou kunnen rechtvaardigen, een “ernstige en reële dreiging van een onderbreking van de elektriciteitsvoorziening” zijn. Al het bewijsmateriaal dat in 2015 beschikbaar was (en nog steeds is) toonde echter aan dat deze reactoren nutteloos zijn voor de continuïteit van de elektriciteitsvoorziening:

De Commissie voor Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) had een negatief advies uitgebracht over de verlenging. Dit advies werd genegeerd door minister Marghem, die ook

  • betoogde dat de CREG zich met de prijzen moest bezighouden en niet met de volumes…[1]
  • In de periode 2012-2018 is de gemiddelde bezettingsgraad van de Belgische kernreactoren gedaald tot ongeveer 70% in plaats van de 90-95% die voor dit soort reactoren als normaal wordt beschouwd, wat overeenkomt met het verlies van een kwart van de nucleaire vloot, d.w.z. het verdwijnen van een grote reactor (1 GW) plus die van een kleine reactor (0,5 GW)[2]. De reactoren D1 en D2 hebben hier veel mee te maken. In april 2018 is de D1-reactor in de annalen van de nationale geschiedenis opgenomen door het eerste lek in het primaire circuit van een Belgische reactor te registreren, wat resulteerde in een 10 maanden durende sluiting, net als D2, zijn tweelingbroer. Deze twee reactoren zijn dus allesbehalve een betrouwbare bron van elektriciteit, maar bovenal hebben deze gebeurtenissen aangetoond dat het mogelijk was om ze te missen, zonder de minste “black-out”.
  • Vier jaar na de verlenging van de overeenkomst van november 2015 tussen de Belgische Staat en Electrabel, die op 700 miljoen euro wordt geraamd, zijn de beveiligingsupgrades waarin de overeenkomst van november 2015 voorziet, nog steeds niet uitgevoerd. Deze werkzaamheden zouden uiteindelijk eind 2019 van start moeten gaan en zullen een verdere stopzetting van minstens 7 maanden vergen. Bovendien is er niets begroot of gepland om ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe aardbevingsbestendige norm die in 2014 door de West-Europese Associatie van Nucleaire Veiligheidsautoriteiten (WENRA)[3] is aangenomen – ruim voor de uitbreidingswet en het verdrag – onder het voorwendsel van het AFCN dat deze “niet is omgezet in bindende wetgeving”[4].

Uit deze elementen blijkt dat het inconsequent en onverantwoordelijk zou zijn om dergelijke verouderde en onbetrouwbare reactoren als essentieel te beschouwen om de continuïteit van de Belgische elektriciteitsvoorziening te waarborgen, zoals de minister van Energie Marghem gedurende haar hele mandaat heeft herhaald.

Opvallend in de toespraken van de autoriteiten, maar ook in de zeer technische overwegingen van de betrokken rechtbanken, is het feit dat volledig geen rekening wordt gehouden met het risico dat deze verouderde reactoren voor de Belgische en Europese bevolking inhouden. Hoe ouder deze reactoren worden en de verwachte levensduur van 30 jaar overschrijden, hoe gevaarlijker ze zijn en hoe groter de kans dat er een groot atoomongeval zal plaatsvinden[5]. De gekozen prioriteit is duidelijk die van Engie-Electrabel en haar aandeelhouders, ten koste van de Belgische burgers, die, na zich ervan te hebben verzekerd dat bovengenoemde bedrijven in grote mate profiteren, het risico van een atoomramp en bijna alle financiële gevolgen die daaruit zouden voortvloeien, op zich moeten nemen.

Het Grondwettelijk Hof hoeft alleen nog maar de verloren tijd in te halen en zijn onafhankelijkheid te bewijzen door te bevestigen dat de sluiting van de D1- en D2-reactoren geen “ernstige en reële dreiging van onderbreking van de elektriciteitsvoorziening” vormt, door de stopzetting van deze reactoren te gelasten totdat een milieueffectrapportage is uitgevoerd.

 

Notes:

[1] Net als de andere 5 Belgische reactoren, die 30 jaar meegaan, werden ze bij wet van 31 januari 2003 al met 10 jaar verlengd door de wet van 31 januari 2003 in opdracht van de minister van Energie Deleuze en de regering Verhofstadt. Tegen 2012 was de Tihange 1 (T1)-reactor, die in 1975 in gebruik werd genomen als D1 en D2, door de minister van Energie Wathelet en de regering-Di Rupo verlengd van 40 naar 50 jaar.

[2] – Verdrag van Espoo: Internationaal Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband, gesloten in Espoo op 25 februari 1991 en door de EU geratificeerd in juni 1997.
– Verdrag van Aarhus: Internationaal Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij de besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, ondertekend te Aarhus op 25 juni 1998 en opgenomen in een Belgische wet die in december 2002 is afgekondigd.
– Habitatrichtlijn: Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna.
– Vogelrichtlijn: Richtlijn 2009/147/EG van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand.
– MEB-richtlijn (milieueffectbeoordeling): Richtlijn 2011/92/EU van 13 december 2011 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde openbare en particuliere projecten..

[3] Persbericht van het Europees Hof van Justitie: https://curia.europa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2019-07/cp190100fr.pdf. De volledige tekst van het arrest: http://curia.europa.eu/juris/documents.jsf?num=C-411/17

[4] 2 Dezember 2015 bei RTBF. Ebenso hatte der Minister auch der Stellungnahme des Conseil d’État nicht entsprochen, dass eine Finanzbestimmung in der Vereinbarung zwischen dem Staat und Electrabel eine Absicherung der vom Betreiber eingegangenen wirtschaftlichen Risiken darstellt, die ihn gegenüber anderen Stromerzeugern begünstigte.

[5] Die Reaktoren D1 und D2 haben jeweils etwa 0,5 GW elektrische Leistung, die anderen 5 Reaktoren haben jeweils 1 GW.

[6] «For the specific case of seismic loading, as a minimum, a horizontal peak ground acceleration value of 0.1g shall be applied … », WENRA Safety Reference Levels for Existing Reactors (2014), www.wenra.org.

[7] Einhaltung des Erdbebenschutzstandards: siehe Website des Bundesamtes für Nukleare Sicherheit (AFCN), https://fanc.fgov.be/nl/nieuws/reactie-van-het-fanc-op-de-vragen-over-het-seismisch-risico-bij-doel-12.

[8] Zie “Voor de onmiddellijke sluiting van de 5 gevaarlijkste Belgische reactoren”, een artikel gepubliceerd op initiatief van de ASBL End of nuclear power en ondertekend door 14 ingenieurs en artsen in de fysica, www.findunucleaire.be/com.htm.

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!