De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Les Chipoteurs (41*27cm) Olie op doek

Keep your heart open in Hell

maandag 9 februari 2015 14:09
Spread the love

Recht van antwoord op ‘hartstochtelijk pleidooi voor cynisme ‘: Keep your heart open in Hell

Beste Guy Bourgeois,

Ik las met belangstelling uw opiniestuk en voorzie u van een antwoord in de vorm van een afbeelding, daarover straks meer.

U schrijft: ‘Cynisme moet blijven’. Daar zit zeker iets in, maar nergens omschrijft u de term ‘cynisme’. Dat is jammer en gevaarlijk. Enige duiding inzake de term ‘cynisme’ is noodzakelijk. 

Sokrates’ filosofie en vooral zijn methode hebben vele geesten begeesterd. 

Sokrates ondervroeg zijn opponent tot die het niet meer wist. Hij was de vragende (in het Grieks eiroon; hiervan ironie). Zo worden de rollen omgekeerd, want een filosoof werd geacht van antwoorden te formuleren op een gestelde vraag. Hij vergeleek zijn werk met het beroep van zijn moeder (vroedvrouw). Het was niet hij die de wijsheid voortbracht, maar hielp anderen met de geboorte van de wijsheid. 

Athene was in die tijd ‘democratischer dan ooit’, ook al was meer dan de helft van de bevolking rechtenloos en slaaf. Toen Athene de Peloponnenische oorlog (431-404 v Chr) verloor van Sparta, was Sokrates staatsgevaarlijk en werd veroordeeld tot de gifbeker. 

Zijn leerlingen gingen hun eigen weg. Plato stichtte in 387 voor Christus zijn eigen school:  Akedemos (: hiervan academie). 

Antisthenes, een andere leerling van Sokrates, wordt beschouwd als de grondlegger van de Cynosargus, oorspronkelijk een trefpunt van degenen zonder burgerrechten. Zijn bijnaam was ‘Haplocyon’ wat zoveel betekent als ‘enkel hond’. Het filosofische cynisme was een radicale methode om de waarheid voor te staan, een reactie tegen de autoritaire leer van Plato.

De uiteenzetting van een hondse filosoof is doortrokken van wrange zachtheid, die zijn tanden kan zetten in de menselijke wonden. (Stobaeus, M 13, 43)

De bekendste cynische filosoof was Diogenes van Sinope, een tijdgenoot en criticus van Plato. Van hem is genoegzaam bekend dat hij in de publieke ruimte masturbeerde. Hij spoorde  Alexander de Grote aan zijn trots te laten varen en alle nutteloze dingen te laten en gaf Alexander de volgende raad: ‘Probeer, arme dwaas, niet te regeren zonder eerst te leren denken (IV, 70)’. Niets van die raad nam Alexander ter harte, en hij veroverde met het zwaard de wereld. 

Als aan Diogenes werd gevraagd hoe hij moest begraven worden, dan antwoordde hij om zijn restanten over de stadsmuur te gooien en over te laten aan de wilde dieren. Daarin zit Diogenes op dezelfde golflengte als Sidharta Gautama. Het boeddhisme volgens Sidharta Gautama (560-480 v.Chr.), voorzag om dat lijken worden opgegeten door gieren en roofvogels, de zogenaamde luchtbegrafenis. Dat is essentieel verschillend met onze ‘ter aarde bestelling’.

Het cynisme was de methode van de einselganger, die koos voor de buitenpositie. De grote taboes werden omvergeworpen, de deconstructie van het maatschappijmodel werd doorgedreven tot op onbekend terrein. Daar treft de cynicus de zuiverste staat van het individu; pre-sociaal, voor elke vorm van groepsleven. Het ontstaan van de landbouw kan daarmee in verband gebracht worden. Sinds de mens zich vestigt op een plaats, wil hij die beheersen.

Feitelijk is dat pleidooi van ‘cynisme moet blijven’ er een om nomaad te worden. Een neutraal oordeel daaromtrend houdt een gevaar in; de cynische methode implementeert dat je je buiten de maatschappij plaatst. Verwacht daarom geen erkenning van anderen. 

Inspiratie is een primair bestanddeel van de cynische ethiek. Daaromtrend licht ik enkele details toe bij bijbehorende afbeelding.

Op de voorgrond een knielende vrouw en een witte muur met schop, de achtergrond een in zichzelf-gekeerd personage met een vaal-groene achtergrond. Vaalgroen staat voor de dood. 

Dit beeld verenigt tegengestelde polen.

Het introverte, met smart-phone spelend personage, gaat terug op een snapshot dat ik in Wiels maakte (april 2014) Dit personage had de functie van suppoost, niets in zijn houding doet dat vermoeden dat hij zulk beroep uitoefent. 

Het personage op de voorgrond is Marianne Berenhaut. Ze herschikt haar installatie op de opening van haar tentoonstelling in het Joods Museum (maart 2014). De installaties van Marianne zijn combinaties van gerecupereerde objecten en/of stoffen/kledij en kwetsbaar in de opstelling. 

Toen, op zaterdag 25 mei 2014, 4 mensen geëxecuteerd werden door de een daesh-militant in datzelfde museum, dan was dat wereldnieuws. Een van de doden was een museummedewerker. Doorgaans gaf Marianne op zaterdagnamiddag rondleidingen op haar tentoonstelling. Zolang ik niet zeker wist dat ze afwezig was op het moment van de excexuties, was ik doodongerust. Niet alleen als Brusselaar voelde ik koud gepakt (het overkomt je maar dat zulk drama zich afspeelt in een stad waar je je mee verbonden voelt), ook op persoonlijk vlak was ik diep geraakt in mijn integriteit. Dat zal u wel begrijpen.

Daarmee ging ik als schilder aan de slag: de combinatie van de personages op de aangehaalde foto’s hoorden bij elkaar. Het was noodzakelijk om het te schilderen. Toen het doek klaar was, voelde ik me opgelucht. De titel ‘les Chipoteurs’ insinueert niet naar de aanslag, maar de voorgestelde personages wel. De relatie tussen de titel en het beeld is summier. Door dat spanningsveld tussen beide, tussen de zin en onzin van alle dingen, schemert het mysterie dat ons beheerst.

Met genegenheid,

Bram Borloo 

take down
the paywall
steun ons nu!