Kan onze gezondheid opnieuw op de eerste plaats komen?

Kan onze gezondheid opnieuw op de eerste plaats komen?

Van de sociale media tot de vakpers: de uitspraak op een farmaceutisch congres over kankergeneesmiddelen die exclusief aan de rijken moeten toekomen, stuitte velen tegen de borst. Die beroering valt te begrijpen. Maar waarom trekken we geen conclusies uit het fundamenteel immorele van zulke gedachtegangen bij onze chiefs of industry?

dinsdag 16 september 2014 12:56
Spread the love



Marijn Dekkers, de topman van Bayer.

De commotie betreft
een uitspraak van Marijn Dekkers, de topman van Bayer. Hij maakte zich druk
omdat de Indiase overheid een lokale producent de opdracht gegeven heeft om een
goedkope variant te maken van Nevaxar, het nieuw ontwikkeld kankergeneesmiddel
dat door Bayer gepatenteerd is. ‘Diefstal’ volgens Dekkers, waarop de bewuste
uitspraak volgde: “We hebben dit product niet ontwikkeld voor de Indiase markt.
We hebben dit product ontwikkeld voor Westerse patiënten die het zich kunnen
veroorloven.”

Hoe
durft hij?

Het is belangrijk
om te begrijpen waarover de discussie gaat en wat de inzet is, maar laten we
toch eerst even stilstaan bij de uitspraak op zich. Vormt het geen probleem dat
men het blijkbaar normaal vindt in de farmaceutische sector om dergelijke logica
luidop te verdedigen? Het gaat hier om de producent van een geneesmiddel tegen
kanker, die openlijk stelt dat zijn product enkel mag dienen voor die personen
die het geld hebben om het te betalen. Is dat werkelijk de maatschappij waarin
we willen leven?

Volgens vele
verontwaardigde reacties op sociale media en krantenforums alleszins niet.
Wanneer de logica zo cru wordt gesteld, voelt de meerderheid van de samenleving
zich natuurlijk niet aangesproken. Maar wat men moet beseffen, is dat de
realiteit vaak niet veel verschilt van deze eenmalige slip of the tongue. Denk maar aan de jarenlange strijd die een groot
deel van de wereld in het vorig decennium heeft gestreden voor een betaalbare
toegang tot aidsremmers. Of dichter bij huis: de aan het licht gekomen manipulatie
van tientallen wetenschappelijke studies, of de enorme prijsverschillen tussen
landen die aan de kaak zijn gesteld door Dirk Van Duppen. De heer
Dekkers doet hier weinig meer dan een vriendelijke samenvatting maken van de
dagelijkse realiteit bij Bayer en haar concurrenten.

Gezondheid,
een koopwaar of een recht?




Het gaat er hard
aan toe in de farmaceutische sector, zoals in elke industrie. Fusies,
overnames, sluitingen,… Wie het even minder doet, wordt genadeloos afgestraft.
Wanneer winstdoel en maatschappijfunctie in conflict komen, is er vaak weinig
keus. Wie de prijs van een nieuw kankergeneesmiddel zoals Nevaxar op 67.000
dollar houdt, weet goed genoeg wat het gevolg is voor de meerderheid van
patiënten met die aandoening in de wereld: onbetaalbaar.

Welke
bedrijfsleider durft het aan aan zijn of haar Raad van Bestuur voor te stellen
de winst te halveren opdat meer patiënten toegang zouden krijgen?

De Indiase
producent waarop Marijn Dekkers het heeft gemunt beweert hetzelfde geneesmiddel
te kunnen maken voor 177 dollar per stuk. Dat is een gigantisch verschil,
lagelonenland of niet. Zelfs wanneer men de ontwikkelingskost in rekening
brengt, kan zo’n verschil nog niet verklaard worden. Want in nauwe schoentjes
zitten ze niet, de farmaceutische multinationals. Neem er gerust even de
boekhouding bij: in 2012 maakten de 11 grootste farmaceutische bedrijven – goed
voor meer dan een 1/3de van de markt – 85 miljard dollar winst. In de VS is de return on investment in de farmaceutische sector het
dubbele van het Amerikaanse gemiddelde.

De
prijs van een nieuw geneesmiddel onder patent heeft niets te maken
met de productie- en ontwikkelingskost, het is het hoogst mogelijke
bedrag dat een patiënt, of de ziekteverzekering, bereid is om te
betalen.

En dat is veel.
Want zeg nu zelf: gezondheid is toch het meest kostbare dat een mens heeft?

Net dit druist zo
hard in tegen de fundamentele rechtenbenadering, die bijvoorbeeld bij de
vereniging Geneeskunde voor het Volk hoog in het vaandel staat en die –
hopelijk – nog steeds bij de meerderheid in onze samenleving overheerst:
gezondheid is een basisrecht, en zou niet mogen afhangen van de dikte van
ieders portemonnee. Of zoals Jerry Avorn, farmaca-epidemioloog aan Harvard, het
verwoordde: “Als het vrije ondernemingsbeleid botst met de vrijheid op leven,
welke vrijheid moeten we dan inperken?”

Tijd
voor alternatieven

De overheid kan
drie concrete, haalbare maatregelen nemen als ze hiermee akkoord gaat.

1. Prijsregulering

Er moet een
prijsregulering komen die de prijs van een geneesmiddel opnieuw koppelt aan de
reële ontwikkelings- en productiekost. Dat kan met het kiwimodel, een systeem
van openbare aanbesteding zoals al bestaat in Nieuw-Zeeland, voor het eerst
beschreven door Dirk Van Duppen.

2. Transparanter onderzoek

Het onderzoek naar
nieuwe geneesmiddelen moet transparanter worden. Farmaceutisch onderzoek wordt
steeds duurder, en daar zijn goede redenen voor. Maar dat mag niet misbruikt
worden als goedkoop excuus en vrijgeleide om met hallucinante prijzen woekerwinsten
te maken. Vaak wordt een groot deel van het werk trouwens door academisch
onderzoekers gedaan, gefinancierd door publieke middelen. Een mogelijke
oplossing is het decommercialiseren van het klinisch onderzoek. Marcia Angell,
voormalig hoofdredacteur van het medisch toptijdschrift de New England Journal
of Medicine
, krijgt veel steun bij haar oproep voor een onafhankelijk
wetenschapsfonds dat alle klinisch onderzoek financiert en uitbesteedt aan de
universiteiten, betaald met belastingen op de buitensporige winsten en
marketingbudgetten van farmamultinationals.

3. Dwanglicenties

Ten slotte kan men
nog veel meer gebruikmaken van dwanglicenties. Bij de onderhandelingen
over het internationale patentrecht is compulsory
licensing
 expliciet afgedwongen om te kunnen
gebruiken wanneer mensenlevens op het spel staan. Het laat de overheid toe een
licentie voor een belangrijk geneesmiddel te geven aan een ander bedrijf, in
ruil voor een billijke vergoeding aan de patenthouder.

Wat de Indiase
regering nu doet, is dus geen diefstal. Ze maakt gebruik van een verworven
recht, erkend door internationale akkoorden, om mensenlevens op de eerste
plaats te zetten, en niet de winst. Er zijn een aantal bedrijven die hier beter
wat meer een voorbeeld aan zouden nemen.

Tim Joye is huisarts bij Geneeskunde voor het Volk

take down
the paywall
steun ons nu!