De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Kan de Schat van de Tsimane Indianen de “rijke” wereld nog redden?

Kan de Schat van de Tsimane Indianen de “rijke” wereld nog redden?

maandag 20 maart 2017 13:10
Spread the love

Dokters en onderzoekers zijn diep doorgedrongen in het Boliviaanse woud in het stroomgebied van de Amazone. Wat ze daar hebben gevonden, kan u en mij helpen een lang en goed leven te leiden. De Tsimane zijn een jagers- en landbouwersgemeenschap van Indianen die zo goed als geen risico lopen te sterven aan de problemen waar wij meestal aan sterven: hersenberoertes en hartinfarcten. Hun levensstijl overnemen is waar ik als kind van droomde na het lezen van “Het Indianenboek” van Holling & Holling. Vandaag pleiten dokters, antropologen én journalisten wereldwijd voor het zo veel mogelijk deze gewoonten en manier van leven als inspiratiebron te nemen. In onze steden, te midden van onze straten, winkels, fabrieken en kantoren. (3100)

Zoals wel vaker komt het baanbrekende nieuws van de groep wetenschappers rond The Lancet, het Britse wetenschapsblad. Aderverkalking komt bij de inheemse Tsimane niet voor. Deze mensengemeenschap telt zestienduizend zielen. Ze leven op een manier die doet denken aan onze beschavingen duizend of zelfs tienduizend, ja honderdduizend jaar geleden. Zij wonen niet in stenen huizen, maar in hutten die zij van riet vlechten. Hun dagen brengen zij door in keuvelend gesprek met elkaar en met jagen, vissen, wortels en vruchten verzamelen en landbouw bedrijven. Zij blijven nog uit de greep van de klok. De onderzoekers konden maar bij deze mensen komen na verscheidene vluchten en een kanotocht van dagen. (Denk aan onze nationale trots, Kuifje, zoals hij figureert op de kaft van het album “Het gebroken oor”). In twee jaar tijd, in 2014 en 2015, werden vijfentachtig dorpen bezocht. De mensen werden medisch onderzocht: hartslag, leeftijd, gewicht, bloeddruk, suiker- en cholesterolgehalte van het bloed. Tevens werden ter plekke CT-scans gemaakt van het hart van deze bijzonder hartelijke mensen.

Dat laatste mag ik zeggen, want ik weet hoe Amazone Indianen leven. Het gepassioneerd lezen van “Harthout” was als een reis, een kennismaking en inwijding. Dat is het autobiografische verhaal van Kenneth Good, de antropoloog die met een Yanomami meisje huwde na meer dan tien jaar met die unieke stam te leven voor zijn onderzoek (Geuzenpocket door K. Good & David Chanoff). Die bijzondere mensen voel ik nog beter aan na het lezen van het uitstekende boek van Jean Liedloff, de dame die na een jeugdvisioen overal ter wereld op zoek ging naar een leven dat echt vervullend zou zijn. Zij vond dat rijke leven tenslotte, precies zoals in haar visionaire droom, in het midden van de wouden en akkertjes bij de Indianen in Zuid-Amerika. Het viel haar op dat de kinderen daar met heel veel affectie worden behandeld. Liedloff slaagde erin een leer af te leiden uit haar bevindingen, die zij “het Continüum-effect” noemde. Zij is dé grote pleitbezorger van voortdurende aanwezigheid van de ouders en lichaamscontact met de baby’s. Zij bedoelt precies dat er ondanks de vooruitgang van techniek en beschaving, menselijke levensbehoeften bestaan die gedurende miljoenen jaren niet zijn veranderd, continu gebleven zijn, en dat wij de overeenkomstige ervaringen en gevoelens dus het meeste nodig hebben om gelukkig en écht welvarend te kunnen worden.

 

De resultaten van het onderzoek van de Tsimane maken momenteel furore bij wie rond lichaam, gezondheid en geluk voor de mens bedrijvig is. Negentig procent van de Indianen lopen geen enkel risico op hartziekte. Ook de zeventig-plussers voor 65 procent niet. Tegenover de helft van de Amerikanen wél. Met de onderzoekers hopen we dat deze bevindingen een omslag in het leefpatroon van mensen in het rijke Noorden kunnen teweeg brengen. De grote doder aderverkalking valt wel degelijk te voorkomen, zo blijkt. Maar er is meer.

 

Het gaat zowel om een leefstijl, met veel bewegen en sociale interactie, als om een ander dieet.

De risico’s voor hart en brein worden sterk verminderd door een dieet arm aan verzadigde vetzuren (geen of weinig vet vlees eten) en veel onbewerkte, vezelrijke koolhydraten. Granen, patatten, rijst, maïs: in ruwe vorm zijn ze best gezond. Dat stelt antropoloog Hillard Kaplan van de University of New Mexico in de USA. Wat het gedeelte vlees betreft, dat is goed voor minder dan een vijfde van het dieet van de Tsimane. Dat betreft vooral jachtwild: wildbraad van wilde varkens en tapirs. (Wie herinnert zich niet de verbijsterende ontmoeting van Kuifje, kapitein Hadock en de jonge Zorrino met de Tapir tijdens hun trektocht door het Amazonewoud in “De Zonnetempel”?). Vis eten is gezond, en deze mensen eten bijna tien procent vis, waaronder piranha’s. Die roofvissen vangen zij uiteraard eigenhandig. Daarnaast halen deze natuurmensen liefst 72 procent van hun energie uit koolhydraten. Zetmeel dus. Dat heb ik overigens altijd als normaal bevonden, ondanks de mode van de dag die ze verkettert. Een mens leeft niet van vlees, fruit of chocolade alleen. Ons lichaam is blij met brood, spaghetti, rijst, polenta, maiskoeken, pannenkoeken… Dat gaat dus in tegen de hype rond koolhydraten-vrije diëten. Andere bronnen van goed zetmeel in de Amazonedorpen zijn noten, maïs en fruit. In mijn keukenkast staan kilo’s notenmengeling, en ik geniet er wekelijks van, niet alleen tijdens het lezen of het werken.

 

Stappen doet je stellig deugd

Nog merkwaardiger dan het voedsel van deze nederige mensen die in harmonie leven met elkaar, met het bos en zijn dieren en met de Geesten, is hun dagdaglijkse dosis lichaamsbeweging. Mijn goede vriend professor Jan V. is halverwege de tachtig. Zoals velen in onze streken heeft hij getracht zijn gezondheid te ondersteunen door een stappenteller in gebruik te nemen. Dat was een geschenk van een bevriende professor uit Japan, een idee van de dochter. De mensen bij ons halen steun voor een gedragsverandering uit een meettoestelletje. Maar de meesten halen dan nog de vooropgestelde tienduizend (10.000) stappen per dag niet. De mannen van de Tsimane die jagen en op reis gaan voor het uitwisselen van nieuws, verhalen en goederen, halen elke dag gemakkelijk 17.000 stappen. De vrouwen zowat zestienduizend. En hier is de les om volwassenen uit de zetel bij de tv te halen: zelfs de zestigplussers halen nog moeiteloos de 15.000 stappen. Een veteraan zijn in het leven mag geen excuus vormen om stil te vallen.

In andere woorden, de gewone bezigheden, zoals jagen en noten verzamelen, de kinderen begeleiden en de buren bezoeken, maken dat de (normale!) mens met zijn tradities die tot de oertijd teruggaan, elke dag zes tot zeven uur fysiek actief is. Amper tien procent van de tijd dat zij wakker zijn, zitten zij stil. Bij de westerse mens is dat ruim 50 procent, meer dan de helft van onze dag. Ook dat klaag ik persoonlijk al lang aan. Kort  nadat ik afstudeerde in 1988 zette ik een brief in De Standaard die kritisch opmerkte dat onze jongeren ‘zittend vlees’ geworden zijn, in de woorden van een leraar, die de hele dag doorbrengen op de schoolbanken… Dan vraag je je af, waarom hebben wij die beslissing ooit genomen? Kinderen klaarstomen voor de economie? Hen de nodige eruditie bijbrengen? Dat kan nooit een goede reden zijn, want de Duitse economie en het studieniveau zijn vergelijkbaar, terwijl de jongeren er na een uur ‘s middags van school mogen… Als scholier baalde ik van al dat stilzitten, ik ben er nog boos om.

 

Innerlijke Voeling, een kosteloos tovermiddel

Daarbij maak ik mij meteen de bedenking: het zou ons veel beter gaan, indien wij meer in onszelf geloofden. Indien wij meer “Innerlijke Voeling” zouden oefenen en aanleren. Persoonlijk voel ik in mijn rug, buik en benen goed aan dat ik geregeld mijn Noorse stoel moet verlaten. Ook voor ik Fellow meenam op wandelingen, maakte ik drie tot vier wandelingen per dag, waarbij ik de parken en bossen opzoek in de stad, ook als ik boodschappen ga doen of naar kantoor trek.

Dat juist wandelingen in boomrijke omgevingen de menselijke geest diep deugd doen, veel meer dan een wandeling in een straten omgeving, dat brengt onze pers tegenwoordig ook  uitgebreid (zie onder anderen een hoofdartikel in De Morgen van 21/3). Recent vernam ik dat bij bevragingen onder de mensen in Leuven en vergelijkbare steden, één grote vraag boven komt drijven:

“Wij willen meer groen, en meer stiltezones”

De mensen weten ergens wel wat goed voor ze is.

 

Nu is het te hopen dat wij samen doorzetten, en dat de burgemeesters en de volksvertegenwoordigers op die wensen en noden inspelen. In een democratie moet dat mogelijk zijn.

 

Ik heb met de landgenoten te doen. Hoe vaak gaan “werknemers” wel niet over hun grenzen (en zelfstandigen wellicht nog meer)? Als wij meer innerlijke voeling zouden oefenen, en als het niet meer gaat, of als het pijn begint te doen ergens, de (arbeids)geneesheer opzoeken, onze maatschappij zou beslist menselijker en menswaardiger zijn. De liften zouden misschien niet overal perfect werken, het huisvuil zou misschien een dagje blijven staan, we zouden wat langer moeten wachten op onze koffie op het terras…Maar wij zouden meer ontspannen, meer tevreden, vriendelijker en naar zich laat aanzien, ook vrolijker en gelukkiger in het leven staan.

Waarom het vandaag gaat zoals het gaat? Misschien kan het kennen van de evangelies inzicht bieden. Mensen doen in feite vaak zoals Jeschoea-Jezus van Nazareth deed: ze offeren zich op. Dat doen zij dan wel niet voor de God van de compassionele liefde, maar voor de god die Arbeid heet. En Koopkracht. En gehoorzaamheid.

Wie mij leest, weet dat ik de laatste dertig jaar geregeld naar deze ecologische, geestelijke en sociale idealen heb verwezen. Mijn ‘obsessies’ heb ik blijkbaar goed gekozen. Zoals de Indianen, een groene omgeving, stilte, contact met dieren, inzet voor het Hart en de geest van de mensen. En ook de daarmee overeenkomende hobby’s: vogelstudie, reizen, te voet inkopen doen, jagen, op fotojacht gaan, wandelen, fietsen, hulpverlening bij Tele-Onthaal en in de Palliatieve Zorg. Aangevuld met de uren van studeren, schrijven, lezen, denken, bidden, werken en last but nog least, telkens weer: ontmoeten. De onderzoeker Gregory Thomas uit Californië meent dat hier in Bolivia bij de Tsimane wel eens dé sleutel tot een beter leven kan berusten.

 

“Onze moderne samenleving biedt ons dan wel een comfortabele manier van (over)leven, de verstedelijking en de job vereisten kunnen we beschouwen als nieuwe risicofactoren”.

 

Het wordt tijd om deze factoren niet langer als een verwaarloosbaar neveneffect te bekijken, zo klinkt het. Persoonlijk moet ik bij dit nieuws overigens meteen concluderen: God bestaat. Inderdaad, volgens hedendaagse toptheologen van de KU Leuven, kenmerkt de God van Joden en Katholieken zich juist daardoor: hij brengt ons ervaringen van Voltooiing en Vervulling. Het nieuws uit Bolivia geeft mij op alle fronten gelijk, na veertig jaar van kritisch afstand nemen van een waaier aan modes en hypes, en van vasthoudend, koppig formuleren van inzichten omtrent werkelijk heilzame alternatieven.

 

Reeds in mijn artikel “Het bos als boek van God” (dat na een weigering vanwege De Standaard zowel in TERTIO en De Vlaamse Jager is verschenen in 2003, en in MondKoncepto van de vzw Mondo én in de Nieuwsbrief van Aardewerk in 2015), maak ik uitgebreid deze analyse. Rond de eeuwwisseling ontstond er een beweging van “eco-psychologen” die hun inspiratie haalden bij het perspectief van de heel lange termijn. Bij de natuurlijke band tussen mens en Natuur. Die wetenschappers wijzen erop dat ons zenuwstelsel en onze hormoonspiegel, ons brein en onze geest, bijna niet veranderd zijn gedurende de laatste honderdduizend jaar. Dat wij daardoor als mensen basisbehoeften kennen die ongeveer dezelfde zijn als tijdens onze genese. Die wording van de soort mens greep plaats te midden van kleine gemeenschappen die leefden in ruime, groene, stille landschappen, en dat toto op vandaag, sinds drie tot vier miljoen jaar. Het wordt in het kader van deze perspectieven wellicht tijd de idealen van “het goede leven van de hardwerkende Vlaming” tegen het licht te houden. Tijd om deze grote gevaren eindelijk te onderkennen, en te durven benoemen en bijsturen. Daarbij zullen zeker twee talenten nodig zijn: politieke & persoonlijke moed; en zin voor richting.

 

De kers op de taart van dit wondere onderzoek schuilt in de bedenking die Gregory Thomas eraan verbindt, in de typische bescheiden termen van de wetenschapper:

 

“Die Tsimane-mensen leven bovendien in kleine gemeenschappen”.

 

Dat betekent dus: het leven is er nog echt sociaal.

De vereenzaming, ja, dat is nog zo “een neveneffect” van de bekende stedelijke beschaving dat niet te onderschatten valt. En andere nadelen die we vaak als normaal zijn gaan beschouwen, maar die wel aan onze gezondheid en innerlijke vrede knagen: de drukte! Het lawaai! De overmatige visuele prikkeling! En last but not least de Vervreemding. Mensen kruipen, en dat is niet onbegrijpelijk, mentaal in hun schelp en sluiten die af. Dat is niet wel wijs. Een mens is geroepen samen en in contact te leven. Dat brengt bij mij de herinnering naar boven aan een documentaire. In China zijn er dorpen waar de mensen bijna allen de honderd jaar halen. Onderzoek wees uit dat zij de hele dag samen lol maken, gezelschapsspelen doen, en voor de kinderen en kleinkinderen zorgen. Persoonlijk heb ik vanuit dit soort diepe, kritische intuïties in de jaren tachtig en negentig de leefwijze van de Inuit grondig bestudeerd. Daartoe heb ik contact genomen met de schrijver van de beste boeken over die mensen die in tenten en iglo’s leven, jagen, en veel tijd doorbrengen met spelen en vertellen. Fred Bruemmer is een Canadees die was ingeweken uit Oost-Europa. Hij trok dertig jaar lang elke vakantie naar het hoge Noorden. Op bezoek. Van de Polaire Inuit aan de Noordpool, tot Groenland, de Aleoeten, Canada en Alaska. Zijn brieven zijn topstukken in mijn persoonlijk archief. Het is niet van een leven in een koud en verlaten klimaat dat wij bang moeten zijn. Het is de menselijke warmte die wij zelf weer moeten opvijzelen. De intermenselijke kilte is de ergste. De eigen menselijke ‘stoof’ moeten wij haar werk laten doen: door te stappen. En door met zorg en vriendschap, met meer liefde en tederheid dan vandaag met elkaar om te gaan. Zoals Koning Filip ons terecht nog aanmaande ter gelegenheid van der herdenking van 22/3. Het effect zal niet op zich laten wachten. Naast bevordering van de kracht en het uithoudingsvermogen van het hart, zal dat soort levenshoudingen een zegen blijken voor het menselijke Hart.

 

 

Deze ontdekkingen lijken drager van een groot inspiratiepotentieel. Veel lastige vraagstukken zien oplossingen in het verschiet

Niet alleen het dossier van Uplace (geen denken meer aan deze commerciële mega mierennest-plannen die lokale winkels, waar mensen op verhaal kunnen komen bij bekende gezichten, de nek omwringen); of dat van de populaire blikken moordauto (zitten is dodelijk, de gassen zijn dodelijk, de auto op straat is een constante stressbron voor de wandelende mens enzovoort). Of dat van de plaag van de depressies, de angsten, de slapeloosheid, de manische periodes, de zelfdodingen (wandelen en praten is de beste basistherapie!). De collectieve identiteit die de Tsimane uitstralen kan ons zelfs het ethologische en kinetische vraagstuk hoe spreeuwen synchroon kunnen vliegen met duizenden tegelijk, inzichtelijker maken. (Wezens die veel uren samen doorbrengen, raken heel fijn op elkaar afgestemd). Of de vraag waarom kinderen graag Indiaantje spelen. (Het is een personage uit een verloren Aards Paradijs).

Of de vraag of het wel verstandig en betekenisvol kan zijn te jagen op wild met vuurwapens en jachthoorns. (Niets is meer zinvol; de broederlijkheid die in die kringen nog heerst is onvoorstelbaar. Lees er “Over de drempel” van ambassadeur en universeel jager René Wittert van Hoogland op na).

Het heel andere levenspatroon van deze “vreemdelingen bij uitstek” de Tsimane kan ons bovendien helpen goede beslissingen te nemen met en rond de vreemdelingen! En omtrent de vluchtelingen die uit Afrika komen en de Roma. (Alleen de Andere kan u redden. Gij zult de vreemdeling gastvrij ontvangen. Bijbelse waarheden die brandend actueel zijn).

 

Het levenspatroon dat nu vanuit een soort oertijd reservaat tot ons komt, en dat grondig dwars staat op de culturele hoofdstroming in Europa sinds Calvijn en sinds de Industriële revolutie, kan ons helpen begrijpen waarom de haat en de moordzucht van de kolonisatoren naar de Noord-Amerikaanse Indianen zo hoog opliep. (De druiven waren te zuur. De blanken handelden vanuit jaloersheid en arrogantie die werd veroorzaakt door terechte twijfel over het eigen model. Of, in het Duits: “Wenn du mein Bruder nicht will sein, dann schlag ich dir den Schädel ein”).

En op de vraag waarom blanken de zwarten in de VS en in Congo gingen haten en zogenaamd minachten. (Overcompensatie. Nijd naar de andere die misschien wel veel beter bezig is. Men koos de aanval als verdediging. In plaats van een leergierige houding en deze van luisterbereidheid!)

 

De opstandigheid en het verzet van de gewone mensen, van de boeren, toen midden jaren achttienhonderd de eerste treinen langs hun weiden reed tussen Mechelen en Brussel, blijkt ineens niet zo dwaas. (Techniek vertoont wel degelijk een essentiële levensbedreigende factor, niet alleen voor de melkvorming bij de koeien, ook voor ons hart en onze geest).

 

De roep van paus Franciscus om ook in publieke ruimten baby’s de borst te geven, wint aan relevantie. Evenals zijn pleidooi om trachten in kleine gemeenschappen te gaan leven met een verbindende Don Camilo als vrolijke, wijze, spiritueel geoefende vertrouwensman.

 

Na deze expeditie en die onderzoek, wordt het weer een stuk duidelijker waarom de sterauteur, oorlogsveteraan en wijze man Kurt Vonnegut stoutmoedig-laconiek stelde:

 

“We are here on earth to fart around. Let nobody tell you any different

– Wij zijn hier op aarde om te neuzelen en te zwanzen, laat niemand je iets anders wijsmaken.

 

We begrijpen dankzij dit doorgedreven onderzoek weer beter dan ooit hoe het mogelijk is dat de ‘rijkste’ lieden in geldcijfers, zoals de London City Bankers en de CEO’s van multinationals, in feite op een geperverteerde slavenmanier in het leven staan. Het is nog maar de vraag of het hier “gelukkige slaven” betreft. We beginnen, tegen het licht van de maatschappijvorm van de Tsimane, te vermoeden hoe het komt dat deze sujetten miljoenen anderen bijna zonder mededogen dagelijks grote schade toebrengen. (Het op bewust niveau verkeerd verstaan van wat het werkelijk goede leven voor jou als mens inhoudt, het onderbewuste besef dat ik in feite totaal verkeerd bezig ben… dat kan tot onderhuidse zelfhaat, haat en wreedheid naar anderen leiden).

 

Tenslotte schijnt er nu een nieuw en verfrissend licht op de N-VA- en West-Vlaamse norm dat je bovenal hard moet werken in salarisverband of als “zelfstandige” om er te mogen zijn als mens, om ‘normaal’ te zijn. Maar dat arme dichters die hun dagen wandelend doorbrengen hun kost niet waard zijn. Of hetzelfde misprijzen voor mensen die zich laten leiden door medeleven met het lijden van anderen. Is het niet zo dat de inzichten uit het woud de ideologen van het neoliberale kapitalisme een poepje laten ruiken?

De waarheid komt uit kindermond, ja, maar ook van bij mensen die de menselijke existentie op een eigen, onafhankelijke manier vorm geven. Los van de mercantiele geest die ons al minstens tien eeuwen bij de neus neemt. En die nu de Gele, Zwarte, Rode mensen dreigt te besmetten. En die daardoor Moeder Aarde en al haar bewoners, ook dier en plant, onherstelbaar dreigt te beschadigen.

 

 

Stefaan Hublou Solfrian

 

Creative Commons gelden.

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!