Na de dodelijke aanslagen die Boko Haram pleegde tegen Nigeriaanse kerken op kerstdag, verzegelde Nigeria tijdelijk de grens met Kameroen. Ahmadou Lamine die in de regio Extrême-Nord in Kameroen handel dreef in geïmporteerde brandstof uit Nigeria, kwam in de problemen. “Ik ben failliet gegaan en weet niet hoe ik nog de huur van mijn huis kan betalen, laat staan mijn gezin eten geven.”

Het sluiten van de grens had een negatieve impact op de economie van deze regio. Brandstofprijzen verdubbelden, net als andere import uit Nigeria zoals suiker, melk, meel, drank, snoepgoed en sinaasappelen. “We hebben het moeilijk”, zegt ook Alima Aissatou, een huisvrouw uit Maroua, die haar winkelmandje niet meer gevuld krijgt.

Douane

Niet alleen bedrijven en gezinnen voelen de gevolgen van de blokkade. Ook de douane loopt inkomsten mis. Volgens Philemon Tamfu, het interim-hoofd van het douanekantoor in Maroua, laat de blokkade zich het meest voelen in Limani, Fotokol, Kolofata en Kouseri, grenssteden in Extrême-Nord waar alle goederen binnen en buiten gaan.

“Het gebied ontving maandelijks gemiddeld 546.000 euro aan douane-inkomsten”, vertelt Alain Symphorien Nzie, hoofd van het douanekantoor in Limani, aan de telefoon. “Enkele weken nadat de grens dichtging, was dat nog amper 38.000 euro. Het bedrag zal blijven afnemen als de blokkade voortduurt.” Ook in Fotokol is er sprake van slechts 3000 euro in de eerste tien dagen van januari, terwijl dat andere jaren gemiddeld 30.000 euro was.

WikiLeaks

De grens met Kameroen blijft verzegeld, omdat Nigeria vreest dat de Boko Haram de noordelijke delen van Kameroen gebruikt als uitvalsbasis. Ook de Kameroense regering maakt zich zorgen dat de islamistische groep in haar land zou infiltreren. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een gesprek dat WikiLeaks aan het licht bracht tussen president Paul Biya en de Amerikaanse ambassadeur in Kameroen Janet Garvey.

Op het terrein zijn er aanwijzingen dat Boko Haram voet aan de grond krijgt in Kameroen. In Lagdo, een plaatsje in Extrême-Nord, vertellen dorpelingen over mannen met lange baard en tulband die de leer van de islamistische groep verkondigen. “Ze zeiden dat al onze problemen worden veroorzaakt door westerse opvoeding en westerse ideeën”, verklaart een inwoner van Lagdo. “Ze zouden me geld geven als ik me bij hen aansloot. Ik heb gelogen en gezegd dat ik hun voorstel zal overwegen, maar ik ben bang dat ze zullen terugkomen.”

Door de dreiging van de groep in Kameroen zijn de autoriteiten op hun hoede. Onlangs zei de gouverneur van Extrême-Nord, Gambo Haman, dat “de Boko Haram die uit het noordoosten van Nigeria zijn verdreven van nabij gevolgd moeten worden om problemen in Kameroen te vermijden.”

Rekruten

Intussen bundelen de autoriteiten hun krachten met religieuze groepen om zich te wapenen tegen Boko Haram. Als functionaris organiseerde Bernard Okalia Bilai in Douala overleg met imams en de leiders van de moslimgemeenschap over manieren om de infiltratie van de groep in Kameroen een halt toe te roepen.

“Hun doctrine is antisociaal en veroordeelt de waarden die vandaag onze samenleving dragen”, meent Bilai. “De autoriteiten van dit land mogen niet aanvaarden dat zo’n haatdragende dogma’s ingang vinden in onze gemeenschappen. “

Mogelijk is het al te laat. In een interview met de Britse krant The Guardian onthulde een leider van Boko Haram eind januari dat rekruten uit Kameroen, Tsjaad en Niger zich al hebben aangesloten.