Opinie - Hendrik Schoukens

Kafka revisited bij de Europese rechter: trees have no standing?

De Europese Unie klopt zich graag op de borst als progressieve kracht in het internationale milieudebat en baken van de milieudemocratie. De laatste jaren verschenen er echter wat barsten in dit zorgvuldig opgebouwd imago. Zo weigert Europa schier kafkaiaans om werk te maken van effectieve rechtsbescherming in milieuzaken.

donderdag 5 maart 2015 16:38
Spread the love

De stap van het Europees milieubeleid naar Het Proces van Franz Kafka lijkt groot. Maar dat is het niet. In Kafka’s meesterwerk wordt Josef K. geconfronteerd met een plotselinge aanklacht, waarvan de oorsprong hem onbekend is. Uiteindelijk komt hij in een kathedraal terecht, waar een geestelijke hem via een parabel probeert duidelijk te maken wat er juist aan de hand is.

Die parabel ‘Voor de Wet’ vertelt hoe een man, die verzoekt om toegang tot de wet, bij een kasteel aankomt. Daar staat een deurwachter. Hoewel de poort openstaat, waarschuwt de wachter de man om alsnog niet binnen te gaan. Het wachten duurt uiteindelijk tientallen jaren. De man beseft uiteindelijk dat hij niet lang meer te leven heeft en stelt de wachter de volgende vraag: “ieder streeft er toch naar de Wet te bereiken, hoe komt het dan dat er in al die jaren niemand anders dan ik om toegang heeft gevraagd?”. De wachter repliceert nors: “Niemand kan hier toegelaten worden, want deze ingang was alleen voor jou bestemd. Ik ga nu weg en sluit de poort”.

De parabel vertoont verrassend veel parallellen met de vruchteloze strijd die een aantal Europese milieuverenigingen nu reeds decennialang voeren om directe toegang te krijgen tot het Europees Hof van Justitie.

De toestand is ernstig…

Flashback naar het begin van de jaren negentig. Greenpeace vond dat het besluit van de Europese Commissie om de bouw van twee Spaanse kerncentrales te financieren strijdig was met het Europees recht. Samen met enkele omwonenden besloot het de wettigheid van het Europees besluit te betwisten bij het Hof van Justitie in Luxemburg. Daar kreeg het echter nul op het rekwest.

Net als in Kafka’s parabel, verwachten de Europese rechters immers dat het EU-besluit dat je aanvecht als het ware op jouw naam moet geschreven zijn. Een horde die haast niet te nemen valt in milieuzaken. Greenpeace, European Environmental Bureau en World Wildlife Fund bleken niet beter af dan Josef K. Hopeloos verloren in een web van procedure-argumenten.

…maar niet hopeloos

De laatste jaren leek de deur tot de Europese rechter in milieuzaken op een kiertje te zijn gezet. Europa had immers het Aarhus-Verdrag goedgekeurd in 2005. Meer inspraak als hefboom voor een betere bescherming van het leefmilieu, zo luidde het devies. Om iets te doen aan het beperkte niveau aan rechtsbescherming in milieuzaken, keurde de Europese wetgever in 2006 de zogeheten Aarhus-verordening goed.

Maar ook hier leek Kafka uiteindelijk niet ver weg. De voorbije jaren verwierp de Europese Commissie nagenoeg alle verzoeken tot herziening van milieubesluiten op procedurele gronden. EU-besluiten omtrent de regulering van pesticiden, luchtkwaliteit of visserij konden niet worden bestreden bij een onafhankelijke instantie. Kafka had het zelf niet beter kunnen bedenken. In 2012 oordeelde het Gerecht in Luxemburg echter dat de Aarhus-Verordening zelf niet in overeenstemming was met het Aarhus-Verdrag. Een onverwachte opsteker voor de milieudemocratie. Europa leek alsnog te moeten inbinden voor zijn eigen middenveld.

Opgesloten in het eigen gelijk

Dit was echter buiten de Europese Commissie gerekend. Samen met het Europese Parlement en de Raad besloot het beroep aan te tekenen tegen de uitspraken uit 2012. Géén van deze instanties wou het klaarblijkelijk opnemen voor de milieurechten van de Europese burger. Zij hanteerden hierbij een klassieke advocatentruc, die ook in een Kafka-roman niet had misstaan. Men stelde dat het Aarhus-Verdrag te vaag is om als toetsingsnorm te gehanteerd worden door de rechter. In zijn arresten van 13 januari 2015 sloot het Hof van Justitie zich daarbij aan. Géén uitspraak ten gronde. De deur voor de milieuverenigingen was opnieuw gesloten.

Het zijn moeilijk te begrijpen arresten, die vooralsnog onder de radar zijn gebleven. De implicaties raken echter ieder van ons: géén waarachtige rechtsbescherming tegen Europese milieubesluiten betekent immers een blind vertrouwen in de goede milieu-intenties van de Europese politici. Ook wanneer deze zouden beslissen om de milieuregels te versoepelen onder invloed van de industrielobby.

Zwartepieten

De milieudemocratie is al lang niet meer zo populair bij de meeste politici. De ronkende verklaringen uit 2005 zijn ondertussen vergeten. Europa heeft andere economische katten te geselen. Meer inspraak lijkt vooral lastig voor de economische groei. De Europese rechters in Luxemburg blijken zelf vooral begaan met het beheersen van hun eigen werklast.

De (ongegronde) vrees voor een explosie aan milieuklachten zit er goed in. Van enig schaamrood op de kaken is vooralsnog géén sprake. De rechters vinden dat de lidstaten de EU-verdragen maar moet moeten wijzigen indien men meer rechtsbescherming voor milieuzaken wenst. Een weinig realistische optie. Het lijkt op een rondje zwartepieten, waar vooral het milieu en het klimaat bij inschieten.

Het is mogelijk maar nu niet?

Sommige juristen zullen misschien opwerpen dat het allemaal zo erg niet is. De poort tot de nationale rechters is ondertussen wagenwijd opengezet in milieuzaken. Ook het Verdrag van Lissabon bevatte enkele lichtpuntjes.

Milieuverenigingen kunnen inderdaad EU-besluiten via een omwegje bij de nationale rechter bestrijden. Maar die moet wel bereid worden gevonden om de kwestie door te verwijzen naar de rechters in Luxemburg. Het mag in theorie mooi klinken, in de praktijk schiet het leefmilieu er weinig mee op. Het gebeurt immers zelden. Milieuverenigingen botsen vaak nog op onwil bij de nationale rechters. In het beste geval leidt het tot jarenlange gerechtelijke procedures zonder praktisch resultaat op het terrein. Iets waar finaal enkel advocaten een voordeel bij halen. Kafka quoi?

Practice what you preach

Europa staat wellicht een vingerwijzing te wachten door het toezichtcomité bij het Aarhus-Verdrag, dat reeds in 2011 een eerste waarschuwing had gegeven. Ondertussen blijkt zelfs het Chinese Supreme Court ontvankelijker te staan ten opzichte van milieuvorderingen dan ons eigen Hof van Justitie te Luxemburg. Een veeg teken.

Wat Kafka hiervan zou denken, zullen we jammer genoeg nooit weten. Misschien had hij de Europese rechters wel beschuldigd van plagiaat. De gelijkenissen tussen de onmogelijke strijd van Josef K. om toegang te krijgen tot de mysterieuze rechtbank en de uitzichtloze zoektocht van de Europese milieuverenigingen naar de wet zijn inderdaad te groot om louter op toeval te berusten. Hoog tijd om deze onverkwikkelijke bladzijde om te slaan en de poort voor milieudemocratie te openen. Bomen mogen dan géén standing hebben voor de rechter, milieuverenigingen hebben dit volgens het Aarhus-Verdrag wel.

take down
the paywall
steun ons nu!