De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Jongeren van Berber-origine blijken te bewerken tot bakens van hoop in Leuven

Jongeren van Berber-origine blijken te bewerken tot bakens van hoop in Leuven

vrijdag 4 december 2015 17:39
Spread the love

Tegenwoordig vallen op sociale media nogal wat bitse opvattingen te lezen in verband met mensen die zich laten inspireren door de Islam of van wie de opvoeding gebaseerd is op culturele waarden uit de Arabische wereld. Molembeek lijkt wel de hel waar de ergste duivels van deze tijd vandaan zouden komen… Laten wij na Paris vendredi 13 toch het hoofd koel houden, en het hart warm. Paniek is de beste raadgever… als je in de afgrond wilt belanden. 

Mijn persoonlijke ervaringen in de meest diverse wijk in Leuven, waar veel jonge Vlamingen leven die ouders hebben zelf geboren in Marokkaanse plattelandsgemeenten, is al bij al heel wat positiever. (2100 woorden)

 

Dat moet ik besluiten na tien jaar omgaan met de jongeren m/v en in toenemende mate ook met hun ouders. Ik heb aan de versterking van het sociale weefsel in de Casablanca buurt gewerkt op diverse manieren. Vaak heb ik contact met de meest gevreesde soort bewoners gemaakt, de tiener- en twintigerjongens. (Waarover in Vlaanderen jarenlang het gerucht rond ging dat zij heerszuchtig waren en opstandig, wegens rotverwend door hun moeders, die hen in lijn met een bepaalde culturele Berber- traditie geen strobreed in de weg zouden leggen.)

Ik sprak de jonge mannen aan als zij na tien uur overlast veroorzaakten met het basketbalspel, bijvoorbeeld. Als zij niet beleefd reageerden, riep ik de hulp van de politie in. Die kwamen meestal snel te plekke, herhaalden mijn vraag of deden identiteitscontroles. Op bepaalde dagen, kreeg ik echter letterlijk zware voorwerpen (de helm van een bromfietsgebruiker) naar mijn hoofd geslingerd, van aan de andere kant van de straat, toen een louter uit jonge mannen bestaand groepje mij op een avond in de ramadan, hongerig, in het oog kreeg. Een paar jaar lang hebben zware scheldwoorden, en beledigende termen & verwijten mij vergezeld als ik in de wijk boodschappen deed. Bepaalde gasten zegden mij in alle ernst, “Als ons gedrag u echt niet naar de zin is, mijnheer, verhuis dan.” Waarop ik het hoofd heb geschud. Zo zitten wij niet in elkaar. Leuven is de geboortestad die mij dierbaar is. En meer nog: ik wens in contact te blijven met de groep die door velen in deze streek als “vijandig” wordt gezien; ik geloof dat we tot een vergelijk, een verstandhouding kunnen komen. Ik zie die gasten als mede-mensen. Als even goed kinderen van dezelfde Schepper, in de limiet.

Dus ging ik te werk vanuit een open verwachting en interesse, en in grote mate welwillend. Toch nam dit niet weg dat we ook met gretigheid en beslistheid durfden “dominant” op te treden, als de heertjes van Casblanca over de schreef gingen. In het begin ging dat aftastend, voorzichtig, zelfs stroef, met inbegrip van geregeld door het poortje van de eigen angsten stappen.. Nu en dan heb ik de politie moeten erbij roepen,  wegens het luidruchtige balspel op het centrale plein, als het tien uur voorbij was. Ik greep die civiele regel aan als houvast, als middel om de jongens burgerzin bij te brengen. En ook vooral te tonen dat ik mij betrokken voelde. In zulke situatie sprak ik die jonge mannen eerst zelf aan, aanvankelijk van op mijn balkon dat op het plein uitkeek. “Jongens!… – Willen jullie stoppen met spelen alstublieft!?- Het is elf uur geweest.” Vaak stopten zij dan het balspel. Dat gebeurde meestal na enkele minuten die je hen  moet gunnen om ze geen gezichtsverlies te laten lijden. “Fier zijn en vooral ook fier laten zijn”, het lijkt een strategisch belangrijke regel in de omgang tijdens expedities in de urban jungle.

 

“Leave Them no Pride, and you risk ending up paying them with your Life”.

 

 Overigens moet ik soms lachen als ik toppolitici  in praatprogramma’s zie zeggen:

“Wij mogen aan die jonge desperado’s niet (de indruk wekken) toe (te) geven!”. 

Kan het simpeler wat strategie betreft? Klinkt dat niet als de wanhopige, machteloze vaderfiguur die (door eigen schuld) van zijn zonen is vervreemd, en naar een uitzichtloos machtsspel afglijdt… Wie op tijd contact zoekt weet dat met tact en wijsheid, zachtmoedigheid (in combinatie met kordate signalen van eigen kracht en onverzettelijke wil), juist veel te bereiken is. Dan hoeft de bom nooit te barsten.

De politie-inspecteurs, die kwamen dus vrij snel  na mijn telefoontjes ten tonele, binnen het kwartier. Dit staat dus in tegenstelling tot schrijnende toestanden in bepaalde steden in de VSA, zoals de doorleefde, intelligente Afro Amerikaanse singer Tracy Chapman het  trefzeker, bloedmooi & beenhard aanklaagt in “Behind the Wall”. (Zie mijn beschrijving van deze song: http://www.allmusic.com/album/tracy-chapman-mw0000199023/user-reviews ). Die teams van inspecteurs m/v traden ook correct en beleefd op. Zij knoopten het gesprek aan, legden de betreffende wettelijke regel uit aan de jongens, deden een ID-kaartcontrole op vriendelijke manier.

Ja, wij zijn in Leuven dank verschuldigd aan het stadsbestuur, de politie, burgemeester Louis Tobback en zijn coalitieploeg. En ook aan de Sociale Huisvestings Maatschappij Dijledal, het OCMW, de lokale jeugd- en buurtwerkers van het RISO, donateur Welzijnszorg (christelijke ngo) enzovoort. Hoewel het zo is dat de buurtwerker na dertig jaar trouwe dienst nog steeds verplicht is een deel van zijn arbeidstijd aan het zoeken naar werkingsmiddelen dient te besteden… Al enkele jaren zeg ik tijdens gesprekken met buren, passanten:

“Bij ons zal het nooit zo ver komen als in de banlieus van Parijs”.

Dat is normaal, want hier worden de nieuwe mensen uit verre landen niet aan hun lot overgelaten door de overheden. De datum waarop jongeren in de banlieus in Parijs en overig Frankrijk enkele jaren terug (2005) honderden wagens in brand staken, staat op mijn verjaardagskalender aangegeven in rode letters…

Gaandeweg zag ik de inspanningen van betrokkenen meer vrucht dragen, vanaf mijn aankomst in 2005. De jongeren en wijzelf leerden elkaars naam, gezicht, stem, verhalen, versie, ergernissen, gevoeligheden, verlangens, noden… kennen. Ik stap geregeld rechtstreeks op hen af. Een grote rol spelen ook de diverse buurtvergaderingen die de buurt- en jongerenwerkers van het Buurthuis Casablanca met tussenpozen hebben ingericht. Intussen zijn de tienerjongens voor mij geen vreemden meer waar een bedreiging van uitgaat. Integendeel, een deel van hen groeten als ik voorbij ga. Wij slaan geregeld praatjes, bespreken de actualiteit, het leven, de tijden.

Een jong meisje, Chaïma, liet mij deze lente weten door de gebeurtenissen in Parijs bekend als  ‘Charlie Hebdo’, de roeping te krijgen in de journalistiek te gaan. Om te werken aan een betere wereld, aan meer wederzijds begrip. Dat project besloot ik te stimuleren waar mogelijk. Ter gelegenheid van het Suikerfeest in juni schonk ik de familie het uitstekende en met overtuigingskracht gebrachte gematigde standpunt in boek van Rachid Benzine, “Le coran expliqué aux jeunes“- “De koran uitgelegd voor de jongeren”. Dat is een klare en wijze inleiding bij het (moslim)geloof. Het profiel van deze auteur, die in zijn jonge jaren zelf zich uitleefde als beoefenaar van martiale sporten uit Oost-Azië, leerde ik kennen via het interview dat mijn collega historicus en kennis Benoit Lannoo, dadelijk na Charlie Hebdo voor het christelijke weekblad TERTIO is gaan afnemen[1].

 

Dit soort ‘humane, sociale osmose-hulpverlening doe ik ook omdat ik geloof in bepaalde Principes. Zoals het beginsel dat wij overal moeten doen wat wij kunnen, zonder onszelf aan risico’s bloot te stellen, maar wel meer dan vanuit onze knusse comfortzone aangewezen lijkt.

“Verbeter de wereld, begin bij jezelf”

leerde ik als kind in de jaren zeventig. En hoe slim is niet de Engelse uitdrukking

“A stitch in time saves nine”:

indien je op tijd een steekje aan je breiwer doet, lees: wanneer de kaarten goed liggen, lang voor er spanningen optreden, dan voorkom je veel werk en moeilijkheden. We moeten er voortdurend aan werken, aan de wereld waarin wij graag willen leven.

“Be the change that you want to see in the world”

 

Zo klinkt het vandaag wereldwijd: “Zorg dat je zelf de Verandering bent die je wil zien gebeuren in de wereld”.

Over mijn langlopende osmose-engagement in Casablanca heb ik een homilie gehouden in de nabijgelegen Don Boscoparochie op 10 mei, toevallig op Damiaandag. Het was fijn een (aandachtig  publiek te vinden na tien jaar werken dat meestal onder de radar bleef, weg van alle voetlichten. Op uitnodiging schreef ik na enkele maanden van nadenken een uitgebreid verslag van mijn ervaringen en inzet in de lokale editie van Kerk & Leven, het parochieblad. Buurthuisfotograaf Chris leverde de meeste foto’s bij dat stukje.

In elk geval, Hakim, Mo(hammed), Yussef, Nourdin, Ajoeb, Walid en vele anderen zijn intussen goede kennissen. Dat zijn vertrouwde buren. En deze jonge mannen hebben werk gezocht en gevonden, volkomen tegen de achterklap-clichés in die mensen meesmuilend tegen elkaar herhalen in bepaalde kringen. Sommige jonge mannen werken zelfs op vrij hoog niveau: als hulp van de griffier bij de rechtbank, bij de Gerechtelijke Politie, als financieel adviseur bij een bank… Het blijkt te kloppen, wat onze grootouders zegden:

“Waar een wil is, is een weg”.

Of in de actuele woorden van N-VA-voorzitter:

“Nil volentibus arduum”

– “Niets is te lastig voor wie over de nodige wilskracht beschikt”

(Uitspraak ttv. de verkiezingen van 2010).

 

Als je in de omgang met de “Berberse Belgen” behoedzaam, zachtmoedig, geduldig, verstandig en niet te impulsief te werk gaat, en liefst ook vanuit het geloof dat in elke mens het goede zit (zelfs als hij op een dag voor je op de stoep staat en bijzonder onaangename dingen zegt, en omstaanders duidelijk maken dat het gevaar dreigt dat je  je tanden gaat verliezen!)… dan kan een klein mirakel lukken.

 

Mijn verhaal is wat in de wiskunde “een tegenvoorbeeld” genoemd wordt: het betekent dat veel van de angstige en van wanhoop of van haat gekleurde veroordelende opinies die nu op bepaalde plaatsen opklinken in verband met jonge mannen met (meestal Belgische) ouders met Marokkaanse wortels in onze regio… sterk bij de haren getrokken lijken. Die schimpende, spottende afwijzingen, die diaboliseringen zijn zeker geen wet van Meden en Perzen. Het “wiskundige axioma” van de meeste racisten ligt voor mij na echt contact met die jongeren aan diggelen.

 

De moraal van mijn verhaal

Voor de jongeren: laten wij de krijger in onszelf vooral aanspreken! Maar dan wel in beschaafde zin, niet alleen in pc-games of niet door in verre landen de wapens op te nemen tegen mensen. Stuur de krijger in jezelf zoveel mogelijk ongewapend op pad, in zo gewoon mogelijke situaties naar zo vreemd mogelijke mensen, zo dicht mogelijk bij je eigen comfortzone. Wie zoekt, die vindt kansen om in de eigen leefwereld een klein beetje held te zijn. De ene zal zijn moed kunnen bewijzen in een rustig goed gesprek met een boze medemens. De andere kan een brief schrijven en gepubliceerd zien in de krant of het weekblad. Voor wie het slim aanpakt en creatief, zal een Wereld opengaan. Eigenlijk is er geen goede andere optie.

Wie altijd kiest voor gemakkelijke oplossingen, voor het vermijden van uitdagingen die indien ze zouden lukken, duidelijk de wereld een stukje beter maken, die gaat dood. Die geeft zijn ziel immers geen voedsel. Inzet voor het leven daar waar je woont, maakt het leven interessant.

 

De moraal voor de volwassenen is ook dit: laten wij onze kinderen zo opvoeden: hen vaak en met volle aandacht nabij zijn. Zodat zij zich goed geborgen weten. En leer hen van uit dit warme nest de grote vreugde van het (begeleid) verkennen van de rijke diversiteit van mensen, dieren en werelden ervaren. Zo heb ik het zelf mogen meemaken als jong kind, in de jaren zestig. Ouderfiguren, ooms, buren, vrienden, toegewijde leraars, jongerenwerkers… leggen een stevige basis waar de jonge mens een leven lang van profiteren kan. Dat is mijn ervaring. Vanwege het Hoofd van de katholieke kerk in Rome klinkt het

“Sommige ouders betreuren de uren die zij samen met hun kinderen hebben doorgebracht, denken dat het verloren tijd is geweest. Ik zeg hen: dat is het nuttigste werk dat u door de dag gedaan hebt”,

en dat is natuurlijk juist. Mijn wens en vraag aan beleidsmakers en opiniemakers is dat zij met geduld en vasthoudendheid blijven aan de kar duwen in de goede richting. Zonder snel toe te geven aan gemene sentimenten of gemakkelijke maar onterechte veroordelingen. Wij wensen betrokken beleidsmakers veel zin voor richting, inspiratie, innerlijke vrede en moed.

 

Misschien kan de WoordenSchat die wij benutten bij het spreken en schrijven over betrokkenen een bijdrage leveren aan goed samenleven.

Waarom gebruiken wij een mooie eerbiedige uitdrukking als AOC (Appelation d’ Origine Controlé) als wij het hebben over kazen, truffels, olijven en wijnen, maar vinden velen gesproten uit Vlaamse klei het te vermoeiend om niet van ‘allochtonen’ te spreken, maar met de nodige eerbied en zorg te zeggen: “mensen van Marokkaanse origine”? Doen!

Wie graag een interview heeft met de auteur kan contact met hem opnemen via facebook.

 

——————————————————————————————————————

[1] Een vertaling van het evenwichtige en boeiende werkje “Le coran expliqué aux Jeunes” naar het Nederlands is in de maak.

take down
the paywall
steun ons nu!