Opinie - Aaron Soens

Je bent jong en je wil wat…

De maatschappij is in beweging. Onder invloed van de pandemie stellen veel jonge mensen zich existentiële vragen over hun toekomst: is hun job de job van hun leven? Zullen ze op deze planeet kunnen blijven leven? Is hun energiefactuur betaalbaar? Kunnen ze ooit een huis bekostigen? Toegegeven: de ene levensvraag is meer prangend dan de andere.

vrijdag 21 januari 2022 13:38
Spread the love

In dit opiniestuk neem ik u graag mee in mijn eigen quarterlife crisis over mijn positie op de arbeidsmarkt. De verwachtingen ten aanzien van de jonge generatie zijn immers niet min: ze worden gezien als ‘de vernieuwers’. Jongeren van hun kant zijn kieskeurig en tekenen in voor een ambitieus project. Het lijkt een win-win, toch ervaar en bepleit ik dat de balans overhelt richting werkgever. I want it all and I want it now: hoe hard jongeren ook hollen, vaak wordt hen gevraagd geduldig te blijven; desondanks wil de organisatie wel volledige overgave en enthousiasme. Is het misplaatst dat de jongere het adagium terugkaatst? Is het niet essentieel dat een organisatie haar menselijk kapitaal goed beheert?

Van Young Potentials met hoge verwachtingen, langs beide zijden…

Veel bedrijven zetten zichzelf in de markt met programma’s voor young potentials. Ze zetten actief in op de rekrutering en opleiding van jonge mensen door middel van teaching on the job. Het bedrijf belooft gepaste ondersteuning en een steil carrièrepad. Men gaat ervan uit dat juniors de nodige leergierigheid en ambitie tonen. De lat wordt daarbij hoog gelegd zodat de jongere boven zichzelf kan uitstijgen.

Deze growth mindset valt toe te juichen: in de juiste werkomgeving krijgt de jongere alle kansen om zijn talenten ten volle te ontplooien. Er ontstaat een veilige ruimte waarbinnen voluit geëxperimenteerd kan worden, waar nodig met vallen en opstaan. Een duidelijke win-win dus voor bedrijf en werknemer. Het bedrijf investeert in talenten voor morgen, die op hun beurt alle kansen krijgen om zich te ontwikkelen.

Waar knelt het schoentje dan? Wanneer de jongere op of boven verwachting presteert, heeft de gelegde lat de neiging om mee naar boven op te schuiven. Aan die lat is echter vaak geen rechtvaardige beloning gekoppeld. Daarvoor beschouwt men de jongere immers nog steeds als te onervaren, hoeveel autonomie en verantwoordelijkheid deze ook opneemt. De verwachtingen stijgen dus zonder dat er een formele compensatie aan vasthangt. Welke redenering gaat hierachter schuil, vraag ik me af. Zou men veronderstellen dat de goede prestatie een toevalstreffer betreft? Of wil men vanuit een patriarchale reflex vermijden dat jongeren zichzelf voorbij hollen? Iets à la “jouw tijd komt nog wel, doe het nu maar rustig aan.”

… naar Lost Potentials in een race naar de top

Wanneer het potentieel dus volledig tot uitspraak komt, kan de organisatie in kwestie er vaak geen adequate verloning tegenover plaatsen. De ironie van het werken met jonge krachten zit dus net in het retentiebeleid. Men slaagt er niet in om potentieel aan boord te houden, omdat er archaïsche structuren in de weg zitten, hetzij structureel, hetzij cultureel.

Structureel kunnen we bijvoorbeeld kijken naar bevorderingsreglementeringen. In de publieke sector gaat anciënniteit pas lopen vanaf de leeftijd van 24 jaar. Nochtans ben ikzelf bijvoorbeeld al twee jaar langer aan de slag. Op welke manier valt dit te verantwoorden? Is het een subtiele nudge om de studieloopbaanduur te verlengen? Is dat wenselijk in onze maatschappij? Of zijn alle jaren voor 24 bedoeld om rustig in de arbeidsmarkt te rollen?

Misschien speelt een organisatie-cultureel argument een doorslaggevende rol. Van jongeren wordt verwacht dat zij innovatief te werk gaan en een zekere disruptie teweegbrengen. Deze verwachting is gebaseerd op het clichématig beeld van de jongere als technologisch expert, deels ingegeven door het feit dat de generatie twintigers met technologie is opgegroeid.

Hoewel niet helemaal terecht, want wij zaten al enige tijd op de schoolbanken toen laptops en smartphones het nieuwe normaal werden, blijft het stereotiep hardnekkig hangen. Door deze flexibiliteit kunnen jongeren zich snel aanpassen en zaken efficiënter – of simpelweg anders, op een binnen de organisatie tot dan toe ‘ongeziene’ manier – aanpakken. Dit wringt met de binnen het bedrijf gekende en (al dan niet) succesvolle recepten en gevestigde waarden. De lezer kan zich ongetwijfeld een voorbeeld voor de geest halen in de context van de slepende pandemie met transitie naar een meer hybride realiteit.

Welk toekomstgericht beleid?

Organisaties hebben dus de moeilijke opdracht om aanstormende talenten aan boord te houden, en hen te verzoenen met de gevestigde waarden, waarbij ze ook nog eens de neuzen in dezelfde richting zetten, namelijk die van het goed voor de organisatie. Bovendien zijn er voor jonge talenten – zeker in competitieve sectoren – steeds kapers op de kust. Zo’n werknemer verliezen staat gelijk aan het mislopen van een investering. Een geschikt personeels- en verloningsbeleid dringt zich op waarbij archaïsche structuren kritisch tegen het licht worden gehouden. Er is nood aan olie in het radarwerk, want starre reglementering zorgt ervoor dat ze niet even flexibel als de organisatie kunnen schakelen.

Hoewel jongeren dus vaak een mooie carrière in het vooruitzicht worden gehouden, moeten ze zich keer op keer opnieuw bewijzen om een bevordering te krijgen. Ook al presteren ze op jonge leeftijd al boven verwachtingen, dan nog krijgen ze de vraag geduldig te zijn. Verschillende sentimenten dreigen om de hoek: gelatenheid, want of je nu presteert boven of volgens de verwachtingen, er staat geen gepaste renumeratie tegenover. Vervreemding, want je krijgt het gevoel dat ze je werk niet waarderen. Bevreemding, want de mensen die aanvankelijk in jouw geloofden, lijken dat nu niet meer te doen, waardoor je ook het gras aan de overkant gaat bestuderen…

HR-experten aller lande, verenigt u en stel de toekomst veilig.

 

 

Aaron Soens is een vijfentwintigjarige master in de wijsbegeerte en werkzaam bij de dienst onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg van de Odisee hogeschool. Tevens is hij er gastprofessor ethisch en zingevend handelen.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!