Jan Renders - Foto Rob De Wilde

 

Interview, Samenleving, Politiek, België, Jan Renders, ACW, Tmd -

Jan Renders blikt terug op ACW-voorzitterschap

Dicht bij het einde van zijn voorzitterschap heeft Jan Renders een boek geschreven. Hij blikt daarin terug op de acht jaar dat hij voorzitter was, maar laat de lezer ook kennis maken met het ACW. Het ACW voor beginners, zeg maar.

maandag 29 maart 2010 08:56
Spread the love

Het kan vreemd lijken dat het ACW, de grootste sociale beweging van het land, nog een voorstelling nodig heeft. Meer dan 40 procent van de Vlaamse bevolking is lid van één van de organisaties van het ACW.

Misschien komt dat omdat het ACW minder zichtbaar is dan de vakbond ACV of de CM, en zelfs KAV en KAJ. Hebben die organisaties dan nog wel een Koepel van christelijke werknemersorganisaties nodig?

Jan Renders: “In de samenleving zijn er heel veel sociale organisaties actief. Die doen heel goede dingen op vlak van dienstverlening, belangenbehartiging en bewegingsdynamiek, op basis van een samenlevingsconcept. Door de individualisering, de atomisering van de samenleving en de vermarkting komt dat samenlevingsproject het meest onder druk te staan. Het is van groot belang dat er ook nog grote bewegingen zijn die idealen nastreven.”

“Het voordeel van het ACW is dat wij met instemming van al die deelorganisaties een gezamenlijk samenlevingsconcept hebben bovenop de belangenbehartiging en de dienstverlening waar we ook zeer goed in zijn. Bij het ACW ben je niet alleen een werknemer of zieke, maar ook gewoon mens.”

De voorbije dertig jaar ontstonden er heel wat éénthemabewegingen. Maken die het ACW dan niet overbodig?

“De vredes- of milieubewegingen hebben heel goede ideeën en doelstellingen. Ze drijven op idealen, maar het mankeert hen soms aan draagvlak. Het ACW bemoedigt mensen in hun sociaal engagement. Wij proberen die spontane, warme solidariteit van mensen onder elkaar om te zetten in structurele solidariteit. Om zaken als een sterke sociale zekerheid en goede gemeenschapsvoorzieningen te realiseren, moet je het beleid beïnvloeden. Dat is het tweede voordeel van het ACW. Wij vertolken de eisen van de hele beweging. Ik vind het ook wel een voordeel dat er een buffer bestaat tussen vakbond en de politiek.”

De socialistische vakbond heeft die buffer niet.

“Ik zoek niet graag tegenstellingen tussen de christelijke en de socialistische arbeidersbeweging. Zoveel mensen vragen nu al waarom wij niet één zijn. Dat heeft te maken met de geschiedenis en de cultuur. Mocht die geschiedenis vandaag geschreven worden, zou dat misschien anders ingevuld worden.”

“Eén concreet verschil is wel dat de hele christelijke arbeidersbeweging de politieke vertolking toevertrouwt aan het ACW. Bij het ABVV is er maar één stap tussen de vakbond en de partij. De gemeenschappelijke socialistische actie is een conglomeraat van partij en beweging. Bij ons is er een duidelijk onderscheid tussen de partij en de beweging. De autonomie van de bewegingen van het ACW is bijzonder groot.”

Ziet u die autonomie dan minder bij het ABVV?

“Ik moet de rekening niet maken van anderen. Bij ons loopt de beleidsbeïnvloeding natuurlijk ook via concrete mensen. Dat betekent dat je op een bepaald moment ook begrip moet tonen voor de impasses waar de politiek mee kampt. Het ACW is een verantwoordelijke beweging. Wij zijn niet alleen een drukkingsgroep. We gooien niet alleen ons eisenprogramma op tafel met de boodschap: voer dit nu maar uit.”

‘Vlaanderen is niet rechts’

Het politieke draagvlak voor de eisen van het ACW lijkt niet erg groot als je naar de recente verkiezingsuitslagen kijkt.

“Ik vind nog altijd dat de Vlamingen een solidair volk zijn. Ik heb me altijd verzet tegen de stelling dat Vlaanderen rechts is. Dat is niet juist. Maar de Vlamingen mogen dan wel ons gedachtengoed genegen zijn, dat vertaalt zich daarom nog niet in partijpolitieke keuzes. Ik zie ook wel vanuit welke hoek ik kritiek krijg. In de jaren ’70 en ’80 kwam de kritiek altijd uit de linkerhoek: jullie zijn niet radicaal genoeg. Jullie sluiten te veel compromissen.”

“Sinds eind jaren ’90 komt de kritiek van elders. Velen hebben er een probleem mee dat het ACW zich zo duidelijk uitspreekt voor de multiculturele samenleving, voor de opvang van vluchtelingen, voor een vermogensbelasting, voor een versterking van de progressiviteit in de belastingen. Een grote middengroep van onze aanhang heeft het daar heel moeilijk mee.”

Een vermogensbelasting zou hen nochtans niet treffen.

“Ik begrijp sommige dingen ook niet. Neem Monaco. Het is toch merkwaardig dat de samenleving zich daar niet tegen verzet? Er zijn boycotacties tegen Israël, maar dat laat men ongemoeid.”

U bedoelt dat Tom Boonen zonder veel omhaal naar Monaco verhuist om geen belastingen te moeten betalen?

“Ik durf het bijna niet zeggen want morgen stromen de reacties weer binnen. Maar eigenlijk is dat toch het organiseren van onverantwoordelijkheid? Dat je in Europa kan zeggen: daar in dat stukje moeten die mensen geen belastingen betalen. Om maar te zeggen: ik heb veel begrip voor de progressieve politicus die moet verkozen raken.”

Hoe kan je dat klimaat dan keren?

“Wij moeten er voor zorgen dat een politicus die onze eisen wil realiseren daar niet voor wordt afgestraft. Dat doe je door een draagvlak te bouwen. Een voorbeeld: de lokale ACW-afdeling waar ik actief in ben, ijverde voor een gemeenschapshuis voor vluchtelingen. De burgemeester heeft zich bij die vraag aangesloten. Dan vind ik het maar normaal dat hij ook naar ons kijkt: gaan jullie er voor zorgen dat ik opnieuw verkozen raak? Het zou nogal makkelijk zijn om onze eisen op tafel te leggen en er ons dan niks meer van aan te trekken. Ik hoor ook wel wat de mensen in mijn buurt vertellen over vluchtelingen.”

Hoe meet u eigenlijk een draagvlak? Geloven wat de krantencommentatoren schrijven?

“Misschien gaan we een beetje te veel af op commentaarschrijvers. Misschien nemen we die eerste reacties op vergaderingen wat te ernstig. “Wablief, je gaat mijn huis nu toch ook niet beginnen belasten?”, hoor je dan.”

De politieke strategie van het ACW is al vaak veranderd. Voor de tweede wereldoorlog deed het ACW gewoon zelf mee aan verkiezingen. Na de oorlog was er een innige band met de toenmalige CVP. In de jaren ’70 doken dan weer plots de woorden “democratisch socialisme” op in basisteksten. Waar staat ACW nu?

“We laten dat nu een beetje rusten. Het werd bijna een vorm van masochisme om ons telkens opnieuw te kwellen met die vragen. We zijn een autonome politieke beweging. We moeten tegenover geen enkele politieke partij verantwoording afleggen voor onze standpunten. We leggen ons samenlevingsmodel uit aan alle politici die daar oren naar hebben. We zijn blij als een liberaal daar iets van overneemt.”

“We zijn ons wel bewust dat sommige politici dichter bij onze idealen aansluiten dan andere. Die mensen zitten zowel bij de groenen, de socialisten als bij de christendemocraten. Het is dus belangrijk om de dialoog met die politici goed te onderhouden. Dat kan helpen bij de opbouw van coalities. Ik durf te zeggen dat wij op bepaalde coalities hebben aangestuurd. Ik kan u verzekeren dat het voor onze achterban niet altijd evident is dat hun voorzitter oproept om de socialisten op te nemen in de coalitie.”

‘Christendemocratie is in de rest van Europa veel conservatiever’

U praat met politici van verschillende partijen, maar ACW-mandatarissen vinden we alleen bij CD&V?

“ACW-politici zijn politici die uit onze beweging komen of politici die vragen of ze bij ons kunnen aansluiten. In 98 procent van de gevallen zijn dat mensen uit de christendemocratie. Alleen op lokaal vlak kan dat verschillen. Dat is geen exclusieve relatie. Maar het is wel een belangrijke band waar we voordelen in zien. Vergelijk de christendemocratie in Vlaanderen maar eens met die in Nederland of in andere landen. Je kan niet ontkennen dat die veel conservatiever zijn. Door onze invloed heeft CD&V nooit een rechtse oppositie gevoerd tegen het sociaal beleid van Paars. Dat is toch nog iets anders dan de manier waarop N-VA en VLD inbeuken.” 

De huidige generatie ACW-politici trekt toch minder voluit de kaart van het ACW dan vroeger.

“Dat is ook een vicieuze cirkel, hé. Vroeger zeiden we veel makkelijker: dat zijn onze mensen, zij krijgen ons vertrouwen en we verdedigen ze door dik en dun. En we deden ook nog eens hun kiescampagne. Naarmate je ze meer los laat, heb je er ook minder impact op.”

Is het denkbaar dat een politicus van een andere partij ACW-mandataris wordt?

“Daar elk jaar weer over discussiëren is zelfmoord. Wij worstelen daar altijd mee. De socialisten hebben daar blijkbaar veel minder problemen mee. In ons congres van 2006 hebben we gezegd: ze komen bij voorkeur uit één partij omdat dat de slagkracht vergroot. Een gemeentelijke afdeling kan dus voor andere partijen kiezen. In de praktijk gebeurt dat nauwelijks.”

CM-voorzitter Marc Justaert zei ooit in Knack dat het niet veel gescheeld heeft of Groen! hoorde er ook bij.

“Ik deel de mening van Marc Justaert. Groen! maakte toen deel uit van Paars. Ook Groen! heeft strekkingen en er was toen een strekking die dicht aanleunde bij het liberale concept van het primaat van de politiek (dit idee houdt in dat het beleid in de eerste plaats wordt bepaald door politieke verantwoordelijken, voor het middenveld wordt slechts een minimale rol voorzien, nvdr.). We voelden heel duidelijk dat sommigen binnen Paars ons probeerden te destabiliseren. Mochten de groenen toen een veel homogenere strategie gekoesterd hebben ten aanzien van het middenveld, dan was er misschien een andere uitkomst geweest. Vanuit onze historiek is de socialische partij in ieder geval minder makkelijk te verkopen dan de groene partij.”

Vorige week reageerde het ACV heel scherp op de pensioenplannen van CD&V. Is dat een teken dat de buffer zeer goed werkt of toont het net aan dat het ACW onvoldoende invloed heeft uitgeoefend?

“CD&V heeft bijzonder slecht gecommuniceerd. Zij geven de indruk dat je geen pensioen krijgt als je geen 45 jaar gewerkt hebt. Ik ben beginnen werken op 22 en stop op 61 en heb een pensioen, maar geen volledig pensioen. Dat is altijd al mogelijk geweest en dat zal ook zo blijven.”

‘Ongemakkelijk bij parcours van Jean-Luc Dehaene’

Nog zo’n spannend moment was toen Luc Gysemberg van het ACV tijdens de staking bij Inbev lijnrecht tegenover ACW’er Jean-Luc Dehaene stond, lid van de raad van bestuur van bierbrouwer Inbev.  

“Ik kan geen verantwoording afleggen voor alle ACW’ers in heel de samenleving. Op lokaal vlak zullen er ook wel ACW’ers rondlopen waar ik het moeilijk mee heb. Maar ik heb het onlangs ook al in de Franstalige media gezegd: ik voel me niet op mijn gemak bij de weg die Dehaene aflegt. Binnen onze beweging zijn er mensen die zeggen: waar is die man mee bezig? Ik ben genuanceerd. Wij zijn er nog altijd van overtuigd dat hij zijn idealen niet verloochent, maar… we kunnen het niet bewijzen.”

In uw boek staat u ook lang stil bij het coöperatieve verleden en heden van het ACW. Hebt u spijt dat het ACW een groot deel van haar economische activiteiten heeft afgestoten?

“Ik koester de coöperatieve gedachte, maar die utopie moet wel gesteund zijn op een goede financiële basis. Wij hadden vroeger heel veel coöperaties: bakkerijen en filmzalen, en ook een krant, Het Volk. Eerlijk gezegd: we konden het niet meer aan. Er werden verliezen gemaakt. De beweging heeft op dat ogenblik gekozen voor dingen waar er wel evidente winsten te halen waren: de Volksverzekering (DVV, nvdr) en Bacob.”

Zijn er plannen om daar opnieuw meer aandacht aan te besteden?

“Wat doe je als de overheid het niet meer aankan? Schuif dan het coöperatief model naar voor. Ik vind dat een veel beter alternatief dan de publiek private samenwerking (PPS) of de pure vermarkting van de zorgsector. Dan vermijd je dat je de logica van het kapitalisme introduceert in de zorgsector, en je hebt een verbreding van het kapitaal door mensen die zich betrokken voelen bij het project.”

U zit wel met een probleem: het ACW is met handen en voeten gebonden aan Dexia. Groep ARCO, de coöperatieve holding van de beweging, is een structurele aandeelhouder van Dexia. En als u nu aandelen van Dexia zou verkopen, maakt u verlies. 

“Op dit moment staan de aandelen van Dexia door de financiële crisis aan 4,5 euro terwijl ze in onze boeken aan het dubbel staan. We kunnen ze niet met verlies verkopen om te evolueren naar een diversifiëring. Maar laat het duidelijk zijn: wij zitten niet in die bank om het geld binnen te rijven. We zitten er als stakeholders. Op zich is die daling dus ook niet echt een probleem, want we hebben die mogelijke meerwaarden nooit meteen willen incasseren.” 

“Maar ik geef toe dat er nu wel kansen zijn. Voordien was dat nooit een discussie. Zelfs voor een sociale beweging was de keuze voor een rendement van 10 procent verleidelijk. Nu is het verschil tussen het marktdividend en het coöperatieve dividend veel kleiner.”

Als ACW-voorzitter moest u altijd twee keer de tong omdraaien voor u sprak. Blij dat u binnenkort weer vrij kunt spreken?

“Ik heb nooit last gehad van schizofrenie bij het vertolken van het ACW-project. Dat is mijn project. Natuurlijk moet je altijd de consequenties van je woorden inschatten. Dat moet ik binnenkort niet meer doen, maar dan zal men mijn mening ook niet meer vragen.”

“Het is een heel moeilijke job omdat je op dat snijpunt zit: je wil dat samenlevingsproject vooruit helpen en je moet toch voldoende achteruitkijken om te zien of iedereen mee is. Maar het is bijzonder boeiend. Ik ben blij dat ik zorgen kan achterlaten en ruimte krijg om andere interesses in te vullen. Maar alles loslaten zal niet makkelijk zijn.”

Hoe zullen uw dagen er uitzien na de zomer?

“Ik lees graag, ik hou van de natuur, ga veel wandelen. Ik heb vroeger nog toneel gespeeld. Misschien sta ik binnenkort nog eens op de planken. Ik hoop nog een paar maanden te kunnen nadenken over wat ik wil doen. Maar ik ga hier niet te luid verkondigen wat mijn interesses zijn, want dan krijg ik te veel verzoeken.”

U verlaat het ACW op het moment dat het land voor grote sociaal-economische uitdagingen staat. Is het ACW klaar voor die uitdagingen?

“Tien jaar geleden klonken er heel veel vragen over het bestaansrecht van het ACW. Nu wordt onze maatschappelijke rol weer volop erkend. Ik kan met een gerust hart vertrekken.”

Het boek Macht of kracht? Waarom een sociale beweging nodig is van Jan Renders verschijnt in de reeks Kopstukken van Vlaanderen bij het Davidsfonds, ISBN 978-90-5826-689-7 – klik hier voor info en bestellen

take down
the paywall
steun ons nu!