Palestinian children's day (foto continental_fady6)
Nieuws, Samenleving, Politiek, Palestina, Israël, Gaza, Westelijke Jordaanoever, Oorlogsmisdaden, Bezette Gebieden, Conventies van Genève, Breaking the silence -

Israëlische soldaten getuigen (II): kinderen mishandelen is routine

Het tweede artikel over de publicatie van de Israëlische veteranenorganisatie 'Breaking The Silence', met schokkende getuigenissen van Israëlische soldaten over de mishandeling van Palestijnse kinderen in de bezette gebieden. De verontrustende schendingen van de rechten van deze kinderen deden zich voor in de bezette Palestijnse gebieden tussen 2005 en 2011. Ze komen neer op oorlogsmisdaden.

vrijdag 7 september 2012 10:11
Spread the love

In 2007 arresteerden Israëlische soldaten de 13-jarige Majid Jaradat voor het werpen van een steen tijdens een demonstratie in het dorpje Sair in de buurt van Hebron. Majid sprak over het geweld tijdens zijn aanhouding en detentie in een video-opname van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’tselem. Dit was echter geen geïsoleerd geval. Nog meer van dergelijke incidenten werden gerapporteerd

Mijn vorig artikel (zie Lees Ook hieronder) concentreerde zich op het gebruik van Palestijnse kinderen als menselijk schild, het gebruik van handboeien voor folteringen en het dodelijk gebruik van rubberkogels. Dit tweede artikel vat nog meer voorbeelden samen van het misbruik van kinderen door de Israëlische strijdkrachten, op basis van het rapport ‘Breaking The Silence’ (‘de stilte doorbreken’). Veel van die voorbeelden – waaronder bekentenissen over willekeurige beschietingen en het doelbewust neerschieten om te doden van kinderen die geen bedreiging vormden  – komen neer op oorlogsmisdaden.

Een kind afranselen met een walkie-talkie

Na een zoveelste incident met het werpen van stenen,  kregen de soldaten het bevel een 15-jarig kind aan te houden. “Zijn naam was Daoud. We stopten onze wagen, liepen naar buiten, hij was compleet in shock. We namen hem mee naar Gross Post, aan de Joodse kant en hij begon te wenen, te schreeuwen, hij was één en al zweet en tranen. We wisten niet wat met hem te doen, opeens zit je daar met een wenend kind.

Nog maar net daarvoor was hij met dakpannen aan het smijten en je kan gewoon niet wachten om hem tot pulp te slaan, je staat gewoon op scherp in al die hitte. Je wil hem doden, maar hij ligt daar te wenen. We wisten niet wat er mee te doen, dus bewaakten we hem alleen maar.”

Iemand werd er gewoon gek van en deed hem iets en ging dan weg. Op het ogenblik dat ik met hem alleen was, probeerde ik hem te kalmeren want hij was vastgebonden, geblinddoekt, tranen en zweet langs overal. Ik begon hem dooreen te schudden, tot de ondercommandant het probeerde. Hij greep hem vast en begon hem dooreen te schudden: “Zwijg, zwijg, genoeg, stop er mee”.

We namen hem daarna mee naar het politiestation van Givat Ha’avot en hij begon weer te wenen omdat de poltie hem niet binnennam voor ondervraging. Hij was zo vervelend, dit was krankzinnig. Tussen al die wanorde door, terwijl hij daar rondkroop over de grond, greep iemand van onze communicatie zijn walkie-talkie, zijn radio en boem! – sloeg hem op zijn hoofd” (Hebron 2010).

Soldaten smijten stenen op gevangen kinderen

Een soldaat zag misbruik van gevangenen ‘zo dikwijls’. “Ze herinnerde zich één van de eerste keren dat ze naar het bureau van de commandant kwam en ongeveer vijf gevangenen zag, allemaal ongelooflijk angstig en enkele soldaten … “ Het was angstaanjagend omdat de aangehouden personen kinderen waren van zo een 14-15 jaar oud.

“Soldaten gingen naar die kinderen, wierpen er stenen op, vloekten naar hen. Die kinderen zaten daar maar, zo hulpeloos als een menselijk wezen kan zijn, hun handen strak vastgebonden in die plastic handboeien die hen onbeweeglijk houden, geblinddoekt, totaal hulpeloos (Nablus 2005-2006).

Onverschilligheid

Een kind werd aangehouden: “Ik herinner me dat hij zichzelf bescheet toen we hem uit de jeep haalden. Een andere keer was er één die zich bepiste. Ik werd er zo onverschillig voor, het kon me geen barst schelen. Hij scheet in zijn broek, ik hoorde hoe hij dat deed, ik zag zijn schaamte. Ik rook het ook. Maar het deed me niks (Hebron 2010).

Gewelddadig ‘spel’

Een soldaat bekende dat hij adolescenten oppakte: “Je boeit hen, blinddoekt hen en steekt ze in de wachtpost en daarna neem je ze mee. Eens arresteerden we er een en terwijl we met een gepantserd voertuig wegreden, speelde iemand ‘kazabubu shlaflaf’ met hem. Als ik ‘kazabubu’ zeg, moet je je naam zeggen en als ik ‘shlaflaf’ zeg, je familienaam.

Hij begon dat spel echter te spelen zonder hem de regels uit te leggen. Hij zei ‘kazabubu’ en sloeg hem op zijn hoofd. Niet zo moeilijk, maar vooral vernederend. Minder pijnlijk dan vernederend. Hij sloeg hem en iemand anders riep dan het antwoord naar hem, wat hij verondersteld werd te zeggen ‘Zeg je naam!’, of ‘Wat is je naam’. Dat soort geschreeuw. Zo een spel kon wel zeven minuten duren (Nablus 2009).

Kazabubu is een personage in een komisch programma op de Israëlische TV, hij heet voluit Kazabubu, de Joodse Kannibaal van de verloren Stammen en is niet bepaald snugger. Geen idee wat schlaflaf betekent (noot vertaler)

Schieten om te doden is OK, hoe jong ze ook zijn

We kregen de instructies om iedereen neer te schieten die zichtbaar gewapend was of iemand met een molotovcocktail, zelfs als hij ze nog niet geworpen had. We schoten in zijn richting. Als de dingen uit de hand lopen kan je zeer dicht bij hem schieten of op zijn benen of zo. Niemand zegt je wanneer de dingen uit de hand lopen. Al die fanatici zien al die Palestijnen als degenen die de dingen uit de hand doen lopen.

We waren eens met zes in een gepantserde jeep in een echt serieuze rel. De kerel naast mij schiet in de grond om de menigte te doen vluchten en zegt ‘Oeps’. Ik kijk en zie een kind bloedend op de grond en de menigte was weg. Hij had van in de jeep geschoten. Hij zei ook tegen ons ‘Vertel dat niet voort’. Als ze molotovcocktails naar ons gooien, mogen we schieten om te doden. Ongeacht hun leeftijd (Nablus 2005-2006).

Een hinderlaag voor kinderen

Er werd regelmatig wel één van onze voertuigen geraakt door molotovcocktails op Mount Eval in Nabloes. Na een paar van die incidenten legden we een hinderlaag. Als een kind klaar stond om een molotovcocktail te gooien, mocht je hem neerschieten. ‘Schieten om te doden” vroeg de interviewer, “Absoluut, dat is de procedure” antwoordde de soldaat. “Het ogenblik dat je nog maar de minste vonk ziet”. Hij legde uit dat de soldaten de kinderen proberen te provoceren door met een jeep heen en weer te rijden.

De jeep passeert en plots zien we een groep kinderen. “Ik denk dat ze een of andere zak vasthouden”. Een soldaat richt zijn M-24 (geweer specifiek voor scherpschutters) op één van de kinderen. Hij vraagt de officier of hij de veiligheidspal mag ontgrendelen. De officier zegt van ja. “Plots – boem!” het geweer van de scherpschutter gaat af. We zien de kinderen in alle richtingen wegvluchten, rennend voor hun leven. We hebben geen idee wat er gebeurde want we weten dat hij gemikt had en we weten niet of hij die kleine geraakt had of niet”.

Interviewer: Je zei dat ze een zak vasthielden. Mikten ze op degene die de zak vasthad?
Soldaat: Dat is daar een plek vanwaar ze dikwijls molotovcocktails gooien.
Interviewer: Maar een molotovcocktail is een fles, geen zak.
Soldaat: Jamaar je moet er altijd van uitgaan dat het dat is dat in de zak zit. Snap je?
Interviewer: Hoe oud waren die kinderen?
Soldier: Jong – 13, 14, 15. (Nablus 2009)

Vogelvrij verklaard

Er werden regelmatig molotovcocktails geworpen vanuit het vluchtelingenkamp Jilazoun in de richting van de Beit El (Joodse koloniale) nederzetting. “Het waren altijd kinderen die wierpen en een tijd lang legden we dan hinderlagen, af en toe werd er een molotovcocktail geworpen naar onze troepen en joegen we ze weg. Een van mijn vrienden zat in Beit-El in een soort scherpschuttershol, een kind kwam te voorschijn, wierp een molotovcocktail en hij schoot hem neer. Zodra ze de fles aansteken, zijn ze vrijlopend wild.

Interviewer: Wou die kleine dat naar de troepen gooien?
Soldaat: Nee, hij was te ver weg, mijn vriend, die hem met zijn scherpschuttersgeweer neerlegde, was niet in gevaar.
Interviewer: En hij doodde hem?
Soldaat: Ja.
Interviewer: Hoe oud was die kleine?
Soldaat: Jong, 16 jaar. (Ramallah 2008)

“ We hadden in die tijd nogal wat X’en [hij bedoelt de merktekens op de zijkant van hun geweer, om aan te duiden hoeveel mensen ze hebben gedood]. Het bataljon vond dat geweldig. Er was daar een hinderlaag tot er een of andere jongen afkwam met een molotovcocktail en zijn been werd afgeschoten. De kinderen kwamen, de soldaten zaten er, ze staken een fles aan en werden in de benen geschoten  (Ramallah 2008).

Geen gêne om fotos te maken van hun misdaden

Een soldaat vertelt van twee andere soldaten die opgewonden waren door hun eerste actie in Hebron, toen daar een Palestijnse jongen was aangehouden voor het werpen van stenen. De jongen ontkende. Die twee opgewonden soldaten ‘namen een foto van zichzelf met hem’. Op de vraag of de jongen daar geen bezwaar tegen had, zei hij: “Nee, hij was geblinddoekt, hij wist het niet eens (Hebron 2007-2008).

Tijdens een training toonde een chauffeur me foto’s van twee kinderen die hij had gevangen genomen, gebonden en geslagen. “Hij toonde me de video op zijn gsm. Hij zit daar vastgebonden, een of andere soldaat passeert en – paf – slaat hem op zijn rug of zo (Jalame, Jenin 2008).

“We hebben een gedetineerde” deed de ronde [de soldaten hadden het over aangehouden kinderen]. Soldaten wilden dan een foto van zichzelf nemen. Gewoonlijk mochten ze dat niet, soms deden ze het toch. Hoewel het officieel niet mocht werd het dus wel gedaan. Ze namen een video van zichzelf op, ze maakten videoclips.  “Zeg ‘Advanced Company’ is de bom, komaan, zeg het!” Eindelijk wat actie. (Gaza Strip 2008).

Adri Nieuwhof

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!