Opinie, Nieuws, Samenleving, België -

Is kritiek makkelijker dan het formuleren van concrete oplossingen?

Het is positief om te zien hoe de hongerstaking in Brussel opnieuw een broodnodig maatschappelijk debat ontketent over het huidige migratiebeleid. De bijdrage van Brecht Decoene begint jammer genoeg met een dooddoener die juist heel weinig ruimte laat voor een echt debat. Kort gezegd, komt zijn verwijt hierop neer: kritiek geven is gemakkelijk, maar wat is het alternatief?

maandag 16 april 2012 13:25
Spread the love

Als moraalwetenschapper zou Brecht Decoene toch beter moeten weten. Een ‘kritiek’ formuleren, vooral binnen het kader van een lange filosofische traditie van veelzijdige denkers zoals Kant, Hegel, Marx, de Frankfurter Schule tot aan o.a. Foucault, moet niet enkel en alleen gezien worden als een uiting van simpele afkeer.

Integendeel, kritiek impliceert een diepgaande analyse van de condities en machtsrelaties die onze huidige maatschappij vorm geven. Een fundamentele kritiek vraagt ook een grondig begrip van de manier waarop deze machtsrelaties ons denken over de maatschappij beïnvloeden.

In die zin is kritiek helemaal geen gemakkelijke optie, maar veeleer een geëngageerde noodzakelijkheid die het huidige status quo telkens en opnieuw in vraag stelt en veel verder gaat dan het direct handelen in het hier en nu (de zogenaamde ‘concrete oplossing’ of de ‘praktische filosofie’ waarnaar Decoene refereert).

“In die zin is kritiek helemaal geen gemakkelijke optie, maar veeleer een geëngageerde noodzakelijkheid die het huidige status quo telkens en opnieuw in vraag stelt en veel verder gaat dan het direct handelen in het hier en nu”

Want laten we eerlijk zijn, welke concrete en directe oplossingen zijn er in het hier en nu? Welke ruimte is er om fundamenteel iets te doen aan het asielvraagstuk in een context waarin de Europese welvaartsstaten steeds meer onder druk staan en hun solidariteitsmechanismen steeds verder worden afgebouwd om op zeer kortzichtige manier economische groei en winstaccumulatie te garanderen?

Welke ruimte is er in een wereldwijde context waarin economische en politieke elites de globalisering zo hertekenen zodat steden, landen en regio’s steeds meedogenlozer met elkaar moeten concurreren? Het is in deze context dat toenemende migratie plaatsvindt.

Is het dan niet logisch dat we deze complexe sociale en maatschappelijke context in het debat betrekken? Het moge duidelijk zijn dat binnen de context van de huidige globalisering het sluiten van grenzen en het opzetten van ondoorzichtige Europese agentschappen zoals Frontex om deze grenzen te beschermen geen duurzame oplossing vormen.

De redenen waarom mensen naar Europa willen migreren en de complexe oorzaken die hiervan aan de basis liggen, lost men hiermee niet op. Daarenboven heeft de toenemende focus op het sluiten van grenzen een drastisch effect op deze grenzen zelf, en bijgevolg ook op ons, wij die tussen deze grenzen leven.

Grenzen worden veelvormig. Niet alleen de buitengrenzen worden in toenemende mate gecontroleerd en gesloten, maar ook luchthavens, ambassades, havens en andere plaatsen binnen onze buitengrenzen worden almaar strenger bewaakt en gecontroleerd.

Die asielzoekers en migranten die toch nog door de mazen van het net glippen, worden bij voorkeur weggeborgen in gesloten centra. Al deze maatregelen hebben niet alleen een effect op de slaagkansen van de ‘targets’ in kwestie, maar impliceren ook steeds meer veranderingen (lees minder vrijheid en meer controle) voor ons eigen dagelijkse leven.   

“Die asielzoekers en migranten die toch nog door de mazen van het net glippen, worden bij voorkeur weggeborgen in gesloten centra”

Daarom is een kritisch debat zo fundamenteel. Het is waar dat in deze bredere maatschappelijk context de concrete en vooral directe maatregelen op het eerste gezicht veeleer beperkt lijken. Maar is het omdat er vandaag slechts één specifieke soort van ‘concrete maatregelen’ mogelijk lijkt of ruimte krijgt in het maatschappelijk debat, dat alle andere kritische geluiden maar beter de mond gesnoerd worden omdat zij alternatieven impliceren (niet noodzakelijk letterlijk formuleren) die veel verder gaan dan het onmiddellijke hier en nu?

De zogenaamde praktische filosofie van Decoene stelt het praktische handelen gelijk aan het politieke. Maar is het niet juist de taak van de kritische filosofie om de beperkte contouren van het directe praktische handelen in vraag te stellen?

Wat als de grote verlichtingsdenkers uit de 18de en 19de eeuw enkel het praktische in overweging hadden genomen? En wat als de mensen op het Tahrirplein in Caïro niet het utopische lef hadden gehad de Egyptische ex-president Moebarak regelrecht uit te dagen en nog langer hadden gewacht en gehoopt op de ‘concrete oplossingen’ van de westerse promotoren van de democratie? Zou er iemand in het Midden-Oosten of Noord-Afrika vandaag nog stellen dat politiek zich enkel afspeelt binnen de praktische grenzen van het direct mogelijke?

Zou er iemand in het Midden-Oosten of Noord-Afrika vandaag nog stellen dat politiek zich enkel afspeelt binnen de praktische grenzen van het direct mogelijke?

Laat het duidelijk zijn dat een kritische reflectie in het huidige debat echt niet enkel gaat over de specifieke hongerstakers in kwestie. Laat staan dat het debat zich beperkt tot de simplistische tegenstelling tussen ‘opvangen’ of ‘terugsturen’. Het voeren van het debat binnen deze tweeledigheid gaat voorbij aan het veel belangrijkere politieke vraagstuk waarom bepaalde plaatsen in de wereld pas relatief kort geleden te maken kregen met het verschijnsel van ‘overtollige bevolking’.

Het probleem is dat we vandaag verkeerdelijk geloven, om het met de woorden van de beroemde socioloog Zygmunt Bauman te zeggen, dat we “gedwongen [worden] om naar lokale oplossingen te zoeken voor een mondiaal veroorzaakt vraagstuk – met op zijn best een geringe, maar meestal niet bestaande kans van slagen.” (1)

De kritiek bestaat er hem juist in de voorwaarden te scheppen om naar oplossingen te zoeken buiten de limieten van het huidige status quo. De kritiek schept juist de ruimte om de contradicties en ideologische blindheid in de context van de huidige neoliberale globalisering te overstijgen.

Om nogmaals Bauman te citeren: “De mensen die als ‘economische migranten’ worden aangemerkt (dat zijn mensen die het voorschrift van ‘rationele keuze’ volgen, dat zo bejubeld wordt door het neoliberale koor, en zo de kost proberen te verdienen op plaatsen waar dit mogelijk is, liever dan te blijven op plaatsen waar dit onmogelijk is), worden openlijk veroordeeld door regeringen die hun best doen om hun kiezers de deugd van ‘flexibele arbeid’ aan te leren, en die hun eigen werklozen aansporen om ‘hun fiets te nemen’ om naar plekken te gaan waar arbeidskracht wordt gekocht”. (2)

De kritiek schept juist de ruimte om de contradicties en ideologische blindheid in de context van de huidige neoliberale globalisering te overstijgen

Het is de taak van de kritische analyse om de inherente contradictie hiervan bloot te leggen. Eenzelfde oefening kan men maken als men economische migranten vervangt door asielzoekers. Een kritisch debat over het migratievraagstuk focust dus niet enkel op migratie op zich, maar stelt ook onze huidige sociale orde in vraag.  

Kritiek is daarom niet enkel ‘sympathiek’ zoals Decoene het verwoordt. Kritiek stopt niet enkel bij het ons bewust zijn van de complexiteit, ambiguïteit en perfiditeit van de hedendaagse wereldpolitiek om dan tot de merkwaardige conclusie te komen: “en dan?”.

Het is vreemd dat Decoene enerzijds toegeeft dat de wereld zoals we die kennen een machtsconstruct is, maar anderzijds de consequenties hiervan niet meeneemt in zijn praktische filosofie en wat hij “het mogelijke” noemt. Een kritische debat met betrekking tot de hongerstaking houdt daarom juist in dat men het onlosmakelijke verband ziet tussen het lokale (het migratieprobleem) en het globale (de huidige vorm van globalisering).

“Een kritische debat met betrekking tot de hongerstaking houdt daarom juist in dat men het onlosmakelijke verband ziet tussen het lokale en het globale”

Meer nog, een kritische analyse legt juist de absurditeit en onhaalbaarheid bloot van bepaalde ‘concrete oplossingen’ in het hier en nu die de brede context weigeren in rekenschap te brengen en afdoen als ‘iets sympathiek’, maar niet echt relevant of ‘wereldschokkend vernieuwend’. Ook dat laatste is een vreemde redenering van Decoene. Is het omdat iets al herhaaldelijk werd aangekaart dat het er daarom niet meer toe doet?

Wat het opiniestuk waartegen Decoene reageert helemaal niet wou doen, is publieke intellectuelen als Loobuyck of Vermeersch verwijten dat zij de Belgische wapentrafiek verdedigen, zoals Decoene lijkt te suggereren. Vermeersch, daarentegen, vat dit zélf niet zo op in zijn reactie op onze tekst. Meer zelfs, hij laat juist ruimte open voor debat.

De uiteindelijke boodschap van het opiniestuk was veel fundamenteler. Het betreurt dat deze intellectuelen enkel en alleen naar oplossingen kunnen of willen zoeken binnen de grenzen van de huidige maatschappelijke context. Met andere woorden, het betreurt juist het feit dat vooraanstaande mensen zoals Loobuyck en Vermeersch niet ‘out of the box’ willen of kunnen denken en niet meer geloven dat we wel degelijk buiten de neoliberale contouren van onze maatschappij kunnen kleuren.

Dat een verzet mogelijk is dat veel verder gaat dan het migratievraagstuk op zich, maar de onrechtvaardigheden van de huidige globalisering in zijn geheel aanklaagt. De kern van onze democratie, volgens een hele reeks van invloedrijke filosofen zoals o.a. Mouffe en Laclau, is net dat de grenzen ‘van het mogelijke’ onophoudelijk worden opengebroken: politiek als de kunst van het onmogelijke.

Is dit utopisch? Of, erger nog, is dit naïef? De anderglobaliseringsbeweging dacht anders van niet. En vandaag zien we hoopvolle fenomenen zoals Occupy Wall Street, de indignados en de Arabische lente. Hierbij komen mensen massaal op straat om de huidige neoliberale orde in vraag te stellen. Hun acties en activisme start juist vanuit een kritische analyse. Zij proberen ‘out of the box’ te denken.

“De kern van onze democratie, volgens een hele reeks van invloedrijke filosofen, is net dat de grenzen ‘van het mogelijke’ onophoudelijk worden opengebroken: politiek als de kunst van het onmogelijke”

Voor veel mensen in de Arabische wereld, de VS en Zuid-Europa is globalisering in al zijn dimensies helemaal geen abstract begrip, maar iets wat ze aan den lijve ondervinden. Meer zelfs, deze globalisering stuwt mensen uit de Arabische wereld richting Europa en drijft, paradoxaal genoeg, jonge Portugezen en Spanjaarden juist weg uit Europa.

Juist daarom is het echt jammer dat Decoene de beroemde quote van Oscar Wilde, de titel van zijn eigen opiniestuk, enkel en alleen poneert zonder er dieper op in te gaan. Waarom verwijst hij naar Oscar Wilde? Is de zaak van de hongerstakers nu rechtvaardig of niet?

Hierop geeft Decoene jammer genoeg geen antwoord. Is het misschien vanwege het feit dat men die vraag enkel en alleen kan beantwoorden als men dan de complexiteit, ambiguïteit en perfiditeit van de wereldpolitiek en de neoliberale globalisering juist wel koppelt aan het huidige migratievraagstuk?

Koenraad Bogaert en Pascal Debruyne

Koenraad Bogaert is als doctor-assistent verbonden aan MENARG, het onderzoekscentrum voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika van de UGent en Pascal Debruyne is als PhD-onderzoeker verbonden aan hetzelfde centrum.

(1) Bauman, Zygmunt (2007) Vloeibare tijden. Leven in een eeuw van onzekerheid. Zoetermeer: Klement/Pelckmans (p.53).

(2) Ibid.: p. 64.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!