“Embrace diversity” op het voormalige Actiris gebouw, Boulevard Anspach.
Reportage - Perri MacKenzie

Is diversiteit voor Stad Brussel meer dan een façade?

Een misplaatste reclameposter van Stad Brussel werpt een schril licht op de hypocrisie van de Brusselse stedenbouwkunde van vandaag.

vrijdag 2 oktober 2020 12:39
Spread the love

 

Vrijdag 17 september opende de Belgische beeldend kunstenaar Karolien Chromiak de deur van haar atelier om vervolgens haar werkruimte ongewoon donker en benauwd aan te treffen. Een plastic geur heerste in de stille, zware, lucht. De vorige dag was er een enorm spandoek van 4 etages hoog geïnstalleerd op de zijkant van het gebouw waar ze werkt. Karoliens werkruimte bevindt zich op de vijfde verdieping van het voormalige Actiris-gebouw tegenover de historische Beurs in het centrum van Brussel. Ze huurt haar werkruimte via Level Five VZW, (een coöperatieve atelierorganisatie), samen met een 80-tal andere kunstenaars, ontwerpers, architecten en sociale initiatieven. Het spandoek is een promotie voor Stad Brussel. Het opschrift: “embrace diversity” oftewel “omarm diversiteit”.

Met regenboogachtige beeldentaal, lijkt het spandoek te verwijzen naar het huidige Brussels Pride-festival voor de LGBTQI+ gemeenschap. De Stad lanceerde onlangs een actie om de gemeenschap te ondersteunen en het spandoek lijkt deel uit te maken van deze campagne. Maar achter de regenbooggevel schuilt een ingewikkelder verhaal: over privé-geld, openbare ruimte en gemiste kansen.

Het gebouw waar Karolien haar atelier heeft, was vroeger een openbaar gebouw voor Actiris, de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsvoorziening. Voordat het door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd verkocht aan een privé-eigenaar stond het vier jaar lang leeg. Het gebouw zal worden ontwikkeld tot een luxueuze “dining-retail-concept, wonen en werken”-omgeving genaamd de Dom en wordt in de tussentijd beheerd door een “leegstandsbeheerder (een praktijk die in de volksmond “antikraak” genoemd wordt). Eigenaars die de leegstandsbelasting willen vermijden, doen vaak een beroep op dergelijke bedrijven, die vrijwel niets in rekening brengen bij de eigenaar en beloven het gebouw te vullen met sociale initiatieven.

Zulke leegstandsbeheerders betalen geen huur voor het gebouw, maar rekenen huur aan hun huurders, die harde contracten van “tijdelijke bezetting” worden aangeboden. Het eindresultaat is een win-win-situatie: de leegstandsbeheerder profiteert van twee kanten, de eigenaar vermijdt belastingen en heeft baat bij de goede publiciteit van een gebouw vol non-profit-initiatieven. De huurders kunnen echter op elk moment worden uitgezet. Uiteindelijk worden dergelijke panden ontwikkeld tot meer lucratieve projecten en gaat de cyclus van herontwikkeling (of gentrificatie) door.

Waarom is er dan een spandoek dat Karoliens raam bedekt? Het zou te maken kunnen hebben met de clausule in het huurcontract waarin staat dat de verhuurder het recht heeft om “het gebouw ter beschikking te stellen voor commerciële doeleinden”. In deze situatie blijkt echter dat Stad-Brussel rechtstreeks een regeling heeft getroffen met de eigenaar. Noch de verhuurder, noch de huurders werden op de hoogte gebracht. “Het probleem met een precaire gebruiker zijn is dat je nooit zeker weet wie er verantwoordelijk is”, zegt kunstenaar Kianoosh Motallebi.

De installatie van het spandoek op 16 september.

Het lijkt er dus op dat het spandoek is geplaatst zonder rekening te houden met degenen die voor licht en verse lucht afhankelijk zijn van de ramen. En juist hier ontstaat er een barst in de façade. Er lijkt een conflict te zijn tussen de inclusiviteitswaarden die het spandoek uitstraalt en de precaire realiteit van de huurders binnen.

Tegelijkertijd, is het gebouw zelf een verhaal van openbare ruimtes die worden verkocht voor privédoeleinden. Het ophangen van een spandoek met diverse waarden ondersteunt stilzwijgend de luxueuze herontwikkeling, terwijl dit verdoezeld wordt. Waarom ondersteunt Stad Brussel op die manier de gentrificatie? We vragen ons af: wat is de afspraak tussen de eigenaar van het gebouw en Stad Brussel? Wie profiteert er van?

De misplaatsing van het spandoek roept andere vragen op. Men vraagt zich af of het draagvlak van de Brusselse stad voor diversiteit meer is dan enkel een façade. We vragen ons af: wat doet de stad om de diversiteit structureel te ondersteunen? Wat doen ze om de confrontatie aan te gaan met de gentrificatie, die de monocultuur verspreidt en alle minderheidsgroepen marginaliseert? Wat voor soort diversiteit willen ze precies dat de Brusselaars omarmen?

“Naar wie is het spandoek gericht?”, zegt architectuurhistoricus Paoletta Holst. “We hebben een structurele verandering nodig, geen bevel om te diversifiëren.” Voor Rachael Moore, coördinator van RainbowHouse, een overkoepeling voor Franstalige en Nederlandstalige LGBTQI+-organisaties, getuigt het spandoek van een totaal gebrek aan verbinding. “Het spandoek impliceert solidariteit. Met wie? Ik vraag dan: hoe gaan we die solidariteit dan doen?”

Voor voorbeelden van solidariteit in actie zou Stad Brussel het spandoek moeten verwijderen en door de ramen van het voormalige Actiris-gebouw moeten kijken. Dan zouden ze veel actieve gemeenschapsinitiatieven treffen, zoals Engagement Arts, die seksuele intimidatie, seksisme en discriminerend machtsmisbruik in het Belgische kunstenveld aanpakt. Stad Brussel zou zich kunnen informeren over het collaboratieve onderzoek van Level Five, Permanent, dat tot doel heeft een permanent coöperatief gebouw voor gemengd gebruik op te richten dat tegenover winstgerichte stadsontwikkeling staat. “We zijn ons goed bewust van de rol die kunstenaars kunnen spelen in het gentrificatieproces”, zegt Els Silvrants-Barclay, onderzoeker en activist. “Met Permanent proberen we structuren op te bouwen die dit tegenwerken en tegelijkertijd de risico’s te onderkennen waaraan minderheidsgroepen in het proces onderhevig zijn.”

Met de ontwikkeling van het voormalige Actiris-gebouw, wordt het symbool van de sociale zekerheid en het welzijn in Brussel getransformeerd in een hoogwaardige winkel- en woonervaring voor de hogere middenklasse. Hier overlappen de kwesties van diversiteit en gentrificatie elkaar. Rachael Moore zegt: “Is dit echt de visie die Stad Brussel heeft voor haar toekomst? Hoe zal deze luxe ontwikkeling ten goede komen aan mensen met een andere culturele of raciale achtergrond? Zij die gehandicapt zijn, sekswerkers, of een immigrant van de eerste of tweede generatie? In het kader van de reflectie over het spandoek zelf, voegt ze eraan toe: “Het beeld is dat van een zwarte persoon. Wat heeft Stad Brussel gedaan voor de zwarte gemeenschap? En vooral, wat gaan ze doen?

Het lijkt erop dat Stad Brussel veel zou kunnen leren van communicatie met de huurders van het gebouw dat het zich toe-eigent en met degenen wier imago ze beweren te vertegenwoordigen. In plaats van verteld worden hoe we diversiteit moeten omarmen, vragen we Stad Brussel om daad bij het woord te voegen: zorgen voor gelijkheid op het vlak van huisvesting en de arbeidsmarkt, de veiligheid op straat voor iedereen bevorderen, een intersectioneel perspectief op alle beleidsdomeinen toepassen en burgerinitiatieven ondersteunen. We vragen om structurele verandering en om een echte, vooruitstrevende dialoog.

Het interieur van de atelier van kunstenaar David Bernstein.

Voor nu tasten Karolien Chromiak en andere mensen op de vijfde verdieping in het donker. “Ik werk met fotografie”, zegt ze. “Natuurlijk licht is essentieel.” Voor kunstenaar David Bernstein in de naburige studio is het nu net zo somber. “Mijn studio is een houtwerkplaats, ik werk met hout”, zegt hij. “Nu kan ik niet genoeg ventilatie krijgen om veilig te werken, wat nog problematischer is met COVID-19. Het spandoek is als een muur.”

Voor de gemeenschap op Level Five symboliseert het spandoek alles wat disfunctioneel is in de relatie tussen de stad en haar bewoners: de hypocrisie, het gebrek aan dialoog, en het gebrek aan wil tot echte structurele verandering – een gebrek aan echt progressieve partnerschapsopbouw.

Ondertussen hangt het spandoek aan de vijfde verdieping van het voormalige Actiris-gebouw. Wie op de Anspachlaan naar het noorden loopt, kan het niet missen. “Omarm Diversiteit”, vertelt het ons, badend in het zonlicht.

 

Notes:

[1] https://www.bruzz.be/samenleving/stad-brussel-lanceert-actieplan-voor-lgbtqi-mensen-2020-09-18

[2] https://www.bruzz.be/economie/actiris-gebouw-onder-handen-genomen-door-topgalerist-axel-vervoor

[3] In het contract staat dat de leegstandsbeheerder “het recht heeft (los van het gebruik van de precaire gebruiker) om het gebouw ter beschikking te stellen voor commerciële doeleinden zonder de precaire gebruiker hiervoor financieel te vergoeden”.

[4] Precaire gebruiker’ is de letterlijke term voor de huurders met een contract van tijdelijke bezetting: de termen worden in het contract zelf gebruikt.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!