De presidenten van Senegal en Iran
Reportage, Nieuws, Afrika, Economie, Politiek, Iran, Guinee-Bissau, Senegal, Senegal-Gambia, Casamanca -

Iran, Senegal en het Casamance conflict

Op 23 februari 2011 verbrak Senegal de diplomatieke banden met Iran. Aanleiding is de Iraanse wapensmokkel voor de Mouvement des Forces Democratiques du Casamance (MDFC). Het MDFC strijdt al decennialang voor de onafhankelijkheid van Casamance, in het zuiden van Senegal.

dinsdag 1 maart 2011 12:16
Spread the love

In de nacht van 23 februari 2011 heeft de Senegalese minister van buitenlandse zaken, Madické Niang, de diplomatieke banden met Iran verbroken. Het breekpunt is de vermeende wapensmokkel vanuit Iran. Niang stelde dat zijn regering niet meer wenst samen te werken met een land dat Senegal wil destabiliseren.

Volgens het Iraanse nieuwsagentschap IRNA (nvdr: Islamic Republic News Agency) beweerde het hoofd van nationale veiligheid en buitenlandse beleidscommissie, Alaeddin Boroujerdi, dat Senegal de diplomatieke banden met Iran heeft doorgeknipt onder druk van de Verenigde Staten. Volgens Boroujerdi tracht Washington naar aanleiding van de Arabische revoltes haar beleid te veranderen.(1) Dat is misschien nog niet eens zo ver gezocht. De wapensmokkel dateert immers uit oktober 2010. Enkele dagen voor het diplomatiek conflict meldde het Iraans nieuwsagentschap nog dat Iran en Senegal besloten hadden om zowel op politiek als economisch vlak de samenwerking te verstevigen. Teheran zou de komende jaren voor 200 miljoen dollar willen investeren in gezamenlijke economische projecten. Senegalees president Abdoulaye Wade zou ook gesteld hebben dat Iran het recht heeft om nucleaire energie te produceren.(2)

Voor wie zijn de wapens?

Aanleiding voor het diplomatiek conflict is dus een vermeende wapenlevering van Iran aan het MFDC in de zuidelijke Senegalese provincie Casamance. De vraag stelt zich echter of het hier wel degelijk gaat om Iraanse wapens en of ze wel degelijk bestemd waren voor het MDFC. Het zou een perfect scenario kunnen zijn voor een nieuwe thriller van John Le Carré – met als thema wapentrafieken naar Afrika in de 21e eeuw.

In oktober 2010 zouden de Nigeriaanse autoriteiten in de haven van Lagos 13 verdachte containers hebben ontdekt op een schip van het Franse maritieme transportbedrijf CMA CGM. De containers bevatten volgens het label een lading bouwmaterialen. Ze bleken echter een voorraad gesofisticeerde wapens te verbergen, met ondermeer rakettenwerpers en granaten.

Volgens de boordcommandanten van het schip waren de containers bestemd voor Gambia. De weblog Iran Bulletin merkte hierbij  ironisch op: “Als het Franse maritieme transportbedrijf geen zaken deed met de ayatollahs, zou Iran via hen ook geen wapens kunnen smokkelen”.(3) Iran, dat gebukt gaat onder VN sancties, mag geen wapens uitvoeren. Het zou dus de wereld op zijn kop zijn dat uitgerekend een Frans bedrijf wapens vervoert voor Iran.

Iraans minister van buitenlandse zaken, Manoucherhr Mottaki, die speciaal naar Nigeria vloog om het voorval te bespreken, ontkende enige betrokkenheid van de Iraanse regering bij de wapenlevering. Volgens de minster zouden de wapens afkomstig zijn van een Iraanse privéonderneming.(4) De Israëlische media vermoedden dat Iran een nieuwe smokkelroute uittestte en dat de wapens bestemd waren voor Hamas.(5) De Nigeriaanse autoriteiten geloofden dan weer dat de wapens rebellengroepen in de Nigerdelta als bestemming hadden.

Ze rapporteerden het voorval aan de VN Veiligheidsraad. Deze onderzochten het voorval en kwamen tot de vaststelling dat de lading wel degelijk afkomstig was van Iran met Gambia als bestemming.  De Gambiaanse regering ontkende dat de wapens voor hen waren bestemd en knipten in december 2010 de diplomatieke banden door met Iran. De Iraanse diplomaten kregen welgeteld 48 uur om het land te verlaten. Alle samenwerkingsprojecten werden onmiddellijk stopgezet. Er werd geen reden gegeven waarom ze het land moesten verlaten. 

De voormalige Gambiaanse ambassadeur voor de VS, Essa Bokarr Sey, vertelde aan de krant VibeGhana dat de Gambiaanse president Yahyah Jammeh de diplomatieke banden met Iran verbrak om zijn rol in de wapensmokkel uit te wissen.(6)  Nigeriaanse onderzoekers beweerden echter dat Jammeh via zijn zakenimperium Kanilai Farms de wapens had besteld. De Iraanse ambassadeur voor Gambia, Hussein M. Abdullahi, bevestigde tijdens een conferentie in Nigeria dan weer dat Iran met Jammeh een geheim handelsakkoord had afgesloten voor vier ladingen wapens. De lading wapens die men in de haven van Lagos had aangetroffen, zou de derde lading zijn geweest.(7)

Als de wapens niet voor Gambia bestemd waren, was voor de Senegalese autoriteiten de enige mogelijke conclusie dat de wapens bedoeld waren voor het MDFC uit hun opstandige provincie Casamance. Een verklaring van de Gambiaanse kapitein Sana B. Sally bevestigde deze hypothese. In een brief aan de krant The Gambia Echo stelt Sally, die een belangrijke rol speelde in de militaire junta van Jammeh maar daarna in ongenade viel, dat de president al jarenlang de rebellen van het MDFC traint en voorziet van wapens.(8) Na enkele jaren in de gevangenis te hebben gezeten in Gambia, leeft Sally nu in ballingschap in Duitsland.

Ondertussen heeft de Gambiaanse regering wel toegegeven dat ze in 2005 wapens in Iran heeft aangekocht met het doel de interne veiligheid te versterken.(9) Maar ook deze nieuwe uitleg lijkt niet met de realiteit overeen te stemmen. Naast de officiële verklaring van de Iraanse regering en de ‘klachtenbrief’ van Sally is er echter nog een derde bewijs. (10)  Na het losbreken van nieuwe gevechten eind januari 2011, stellen de Senegalese autoriteiten vast dat de rebellen in Casamance beter bewapend zijn.

Dat de wapens afkomstig zijn van Iran en dat de wapenlevering berust op een geheim handelsakkoord met Gambia staat dus vast. Dat de wapens bestemd waren voor het MDFC in Casamanca blijft een hypothese. Nochtans beweren verschillende specialisten van het Casamance conflict dat Yammeh al jarenlang het MDFC ondersteunt. Merkwaardig genoeg heeft de Senegalese minister van buitenlandse zaken, Madické Niang, een lans gebroken voor Gambia. Hij gelooft de recente verklaring van de Gambiaanse overheid en wenst de relaties met president Jammeh niet te vertroebelen.

Het langstdurende conflict in de West-Afrikaanse regio

Casamance is qua economisch potentieel de rijkste regio in Senegal. Omwille van het gunstige klimaat wordt de Senegalese provincie ook wel de fruitschuur van Senegal genoemd. De regio is door haar prachtige natuur ook een belangrijke toeristische trekpleister. Vandaag wonen er ongeveer 1,4 miljoen mensen. De hoofdstad van de provincie is Ziguinchor.

Het  Casamance conflict is een complex conflict. Het is het langstdurende conflict in de West-Afrikaanse regio. Op internationaal niveau bestaat er amper belangstelling voor. In de afgelopen jaren zijn er meer dan vijfduizend doden gevallen en vluchtten 60.000 mensen naar buurlanden Gambia of Guinee-Bissau. Door het conflict is de Casamance provincie diep weggezonken in extreme armoede, misdaad en werkloosheid. Doordat het MDFC in de jaren 90 van de vorige eeuw overal mijnen heeft gelegd en verschillende splintergroepen de regio met roofovervallen onveilig maken, is Casamance uitgegroeid tot de gevaarlijkste regio in Senegal. Hoe is het zover kunnen komen?

Koloniale erfenis

Het conflict in Casamance kent verschillende oorzaken. Eén van de belangrijkste oorzaken is ongetwijfeld de ongunstige geografische ligging. Casamance ligt in het zuiden van Senegal en wordt door de ligging van Gambia afgesneden van de rest van het land. Het is alsof Senegal uit twee longen bestaat en voor een lang stuk wordt gescheiden door de slokdarm, Gambia. De oorzaak van deze bizarre geografische opdeling gaat terug tot het koloniale tijdperk. Het is een beklijvende herinnering aan de lichtzinnigheid waarmee het Westers imperialisme de deling van Afrika voltrok.(11)

Tot 1866 stond de volledige regio van wat nu Guinee-Bissau en Kaapverdië is, onder koloniaal toezicht van Portugal. De Casamance regio en het huidige Gambia, behoorden daar ook toe. In 1588 had  de Portugese troonpretendent António van Crato de handelsrechten op de Gambia-rivier verkocht aan de Engelsen. Dertig jaar later zal de Engelse koning Jacobus I deze handelsrechten overlaten aan een Brits bedrijf.

Bijna heel de 18e eeuw strijden de Engelse en Franse imperialisten om Senegal en Gambia. In 1783, bij de vrede van Versailles, wordt Gambia aan het Verenigd Koninkrijk toegewezen. Senegal en de Casamance regio komen in de handen van Frankrijk. Aan het einde van de 19e eeuw, tijdens de wedloop om Afrika, wordt Casamance op belissende wijze toegewezen aan Frankrijk en wordt het toegevoegd aan Senegal. In 1889 wordt overeengekomen dat Gambia een Britse kroonkolonie wordt.

Van het verlangen naar onafhankelijkheid tot gewapend conflict

Als Senegal in 1960 de onafhankelijkheid krijgt, belooft de kersverse president Léopold Sédar Senghor de provincie Casamance de onafhankelijkheid te verlenen na 20 jaar. Volgens de Franse historicus Jacques Charpy is deze nogal bizarre belofte van Senghor uit de lucht gegrepen. (12) Maar de Jola, één van de grootste bevolkingsgroepen willen kost wat kost de onafhankelijkheid bereiken. In 1980 vinden de eerste gewelddadige demonstraties plaats in Ziguinchor. Deze demonstraties worden geleid door het MDFC dat dertien jaar eerder het levenslicht zag. Aan het hoofd van de politieke beweging staat de charismatische katholieke priester Augustin Diamacoune Senghor. Hij zal de beweging  tot aan zijn dood leiden.

In 1985 start de politieke beweging met een gewapende tak, Diola. Het MDFC wordt lange tijd gesteund door voormalig president Jo?o Bernardo Vierira van Guinee-Bissau. Daarnaast zijn er sterke aanwijzingen dat de Gambiaanse president Yahya Jammeh de separatistische beweging in Casamance blijft ondersteunen.

Vanaf de oprichting van de gewapende tak van het MDFC komt het geregeld tot een gewapend treffen met het Senegalese leger. Het MDFC blijkt ook geregeld misdaden te plegen tegen de plaatselijke bevolking. Dit komt vooral doordat de beweging gaandeweg versplintert in verschillende kleine bewegingen, verspreid over de regio, die zich bezighouden met plunderingen van dorpen en drugshandel. De jaren ‘90 vormen de bloederigste periode in het conflict. Hoewel geregeld een staakt het vuren tot stand komt, komt het pas in 2004 tot een voorlopig vredesakkoord tussen MDFC en de Senegalese regering. Op 13 januari 2007 sterft Augustin Senghor in het militair hospitaal van Val-de-grâce in Frankrijk. De daaropvolgende jaren gebeurt het regelmatig dat onschuldige burgers gewond raken of omkomen nadat ze op een mijn hebben getrapt. Op 27 december 2010 breken er opnieuw gevechten los tussen rebellen en het Senegalese leger.

Senegalese president Abdoulaye Wade heeft sinds zijn aantreden verschillende pogingen ondernomen om een leefbare oplossing te bekomen. Maar gezien de recente gevechten is het duidelijk dat het conflict voorlopig onopgelost blijft en zelfs is uitgegroeid tot een heuse diplomatieke rel tussen Senegal en Iran – wellicht in de schoot van het Amerikaans imperialisme. De bevolking in Casamance is het conflict grondig beu. Naar aanleiding van de diplomatieke rel zijn in Ziguinchor op 24 februari 2011 duizenden schooljongeren op straat gekomen. Zij hebben de Senegalese autoriteiten verzocht om het conflict te beëindigen omdat ze in vrede willen studeren. Ze vragen ook dat de omringende landen Gambia en Guinee-Bissau hun betrokkenheid in het conflict erkennen.(12)

Een gerechtvaardigde strijd?

Is de strijd van het MDFC voor de onafhankelijkheid van Casamance gerechtvaardigd? De geografisch geïsoleerde status van de regio lijkt daarvoor te pleiten. De bevolking van Casamance raakte tijdens het koloniale tijdperk verstrikt in het web van het Westers imperialisme en is daar nog steeds niet van hersteld. Net door die geïsoleerde geografische status wordt de regio politiek onvoldoende vertegenwoordigd in Dakar, terwijl Dakar er op economisch vlak volop profiteert van de opbrengsten uit landbouw, visvangst en toeristische activiteiten. Niettemin blijft de plaatselijke bevolking gebukt gaan onder werkloosheid, armoede en de capriolen van verschillende splinterbewegingen van het MDFC.

Er is ook een cultureel verschil. Terwijl het noorden van Senegal overwegend Islamitisch is en hoofdzakelijk onder etnische invloed staat van de Wolof, is Casamanca overwegend christelijk en wordt het MDFC gedomineerd door de Jola. Maar net zoals in de rest van Senegal heeft Casamance ook een diverse etnische samenstelling. Mocht het MDFC haar doel alsnog bereiken, dan kan dat wel eens uitdraaien op een nieuwe territoriale strijd, gevoed door een explosieve mengeling van economische belangen en etnische sentimenten.

Economisch gezien is buurland Guinee-Bissau afhankelijk van Casamance omwille van hout en steenkool. Etnisch gezien is het kleine Gambia dan weer het nauwst verwant met de Madinka, één van de grootste etnische groepen in Casamance. Yahya Jammeh, de ietwat dolgedraaide president van Gambia is echter een Jola en dat verklaart dan ook meteen zijn vermeende steun aan het MDFC. Beide landen vinden zich op hun beurt terug in de dood van de Guinese generaal Ansumane Mane, die streed voor de onafhankelijkheid van Guinee-Bissau en daardoor ook zijn sympathie uitte voor de zaak van MDFC in Casamance.

Als Casamance zichzelf kan uitroepen tot een onafhankelijke staat, is de kans groot dat het opnieuw verstrikt geraakt in de territoriale pretenties van Gambia en Guinee-Bissau. Op zijn beurt kan de hele regio verzeild raken in een oorlog met Senegal. De langdurige geschiedenis van het conflict van Casamance wijst er immers op dat de Senegalese regering allerminst van plan is om deze rijke economische regio zomaar af te staan.

Bronnen

(1) Boroujerdi: Senegal severed ties with Iran under US pressure, http://www.irna.ir/ENNewsShow.aspx?NID=30264012&SRCH=1

(2) Iran, Senegal discuss issues of mutual interest   http://www.irna.ir/ENNewsShow.aspx?NID=30196551

(3) Nigeria reports seized Iranian arms shipment to UN, http://iranbulletin.wordpress.com

(4) Nigeria reports seized Iranian arms shipment to UN, http://www.bbc.co.uk/news/world-africa-11765935

(5) Weapons seized in Nigeria ‘came from Iran’ http://www.haaretz.com/news/diplomacy-defense/weapons-seized-in-nigeria-came-from-iran-1.321975

(6) Gambia:Yahya Jammeh behind Iran from shipments,http://vibeghana.com/2010/11/23/gambia-yahya-jammeh-behind-iran-arms-shipment-ambassador/

(7) Gambia-Iran arms trial starts in Nigeria, http://www.jollofnews.com/gambia-iran-arms-trial-starts-in-nigeria.html

(8) Captain Sana Sabally Says Jammeh Arms MFDC Fighters,http://www.thegambiaecho.com/Homepage/tabid/36/articleType/ArticleView/articleId/2148/Default.aspx

(9) Implication du pays de Yaya Jammeh dans l’affaire des armes iraniennes : Madické Niang défend la Gambie, http://www.lequotidien.sn/index.php

(10) Binneh S. Minteh, The Crisis in Casamanca, Southern Senegal:A Constructive Conflict Resolution Approach, http://www.senegambianews.com/

(11) H.L. Wesseling, Verdeel en Heers (De deling van Afrika 1880-1914), 1991, Uitgeverij Bert Bakker, p.19

(12) Binneh S. Minteh, ibidem

(13) http://www.lequotidien.sn/index.php

take down
the paywall
steun ons nu!