Afghaanse vluchtelingen wachten op de smokkelaars die hen naar Iran zullen brengen (foto Karlos Zurutuza/IPS)

Iran mishandelt Afghaanse vluchtelingen

Dagelijks proberen wanhopige Afghanen illegaal de grens over te steken naar Iran, een dure en gevaarlijke reis die vaak eindigt waar hij begint. Iran ziet de Afghanen immers liever gaan dan komen.

woensdag 17 september 2014 10:21
Spread the love

“Natuurlijk ben ik bang,
maar wat moet ik anders?”, zegt Ahmed, een man van middelbare
leeftijd. Hij zit op een tapijt op de vloer van een hotel aan de zuidelijke grens van Afghanistan. Ahmed wil naar Iran, maar heeft nog
geen idee waar en hoe hij de grens over kan.

Hij is begin veertig, maar ziet
er vijftien jaar ouder uit. Ahmed vertelt dat hij niet in staat is
zijn zeven kinderen in Bamiyan, 130 kilometer ten noordwesten van
Kaboel, van eten te voorzien. Dat hij niet kan lezen en schrijven, maakt het nog moeilijker geld te verdienen en zijn gezin te
onderhouden. “We verhongeren thuis”, zegt hij, terwijl hij
wacht op smokkelaars die hem de grens over moeten helpen.

“Ze blijven hier nooit
langer dan twee dagen”, zegt Hassan, de herbergier. Zijn
volledige naam wil hij liever niet geven. Hij is goed op de hoogte
van de reis van Ahmed, aangezien hij bemiddelt tussen zijn ‘gasten’
en smokkelaars die voor een aanzienlijke som geld de reis
faciliteren. “Ze gaan achter in een pick-uptruck naar Pakistan.
Van daaruit lopen ze een dag door de woestijn tot ze de Iraanse grens
bereiken. Veel mensen geraken echter zo ver niet”, zegt hij.

Mensensmokkelaars

Vlak bij het hotel, rondom het
belangrijkste plein van Zaranj, zitten veel soortgelijke
etablissementen. Zaranj is de hoofdstad van de afgelegen provincie
Nimruz, de enige die grenst aan zowel Pakistan als Iran. De stad is
de laatste halte voor de reis, die in het beste geval als een
nachtmerrie herinnerd zal worden.

Elke dag leggen duizenden
Afghanen hun leven in handen van criminelen die hun een
ontsnappingsroute aanbieden uit het land dat dertien jaar na de
Amerikaanse invasie in 2001 nog steeds onrustig is. In 2011 leefde
ongeveer 35 procent van de Afghaanse bevolking van meer dan 30
miljoen mensen, onder de armoedegrens.

Die situatie is sindsdien
nauwelijks verbeterd. Officieel was de werkloosheid in dat jaar 7
procent. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) schat dat cijfer
echter veel hoger in. Volgens een rapport van de
VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR) vroegen alleen al in 2013 zo’n
38.700 Afghanen een vluchtelingenstatus aan. Daarmee vormen ze 6,5
procent van het wereldwijde aantal asielzoekers.

Turkije is de meest populaire
bestemming van Afghaanse vluchtelingen. Vorig jaar vroegen 8.700
Afghanen daar asiel aan. Westerse landen zoals Zweden, Oostenrijk en
Duitsland trekken ook veel Afghanen aan. Iran, dat dichterbij ligt en
een aantal talen gemeenschappelijk heeft met Afghanistan, zou een
meer voor de hand liggende keuze zijn. Afghanen worden daar echter
niet met open armen ontvangen.

Beschermingsgeld

Vanaf het plein in Zaranj is de
afstand tot de officiële grensovergang met Iran minder dan 2
kilometer. Het is duidelijk dat dit niet de route wordt die Ahmed
gaat nemen, hoewel het heel goed zijn route terug zou kunnen zijn.
Vlak naast de brug over de rivier Helmand, het ‘niemandsland’ tussen
beide landen, ligt ‘nulpunt’. Dat is de plaats waar alle Afghanen die
vanuit Iran terugkomen of teruggestuurd worden, zich moeten
registreren. Om vijf uur ‘s middags hebben al zo’n vijfhonderd mensen
dat gedaan.

“Vandaag hebben we 259
uitgezette Afghanen geregistreerd en 211 die vrijwillig zijn
teruggekomen”, zegt Mirwais Arab, teamleider van het Directoraat
voor Vluchtelingen en Repatrianten bij ‘nulpunt’, waar geen einde
komt aan de dagelijkse stroom uitgeputte migranten.

Velen onder hen, zoals de broers
Khalil van 21 en 22, zijn nog erg jong. Ze vertellen dat ze zes dagen
geleden in Iran zijn aangekomen, via Pakistan en een lange reis door
de woestijn. Net als veel anderen moesten ze beschermingsgeld betalen
aan groepen die connecties hebben met de taliban. Alleen op die
manier konden ze veilig reizen.

De terugreis naar Afghanistan
was niet veel gemakkelijker. “We waren op weg naar Teheran, maar
in Iranshahr werden we aangehouden. Dat is op 1500 kilometer afstand
van de hoofdstad. De politie sloeg ons over ons hele lichaam met
wapenstokken en kabels, voordat we per bus werden teruggestuurd naar
de grens”, zegt Abdul, de oudste van de twee.

Terechtstellingen

Het verhaal van de Arifi’s is
nog dramatischer. Nadat het gezin illegaal de grens was overgestoken,
werden de gezinsleden aangehouden. De jongste van zeven jaar oud
raakte daarbij zoek. De vijftienjarige Ziaud vertelt: “Toen de
Iraanse politie ons arresteerde, werden mijn broer en ik in één
auto gestopt en mijn ouders in een andere. Ons broertje is toen
verdwenen. Mijn vader wil terug om hem te zoeken”, zegt hij, nog
steeds in shock.

Najibullah Haideri, hoofd van
de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in Nimruz, zegt dat
Iran maandelijks gemiddeld zeshonderd mannen en tweehonderd gezinnen
uitzet. Volgens Ahmadullah Noorzai, hoofd van het UNHCR-bureau in
Zaranj, begon de golf uitzettingen zes jaar geleden.

Mensenrechtenorganisatie Human
Rights Watch (HRW) stelt in een rapport uit 2013 dat het slecht
gesteld is met de rechten van Afghanen in Iran. Het land zou de
Vluchtelingenconventie uit 1951 schenden en ongeveer een miljoen
migranten die als vluchteling erkend zijn, in gevaar brengen.

HRW stelt dat “duizenden
Afghanen in Iraanse gevangenissen zitten voor misdaden die variëren
van diefstal tot moord en drugssmokkel.” Vaak krijgen ze niet de
mogelijkheid een advocaat te spreken. Volgens de
mensenrechtenorganisatie zijn honderden Afghanen in de afgelopen
jaren geëxecuteerd zonder dat daarvan melding is gemaakt bij
Afghaanse consulaire vertegenwoordigers.

“Een visum voor Iran kost
ongeveer 1.500 euro”, zegt de manager van een ander hotel in
Zaranj. “De prijzen voor een illegale grensoversteek beginnen
bij zo’n 330 euro, maar de totale prijs hangt af van de
eindbestemming.
Het duurst zijn Teheran,
Esfahan en Mashad, de grote steden. Migranten betalen alleen als ze
hun bestemming bereiken, dus proberen ze het telkens opnieuw tot het
lukt, of totdat ze worden vermoord.”

Achter de hotelmanager wachten
Hamidullah (43) en zijn zoon Saleem (17) op hun reis naar een beter
leven. De kans is groot dat ze al snel weer terug zullen zijn bij
deze grensovergang.

For
These Asylum Seekers, the Journey Ends Where it Began

take down
the paywall
steun ons nu!