intra-familiaal geweld en geen partnergeweld

intra-familiaal geweld en geen partnergeweld

donderdag 29 januari 2015 09:23
Spread the love

De cijfers over dodelijke slachtoffers van intra-familiaal geweld, die gepubliceerd werden in de media eergisteren, waren niet erg genoeg. In artikels van de dag erna, werd ik echt woedend. Huiselijk geweld benader je niet vanuit het perspectief van ‘wat zou moeten zijn’ maar vanuit echte empathie, getuigenissen, en dit gecombineerd met kennis en inzicht in de kenmerken en dynamieken van een abusieve relatie.

Geen partnergeweld

Met de term “partnergeweld” slaat men de bal mis. Het misleidt op twee vlakken. Ten eerste suggereert de term dat het over een partnerrelatie gaat. Dit weiger ik te aanvaarden. In een abusieve relatie is er geen sprake van een soort evenwicht in macht. Ten tweede negeert de term dat de partner niet het enige slachtoffer is. Het ontkent het effect op de andere leden van het gezin, nl. de kinderen: de vele kinderen die opgroeien in een context van huiselijk geweld zijn per definitie slachtoffers van dit geweld en vertonen symptomen van trauma, net zoals het directe slachtoffer (meestal de moeder).

Macht 

Huiselijk geweld begint niet plots. Het begint met een vreemd grapje, een stootje, een woord en het sluimert. Wie erbuiten staat, kan het zien evolueren maar van binnenuit  is het anders. Een slachtoffer wordt enerzijds aangevallen, maar tegelijk ook geplaatst in een positie van macht: zij dragen verantwoordelijk voor het geweld. 

Slachtoffers getuigen steeds van traag ontwikkelende patronen om het geweld vermijden, in een soort waan dat dit mogelijk is, dat ze de macht hebben om het agressieve gedrag van de ander te controleren. Deze strategieën mislukken altijd, want in werkelijkheid  kantelt de macht in de relatie langzaam maar zeker  volledig naar de zijde van de dader.

Mishandeling is niet alleen fysiek

In de context van duidelijk geweld worden veel slachtoffers volledig afhankelijk gemaakt van de dader, niet alleen emotioneel maar ook bij voorbeeld sociaal en financieel. Velen hebben nauwelijks nog contact met hun eigen netwerk van vrienden en kennissen. Niet alleen wordt hun dit contact actief verboden, ze mijden het ook zelf want het confronteert met de hopeloosheid. Financieel is er in vele gevallen trouwens geen vrijheid voor enig sociaal leven. Controle van uitgaven, inhouden van bankkaarten, weigeren van alle contact met de buitenwereld (opsluiting), de bedreiging, inclusief doodsbedreiging, door de dader leiden tot absoluut confrom gedrag en emoties.

 

Escalatie 

In vele gevallen leidt dit na verloop van tijd  en heel geleidelijk tot escalatie van het geweld. Het slachtoffer blijft de ernst onderschatten, blijft de verantwoordelijkheid, die hun trouwens opgedrongen wordt, aanvaarden. ‘Het is maar een blauwe plek, ik had maar niet moeten….’

Sommigen zoeken naar alternatieve verklaringen voor verwondingen: ze zoeken naar plaatsen waar ze tegengelopen zouden kunnen zijn, verklaren wat zij gedaan hebben om de mishandeling te ‘verdienen’ en glijden zo langzaam maar zeker af in een situatie van overleven: fysiek en emotioneel.

Maatschappij helpt niet

Terwijl dynamieken tussen slachtoffer en dader in een context van intra-familiaal geweld vergelijkbaar zijn met situaties van gijzeling, is de maatschappelijke reactie is anders. De maatschappij, zoals dat is, is veeleer geneigd de argumenten van de dader te aanvaarden dan het slachtoffer als slachtoffer te behandelen. ‘Ze overdrijft’; ‘Ik weet van niets’; ‘ze heeft het uitgelokt’. Ook de gefabriceerde verklaringen van slachtoffers zijn voor de maatschappij aantrekkelijk: ‘ik ben tegen de deur gelopen’, ‘ik ben van de trap gevallen’; ‘het zal wel genezen’.

Vluchten: wie durft?

Niet alleen moeten slachtoffers zich fysiek kunnen bevrijden, maar ook sociaal en emotioneel. De vrijheid is een zwart gat, het niets. Een slachtoffer heeft wel een sleutel, maar kan die niet gebruiken. Alles is achter gebleven, ook de dingen die een zeker comfort en geluk brachten, en dit gaat gepaard met intense emoties. Het verlangen naar normaliteit, liefde, de herinnering naar het perfecte begin, dringen zich op. De verleiding om terug te gaan en nog één keer te proberen is groot. Het gaat alles behalve om het ‘niet willen gered worden’, het gaat om het overleven, binnen de abusieve situatie maar ook erbuiten. 

Komt het slachtoffer bij het vluchten in aanraking met een persoon die weet dat kan en wat niet kan, die én de juiste vragen stelt én op de juiste manier, die de ondraaglijke leegte opvult met een veilig alternatief, dan kan de reële bevrijding lukken. Het is dan te hopen dat op dat moment een dossier klaarligt van bewijsmateriaal waarmee het gerecht aan de slag kan, en dat het gerecht de zaak met de nodige gevoeligheid behandelt.

Maar komt het slachtoffer tijdens het vluchten in contact met een twijfelaar, iemand die niet onvoorwaardelijk alles gelooft, die niet begrijpt dat de werkelijkheid nog veel verdergaat dan wat het slachtoffer op dat moment kan duiden, dan gaat dit slachtoffer hoogst waarschijnlijk terug. Ze heeft de kracht niet om op te gaan tegen ongeloof, kritiek, onderschatting

De cijfers tonen duidelijk aan dat dit ons land in heel veel gevallen ver gaat dat slachtoffers geen draaglijk alternatief geboden wordt tot de dood hun bevrijdt. Een triestige stand van zaken. 

take down
the paywall
steun ons nu!