Bron: Amnesty International Vlaanderen

In Nigeria is dringend ingrijpen nodig na brutaal geweld van Boko Haram tegen vrouwen

Met verkrachtingen en ander seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes hebben strijders van Boko Haram zich bij recente aanvallen in het noordoosten van Nigeria schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Amnesty International.

woensdag 24 maart 2021 10:02
Spread the love

 

In februari en maart 2021 interviewde Amnesty International 22 mensen in een aantal dorpen in het noorden van de staat Borno, waar Boko Haram sinds eind 2019 herhaaldelijk aanvallen heeft uitgevoerd. Bij gewelddadige aanvallen hebben strijders van Boko Haram mensen gedood die probeerden te vluchten, en vee, geld en andere waardevolle goederen geroofd.

“Boko Haram zet zijn meedogenloze cyclus van moorden, ontvoeringen en plunderingen voort. Tijdens hun aanvallen onderwerpen de strijders vrouwen en meisjes aan verkrachting en ander seksueel geweld. De wreedheden die ze begaan, zijn oorlogsmisdaden”, zegt Osai Ojigho, directeur van Amnesty International Nigeria.

“De geviseerde gemeenschappen zijn aan hun lot overgelaten door de troepen die verondersteld worden hen te beschermen. Ze kunnen nauwelijks op begrip rekenen, en reactie op de gruwelen die ze hebben ondergaan, blijft uit. De Nigeriaanse autoriteiten moeten deze kwestie dringend aanpakken.”

“Het Internationaal Strafhof moet onmiddellijk een grondig onderzoek starten naar de wreedheden begaan door alle partijen, en garanderen dat de verantwoordelijken rekenschap daarover moeten afleggen, ook over de misdaden tegen vrouwen en meisjes.” De meeste bewoners van de getroffen dorpen, die al herhaaldelijk zijn ontheemd, zijn naar gebieden getrokken die onder de controle staan van het leger. Velen van hen hebben nog geen humanitaire hulp gekregen.

Verkrachting en ander seksueel geweld

Overlevenden en getuigen beschreven aanvallen waar seksueel geweld mee gemoeid was, in minstens vijf dorpen in het lokale bestuursgebied Magumeri, in de staat Borno. Tijdens de raids, gewoonlijk ‘s avonds of ‘s nachts, verkrachtten Boko Haram-strijders vrouwen en meisjes die thuis waren of probeerden te vluchten.

Een vrouw werd fysiek aangerand door Boko Haram-strijders toen ze bij een aanval op de vlucht sloeg, eind 2020. Ze kroop naar een huis en verstopte zich daar met haar kinderen. Ze zag strijders terugkeren en een huis vlakbij binnengaan.

“Ik hoorde vrouwen roepen, schreeuwen en huilen”, vertelde ze. “Ik was erg bang. Na enkele minuten, misschien wel dertig minuten, zag ik mannen uit het huis naar buiten komen. Ze waren met vijf of zes en hadden geweren. De vrouwen waren nadien in de war. Hun kleren waren niet normaal.”

Amnesty International sprak met drie andere getuigen die gelijkaardige beschrijvingen gaven van dezelfde aanval. Ook zij hadden vrouwen horen schreeuwen en gemerkt dat ze totaal overstuur waren na het vertrek van Boko Haram. Een traditionele genezeres zei dat ze na de aanval verschillende vrouwen had verzorgd die verkracht waren.

Dezelfde genezeres had voordien twee andere overlevenden behandeld, onder wie een meisje jonger dan 18. Ze zei: “Ik kon de pijn op hun gezichten zien. [De eerste overlevende] vertelde me wat er was gebeurd. Ik zag haar genitaliën. Ze waren erg gezwollen. Dus begreep ik dat meer dan een of twee personen haar hadden verkracht. Ze leed.”

Een andere vrouw vertelde Amnesty International dat tijdens dezelfde aanval strijders mensen hadden neergeschoten die aan het vluchten waren, en daarna naar haar huis waren gekomen en haar seksueel hadden aangerand. “De mannen kwamen mijn kamer binnen”, vertelde ze. “Ik vroeg wat ze wilden. Ze namen mijn juwelen en andere bezittingen. Dan stortten ze zich op mij.”

Sommige getuigen vertelden ook dat Boko Haram tijdens aanvallen vrouwen kidnapte en ze wegvoerde op motorfietsen. De vrouwen werden enkele dagen later teruggebracht naar hun dorp, duidelijk getraumatiseerd. Verkrachting en andere vormen van seksueel geweld tijdens gewapende conflicten zijn oorlogsmisdaden, zoals bepaald in het Statuut van Rome.

Geen enkele van de door Amnesty geïnterviewde overlevenden leek al behandeld te zijn in een formele gezondheidsinstelling. Door stigmatisering en angst voor repercussies blijven veel van dergelijke incidenten ongemeld, zelfs in de getroffen gemeenschappen. Minstens een van de overlevenden heeft enkele maanden later nog altijd last van gezondheidsproblemen. Abortus is illegaal in Nigeria, behalve wanneer een leven in gevaar is. Bijgevolg hebben slachtoffers van verkrachting geen mogelijkheid om op een veilige en legale manier een abortus te laten uitvoeren.

Moorden en plunderingen

Tijdens hun raids stalen Boko Haram-strijders bijna alles wat ze konden vinden. Getuigen gaven gelijklopende beschrijvingen van strijders die arriveerden op motorfietsen of te voet en dan in de lucht begonnen te schieten. Bij verschillende aanvallen werden burgers die vluchtten geviseerd en vermoord. Bij een aanval werden een aantal oudere mensen die niet konden vluchten vermoord in hun huizen.

Strijders gingen vaak van huis tot huis, waarbij ze vee vingen en waardevolle bezittingen stalen, waaronder geld, mobiele telefoons, juwelen en kleren. Getuigen beschreven hoe strijders de buitgemaakte spullen op hun motorfietsen laadden of op ezels uit het dorp. Strijders dwongen vaak jonge mannen om dieren bijeen te drijven in het bos, zodat ze het vee konden stelen.

Een 40-jarige man wiens dorp was overvallen, vertelde Amnesty International: “Als je voor dit gebeurde bij ons thuis kwam, kon je zien dat we koeien en geiten hadden. Ik had er niet veel, slechts enkele, maar ik was er tevreden mee. Nu hebben we niets … Ze hebben ons alles afgenomen.”

Sommige strijders droegen Nigeriaanse legeruniformen, anderen de traditionele kledij van de streek. Getuigen zeiden dat ze om een aantal redenen wisten dat de overvallers tot Boko Haram behoorden, en geen Nigeriaanse militairen waren. Ze hoorden de strijders talen spreken die gangbaar waren onder Boko Haram-leden; de strijders kwamen met motorfietsen, niet met militaire voertuigen; en ze droegen een combinatie van kleren. Zelfs de strijders die gestolen Nigeriaanse legeruniformen droegen, liepen vaak op sandalen of blootsvoets, en hadden geen legerlaarzen aan. Heel wat getuigen meldden ook dat ze kinderen, tussen 15 en 17 jaar oud, onder de aanvallers hadden gezien, naast jonge mannen van in de twintig.

Dringend ingrijpen nodig

Na herhaaldelijke aanvallen in de voorbije maanden zijn groepen inwoners uit deze dorpen gevlucht naar gebieden die binnen de door het Nigeriaanse leger gecontroleerde zones liggen. Veel van hen streken neer op minder dan een kilometer van een kamp voor binnenlandse ontheemden, iets buiten Maiduguri. Sommigen probeerden dat vluchtelingenkamp binnen te geraken, maar kregen te horen dat het vol was.

Functionarissen uit het kamp kwamen bij hen op bezoek en noteerden namen, ongeveer twee maanden geleden. Maar sindsdien is er niemand meer geweest, volgens alle ontheemden op die plek met wie Amnesty sprak. Veel vrouwen zijn gefrustreerd omdat nog niemand van de regering of de humanitaire gemeenschap met hen heeft gesproken om te begrijpen waarom vrouwen bij de aanvallen op dorpen worden geviseerd en welke hulp nu nodig is. Velen willen ook dat de regering erkent wat er is gebeurd, zich daarvoor verontschuldigt en de daders gerechtelijk vervolgt.

Al maanden verblijven de gevluchte dorpsbewoners in de buurt van het kamp voor ontheemden, maar hulp – in de vorm van voedsel, onderdak en gezondheidszorg – hebben ze nog niet gekregen. Begin maart is een klein kind gestorven. Volgens de familie was het meisje ondervoed en heeft dat bijgedragen tot haar dood. Alle ontheemden in de buurt van het kamp hadden het over wijdverbreide honger.

“We hebben voedselhulp nodig”, zei een vrouw aan Amnesty. “Het loopt hier vol ondervoede kinderen. Sommige vrouwen gaan naar het kamp, maar worden er afgescheept. Sommigen bedelen. Sommigen onder ons verkopen hun spullen.” “Dit is een humanitaire crisis, die met de dag erger wordt”, zegt Osai Ojigho van Amnesty International. “De Nigeriaanse autoriteiten en hun partners moeten nu in actie komen om de meest behoeftigen te helpen. Ze moeten er ook voor zorgen dat deze verschrikkelijke toestand niet verder uit de hand loopt.”

Het conflict

Het conflict in het noordoosten van Nigeria heeft een humanitaire crisis veroorzaakt, waarbij al meer dan twee miljoen mensen ontheemd zijn. Boko Haram heeft het dikwijls ook gemunt op hulpverleners. Amnesty International heeft herhaaldelijk misdaden onder internationaal recht en andere ernstige overtredingen van het internationale recht en mensenrechtenverdragen in het noordoosten van Nigeria gedocumenteerd. De Nigeriaanse autoriteiten hebben nog geen echte stappen gezet om misdaden, waaronder seksueel geweld, die zijn begaan door Boko Haram en de Nigeriaanse veiligheidstroepen, te onderzoeken en de daders te vervolgen.

In december 2020 kondigde de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof aan dat haar bureau een tien jaar lang, voorbereidend onderzoek naar de situatie in Nigeria heeft afgerond. Daarin zijn voldoende bewijzen van misdaden opgedoken om een volledig onderzoek te openen, zei ze. Een formeel onderzoek is tot nu toe nog niet gestart. Dit conflict heeft zware gevolgen voor burgers, zoals blijkt uit de rapporten van Amnesty International over de ervaringen van vrouwen, kinderen en oudere mensen.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!