In Memoriam: Bob De Groof (1945-2013)
Bob De Groof -

In Memoriam: Bob De Groof (1945-2013)

woensdag 13 februari 2013 12:00
Spread the love

Afgelopen zaterdag is Bob De Groof overleden op 67-jarige leeftijd.  Het bericht was gisteren heel even op Radio 1 te horen, maar in de kranten had Benedictus XVI zijn heengaan weggedrukt. Heel vreemd, want Bob De Groof heeft ongetwijfeld radiogeschiedenis geschreven.

Vooral zijn vrijdagnamiddagprogramma’s voor BRT 2 Omroep West-Vlaanderen in de jaren tachtig, ‘Het vertoon’ en ‘Inpakken en Westwezen’, waren radiofonische pareltjes.  Toen hij in 1986 een politieke ezelsstamp kreeg van zijn hiërarchische oversten, hield hij het radio maken voor bekeken en vond vertroosting als coördinator van de radio-opleiding van de BRT. Veel huidige radiomakers hebben hun kwaliteiten aan hem te danken. Dat hij nu vergeten lijkt, stemt me niet vrolijk. Hij verdiende zes pagina’s in de krant, niet Ratzinger.

Ik heb het genoegen gehad aan enkele van zijn programma’s te mogen meewerken. Hij was streng en veeleisend, maar tevens minzaam en charmant. Bovenal was hij een begenadigd radiomaker, die bij de Openbare Omroep niet de kansen kreeg die hij verdiende. Het liefst van al wou hij voor BRT 3 werken, maar de toenmalige structuur van de BRT liet dat niet toe. Bij Omroep Antwerpen en later West-Vlaanderen creëerde hij voor zichzelf een soort gulden middenweg: een baken van beschaafd vertier tussen Micha Marah (‘Hadiemicha’) en Els Van Herzeele (‘Abraham al gezien?’).  Dat de luistercijfers gevoelig daalden toen ‘Het Vertoon’ in de ether ging, vond hij een amusant neveneffectje.

Zijn warme stem: het was een plezier om ernaar te luisteren.  “Mensen raken dikwijls zeer gehecht aan een foto,”  schreef hij in 1991 in Muziek & Woord, “maar soms hebben ze een band met een radiostem. Een pseudo-vriendschap. Een latrelatie. Listening apart together.” Dat hij tijdens interviews af en toe bleef haperen toen hij een vraag stelde, vond hij des mensen, dus moest er niet geknipt en geplakt worden.

Elke uitzending werd met veel zorg voorbereid.  Zo was hij de oprichter van ‘Het museum van de jaren tachtig’, een fictief radiomuseum waarin hij Bekende Vlamingen (vooral kunstenaars) vroeg om het te hebben over een banaal voorwerp waarvan ze dachten dat het de jaren negentig niet zou halen.  Toen hij vanuit de Villa Maritza op de Zeedijk van Oostende uitzond, verzon hij het personage gravin Maritza en liet haar wekelijks herinneringen ophalen aan de tijd toen Oostende nog de ‘Koningin der Badsteden’ was, een mondain oord waar de aristocratie samenhokte. In de loggia van de negentiende-eeuwse villa, die tussen lelijke appartementsgebouwen gewrongen werd, hielden Bob De Groof en Jessie Decaluwe beschaafde gesprekken met voorname dames en heren. Zoals Louis Major, de volkse Oostendenaar die het tot minister geschopt had en toen al op rust was.

Voor ‘Inpakken en Westwezen’ nodigde hij talloze schrijvers uit om een West-Vlaams dorp te bezoeken en er verslag over uit te brengen. Heerlijk om Kees van Kooten te horen vertellen over Jabbeke, achteraan uitgesproken als kwabbeke of slabbeke. Toen Hugo Claus zijn ‘Verdriet van België’ uitbracht, trok hij met de schrijver naar de plaatsen die in het boek voorkwamen en hield hem een microfoon onder de neus. Claus in de uitzending hebben, vond hij het summum.

De Groof was verliefd op het medium radio. “Radio drijft op synthese”, vond hij. “Wij bieden u de essentie, voorgelezen door een mooie bariton of een heldere alt. Als u iets wilt zien, kijk dan televisie. Als u iets wil inzien, luister dan naar de radio.”

In 1986 werd hij tijdens zijn vakantie in het buitenland, zonder dat hem ook maar iéts gevraagd werd, gemuteerd naar Gent. Een van de vele kunstgrepen opdat Tony Vandenbosch Valère Arickx als productieleider in Kortrijk (Omroep West-Vlaanderen) zou kunnen opvolgen. De Groof had zichzelf namelijk geen kandidaat gesteld voor die functie – hij maakte veel liever radio dan een administratief ambt te bekleden – en dergelijke ingesteldheid was in die tijd laakbaar bij de gepolitiseerde BRT. Ontgoocheld verliet hij de Openbare Omroep om directeur van het Cultuurcentrum van Hasselt te worden, maar na één week gaf hij zijn opdracht terug. Het was niks voor hem, zei hij. Bij de BRT kon hij opnieuw aan de slag als coördinator van de radio-opleidingen.

Sindsdien heb ik zijn mooie stem maar af en toe nog gehoord op de radio. Tijdens programma’s als ‘De toestand is hopeloos maar niet ernstig’ of ‘De bende van Marconi’. Telkens werd ik eraan herinnerd dat de BRT én de politiek een radiomonument hadden vermoord.

Misselyk

take down
the paywall
steun ons nu!