Sven Gatz op de avant-première van The Drop, aan de vooravond van het grote besparingsnieuws.

In het hoofd van Sven Gatz

zondag 28 september 2014 12:52
Spread the love

Kan er
iemand even in het hoofd van Sven Gatz kijken a.u.b.? Want ik krijg het
unheimliche gevoel dat hij de besparingen in de culturele sector al bij al zo
erg niet vindt. Toen het stof woensdag opwaaide, en de besparingscijfers als
een natte dweil in het gezicht van de cultuursector terecht kwamen, deelde Gatz
op Facebook
de statusupdate van een vriend die Edward Bulwer-Lytton citeerde: “Luchtkastelen hebben hoge
onderhoudskosten”
(“Castles
in the air cost a vast deal to keep up”
). Dat klonk wrang. Het daagde
me opeens dat Gatz die 7,5 procent besparingen misschien gewoon ziet als onkruid
wieden? Dat hij wel wat voelt voor de mépris van N-VA voor de kunstensector? Dat
hij het culturele werkveld minder hoog inschat dan we bij zijn aanstelling
vermoedden? Het figuurlijke krediet dat de sector hem twee maand geleden gaf,
vordert hij nu in harde contanten nog eens dubbel en dik terug.

Sir Edward
Bulwer-Lytton
was – o ironie – een 19de eeuwse Engelse dichter,
toneel(schrijver), literatuurcriticus én politicus. Hij was 10 jaar
parlementslid en 1 jaar minister. Een liberaal. Of wat had je gedacht. Eentje
van het soort dat vond dat wie zich hard inzet er wel geraakt. Dat geluk hebben
het resultaat van inspanning is en wachten op het moment dat je er voor beloond
wordt. Dat talent doet wat het kan, maar genie doet wat het moet. Bulwer-Lytton
was een man die best kon leven met de idee van de samenleving als een survival
of the fittest. Een schrijver die een roman opende met de intussen cultureel erfgoed
geworden zinsnede “It was a dark and
stormy night…”

De dag na de
storm las Gatz op Facebook een kritisch bericht met de vraag “of hij nog wel in de spiegel kon kijken”.
Hij reageerde met de woorden: “Dank voor
goed(bedoeld)e raad. Ik scheer me wat weinig lately, maar kijk elke dag in de
spiegel. Alles ok. I like what I see, I see what I like.”
En weer moest ik aan Bulwer-Lytton denken: “A fool flatters himself, a wise man
flatters the fool”
. Het is me niet duidelijk welke rol Gatz nu eigenlijk
opneemt. Op radio en tv begripsvol en meelevend. Boodschapper van een
onvermijdelijk onheil. Maar in die kleine reacties op sociale media
ogenschijnlijk hard.

Ik vrees
dan: hij heeft er goede moed in. Voor hem houdt het steek, die besparingen. Hij
voelt zich gesteund. Voor elke kwaaie blik die hij nu vanuit de cultuursector
krijgt, krijgt hij twee schouderklopjes van vrienden-ondernemers, die Van
Eetvelt-gewijs vinden dat de besparingen nog niet ver genoeg gaan. Die het ook
eens zouden zijn met Bulwer-Lytton, mochten ze hem kennen. Steunbetuigingen via
sms stromen binnen, van brouwers die vinden dat er in de cultuursector toch
teveel wijn en te weinig bier gedronken wordt en dat cultuurhuizen er maar voor
moeten zorgen dat ze zelf geld vinden in plaats van op subsidies te teren. Wat
crowdfunding en zo. Brouwers doen toch ook water bij de wijn (of in het bier)
om competitief te blijven?

Gatz vaart
met uiterlijke rust door de storm die hij woensdag mee ontketende. Nu, dat is
hij altijd wel geweest. Een man van ingetogen beschouwingen. Zelden opgewonden,
nooit kwaad. Meestal doordacht, scherp en pertinent in zijn uitspraken, maar
altijd kalm. “Power is so
characteristically calm, that calmness in itself has the aspect of
strength”
, schreef – alweer – Edward Bulwer-Lytton ooit.
Maar de laatste dagen hoor en zie ik Sven Gatz, en klinkt hij ook glad. Zegt
hij behoedzaam dingen die overkomen als loze beloften. Dat hij binnen enkele
jaren een stijging van het cultuurbudget zal bepleiten binnen de regering. Maar
zonder beloftes. Dat er binnen enkele jaren 40 miljoen euro in culturele
infrastructuur zal worden geïnvesteerd. Maar in het regeerakkoord staat
duidelijk dat die middelen voornamelijk naar de grote Vlaamse instellingen als
de Vlaamse Opera en deSingel zullen gaan, instellingen die bij de huidige
besparingen al het meest worden gespaard (2,5 procent i.p.v. 7,5 procent).  

Sven Gatz
zegt dat we erin zitten, en erdoor moeten. Dat er groei komt na de snoei.
Wel, ik geloof dat niet. Want hoeveel bewegingsruimte heeft Gatz eigenlijk? De
economische conjunctuur zit niet mee. Maar ook politiek heeft Gatz geen
bewegingsruimte: minister van een partij die mathematisch overbodig is
binnen de Vlaamse Regering. Minister van een partij die zich kan verschuilen
achter het feit dat ze het regeerakkoord niet mee onderhandelde. Minister voor
een partijvoorzitter die hem liever niet als minister had gekozen, maar de
verhuis van Noël Slangen of desnoods Jean-Jacques De Gucht niet tijdig gefikst
kreeg. Minister van de kleinste partij in de regering. En in die regering
bovendien de 9de en laatste minister.

Dat betekent dat hij bij de
begrotingsbesprekingen ook als laatste op visite mag bij de minister-president
en de minister van Begroting, en dat zijn partijgenote Annemie Turtelboom dan
niet anders meer kan dan meedelen “Sorry,
Sven, je zal het toch binnen jouw bevoegdheden moeten zoeken, die
besparingen.”
Misschien was dat wel goed gezien van N-VA, in haar
strategie om de culturele sector eens een kloot af te trekken: niet Siegfried
Bracke minister van Cultuur maken, maar de cultuurbevoegdheid droppen bij de
laatste minister in rang, en ook bij de partij die het minst op tafel zou
kunnen kloppen. Geert Bourgeois lacht in zijn vuistje, dat het net zijn
oude rivaal Sven Gatz is, die nu de boeman is.

Geïnterviewd
door Cinévox na de avant-première van The Drop noemt Sven Gatz filmmaker
Michaël R. Roskam “een top-Belgische
regisseur”
, maar herpakt hij zich nog in éénzelfde adem met de
toevoeging “top-Vlaamse regisseur”.
Dat hoor je tegenwoordig nog zelden een politicus, opiniemaker of journalist
zeggen: “Een Belgische
kunstenaar”.
Ten tijde van het Vlaamse minister-presidentschap van Luc
Van den Brande werd het jargon bijgestuurd en werd voortaan naar Fabre, De
Keersmaeker en andere iconen van het kunstenlandschap verwezen als
“Vlaamse kunstenaars”. Het waren de jaren van de “Culturele
Ambassadeurs van Vlaanderen”, een tijd toen de Vlaamse Overheid wel nog
uitpakte met haar kunstenaars. 

Het sierde
minister Gatz dus eigenlijk wel dat hij dinsdagavond op die rode loper (die in
realiteit een blauwe loper was – o ironie) het in onbruik geraakte adjectief “Belgisch” nog eens hanteerde. Maar hij herpakte zich dus snel. En ik
vroeg me wat voorbarig af: zou Sven Gatz in deze Vlaamse regering terug
vervellen van kosmopoliet naar vlaams-nationalist? Slapen bij de hond,
enzo.

En zijn de
ballonnetjes die hij enkele weken terug opliet over alternatieve (commerciële)
financiering van de kunsten een signaal dat hij zijn positie van linksliberaal
stadsdenker meer en meer neigt te kruiden met een neoliberaal marktdenken?

Wat Sven
Gatz de culturele sector nu aandoet staat zo haaks op de rol die hij de kunsten
toedichtte in zijn vele en boeiende boeken over steden, stadsontwikkeling en
Brussel. Of om het – hier gaan we nog eens – met de woorden van Edward
Bulwer-Lytton te zeggen: “Books are
but waste paper unless we spend in action the wisdom we get from
thought”. 

Gatz’
rechterhand op cultuur, adjunct-kabinetschef Stephanie D’hose, schreef begin
dit jaar op haar website: “Subsidies
staan steeds meer onder druk. Niet alleen omdat de overheid moet besparen, maar
ook omdat het nut van subsidies steeds meer in vraag wordt gesteld. Moet een
culturele instelling niet zelfbedruipend zijn, door steeds meer marktgericht te
werken? Voorstanders van subsidies zeggen dan weer dat de wetten van vraag en
aanbod niet mogen en kunnen gelden binnen de culturele sector. Ik geloof vooral
in een derde weg. Financiering van cultuur hoeft niet OF – OF te zijn, maar wel
EN – EN. Subsidies mogen niet de enige drijfveer zijn van een culturele speler,
maar ze zijn wel nodig om het kopje boven water te houden. Daarboven moeten de
instellingen durven verder denken. Crowdfunding speelt daar perfect op in. Het
doet appel op het culturele bewustzijn van een gemeenschap en zorgt daarbij
voor extra financiering. Volgens mij dé manier om innovatief met cultuur om te
gaan.” 

Al bij al
een verdedigbare stelling. Voor een liberaal. Maar niet het soort discours waar
je culturele budgetbesprekingen met de N-VA best mee aanvat. Dan kom je met nog
minder centen buiten dan je wou. Nu en ook in 2017.

Nee, dan ben
ik meer gewonnen voor het jargon en pleidooi dat ik in een opiniestuk van een
andere liberaal las: “Het is een vergissing om in budgettair moeilijke tijden
de cultuursector als een van de eersten te viseren. De leefkwaliteit waartoe
cultuur bijdraagt en de kritische zin die ze aanwakkert, zijn in crisistijden
minstens even belangrijk, misschien zelfs belangrijker, dan in economisch
florissante tijden. Het getuigt dan ook van weinig ambitie noch inzicht, dat de
regeringen in Vlaanderen, Nederland en Engeland op een zo botte manier het mes
zetten in de cultuuruitgaven. Evenmin is het aan de orde om in budgettair
moeilijke tijden te verwachten of ervan uit te gaan dat de kunstenaars meer in
de pas moeten lopen, en hun kritische blik op de politiek en de maatschappij
opzij zetten. Neen, precies dan heeft de kunstenaar een verhaal te vertellen,
dat weliswaar zijn eigen verhaal is, maar dat in combinatie met de verhalen van
zijn collega’s ervoor zorgt dat de samenleving niet eendimensionaal puur
economische wetmatigheden volgt en kritisch blijft tegenover de
maatschappelijke beleidskeuzes die worden gemaakt. Vanuit het belang dat cultuur
in onze samenleving inneemt, niet alleen voor elk individu op zich maar voor de
graad van openheid en creativiteit van de hele maatschappij, spreekt het voor
zich dat cultuur- en kunstfinanciering geen exclusieve opdracht van de overheid
alleen is, maar ook van de economische sector en de ondernemingen. De overheid
moet wel haar eigen verantwoordelijkheid ten volle blijven nemen en zich niet
schaamteloos terugtrekken uit een dynamiek die de burgers wakker en alert
houdt. Dat zou nefast zijn voor het aanscherpen van de creativiteit waar onze
21ste eeuw zo’n behoefte aan heeft.”

Toch schoon
gezegd, niet? Voor een liberaal. Het zijn de woorden van Patrick Dewael, zelf
een bevlogen minister van cultuur tussen 1985 en 1992. De man waar hoopvol naar
verwezen werd toen Sven Gatz tot minister van Cultuur werd benoemd. Heeft hij
dat dan echt gezegd, Dewael, partijgenoot van Gatz, hoor ik u nu al vol
ongeloof zeggen. Ja. In een opiniestuk in de krant De Morgen dan nog wel. Maar wel drie jaar geleden. Als
kritiek op de eerste (veel beperktere) besparingen die toenmalig
cultuurminister Joke Schauvliege in 2011 doorvoerde.

En nu we het
toch over de CD&V hebben. Wat vinden zij nu eigenlijk van die hakbijl in de
cultuurbegroting? Heeft iemand hen de voorbije dagen al gehoord? Ook in hun
hoofd wil ik wel eens kijken. 

In dat van
N-VA liever niet.

Maar terug
naar de hoofdrolspeler in dit drama: wat denkt Sven Gatz nu eigenlijk zelf? Wat
gaat er in zijn hoofd om? Vindt hij die besparingen nu erg of niet? Is
hij wel een bondgenoot van het culturele werkveld? Een vriend met goede
bedoelingen? Of om het – nog maar eens – met de woorden van Edward Bulwer-Lytton
te zeggen: “It is difficult to say
who do you the most harm: enemies with the worst intentions or friends with the
best.”

“De underdog die uiteindelijk toch de
booswicht blijkt te zijn. Niet is wat het lijkt.”
zo analyseerde Gatz na de avant-première
van The Drop het hoofdpersonage uit die film, Bob Saganowski. Profetische
woorden aan de vooravond van het besparingsnieuws? Is Gatz de Bob Saganowski
van de Vlaamse cultuursector? Met een houding van “I just tend the bar” en in 2017 gaat het misschien weer
wat beter. 

“It was a dark and stormy night; the rain fell in
torrents — except at occasional intervals, when it was checked by a violent
gust of wind which swept up the streets, rattling along the housetops, and
fiercely agitating the scanty flame of the lamps that struggled against the
darkness.”

Zijn de
donkere jaren voor de cultuursector in Vlaanderen ingezet? Hopelijk niet.
Hopelijk heeft Sven Gatz een plan. Maar dat hij het ons dan eens influistert. Want
op deze manier maak ik me zorgen.  

take down
the paywall
steun ons nu!