Opinie - John Quigley, Responsible Statecraft

Ik leidde gesprekken over de Donbas en de Krim in de jaren ’90. Wat moet er nu gebeuren?

Toen de Sovjet-Unie uiteenviel, gaf de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) er zich rekenschap van dat het grote aantal Russisch sprekenden in Oekraïne op termijn een twistpunt zou worden. John Quigley leidde in 1994-95 namens de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (wat later de OVSE werd) gesprekken over de Donbas en de Krim.

woensdag 18 mei 2022 15:17
Spread the love

 

“In elke oorlog wordt iedereen die voorzichtig is, die naar de argumenten van beide partijen luistert alvorens een standpunt te vormen, of die officiële informatie in twijfel trekt, onmiddellijk beschouwd als medeplichtig aan de vijand”, aldus historica Anne Morelli.

Daar doet DeWereldMorgen niet aan mee. Wij veroordelen heel sterk de militaire invasie van Rusland in Oekraïne en alle oorlogsmisdaden die gepleegd worden. Het is een criminele agressie die ingaat tegen het internationaal recht. Maar wij hoeden ons voor zwart-wit versies. De geopolitieke situatie is buitengewoon complex. Wij willen aspecten naar voor brengen die in de mainstream media worden verzwegen of onderbelicht, om alzo het debat meer genuanceerd te kunnen voeren. Geloof niets zomaar, ook onszelf niet. Blijf kritisch denken. (n.v.d.r.)

 

Terwijl de oorlog in Oekraïne nog altijd duizenden levens eist, wordt er akelig weinig energie gestoken in het zoeken naar manieren om hem te beëindigen.

Onderhandelingen worden op de lange baan geschoven, andere regeringen dringen niet aan op de herneming ervan. Ooit – liever vroeger dan later – zal er evenwel een onderhandelde regeling worden getroffen en op dat moment zal er moeten beslist worden over de toekomst van de Donbas in Oost-Oekraïne. De Donbas was voorwerp van het decreet dat de Russische president Vladimir Poetin drie dagen voor de invasie uitvaardigde en waarmee hij de door de twee provincies van die regio geclaimde onafhankelijke status erkende.

Russisch-sprekende bevolking

Een terugtrekking van de Russische strijdkrachten zou kunnen worden versneld als Moskou op een of andere manier meevallende resultaten zou kunnen boeken bij zijn behartiging van de status van de Russisch-sprekende bewoners van de Donbas. De situatie van het Russisch sprekende bevolkingsdeel in het oosten van Oekraïne kreeg voor het eerst internationale aandacht in 1994. Dat gebeurde niet in de Donbas zelf, maar in de Krim, een schiereiland dat uitsteekt in de Zwarte Zee.

De Krim. Afbeelding: publiek domein

De Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE), in een later stadium omgedoopt tot Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), was er zich terdege van bewust dat de aanwezigheid van belangrijke aantallen Russisch sprekenden in de nieuwgeboren onafhankelijke staten in de periferie van Rusland wel eens aanleiding zou kunnen geven tot conflict.

De situatie deed denken aan het wedervaren van Duits sprekende bevolkingsgroepen na het uiteenvallen van de Duitse en Oostenrijkse keizerrijken in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog. Dat gegeven lag mee aan de basis van de Tweede Wereldoorlog.

Net als het geval was voor die Duitsers, wekten de Russisch sprekende bevolkingsgroepen wrevel op omdat ze werden gezien als vertegenwoordigers van een vroegere ongewenste machthebber. Aan de hand van stille diplomatie trachtte de CVSE de nieuwe onafhankelijke staten ertoe te bewegen hun Russisch sprekende bevolkingsgroepen fair te behandelen.

Aan de hand van stille diplomatie trachtte de CVSE de nieuwe onafhankelijke staten ertoe te bewegen hun Russisch sprekende bevolkingsgroepen fair te behandelen.

De Conferentie besteedde veel aandacht aan de Krim. Ze vroeg drie lidstaten – Duitsland, Italië en de Verenigde Staten – een ‘expert in grondwettelijke zaken’ aan te stellen ter ‘bevordering van de dialoog tussen de centrale regering en de autoriteiten in de Krim met betrekking tot de autonome status van de Republiek van de Krim binnen Oekraïne’. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken duidde mij als expert aan.

Bij de uitvoering van mijn bemiddelingsopdracht reisde ik heen en weer tussen Kiev en Simferopol, de hoofdplaats van de Krim. Het dilemma bestond erin dat, hoewel de Krim onder de soevereiniteit van Oekraïne viel, de bevolking aldaar grotendeels uit Russen bestond voor wie deel uitmaken van Oekraïne eigenlijk geen steek hield.

Vanaf de negentiende eeuw was de Krim Russisch. Om redenen die historici nog altijd niet helemaal doorgronden, besliste Nikita Khrushchev, voorzitter van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, in 1954 evenwel om de Krim af te splitsen van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek en deel te laten uitmaken van de Sovjet-Russische Republiek Oekraïne.

Bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd de bevolking van de Krim plots een minderheid in een vreemd land.

Ook na 1954 werd de Krim in wezen eerder bestuurd vanuit Moskou dan vanuit Kiev. Bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd de bevolking van de Krim plots een minderheid in een vreemd land. Hoewel Oekraïne zich kon vinden in de noodzaak tot een bepaalde mate van zelfbestuur, verklaarde de Krim zich onafhankelijk onder de naam Republiek van de Krim.

Onder luid protest van Oekraïne werden er in de pas uitgeroepen Republiek van de Krim presidentsverkiezingen gehouden. De verkozen kandidaat kreeg een mandaat om gesprekken aan te knopen over een fusie met Rusland. Op dat ogenblik was Rusland evenwel niet bereid de bewoners van de Krim bij te vallen in hun opzet.

Autonomie voor de Krim en de Donbas

Tijdens mijn samenkomsten met de autoriteiten van de Krim werd ik geconfronteerd met eisen tot onafhankelijkheid op basis van zelfbeschikking. Ik zocht naar een compromis. De Oekraïense regering moest een bepaalde mate van autonomie toestaan zodat de bewoners van de Krim hun onafhankelijkheidsstreven zouden opgeven.

Na een reeks ontmoetingen met Oekraïense ambtenaren en functionarissen uit de Krim maakte ik een plan dat voorzag in autonomie voor de Krim en dat zou dienen als blauwdruk van een verdrag tussen Oekraïne en de Krim. Om de Krim tegen inbreuken te beschermen, voorzag ik in internationale controle van de kant van de CVSE. Mijn verdrag is er evenwel nooit gekomen.

Max van der Stoel, de Hoge Commissaris voor Minderheden van de CVSE en een doorwinterd Nederlands diplomaat, vertelde me dat de Oekraïense regering nooit zou instemmen met internationaal toezicht. Misschien had hij wel gelijk. Maar de CVSE wilde de Oekraïense regering in deze aangelegenheid niet onder druk zetten. Oekraïne nam strafmaatregelen tegen de Republiek van de Krim en zo bleef het conflict onopgelost. De spanning in de regio hield aan tot 2014. Toen bleek Rusland plots wel bereid tot handelen en lijfde het de Krim weer in. De Krim behoort nu formeel tot de Russische Federatie.

In de Donbas neigde de Russisch-sprekende bevolking minder naar afscheiding van Oekraïne dan wel naar een vorm van autonomie.

In de Donbas deed zich een gelijkaardige etnische dynamiek voor. Daar neigde de Russisch-sprekende bevolking minder naar afscheiding van Oekraïne dan wel naar een vorm van autonomie.

In 2014 werd onder impuls van Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten een overeenkomst tussen Rusland en Oekraïne tot stand gebracht. Met dit akkoord engageerde Oekraïne zich tot een vorm van autonomie voor de Donbas. Volodymyr Zelensky, president van Oekraïne, zei bij zijn aantreden dat hij dat engagement zou honoreren.

Oekraïne zou een gebaar moeten stellen

Als Oekraïne een gebaar zou stellen dat zelfs nog maar een beetje in de richting van de uitvoering van de Minsk-akkoorden gaat, dan zou Rusland kunnen claimen dat de invasie haar doel heeft bereikt. Als Oekraïne zijn houding met betrekking tot de status van de Krim wat zou versoepelen, dan zou dat voor Rusland een opsteker zijn en zou een regeling van het conflict wel eens dichterbij kunnen komen.

Rusland zou ook minder stress ervaren als het westen zijn eis om de Krim aan Oekraïne terug te geven wat zou terugschroeven. President Zelensky heeft al het idee geuit van een overlegprocedure tussen beide kanten over de Krim. Hij schatte de duur van zo’n procedure op 15 jaar.

Rusland zou minder stress ervaren als het Westen zijn eis om de Krim aan Oekraïne terug te geven wat zou terugschroeven.

Oekraïne moet de politieke realiteit onder ogen zien. Ongeacht de uitkomst van de oorlog is het onwaarschijnlijk dat Oekraïne de Krim ooit terug in zijn bezit krijgt. De Oekraïners zijn minder aan de Krim gehecht dan de Russen. Een Krim onder Russische heerschappij zou wel eens beter kunnen zijn voor de stabiliteit op lange termijn.

Oekraïne

De Donbass is het oude industriële bekken van Oekraïne met steenkoolmijnen en fabrieken. Map: RGloucester/CC BY-SA 3:0

Wat de Donbas betreft, zou Oekraïne zonder al te veel gezichtsverlies een grotere mate van autonomie kunnen toestaan dan het tot hiertoe heeft gedaan. Het heeft er alle schijn van dat veel Russisch sprekenden in de Donbas niet gediend zijn met de militaire invasie van Rusland, met als gevolg dat ze nu meer aanleunen bij Oekraïne dan voorheen.

De eisen inzake autonomie vanwege de bewoners van de Donbas zouden op dit ogenblik wel eens gematigder kunnen uitvallen dan vroeger. Als Oekraïne zijn engagement tot een grotere mate van autonomie hernieuwt, zou de Russische regering dat als een overwinning kunnen afficheren.

Verzwakking van Rusland als Amerikaanse doelstelling

In plaats van interesse te tonen in het bij elkaar brengen van de betrokken partijen met het oog op beëindiging van de oorlog, heeft het kabinet-Biden het conflict in apocalyptische termen bestempeld als een strijd tussen democratie en autoritarisme. Als Sergei Lavrov, de Russische minister van Buitenlandse Zaken, zegt dat het westen het conflict ziet als een oorlog bij volmacht tegen Rusland, dan is dat geen lichtzinnige bewering.

Lloyd Austin, de Amerikaanse minister van Defensie, heeft de verzwakking van Rusland als langetermijndoelstelling in zijn vaandel geschreven. Men kan zich met reden afvragen of het nu de bedoeling is van de Verenigde Staten om Rusland uit Oekraïne te verdrijven dan wel om Rusland tot de laatste Oekraïner te bekampen.

Antony Blinken, minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, mag dan wel zeggen dat de regering Biden voorstander is van onderhandelingen die de oorlog moeten beëindigen, we kunnen niet anders dan vaststellen dat de Verenigde Staten op dat vlak eerder terughoudend zijn.

Het zou wel eens kunnen dat de huidige situatie op het terrein gunstig is om nieuwe onderhandelingen over het stopzetten van de oorlog in Oekraïne op te starten. Gezien de vernielingen die nog elke dag in Oekraïne worden aangericht, zou ik denken dat daar reden genoeg toe is.

En misschien zit er op dit ogenblik wel een vlieg op een van de muren van het Kremlin die vertegenwoordigers van de hogere geledingen tegen Poetin hoort zeggen dat het sop de kool niet waard is.

Dit artikel verscheen op Responsible Statescraft. Vertaling: Ronald Decelle

Image by Joachim Schnürle from Pixabay

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!