Nieuws, Politiek, België, De Standaard, Analyse, Ideologieën, Vlaamse partijen -

Ideologieën: teruggekeerd zonder ooit weg geweest te zijn

De Standaard liet de vorige dagen zeven partijvoorzitters passeren om over hun ideologie te praten. Het werd ideologie zoals te verwachten en te voorzien was.

dinsdag 5 februari 2013 15:10
Spread the love

Drie zaken werden nog maar eens pijnlijk duidelijk: (1) traditionele partijen hebben niet alleen last van een bijzonder grote spreidstand tussen woord en daad, ze hebben het eigenlijk ook helemaal niet meer over de ideologische achtergrond die men ermee associeert; (2) de rol van de economie, meer bepaald het neo-liberalisme, komt -behalve bij kleinlinks- zo goed als niet aan bod; (3) als rechtse krant stelde DS zich erg sceptisch, dan wel bijzonder meegaand op, afhankelijk van de geïnterviewde. Hierbij, bij wijze van ‘test-aankoop’, een terugblikkend en ideologisch gekleurd overzichtje met als motto een knipoog naar de recente T-shirts-gate: ‘doen alsof je neutraal bent, is het handelsmerk van de status-quo’.

Maandag, Vlaams belang: ‘we’ll be back’

Nu mogen ze al eens iets zeggen in de media, toch vond de hervormer Annemans het nodig om te bevestigen dan zijn partij zichzelf vooral als de partij van de anti-politiek ziet. “Wij zijn niet tegen mensen, maar tegen partijen,” klinkt het, deels bedoeld als verontschuldiging dan nog. Zij willen blijkbaar samenvallen met het idee ‘oppositiepartij’, als idee op zich dan: een ‘tegen-partij’ met een (typisch Vlaamse) identiteitscrisis, aangezien VB inhoudelijk uit de markt is gewerkt door N-VA als nieuw-rechtse vernieuwer.

VB is op zoek naar een bestaansgrond. Daarom zoeken zij op een hoogst ongeloofwaardige manier de zwakke plekken van N-VA op, in de hoop toch nog wat te kunnen scoren. Zo profileren zij zich nu plots sociaal-economisch als een linkse partij, of toch de meest linkse Vlaams-nationalistische partij. Voor een partij die er prat op gaat de moed van de eigen overtuiging hoog te dragen, is dat een sisser van formaat. Ze geven het eigen opportunisme zelfs grif toe: “Door zich voor te doen als een softere, aanvaardbare versie van Vlaams Belang, heeft Bart De Wever haasje-over gespeeld met ons; maar dat willen wij nu doen met hem.”  Een blauwe maandag voor zwarte zondag.

Dinsdag, sociaal-democraten: ‘vandaag schrijven journalisten in hoge mate wat ze denken wat mensen willen lezen’

Uit dit interview blijkt echter dat de bal meteen teruggekaatst kan worden: dit geldt evenzeer voor Tobback jr., die ondermeer te kennen geeft dat politiek voor hem meer over sofistisch redetwisten gaat dan over ideeën en principes. Hij bromde wat over het belang en de kwetsbaarheid van een beleidspartij, om het vooral niet over linkse thema’s te moeten hebben:“interne discussies aan de linkerzijde laten mij steenkoud.” Bleek tevens dat hij niet begrijpt wat marxisme is. Ook wat socialisme is, blijkt hem helaas te ontgaan: de oplossing van de bankencrisis werd als voorbeeld geopperd van een socialistisch recept. Zijn kooktip: de belastingbetaler lost het even op met een blanco cheque voor de baronnen van Fortis, KBC en Dexia.

Bruno T. zijn stichtend voorbeeld zou zuster Jeanne zijn. Die zat enkele dagen voordien in Terzake, waar ze nochtans verklaarde dat men doet alsof er in India een strijd is tussen moslims en hindoes. Klopt niet; alles begint met een economische strijd, merkte ze op. Geld en macht en daarna wordt alles in een religieus kleedje gestopt. Haar hoef je wellicht niet uit te leggen wat marxisme is. Hopelijk heeft Tobback gekeken en goed opgelet.

Om wat SP.A-voorbeelden van de discrepantie tussen woord en daad te geven: vice-president Lieten kondigde diezelfde dinsdag op haar site trots aan dat de overheid, namens haar bemiddeling, voor 6 jaar een onderzoekssamenwerking aangaat met de Vlerick Business School. Sinds Steve Stevaert de eigen studiedienst ontmantelde, is SP.A inzake ideologische achterkamer blijkbaar helemaal in tolvlucht.

Op woensdag trachtte Lieten, in een interview in Knack, de lezer van haar socialistische bevlogenheid te overtuigen. Hoe dit te rijmen met het feit dat ze ook trots groen licht geeft aan ‘de kruisbestuiving tussen creatieve geesten, wetenschappers en ondernemers’ zoals zij dat noemt en daar alvast een budget van een half miljoen euro vrijmaakt? ‘Creatieve industrie’ is een stokpaardje van haar beleid en daarvoor staat ze volledig op één lijn met Flanders DC, een zwaar gesubsidieerde koepelorganisatie, gestuurd door Voka, Unizo en Vlerick. Flanders DC is dus als promotiemachine een mantelorganisatie van de bedrijfswereld en het patronaat.

Opmerkelijk: het Vlaamse steunpunt voor beeldende, audiovisuele en mediakunst (BAM) stuurde het nieuws van dit ‘groen licht’ rond via haar nieuwsbrief ‘beeldende kunst en mediakunst’ (nummer 447), omdat de administratieve kant van de cultuursector, conform de aspiraties van de huidige regering, reeds de mening is toegedaan dat ‘creatieve industrie’ ook en misschien vooral betrekking heeft op de kunsten. Het businessplan ‘Creative Europe’ rolt zich al vlot uit. Dat zal wat geven na 2014.

Dat onder ‘creatieve industrie’ de kunstensector wordt bedoeld, wordt nu al voorgesteld als een voldongen feit, door de sector zelf dan nog. Dit maakt Lieten eigenlijk de facto tot de schaduwminister van Cultuur.  De kritiek van Bart Van Malderen (sp.a) op minister Schauvliege, namelijk dat de sociaal-artistieke sector ten onrechte op een sluipende manier droog gelegd wordt, (zie hier, DWM, 3 feb) is zeker terecht. Maar misschien moet Van Malderen dat op zijn eigen partijbestuur eens op tafel leggen? Wie weet heeft Lieten nog een budgetje vrij of kan ze een Vlerick-advies vragen? Terzijde: sociaal-artistiek werk heeft geen toekomst als kunst die geïnstrumentaliseerd kan worden in functie van de economie of het toerisme en is bovendien dikwijls maatschappijkritisch. Hoeft het te verbazen dat ons beleid dit liever kwijt dan rijk is?

Een laatste voorbeeld: wat de openbare omroep betreft, is Lieten een tegenstander van het gratis online plaatsen van alle programma’s, zoals dat bijvoorbeeld in Nederland het geval is; dit ter bescherming van de commerciële zenders. Daarmee blokkeert ze, als innovatie-minister, niet alleen een belangrijke innovatie-internettelevisie, maar steunt zij een concurrentievervalsing tussen kabel en internet met overheidsgeld, onder druk van de Vlaamse mediaconglomeraten.

Volgens haar woordvoerster, Lot Wildemeersch, biedt de Vlaamse publieke omroep VRT niet alles gratis aan omdat, ‘wanneer jealles online aanbiedt, je als omroep marktverstorend werkt ten opzichte van andere mediabedrijven in ons land’. Tobback zou dit misschien ook een ‘socialistisch’ recept noemen: de overheid moet er op toezien dat zij marktondersteunend werken, ook al doet die ‘markt’ er alles aan om de eigen publieke diensten plat te concurreren.

Woensdag, liberalen: ‘’You only live twice (James Bond), omdat je alles uit het leven moet halen”

Rutten slaagde er, naar het goede voorbeeld van Verhofstadt, prima in om het vooral niet over kapitalisme, neo-liberalisme of zelfs het Keynesianisme te hebben. Terzijde: toen Di Rupo vorige week tijdens het World Economic Forum in Davos, Keynes ter sprake bracht, volgde prompt een verklaring van de voormalige kabinetschef van Verhofstadt, Luc Coene, dat het Europees besparingsbeleid voortgezet moest worden. Die piste moet kost wat kost onder de mat blijven. Wel promootte Rutten haar partij als een hip merk dat ijvert voor optimisme, vrijheid en nieuwe media. (In een vorig blogstukje besprak ik reeds Ruttens ideologische spin.) Hoewel die euforie van deze recent omgedoopte ‘ideeënpartij’ over technologie, helemaal nieuw is, ging de interviewer er toch vlot in mee, waarvan akte.

Verder kwam ook het huidige beleid heel even ter sprake: Wij willen meer welvaart creëren, onder meer door de index te hervormen; en toch krijgen wij het etiket asociaal.” Kan iemand Gwendolyn Rutten eens uitleggen dat de meeste ‘burgers’ intussen al doorhebben dat zo een indexaanpassing een verkapte truc is om de loonkost voor bedrijven te drukken en dat zij dus maar al te goed beseffen dat het een erg asociale maatregel is?

Rutten permitteert het zich verder ook over onderwerpen te dagdromen waarvoor ze helemaal geen wetsvoorstel overweegt en profileert zich graag als feministe, terwijl haar partij tegenstemde inzake de quota voor vrouwen in de raden van bestuur. Verstrooiing troef. Het doet er ook allemaal niet veel toe; ‘the future is waiting in de wings’, dat weet Open VLD, als geliefkoosde beleidspartner na 2014 van marktleider N-VA, maar al te goed. De journalist van dienst blijkbaar ook.

Donderdag, socialisten: ‘het neo-liberalisme kan niet zonder dictatuur’

Ondanks het feit dat Peter Mertens in het verleden van de journalist in kwestie, dezelfde vragen al minstens tijdens twee interviews voorgeschoteld kreeg en twee keer duidelijk afwijzend had beantwoord, zelfs nog toen die journalist nog bij Knack werkte, toch bleef Joël De Ceulaer ook tijdens dit interview met bijna de helft van de vragen doorbomen over de vermeende verwantschap van PVDA+ met despotische regimes die vaarden onder een communistische vlag.

Desondanks lukte het Peter Mertens toch om iets over het ideeëngoed van zijn programma te zeggen; een kans om een ruim publiek er eens op te wijzen dat er wel een draagvlak is voor de miljonairstaks -uit enquêtes blijkt dat  80 procent van de bevolking er achter staat- terwijl er geen draagvlak is voor separatisme, wat N-VA trouwens zelf zegt.

Zoals de interviewer verwachtte dat Annemans zijn etnisch-nationalisme en Beke het christendom zouden afzweren, zo verwachtte hij vreemd genoeg ook dat Mertens het communisme zomaar zou verwerpen. De voorpagina kopte als media-genieke promo dan ook een magere oogst: “Ik verwerp niet alles wat er onder het communisme is gebeurd.” Beter was misschien: “Vandaag staan politici naar grote bedrijven (als Ford Genk en ArcelorMittal) te kijken als een koe naar een trein.”

Nog een primeur voor DS: “We gaan naar een recessie; de sluiting van Ford Genk was de ouverture van een tweede crisisgolf, met onder meer de sluiting van Arcelor Mittal. Deze tweede crisisgolf komt veel harder aan, omdat de sociale zekerheid overal wordt afgebouwd. In sommige landen heeft de helft van de jongeren geen toekomst. Ik denk dat de meeste politici onderschatten wat dat betekent. Die toenemende tweedeling van de samenleving is een bedreiging voor de democratie.”

Vrijdag, christendemocraten: ‘grijsheid kun je ook positief interpreteren’

Men hoeft niet naar de ‘enerzijds-anderzijds’ van Rik Torfs te verwijzen, om te weten dat CD&V bekend staat voor de januskop: devoot aan de ene kant, maar dogmatisch als het op de liturgie van de macht en de offerande of misstipendia aankomt. In het interview met Beke ontdekken we dat CD&V plots de partij van het postmodernisme is geworden. Beke heeft de mond vol over de ‘naakte ander’ van de filosoof Levinas.

Ook Habermas is een vermelding waard, omdat die ooit opmerkte dat onze cultuur veel aan christelijke waarden schatplichtig is. Niet alleen de waarden, zou ik daar aan toevoegen. Een beate Beke benadrukt verrassend genoeg tot tweemaal toe dat christendemocraten niet in ‘het absolute’ geloven, waarmee dan bedoeld wordt dat N-VA en Open VLD dat wel doen (te verstaan: het absolute van de vrije markt en/of de natie).

De taakverdeling van de draaideur-ideologie bij CD&V: Beke doet de public-relations en dist daartoe een verhaal over ‘personalisme’ op -een compromis tussen de vrijheid van ‘het individu’ van Rutten en ‘de Vlaamse plichtenmoraal’ van De Wever- terwijl Voka-vos Kris Peeters achter de schermen de lakens uitdeelt en op de kassa zit.

Verschil tussen woord en daad? Minister van Cultuur Schauvliege werd bekend met de bedenking dat er voor cultuur geen draagvlak is (de subsidies bedoelde ze). Opmerkelijk, want is er dan een draagvlak voor de komst van een winkelcomplex als Uplace in Machelen waar Schauvliege, ondanks luid protest van ondermeer de milieu-organisaties Greenpeace, Bond Beter Leefmilieu en BRAL (de Brusselse Raad voor het Leefmilieu) en zelfs Unizo, de milieuvergunning in mei 2012 alsnog goedkeurde, nadat die door de eigen deputatie van Vlaams-Brabant in 2011 geweigerd was? Of is er een draagvlak voor het behoud van 30.000 militairen in ons land, onze tinnen soldaatjes zeg maar, waar Pieter De Crem (CD&V) zo een pleitbezorger en fan van is?

Terzijde: door de nieuw-rechtse cultuurstrijd verdwijnt deze stiefmoederlijke houding van de traditionele partijen ten aanzien van onze cultuurpolitiek flink buiten beeld, omdat al die gratuite provocaties, zoals Gantman over het Antwerpse stadsdichterschap en Siegfried Bracke, die de ‘Voice van Vlaanderen’ wil subsidiëren, de volle media-aandacht opeisen. Het is daarbij opmerkelijk hoe weinig moeite onze beleidspolitici doen, en dan vooral de minister van Cultuur, om deze provocaties van de cultuursector tegen te spreken. Waarvan akte.

Extraatje: overbodig te vermelden dat er volgens Kris Peeters wel een ‘draagvlak’ is voor de plannen van de betonboeren van het BAM-tracé, voor het subsidiëren van omstreden GGO-onderzoek (circa 100 miljoen euro per jaar, bijna hetzelfde budget van het kunstendecreet voor 4 jaar), en voor de gedateerde nucleaire industrie. Het project Myhrra met de experimentele kernreactor in Mol, kreeg onder druk van Peeters bijvoorbeeld al 1 miljard euro toegeschoven, hoewel de ex-medewerkers van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) zelf getuigen van het feit dat deze technologie in economisch opzicht een erg onzekere toekomst tegemoet gaat, omdat er geen commerciële partners meer te vinden zijn. Dat betekent dat hier 10 maal het cultuurbudget voor de volgende 2 tot 4 jaar besteed werd aan een voorbijgestreefde technologie. We zwijgen dan nog over de gevaren ervan en de vervuiling die dit ‘experiment’ reeds heeft veroorzaakt. Helaas: andere voorbeelden zijn legio.

Zaterdag, N-VA: ‘socialisme, dat is mensen omkopen met hun eigen geld’

En toen was het weekend; de ereplaats ging natuurlijk naar Bart De Wever. Zijn metafoor -een probleem als een zwarte vlek op een zwart hemd- blijkt zeer goed van toepassing op zijn eigen ideologie. De blinde vlek: nergens heeft hij het over de vrije markt of het neo-liberalisme. BDW begint met een simplistisch schema: liberalen zouden voor het individu zijn, terwijl die natuurlijk vooral voor de vrije markt zijn als centraal regulerend principe. Socialisten zouden voor de staat zijn, terwijl die net willen benadrukken dat de mensen de voorrang moeten krijgen op de winst.

Verder: christendemocraten zouden, zoals nationalisten, de gemeenschap centraal stellen. Opnieuw een verdraaiing: ook en vooral socialisten ijveren natuurlijk voor de creatie van een sociaal weefsel, terwijl op de voorgenoemde ideologieën eerder ‘religie’ en ‘natie’ dan ‘gemeenschap’ van toepassing is. Zie daar de Vlaamse estafetteloop: hoe het idee van ‘gemeenschap’ van ‘kerkgemeenschap’ naar een ‘communautair probleem’ ontvoerd werd, om van een oude in een nieuwe verzuiling te hervallen. Conservatief recidivisme, zeg maar.

Opmerkelijk: BDW hanteert eigenlijk een pragmatisch, zelfs cynisch nationalisme. De Vlaamse beweging zegt hem weinig, zo stelt hij. Het gaat hem allemaal om zelfbestuur, meer bepaald om centen: het stoppen van de solidariteit met de Walen en Brusselaars. Moest er in Wallonië een rechts bestuur zijn, zo vernemen we, dan was een confederalisme niet meer urgent.

Verder gelooft hij in het tegenovergestelde van het marxisme: via de juiste attitude en ethiek zouden wij tot de juiste economische onderbouw kunnen komen. Dat komt uiteraard neer op de illusie van wat een ‘kapitalisme met een menselijk gelaat’ genoemd wordt. Anders gezegd: via wat ethiek op lokaal niveau in de stadstaat Vlaanderen, zouden we het internationaal neo-liberalisme kunnen bezweren. Zoals de Galliërs het Romeinse Rijk?

Nog een frappante inconsistentie: BDW gelooft in ‘de gemeenschap’ en het centrale probleem is volgens hem dat het evenwicht tussen ‘de productieven’ en ‘niet-productieven’ verstoord zou zijn. Anders gezegd: er zijn teveel werklozen en zieken en dat kost teveel. Als hij consequent is, en in tegenstelling tot wat hij de socialisten aanwrijft, zeker niet méér ‘staat’ wil, maar toch wel jobs voor iedereen, dan zou hij het idee om van ArcelorMittal of Ford Genk een coöperatieve te maken, een geweldig idee moeten vinden.

Laat die werknemers toch die infrastructuur overnemen, die de overheid via subsidies toch al ruimschoots betaald heeft. Zodra zij niet onder de druk van speculanten staan, die een return on investment van een tweecijfer-rendement eisen, kan deze industrie perfect verder boeren: een lokale industrie in handen van de gemeenschap. Een ideale oplossing: minder werklozen, méér productieven, een bedrijfsbeleid met ethiek, van bij ons. Wat wil De Wever nog meer? Maar nee hoor, voor de N-VA is het schrappen van 1.300 jobs in de staalfabrieken van Luik zelfs nog geen persbericht waard. 

Verder vernemen we als vanzelfsprekend: de gebruikelijke manie (De Wever beschouwt zichzelf als een grote kampioen), provocatie (‘socialisme is mensen omkopen met hun eigen geld’; over kapitalisme als uitbuiting zonder meer wordt zedig gezwegen), en intolerant conservatisme (hoewel homo-seksualiteit duidelijk geen religie noch politieke overtuiging is, mag dat niet zichtbaar zijn). Ambtenaren zouden neutraal moeten voorkomen. Iedereen die even nadenkt, ontdekt nochtans zo twee nefaste gevolgen:

(1) identiteit neutraal maken, druist in tegen de idee van identiteitsbeleving en is bovendien onhaalbaar. Mag ik dan bijvoorbeeld ook geen T-shirt met mijn favoriete muziekgroep of kunstenaar aan? Ook dat blijkt immers gevoelig te liggen bij BDW: het eerste zou soms kunnen leiden tot criminaliteit, het tweede is een uiting van een elite die de gevestigde orde in stand wil houden.

(2) Door de Vlaamse schoonmaak der vijandige symbolen van N-VA is neutraal vanaf nu nooit meer ‘neutraal’. Wie zich als neutraal out, blijkt vanaf nu vooral een goede Vlaming te zijn en is dus niet langer ‘neutraal’. Zoals met elke conservatieve en repressieve opvoeding, zoals in het Victoriaanse Engeland van De Wevers idool Dalrymple, lokt een stiff upper lip al snel het nodige punkgedrag uit, snakkend naar vrijheid en zuurstof. Dat we daar in de 21ste eeuw nog moeten op wijzen, hallucinant.

Wat ik overigens vooral uit dit interview heb geleerd, is dat nationalisten en salafisten in wezen dezelfde irrationele fatsoenmoraal hebben: alle problemen zijn opgelost zodra je een vrome moslim/Vlaming bent. De eerste wil de sharia, de tweede zweert bij het separatisme. Laten we het hier bij houden, want dadelijk volgt het calimero-verwijt dat N-VA weer ten onrechte bekritiseerd wordt.

Trouwens, dat de holibi-gemeenschap op het punt is gekomen er voor te opteren zich niet te laten provoceren door De Wever, is een bijzonder belangrijk signaal: het is al zover gekomen dat zij die geprovoceerd worden, beseffen hoe strategisch en gevaarlijk die provocatie is, als valkuil, en er daarom voor kiezen de pester op de speelplaats maar alleen te laten verder razen, ook nadat de speeltijd al gedaan is.

Bert Bultinck schreef hier in zijn steeds eloquente column Modern Times in 1000 woorden in het DS weekblad trouwens een fris stukje over; Hij herinnert ons aan Hegels analyse van de meester en de slaaf: zonder de erkenning van de meester door de slaaf, is er geen meester. De grootste straf voor de nieuw-rechtse provocaties is daarom zo te reageren dat je aangeeft dat je er niet op wenst te reageren.

De Wever reageerde natuurlijk al wel uitermate verontwaardigd vandaag in de ‘flutgazet’: hij zal naar eigen zeggen nog door een hel moeten gaan tot 2014. Pardon? Zal hij dan misschien stoppen met politiek? Want in dit interview stelt hij dat hij nog liever failliet gaat dan van product te veranderen. Of wil hij aangeven dat hij dan aan de macht is en de rekening zal presenteren? De rancune die zich nu ophoopt, moet ergens een uitweg vinden, helaas.

Zondag: ideologie neemt geen rustdag; ‘het nieuwe kapitalisme’

Ideologie is doorgaans het sterkst aan het werk wanneer je denkt dat die net niet aan de orde is. In het geval van DS: niet in de ideologie-reeks, maar in de rubriek ‘economie’; u weet wel, die rubriek na de reclame (15 volle pagina’s deze keer) waarmee DS lezers van De Tijd wil wegsnoepen. Fons Van Dyck probeert er ons daarvan te overtuigen dat er zoiets is als ‘nieuw kapitalisme’. Vrij vertaald: we zouden een onderscheid moeten maken tussen een stout kapitalisme, dat alleen voor de winst gaat, zoals ArcelorMittal, en een braaf kapitalisme, dat opkomt voor mens, milieu en gemeenschap en dus de rol van de staat kan overnemen. Indien hij het zou hebben over nieuw ondernemerschap, geïnspireerd door de transitiebeweging, tot daar aan toe, maar ‘nieuwe kapitalisten’?

Van Dyck maakt deze bedenking naar aanleiding van het feit dat Umicore als duurzaam bedrijf een prijs heeft gewonnen. Tevens geeft hij het voorbeeld van Bill Gates, die zich eerst als een vampier rijk heeft gezogen om nu wat aan dubieuze liefdadigheid te doen om zijn dagen te slijten en in de belangstelling te blijven. N-VA is zonder twijfel een voorstander van dit nieuwe kapitalisme: geen staat, wel het ontvoogde Voka-Vlaanderen. Voor wie toch in deze Vlaamse sprookjes gelooft, drie bedenkingen:

(1) Umicore is helemaal geen duurzaam bedrijf, om over de naastenliefde van Gates dan nog te zwijgen. Onderzoeker Nick Meynen maakte er ons attent op (DWM, 23/01) dat dit bedrijf nog een historische milieuschuld heeft in Hoboken. Meynen heeft het over drie openstaande rekeningen: voor het feit dat sinds 1973 groenten en fruit niet mogen groeien in heel Hoboken, voor de gezondheidsschade bij kinderen en voor de vele extra kankergevallen rond de fabriek in Hoboken; samen goed voor 300 miljoen.

(2) Volgens Van Dyck moet de verlichte ondernemer een gidsrol opnemen als blijkt dat de politiek troonafstand doet. Opmerkelijk dat we in dezelfde krant, in de Jobat weliswaar, lezen dat Agoria, de federatie van de technologische industrie, becijferde dat technologiebedrijven in ons land 5 procent minder in innovatie investeren (1,65 miljard euro!) dan vorig jaar. Als zij zelfs geen geld hebben voor hun eigen core business, zouden zij wel moeite doen voor mens, milieu en gemeenschap?

Het tegendeel is waar: onder zware lobby-druk voorziet Europa -en onze overheid- dat de academische sector alsook de cultuursector de taak van innovatie, in functie van de economie, overnemen. Outsourcing heet dat. Naast de vele subsidies die gaan naar de 70 kantoren Flanders investment & Trade, is er ook het bovenvermelde zwaar gesubsidieerde Flanders DC. Wie daar werkt, hoeft overigens niet noodzakelijk goed Nederlands te spreken; een vlotte kennis van het Engels is daarentegen wel essentieel.

(3) Over ethiek en kapitalisten gesproken. Burgerzin-Bart wil dat er in onze lotsgemeenschap meer vanzelfsprekend fatsoen is, zodat we iemand in de trein met schoenen op de bank daarop kunnen aanspreken, zonder als mislukte pastoor te worden uitgemaakt. Maar hij mag dat punt naar eigen zeggen niet maken van links, want dan voelt hij zich als iemand die een rivier overzwemt vol piranhas. Frappant dat De Wever dan toch zoveel oude krokodillen in zijn partij binnenhaalt, waar zelfs de modale Vlaming geen vertrouwen in stelt.

Om niet over ex-Vlaamsblokkers te beginnen, -N-VA is de grote partij van de herkansing voor aangebrande autochtonen- wat te denken van Ludo Van Campenhout? Uit een nieuw stuk op Apache, dat net verscheen, blijkt dat de lucht van corruptie, drank, zwendel en onderhandse zaakjes met de plaatselijke immo-makelaars, hem al jaren achtervolgt. 

En wat te denken van anti-dichter-dag Gantman? Een fanatiek pro-Israëlisch activist en tevens veroordeeld fraudeur, betrokken bij omkoopschandalen die aan het licht kwamen bij het frauduleus failliet van rederij van Tsvi Rosenfeld in 1996.  De schuldenput bedroeg meer dan 150 miljoen euro, grotendeels ten nadele van overheidsbank NMKN. Marc Van Peel zat er toen overigens ook tussen. Is de Vlaamse beweging, in al zijn, naar eigen zeggen, heilige en goedbedoelde maar vaak misbruikte vroomheid, binnenkort weer een aangebrand hoofdstuk rijker? Flaminganten zouden dit in hun eigen belang moeten aanvechten.

Maandag, ecologisten: ‘wij willen dat bedrijven winst kunnen maken’

Na een woelige zondag komt Groen als laatste aan de beurt. Van Besien krijgt als het ware wel alle resterende naijver van de interviewer over zich heen. Ondanks het gezegde, ‘Groen laat zich doen’, kunnen we Van Besien alleen maar feliciteren dat hij al dat venijn zo bedachtzaam, vriendelijk en met overtuiging doorstaat.

Groen maakte zijn opgang in een tijd van verzuiling en had de wind in de zeilen (…en zielen) omdat ze als partij net niet aan een ideologie gebonden was. Dat maakte Agalev fris en sterk. God de Vader was al even dood; een bedreigde moeder natuur staat nu centraal. Dat maakte Agalev tot een wereldse, vitale en urgente partij.

Vandaag, in tijden waarbij er terug nood is aan een duidelijke stellingname op het ideologische spanningsveld, blijft Groen goed scoren, omdat het naast ecologie ook sociaal-maatschappelijk voor een linkse koers kiest. Het grote nadeel, naar mijn mening, is dat een ecologische partij in sociaal-economisch opzicht, rekbaar is: het kan zowel de linkse als rechtse kant uit schipperen. Na de studie ‘De mythe van de groene economie’, weten we intussen nochtans allemaal dat een ecologie die het kapitalisme niet op de korrel neemt, zich bijzonder gemakkelijk laat recupereren, met een averechts effect op de strijd voor het milieu tot gevolg.

Hoe zit dat bij Groen? Dat blijft schipperen. Enerzijds ziet Van Besien ‘de markt als instrument van duurzaamheid’. Anderzijds benadrukt hij dat zijn ideologische wortels te vinden zijn in het legendarische rapport aan de Club van Rome, ‘Grenzen aan de groei’. Dat dateert van 1972 en het heeft twintig jaar geduurd voor iedereen het ernstig nam, tot de top van Rio in 1992. Dirk Holemans van de denktank Oikos nodigde Dennis Meadows, de auteur van het befaamde rapport, vorig jaar in Gent uit. Meadows gaf toen, nota bene, aan dat dit na 40 jaar strijd zijn laatste academische lezing zou zijn.

Zoals Van Besien, gebruikt ook Meadows graag metaforen met auto’s. Vandaag zou er niet alleen een economische nulgroei, maar inzake ecologische belasting, zelfs een krimp nodig zijn: onze economie moet totaal anders worden ingericht om leefbaar te worden. Maar, zo stelde Meadows, wij zouden ons daarbij goed bewust moeten zijn dat het kapitalisme als een auto is, die in een denderende vaart op de snelweg raast (‘free-way’ genoemd in de VS…).

Elk jaar is een groei van 3 procent nodig om het systeem draaiende te houden. We kunnen dus alleen maar gas bijgeven. Een krimp met pakweg 25 procent staat dan niet gelijk aan een snelheidsvertraging van pakweg 200 naar 150 per uur. Nee, dat komt overeen met één wiel minder. Sensatie verzekerd. Een kritische kijk op het sociaal-economische is bijgevolg meer dan nodig. Op dat punt lijkt Groen blijkbaar eerder een omslag van het ideologische weer af te wachten, wat in Vlaanderen sowieso moeilijk te voorspellen is.

In dit laatste interview bereikte het cynisme en vooringenomenheid van de interviewer evenwel een hoogtepunt: wanneer Van Besien inzake confederalisme pleit voor een overleg tussen politici, academici en middenveld, repliceert de interviewer met ‘een praatbarak waar nooit iets degelijks uit voortkomt’. Echt democratisch overleg is blijkbaar iets voor prutsers.

Als Van Besien vervolgens stelt dat het eigenlijk neo-koloniaal is als Marokkanen tegen een hongerloon onze garnalen moeten pellen, volgt er schamper: ‘toch beter dan dat ze in de Middellandse zee verdrinken’. De interviewer verwart een ‘kritische’ instelling continu met populistisch en grof geblaas, met vooringenomen dooddoeners die een constructief tegensprekelijk interview plat leggen.

Daarnaast is er ook een wijdbeense willekeur van de teneur aan vragen; enerzijds zou Groen niet effectief en te soft zijn, want door gloeilampen in spaarlampen te veranderen’ gaan we het milieu niet redden. Anderzijds krijgt Van Besien kwaadwillig de opmerking voor de voeten gegooid dat er toch wel groene denkers zijn die vinden dat de aarde beter af zou zijn zonder de mens. Los van het feit dat ‘die groene denkers’ in principe gelijk hebben -wij richten nu eenmaal onnoemelijk veel schade aan- moet je echt van slechte wil zijn om deze gedachtepiste op te vatten als een pleidooi voor het opheffen van de mens tout court.

Nog eentje: volgens de journalist wil N-VA niets van Groen weten en zal men hen er ‘altijd en overal afrijden’. Blijkbaar weet men bij DS niet eens dat Groen in Mechelen, Edegem en het district Antwerpen samen met N-VA in het bestuur zit. Het toppunt: “Hebben ecologisten niet de neiging om te overdrijven als ze het beleid onder druk willen zetten? Neem nu het klimaatdebat: zit er niet meer onzekerheid in de modellen dan dat we doorgaans te horen krijgen?“ 

Laten we toch niet vergeten dat deze journalist ideologisch op één lijn zit en tevens veel samenwerking achter de rug heeft met het SKEPP-genootschap, dat studies over klimaatverandering tot enkele jaren terug nog afwimpelde als pseudo-wetenschap. De ideologische achterkamer van die club werd een jaar geleden al uit de doeken gedaan op DWM.

Zijn laatste vraag:Maar die grenzen aan de groei: het blijft moraliserend klinken. Wtf? Niet alleen wie denkt dat ideologie een kwestie van ethiek is, vergist zich flink. Ideologische kernstellingen die al door zoveel wetenschappelijke studies bevestigd werden, als gemoraliseer afdoen is een uitermate ideologisch maneuver, weliswaar van de klimaat-sceptische machiavellistische soort.

Eindbalans: fopspeen Vlaanderen 2014 in aantocht

Wouter Deprez gaf in DS ook een interview weg. Na zijn terugkeer uit Zuid-Afrika wou hij ons vooral laten weten hoe hard het hem verbaasde wat voor een negatieve en zelfs grimmige sfeer er in Vlaanderen hangt. Het mag duidelijk zijn dat de tijden veranderen en dat het cultureel onbehagen zich bij ons -over onze Vlaamse identiteit gesproken- serieus opstapelt. Daar zijn natuurlijk redenen genoeg voor. Het vooruitgangsgeloof is al even doorprikt; gedaan met dat naoorlogse optimisme van de jaren ’50.

Ook dat vangnet van de Europeaan die superieur aan de top van de wereld staat, blijkt plots schone schijn te zijn: Europa is in een recordtempo een dreigende polyglot van multinationals geworden. Ook los van de bankencrisis en de aanhoudende recessie, valt de ontgoocheling van onze holle consumptiemaatschappij vandaag nog moeilijk te bezweren, zelfs al vlucht je voortdurend in allerhande eindeloze, entertainende series op tv en dvd.

Het leven wordt complexer, duurder en drukker. Klap op de vuurpijl: we beseffen maar al te goed dat het milieu onomkeerbaar beschadigd wordt, door ons dan nog. Kortom, die tijdsgeest van de toekomst-als-catastrofe voedt dat onbehagen. We weten dat er een probleem is, dat wij een deel van dat probleem zijn, maar wij weten niet hoe wij een deel van de oplossing kunnen zijn. Malheur anno 2013.

Dat onbehagen vult traag maar zeker het woede-potentieel waarop de pragmatiek en paniekvoetbal van de traditionele partijen geen vat hebben. Game over. Dat potentieel kan op twee manieren een uitweg vinden: een verkrampt nationalisme of een heruitvinden van onze samenleving op een ecologische, diverse en sociale manier, voorbij allerhande separatistische fata morgana’s.

De grote valstrik daarbij is de illusie dat wij vandaag een ‘nationale identiteit’ zouden ontberen, een manco, het tekort aan een extra dimensie aan geluk en genot dat ons wordt ontzegd. Schandaal! Maar wat zou er dan veranderen als wij morgen ontwaken in een onafhankelijk Vlaanderen? Wilders (PVV) in het homogene Nederland, tamboerde toch dezelfde onvrede als De Wever en daar zijn er toch geen Walen. Zouden ‘het weer’, de steden en dorpen, onze sociale omgang, de diensten en de gewoontes ‘van bij ons’ plots anders zijn?

Dat ‘communautair project’, dat wordt een grote en gevaarlijke ontnuchtering, want de bestaande problemen zullen er nog altijd zijn. Al dat ongenoegen dat ‘wij’ bij ‘hen’ hebben geparkeerd, spat dan naar alle kanten open, op zoek naar een nieuwe zondebok. Daarnaast krijg je de ontlading van Vlaamse, burgerlijke rancune en de overwinningsroes van figuren als Bracke & co. Dat wordt dan een parade aan onwennig veel ‘neutraal’ vertoon, veel artificieel ‘gemeenschapsgevoel-met-musicals’, veel cantusgebral en aanverwante rituelen, geforceerde manifestaties en ander compensatiegedrag, die ons er dan van moeten overtuigen dat we nu eindelijk ‘Vlaming’ zijn.

Dat wordt pas Belgisch surrealisme post-factum in het kwadraat. Magritte revisited met de amateuristische tirannie van de Jommekesclub, ‘het Vlaamse goed bestuur’, dat altijd maar de aandacht van haperende en bedenkelijke politieke besluitvorming zal proberen afleiden met schijndiscussies over wat wel en niet op een T-shirt mag staan.

Robrecht Vanderbeeken

take down
the paywall
steun ons nu!