Viktor Orban, voorman van de rechtse partij Fidesz

 

Verslag, Nieuws, Wereld, Europa, Imf, Hongarije -

Hongarije op de knieën voor IMF

BOEDAPEST — Een jaar nadat Hongarije de deur had dichtgeslagen voor het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en aangekondigd had dat het een eigenzinnige koers zou varen, moet eerste minister Viktor Orban door de knieën. Een dreigende ratingverlaging voor het land door Standard & Poor's was de druppel.

donderdag 8 december 2011 16:05
Spread the love

Orban heeft toegegeven dat hij onderhandelt met het IMF, maar benadrukt dat niemand de soevereiniteit van Hongarije kan beknotten. Hongarije was al het eerste Europese land dat een noodpakket van het IMF kreeg, onder de vorige regering in 2008. De huidige premier wilde het IMF koste wat het kost buiten houden. “Als het IMF komt, vertrek ik”, liet hij zich onlangs nog tijdens een lezing ontvallen.

Ook woordvoerders van de regeringspartij Fidesz benadrukken dat het land zichzelf zal blijven financieren op de geldmarkten en dat er niets zal veranderen aan de prioriteiten in het economische beleid. De focus blijft liggen op het scheppen van banen, op kleine en middelgrote bedrijven en op de steun aan gezinnen.

Onorthodox beleid

Toch sneerden tegenstanders onmiddellijk na de aankondiging dat dit het einde is van het zogenaamde “onorthodoxe economische beleid” van de regering, die het in 2010 aandurfde om het IMF links te laten liggen.

Het beleid werd dan wel onorthodox genoemd, een aantal maatregelen was dat zeker niet. Centraal stond bijvoorbeeld de verlaging van de belastingen, een maatregel die helemaal in lijn ligt van de neoliberale recepten die in veel andere Europese landen worden gevolgd. De verlaging van de belastingen moet er vooral toe leiden dat meer mensen ze betalen. Maar uit de laatste gegevens blijkt dat belastingontduiking een belangrijke hinderpaal blijft voor economische groei in het land.

Ook wat betreft besparingen koos de regering niet voor een eigenzinnige koers; ze snoeide flink in de sociale uitgaven.

Orban haalde de titel “onorthodox” vooral met twee controversiële maatregelen die ook internationaal voor ophef zorgden. Hij voerde een tijdelijke, hoge belasting in op onder meer de telecom- en de banksector, en pensioenspaarders werden min of meer gedwongen hun spaargeld aan een openbaar pensioenfonds over te maken.

Irritatie

De eenmalige maatregelen irriteerden de financiële markten, die aanvankelijk blij waren met de verkiezingsoverwinning van Fidesz in 2010 na lang socialistisch bewind. 

De blijdschap sloeg al snel om in wantrouwen, en bij het uitbreken van de Italiaanse schuldencrisis werd ook Hongarije onder de loep genomen. Het land is erg afhankelijk van buitenlandse investeringen en heeft een overheidsschuld van rond de 82 procent van het bruto binnenlands product. Meer dan de helft van de bevolking heeft schulden. De kwetsbaarheid van het land werd uitgebuit en opeenvolgende waarschuwingen voor ratingverlagingen creëerden een vicieuze cirkel.

Plattelandsjongen

Volgens de Hongaarse econoom Zoltan Pogatsa heeft de crisis veel te maken met de persoonlijkheid van Orban die “weigert in het gareel te lopen van de liberale of conservatieve ideologie” en “de mentaliteit heeft van een plattelandsjongen die gezond verstand hoger inschat dan dogma’s.”

“Na wat de laatste tijd in Europa gebeurt, was ingaan tegen de dogma’s ongeveer het enige dat hij juist deed”, zegt Pogatsa. “Maar het werd snel duidelijk dat zijn pogingen om de begroting in evenwicht te brengen zich vooral beperkten tot eenmalige ingrepen, zoals de taks op de banken.”

Hoewel veel economen het eens zijn dat kleine en afhankelijke economieën als Hongarije niet anders kunnen dan de grote economische stromingen te volgen, is Pogatsa ervan overtuigd dat onorthodoxe maatregelen mogelijk zijn. “Maar de focus moet op ontwikkeling liggen. Het is belangrijk om de begroting in evenwicht te houden en de schuld af te bouwen”, zegt hij. “Het feit dat mensen nu begrijpen dat er nood is aan hervormingen, zorgt voor een opportuniteit om het belastingsysteem te hervormen en te investeren in de toekomst, bijvoorbeeld in het onderwijs. Maar het is belangrijk te benadrukken dat het een opportuniteit is.”

Toch lijkt het erop dat Viktor Orban op steeds minder krediet kan rekenen van de kiezer. Uit peilingen blijkt dat 78 procent van de Hongaren niet tevreden is met de gebeurtenissen en dat bijna de helft weigert zich te identificeren met een politieke partij.

take down
the paywall
steun ons nu!