Pink camouflage

 

Samenleving, Holebi, Queer -

Holebi’s en de beschavingsoorlog

'Botsende beschavingen', 'de islam versus het Westen',... Het idee dat de belangrijkste breuklijnen in onze wereld te maken hebben met beschaving en cultuur is dominant. Sociologe Sarah Bracke noemt dit een 'oorlogsverhaal', waar ook vrouwen- en holebirechten steeds weer bij betrokken worden om de superioriteit van het westen aan te tonen. De werkelijkheid is echter veel complexer dan dat.

donderdag 25 februari 2010 12:51
Spread the love

Academica en activiste Sarah Bracke reisde over en weer tussen België en Libanon en blikte er de documentaire ‘Pink Camouflage’ in, waarin ze holebi-activisten uit beide landen aan het woord laat. De film is een oproep aan de holebibeweging: we mogen onze strijd niet laten gebruiken in een verhaal van Westerse superioriteit.

De documentaire  is eigenlijk een ‘video-essay’. “Ik ben gewoon om te schrijven,” legt de sociologe uit. “Dat zie je ook aan mijn film: hij is eigenlijk rond tekst opgebouwd. Maar het was duidelijk dat als ik écht een bijdrage wou leveren aan het debat over het beschavingsverhaal binnen de holebibeweging, een film meer reacties zou uitlokken dan een artikel. Ik merk dat dat klopt (lacht).”

Dat ‘beschavingsverhaal’, wat is dat? Leg dat eens uit.

“Voor een deel is het een geopolitiek verhaal. Sinds de val van de Berlijnse muur in 1989 is het dominante idee dat de belangrijkste breuklijnen in onze wereld te maken hebben met beschaving en cultuur. Dat is nu al twintig jaar bezig. Dat is niet alleen een verkeerde voorstelling van de zaken, zulke verhalen werken ook performatief: als je steeds maar blijft herhalen dat cultuur het probleem is, dan wórdt het ook echt een probleem.”

Wat heeft de holebibeweging daarmee te maken?

“In dat verhaal wordt beroep gedaan op zaken zoals vrouwenrechten en holebi-emancipatie. Ze worden gesitueerd aan één kant van de breuklijn, namelijk aan de kant van ‘het verlichte Westen’, waar de emancipatiestrijd van vrouwen en holebi’s al zou gestreden zijn. Aan de andere kant heb je dan de Arabische en islamitische wereld, en bij uitbreiding ook de migrantengemeenschappen die in België leven. Die worden gezien als ‘achterop lopend’ op die emancipatiestrijd. Vrouwen- en holebirechten worden tot deel gemaakt van een oorlogsverhaal en gebruikt om aan regio’s zoals het Midden-Oosten, en aan etnische minderheden hier, zaken op te leggen.

In Nederland kon het voorbeeld niet scherper: de inburgeringtest om naar Nederland te mogen komen, vraagt sinds 2006 letterlijk om te zeggen dat homoseksualiteit voor jou geen probleem is. Dat is een vraag die natuurlijk nooit gesteld is aan de Nederlandse samenleving in z’n geheel, of aan de Nederlandse Bible Belt. Het wordt gewoon verondersteld deel te zijn van de Nederlandse identiteit, en dus moet je je daarin kunnen inschrijven. Dat is een duidelijke vorm van wat ik ‘homo-nationalisme’ noem: holebirechten worden geïncorporeerd in een nationalistisch identiteitsdiscours. De debatvraag is: hoe reageert de holebibeweging daarop? Een deel van de holebibeweging gaat daar helaas in mee. Ze geloven echt dat het Westen superieur is.”

Klopt dat dan niet? Holebi’s zijn in het Westen toch beter af?
“De werkelijkheid is veel complexer. Eerst en vooral verhult dit verhaal dat er ook hier in het Westen, nog heel veel problemen zijn. Neem de Verenigde Staten. Daar heb je nog veel staten waar de rechten van homoseksuelen slechts minimaal beschermd zijn. Je vindt in het Westen heel veel verschillende situaties. Voor de rest van de wereld geldt hetzelfde. Er zijn heel veel wantoestanden, maar er zijn ook veel plekken waar het relatief niet té moeilijk is om een leven uit te bouwen als homo of lesbienne. Maar al die verschillen verdwijnen in dat grote verhaal. En bovendien draagt dat verhaal er toe bij dat de situatie in bepaalde delen van de wereld zienderogen verslechtert.”

Dat moet je uitleggen!

“Het beschavingsverhaal wordt niet alleen door het Westen gedragen. Sommige krachten in andere delen van de wereld nemen het idee over dat de breuklijnen op het vlak van beschaving liggen, om dan natuurlijk hún beschaving voorop te stellen. Zij gaan maar al te graag mee met het verhaal dat homoseksualiteit iets van het Westen is, want ‘dat wil zeggen dat het niet eigen is aan onze samenleving’. Dat argument is het spiegelbeeld van het Westerse discours. Je ziet het verergeren: dertig, veertig jaar geleden was homoseksualiteit geen punt voor de meeste regimes. Nu hoor je dat argument meer en meer.”

Hoe kwam je eigenlijk op het idee om deze film te maken?

“Mijn inspiratie om deze film te maken komt uit het feit dat ik de afgelopen jaren sterk met dit thema bezig ben geweest in de vrouwenbeweging. Naar aanleiding van het hoofddoekendebat in Frankrijk in 2004 hebben we met een aantal vrouwengroepen een statement gemaakt: ‘Not in our name’, ‘als feministes willen we niet dat het feminisme gebruikt wordt voor racistische, xenofobe, islamofobe agenda’s’. Plots herkende ik diezelfde dynamiek binnen de holebibeweging. Eén van de elementen die mijn frank deed vallen was de World Pride in 2006 in Israël. Daar is vanuit de holebibeweging wel wat tegenkanting tegen geweest, onder meer de ‘No Pride in Occupation’-beweging, maar in de internationale structuren van de holebibeweging was er een meerderheid om de Pride in Israël te steunen. Als je dan keek naar de manier waarop die Pride werd voorgesteld… ‘Israël de veilige haven, de enige plek in de Arabische wereld waar het veilig is voor homo’s en lesbiennes…’ Dat was ontzettend expliciet. Ik noem zoiets oorlogspropaganda.

In 2007 en 2008 heeft het Israëlische ministerie van toerisme heel bewust een campagne uitgewerkt om gay tourism te promoten. Opnieuw met hetzelfde discours en dezelfde beelden als bij de Pride: ‘gevaar in heel de regio, maar hier is het veilig’, ‘onbeschaving in heel de regio, maar hier is het beschaafd’. Maar zo simpel is het natuurlijk niet. Afgelopen zomer werd nog eens duidelijk hoe complex de dingen zijn, toen er een homofobe aanslag is gepleegd in Tel Aviv. Zoiets kan natuurlijk overal gebeuren, maar de vraag is: hoe wordt zo’n incident gekaderd? In het geval van Israël of België zal het gekaderd worden als ‘een ongeluk, een uitzondering, het werk van een waanzinnige, en we zijn allemaal verontwaardigd’. Als het in de Arabische wereld gebeurt, zegt men: ‘kijk eens hoe diep de homohaat zit ingebakken in hun cultuur’.”

Is dit soort recuperatie een nieuw probleem?
“Voor de holebibeweging wel, maar we hebben een precedent. De feministische beweging is hier al eens mee geconfronteerd geweest in de koloniale tijd. Toen werden de vrouwenrechten door Europa gebruikt als kolonisatiereden. Een deel van de vrouwenbeweging heeft dat toen laten gebeuren in naam van het ‘redden’ van de arme zusters. De holebibeweging zoals we die de dag van vandaag kennen, is natuurlijk veel jonger. Voor de moderne holebibeweging is het dus een nieuwe situatie waarop gereageerd moet worden. Wat het er niet gemakkelijker op maakt, is dat – anders dan bij de vrouwenbeweging – de plaats van holebiseksualiteit in het beschavingsdiscours is omgedraaid in vergelijking met de koloniale tijd. Vrouwenrechten werden toen op een heel gelijkaardige manier ingezet als vandaag bijvoorbeeld in de oorlog in Afghanistan. Holebiseksualiteit werd in de koloniale periode ook al ingezet, maar dan omgekeerd. Beschaving was toen een degelijk nucleair gezin met een man en een vrouw. Homoseksualiteit werd gelijkgesteld met niet-beschaving. Als je de reisverslagen uit die tijd leest over de harems in het Oosten, dan druipt de homoseksualiteit van de bladzijden. Het Westen moest beschaving brengen. Veel van de huidige wetten tegen homoseksualiteit in de Arabische landen dateren uit de koloniale periode! Nu wordt beschaving daarentegen gelinkt aan openheid tegenover holebiseksualiteit.”

Wat kan de holebibeweging doen om niet in de val te trappen?

“De zaken anders beginnen kaderen. Kaders zijn niet onschuldig. Het beschavingsverhaal is een bepaalde manier om de werkelijkheid te kaderen. Je moet kritisch zijn en je de vraag stellen: wie komt dit ten goede? Komt dit de holebi-emancipatie ten goede? Ik denk het niet, want als je ingeschakeld wordt in een nationalistische agenda, verlies je als beweging ook een deel van je bewegingsruimte. Dan wordt het veel moeilijker om nog kritiek te geven. Het beschavingsdiscours helpt ons sowieso niet om te begrijpen waarom het in een aantal landen vandaag veel slechter gesteld is met de holebirechten dan pakweg dertig jaar geleden.

De verschrikkelijke situatie in Irak, waar homo’s aan de lopende band vermoord worden, kan je niet verklaren vanuit de ‘islamitische cultuur’. Je moet begrijpen wat er gebeurt is in al die jaren van oorlog en bezetting: hoe allerlei regio’s en strekkingen tegen elkaar zijn uitgespeeld door de internationale machten. Zonder rekening te houden met de geopolitieke context, kan je dat niet op een plausibele manier bevatten. Hetzelfde geldt voor wat er nu in Oeganda aan het gebeuren is. Dat kan je niet begrijpen zonder de invloed van Noord-Amerikaanse protestantse en evangelische bewegingen in kaart te brengen. De fundamentele fout is om zulke situaties te isoleren en ze dan nog eens toe te schrijven aan de lokale ‘cultuur’. Als de holebibeweging dat doet, dan zitten we met verhalen die ten eerste onwaar zijn, en ten tweede deel uitmaken van het Westerse oorlogsverhaal.”

Vind je gehoor bij de holebibeweging, of ben je een roepende in de woestijn?
“In België is het gesprek met de grote holebi-organisaties wel mogelijk., Er zijn momenten waarop de mainstreamholebibeweging ons niet au sérieux neemt. Maar tot nu toe heb ik hier wel het gevoel dat de conversatie niet onmogelijk is. Dat merk ik naar aanleiding van mijn film. In Engeland is dat wel anders. Daar is het eerste niet-witte queerboek in academische kringen, ‘Queerness and Raciality’, gecensureerd onder impuls van Peter Tatchell en de mensen rondom hem uit de mainstreamholebibeweging. Peter Tatchell is in de rest van Europa misschien niet bekend bij het grote publiek, maar hij bepaalt wel mee de agenda. En hij staat absoluut niet alleen: hij heeft een heel groot draagvlak.

Een aantal collega-activisten uit die kritische ‘queer people of colour’-beweging hebben me gevraagd om de film in te dienen voor het ‘London Gay and Lesbian Film Festival’, maar iedereen was het er over eens dat het ene zinnetje dat zegt ‘Peter Tatchell, who is a notorious islamophobe’, er uitgeknipt moest worden, omdat de film anders nooit getoond zou worden. Terwijl hij hier op ‘Pink Screens’ wel heeft gespeeld. Als de discussie, na de film bijvoorbeeld, kan verlopen op een serene manier – wat niet altijd het geval is – zijn er heel wat mensen die zeggen: ‘nu het zo wordt voorgesteld, herken ik het’. Ik denk dat een groot deel van de holebibeweging gewoon nog niet bij het thema heeft stilgestaan, maar op zich wel bereid is om er kritisch over na te denken.”

Kúnnen we eigenlijk iets doen voor holebi’s in de rest van de wereld?
“Eén van de kritieken die ik na de film soms hoor, is: ‘dus we kunnen vanuit het Westen niets meer doen?’ Maar het is niet omdat er kritisch wordt ingegaan op de machtsrelaties tussen activisten uit Noord en Zuid, en er dat een aantal zaken worden aangekaart, dat we niet meer kunnen samenwerken. Integendeel: als die kritiek au sérieux wordt genomen, opent dat net de mogelijkheid om bétere samenwerkingen op te zetten. Volgens mij moeten we radicaal zijn en zeggen: ‘verzet begint bij mensen zelf’. Je gaat geen andere mensen emanciperen. De vraag is dus: wie is er in dat land of in die stad bezig die strijd te voeren? Wie zijn de activisten? En hoe kunnen we hen ondersteunen? In een geglobaliseerde wereld is er natuurlijk plaats voor transnationale connecties. Je moet alleen niet afkomen met een programma van ‘dit moeten jullie doen’, want dat is geen emancipatie. Dat is, om het cru te zeggen, gewoon een andere vorm van imperialisme.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!