Opinie -

Hoera, geen besparingen in Cultuur. In 2022 toch niet…

donderdag 2 december 2021 18:22
Spread the love

Het goede nieuws moest vooraan staan: “het rijk van de vrijheid is terug”. De cultuursector staat aan de poort van de grote relance… Zo staat het in de inleiding van de beleidsbrief. Niks van. Zou deze beleidsbrief en begroting geschreven zijn in de zomer? Na de drukproef geen correcties meer mogen aanbrengen?

Echt goed nieuws nu: er is niet bespaard op het cultuurbudget. Dat is positief, het mag hardop gezegd worden. Het zal zowat de eerste keer in de geschiedenis zijn, sinds Vlaanderen autonoom verantwoordelijk is voor haar cultuurbeleid, dat Cultuur aan een besparingsdans is ontsnapt. Ik zou het ook negatief kunnen formuleren: het zou schandalig zijn, nadat de middelen voor Cultuur de voorbije 10 jaar zo ernstig zijn aangetast. Vergeet niet dat sommige sectoren meer dan 20 procent hebben moeten inleveren.

De wijsvinger van Vlaamse overheid

Niettemin, het lezen van de beleidsbrief en de begroting van Cultuur vind ik een irritante bezigheid. En saaie kost. Een grote liefde voor het culturele veld blijkt daar niet uit, laat staan passie. Integendeel het is een koele relatie geworden, alsof de cultuursector een verzameling van eigenzinnige mensen en organisaties is die het grotere plaatje niet bekijken. Ze moeten zich steeds meer inschrijven in de richting die de Vlaamse overheid wil inslaan.

Hoe verklaar je anders zinnetjes als zinnetjes als “Kunstenorganisaties moeten zich de vraag stellen over hun rol en meerwaarde in het kunstenlandschap t.a.v. de collega-kunstenorganisaties op lokaal, landelijk en internationaal niveau” Alsof ze die meerwaarde niet hebben, alsof ze zich die vraag niet elke dag stellen, alsof ze niet permanent een meerwaarde voor de samenleving betekenen. De cultuuroverheid zou aan de kant van die meerwaardedragers moeten staan, en hun noden delen.

Deze beleidsbrief heeft een groot wijsvingergehalte. De nota is sterk gedacht vanuit het standpunt van de overheid, niet vanuit de noden van de veldspelers. We begrijpen dat ook wel, het departement Cultuur, Jeugd en Media moet elk jaar opnieuw besparen op het aantal personeelsleden met een afbouw van de dienstverlening tot gevolg. Voor het jaar 2022 gaat er weer 416.000 euro bespaard worden op personeel, weer zo’n 10 mensen minder. Elk jaar opnieuw.

Dat verklaart deel waarom de Vlaamse overheid morrelt aan alle decreten en besluiten. Het wordt verbloemd met termen als het ‘herijkingstraject’ en de ‘Vlaamse Brede Heroverweging’. Het klinkt positief, maar heeft finaal een negatieve motivatie. In het eerste verhaal willen de minister en zijn departement “de sectorale beleidskaders bijsturen en optimaliseren”. Het tweede verhaal dwingt de Vlaamse administraties uit te zoeken “of elke euro aan uitgaven wel goed besteed werd”. An sich een goede oefening,en zolang het geen dekmantel is voor besparingen of kwalijke politieke keuzes. De recente accidenten in de cultuursector – fout besteed subsidiegeld – zijn trouwens het gevolg van slordig overheidsbeleid. Goede regelgeving en dito controle maken dergelijke farces onmogelijk, zoals blijkt in de kunsten-, de erfgoed- en de sociaal-culturele sectoren.

Het zijn oefeningen die vooral zinvol zijn voor de overheid zelf, veel minder voor de kunstenaars, erfgoedzorgers en sociaal-culturele werkers. Het typeert het huidige beleid, dat vooral veel meer bezig is met het steeds sterker aansturen van het culturele veld dan met de noden en de zorgen van de veldbewoners.

Met lichte dwang naar assimilatie?

Er is meer. We lezen in het kader van een nieuw decreet voor het sociaal-cultureel werk: “we subsidiëren alleen organisaties die segregatie tegengaan en zich niet terugplooien op etnisch-culturele afkomst. Dit wordt een prioritaire subsidievoorwaarde”. Wat betekenen ‘terugplooien’ en ‘segregatie’ in de ogen van Jambon en co?

Zijn de penhouders van de beleidsbrief vergeten dat emancipatie en integratie in stappen gebeurt, en lang gebeurt onder ‘peers’, onder gelijken? Ik dreig cynisch te worden als ik schrijf dat ik mag hopen dat verenigingen van (enkel) vrouwen, of enkel gepensioneerden mogen blijven bestaan. Maar o wee, als de doelgroep een andere etnisch-culturele achtergrond heeft. Waar bemoeit die overheid van ons zich toch mee? Het is duidelijk: diversiteit moet landen in assimilatie.

Vriendjespolitiek uit de nieuwe doos

De regering wil neutrale en objectieve procedures. Mooi. maar dan moet ze mij toch eens uitleggen hoe de subsidies voor culturele infrastructuur worden verdeeld. Naast culturele huizen van nationaal belang (bijv. Gentse Opera), waarvoor het logisch is dat Vlaanderen hierin tussenkomt, duiken in de lijst bouwprojecten op als Schouwburg Kortrijk, Museumsite Zwijgershoek Sint-Niklaas, Openbare Bibliotheek Sint-Niklaas en Hasselt, Groeningeabdij Kortrijk, Kursaal Oostende en Parterre CC De Werf Aalst. Bizar, de subsidiëring van de bouw van cultuurcentra en openbare bibliotheken is al ruim twee decennia gestopt en voor regionale musea zijn er al vele jaren geen middelen meer. En toch is de verklaring eenvoudig: kijk eens welke partijen deze steden besturen… Vriendjespolitiek uit de oude doos.

Ondertussen werkt het departement verder aan de inventarisatie van de cultuurinfrastructuur. Wat is de bedoeling? Noden inventariseren, neem ik aan. maar is daarvoor wel een databank nodig? De problemen zijn toch grotendeels gekend, zeker bij de lokale besturen. Zo’n databank is wel nuttig om een echt infrastructuurbeleid die renovatie, verduurzaming en nieuwbouw nastreeft, jaren vooruit te schuiven en ondertussen de politieke vrienden te bedienen. Ik zou liever hebben dat er lange-termijnprioriteiten worden bepaald en budgetten worden vastgelegd.

Positief is het nieuwe stimuleringsinstrument voor het ondersteunen van trajecten voor Kunst in Opdracht in de publieke ruimte. Maar dat gaat nog niet eens over 200.000 euro.

Voor het prestige van Vlaanderen en culturele economie

In deze beleidsbrief valt trouwens ook goed op hoe graag de Vlaamse regering de autonome fondsen voor film (VAF) en literatuur (Vlaanderen) ziet. Zij krijgen, een zeldzaam gebaar, extra centen. het is hen van harte gegund. Maar deze daad is typerend voor de huidige beleidsploeg. Ze draag de internationale uitstraling van Vlaanderen hoog in het vaandel. “Voor deze Vlaamse Regering is het van belang dat de Vlaamse film en de Vlaamse literatuur scoren, binnen én buiten Vlaanderen”. Scoren, daar gaat het om, en ook om imago, prestige, uitstraling. Waarom geldt dat niet voor theater, voor dans, muziek?

Tenzij… “De grote kunstinstellingen blijven (…) de artistieke topambassadeurs die Vlaanderen internationaal op de kaart zetten”. Bescheidenheid zou sieren. Maar ook correctie informatie: het zijn vooral kleinere maar artistieke topgezelschappen en ensembles die internationaal scoren, in de dans, de muziek… Het zou in het internationaal cultuurbeleid vooral moeten gaan over het werk van deze topkunstenaars, over het belang van hun artistiek werk, en niet over het belang van de deelstaat Vlaanderen. Deze koers wordt nog versterkt. Er komt een nieuw subsidie-instrument dat “internationale presentatieplekken en festivals die de Vlaamse kunsten prominent in de kijker zetten vanaf 2022”. Ook voor de promotie van de deelstaat Vlaanderen?

Maar die liefde voor de fondsen toont ook een ander, niet neergeschreven doel. Dat is steun aan culturele industrieën of de creatieve economie, aan producten die zich op een evenwichtsbalk bevinden, tussen profit en non-profit, of waar veel commerciële actoren bij betrokken zijn, van cinema’s tot uitgevers. Dat doel wordt ook weerspiegeld in de ontwikkeling van initiatieven als het Cultuurloket, dat moet helpen om de zorgen van freelancende en zelfstandige artiesten en hun entourage te helpen oplossen. Ook de tax-shelter is vooral nuttig voor de culturele industrie. Met de inzet van topevenementen voor toeristische, lees economische doelen, rukt steeds verder op. Vlaanderen vermarkt straks het hernieuwde KMSKA, of stadsfestival rond Dierick Bouts in Leuven en James Ensor in Antwerpen en Oostende. En ook dat is dan weer goed voor ons internationaal prestige.

Er wordt langs alle kanten gedigitaliseerd, onder meer met Europese relancemaatregelen (cf. COVID). Zo bijvoorbeeld wordt KIOSK verbeterd, krijgen beoordelingscommissies data ter beschikking, komt er een databank voor topstukken, digitale collectieregistratie in het cultureel erfgoed, enzovoort. Niks op tegen, integendeel, als het maar afgestemd gebeurt en het duidelijk is hoe deze data ingezet zullen worden om praktijk en beleid te verbeteren. Of zullen vooral ICT-consultants er beter van worden? En worden de organisaties dan verplicht (gratis) om allerlei gegevens aan te reiken in opgelegde formats en ondersteuning te bieden?

Jan Jambon is een minister die zijn liefde voor het cultureel erfgoed betuigt. Financieel blijkt dat echter in bescheiden mate. Er komt 2,5 miljoen bij voor de cultureel-erfgoedsector (voor tijdelijke noden ) en 1,5 miljoen voor het KMSKA. Een platonische liefde dus.

De regelneverij van sterke Jan is wel opvallend. Hij schaaft verder aan alle culturele decreten. De N-VA wil duidelijk haar stempel op de culturele toekomst van Vlaanderen zetten. Dat blijkt ook uit de zoveelste efficiëntieoefening over (dure, overbodige, slecht werkende?) steunpunten en dienstverleners… die de overheid zelf opricht.

Ik maak me wel enige zorgen over de strijd tegen grensoverschrijdend gedrag. Het is onduidelijk of de Genderkamer en de kunstenaarsbeweging Engagement verder zullen kunnen werken. De ondersteuning loopt af in maart 2022. De problematiek vraagt blijvende en sterke aandacht.

Nog iets over de centen

Het budget stijgt van 524 miljoen naar 537,7 miljoen euro. Dat is een stijging met 13,7 miljoen euro. Fijn, maar mocht gezondheidsindex worden toegepast, dan zou dat bedrag 540,8 miljoen euro moeten bereiken.

De bescheiden stijging, 13,7 miljoen, gaat grotendeels naar de indexering van het loongedeelte van subsidies. Dat is goed voor de helft van de stijging. Dat is geen nieuw geld voor organisaties, maar dekt de gestegen levensduurte (lonen). Vreemd genoeg krijgen een aantal organisaties geen indexaanpassing. Voor hen is dat een trage kaasschaaf die elk jaar diepe snijdt. Dat is ook het geval voor de subsidies aan de gemeenten voor hun bibliotheken en cultuurcentra, al verlopen die via het Gemeentefonds. De andere helft van de stijgingen gaat zoals gezegd naar cultureel erfgoed en naar kleine verschuivingen voor de amateurkunsten en bovenlokale cultuurwerking.

Er zijn daarnaast allerlei eenmalige maatregelen voor relance – in Cultuur vooral voor digitalisering en infrastructuur – afkomstig uit de Europese pot, maar die middelen staan niet in de cultuurbegroting.

Liever zo dan nieuwe besparingen, al vrees ik voor de toekomst. Immers, ik mis liefde voor de culturele wereld en gedreven intenties. Ik lees niks over het belang van de kunsten en het sociaal-cultureel werk, over spreiding, toeleiding, participatie, leescultuur, lokaal cultuurbeleid, enzovoort… Met meerdere subsidierondes voor de boeg, niet in het minst voor de kunsten en het cultureel erfgoed mag ik ongerust zijn, toch?

We hadden het graag anders gewild, maar het rijk van de vrijheid schuift weer langzaam verder weg. We bereiken het nog net met CST en mondmasker. Maar morgen? Een samenleving zonder levende en beleefde cultuur sterft af, beetje bij beetje, alsof we viraal besmet zijn.

Bart Caron is Ere-Vlaams volksvertegenwoordiger (Groen), gespecialiseerd in cultuur.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!