Hoe zou het nog zijn met de ex-Gaza’s?

Hoe zou het nog zijn met de ex-Gaza’s?

Gaza is deze dagen niet weg te slaan uit het nieuws. In de huidige heropleving van het conflict vielen al honderden doden en enkele duizenden gewonden. Een goed moment om even na te gaan hoe het nog zou zijn met de vluchtelingen van 1967, degenen die tijdens de Zesdaagse Oorlog Gaza hebben verlaten. Zijn zij, 47 jaar na datum, de dans ontsprongen? Of zijn ze vergeten door de wereld? Wij gingen ze bezoeken in hun gastland Jordanië.

woensdag 23 juli 2014 11:36
Spread the love

DeWereldMorgen.be

De geschiedenis van de bezetting van de Gaza-strook kent momenteel een nieuwe gitzwarte pagina. Honderden doden langs Palestijnse kant, tien keer zoveel gewonden, en het grondoffensief wordt nog uitgebreid. Duizenden bewoners van ’s werelds grootste openluchtgevangenis moeten hun huizen verlaten. Deze ‘internally displaced persons (IDP’s)’ vluchten naar familie of vrienden, naar scholen en andere gebouwen die de VN ter beschikking stelt. L’histoire se répète, en het is misschien een goed moment om even na te gaan hoe het nog zou zijn met de vluchtelingen van 1967, degenen die tijdens de Zesdaagse Oorlog Gaza hebben verlaten. Zijn zij, 47 jaar na datum, de dans ontsprongen? Of zijn ze vergeten door de wereld, aan hun lot overgelaten in een gastland dat zich niet om hen bekommert, tegen beter weten in nog steeds hopend ooit terug te keren naar hun land?

Om een (gedeeltelijk) antwoord te formuleren op deze vraag reizen we naar Jordanië, een land dat bekend staat om zijn stabiliteit in de regio en aanvankelijk, hoewel om ambivalente redenen, een uitgestoken hand reikte naar de Palestijnse vluchtelingen.

Na de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 annexeerde Jordanië de Westbank. Alle Palestijnse vluchtelingen en alle bewoners van de Westbank kregen de Jordaanse nationaliteit.

In 1967 bezet Israël de Westbank en Gaza, en honderdduizenden Palestijnse vluchtelingen stromen Jordanië binnen. Gaza stond, in tegenstelling tot de Westbank, tussen 1948 en 1967 onder Egyptische administratieve controle. Al deze ex-Gaza’s werd de Jordaanse nationaliteit ontzegd en kregen slechts een voorlopig paspoort, dat om de twee jaar hernieuwbaar is.

In principe is de term ‘ex-Gaza’ niet correct. In 1948 woonden de ouders en grootouders van deze ‘ex-Gaza’s’ in Beersheba, dat nu in Israël ligt. Helemaal niet in Gaza, dus. Pas tijdens de Arabisch-Israëlische Oorlog zijn ze gevlucht naar Gaza, waar ze in 1967 voor de tweede keer uit hun huizen werden verdreven door geopolitiek geweld waartegen ze machteloos stonden.

Jerash Camp

Vandaag wonen de meeste van deze ex-Gaza’s – ondertussen al de vierde generatie – op een paar kilometer van de befaamde Romeinse ruïnes in Jerash. Jerash Camp wordt om die reden ook Gaza Camp genoemd. Het is een scheldwoord in Jordanië, een sociaal stigma dat moeilijk uit te wissen valt. In de andere kampen hebben de bewoners het Jordaans staatsburgerschap.  Zij zijn relatief goed onderhouden, hoewel ook hier de werkloosheids- en armoedecijfers hoger liggen dan in de rest van Jordanië. In Jerash Camp zijn de bewoners er echter veel erger aan toe : Jerash Camp is een totaal geïsoleerde sloppenwijk.

De weg die naar het kamp leidt verkeert in een erbarmelijke staat. Veelal wordt deze weg gemeden, en de weinige wagens die naar het kamp moeten, ontwijken vakkundig de vele putten. Taxichauffeurs draaien preventief hun ramen dicht. Er is nagenoeg geen riolering in het kamp. Het bruingrijs water komt rechtstreeks op straat terecht, waar het via een gootje in het midden van de straat de heuvel afloopt. Kinderen spelen met uit afval gemaakte vliegers in en rond de vuile straten van het kamp.

Volgens de website van de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) leven er meer dan 24.000 geregistreerde vluchtelingen in het kamp, en dat op een oppervlakte van 0,74 vierkante kilometer. De bewoners leven met hun families in kleine, betonnen shelters, waarvan 75 procent ongeschikt is bevonden om in te wonen. Het merendeel van de dakbedekking bestaat uit kankerverwekkende stoffen als asbest en zink.

Het grootste probleem voor de bewoners van Jerash kamp vormt echter hun legale status. Door hun speciale positie in Jordanië zijn ze effectief stateloos. Concreet houdt dit in dat ze niet het recht hebben om grond te bezitten in Jordanië, dus kunnen ze niet weg uit het kamp. Ze kunnen geen auto kopen, wat nog een extra rem zet op hun mobiliteit. Daarenboven kunnen ex-Gaza’s niet werken in de publieke sector. Zelfs in de private sector wordt het moeilijk om werk te vinden, wegens de strenge wetgeving en de extra kosten die het tewerkstellen van een ‘buitenlander’ met zich meebrengt voor de werkgever. Voor de kosten voor hogere studies subsidieert de overheid enkel staatsburgers, en vallen de ex-Gaza’s ook op dat vlak uit de boot. 

Vele kampbewoners dromen van een vaste baan bij UNRWA, maar dat is slechts enkelen gegund. Het budget van de VN-organisatie krimpt ieder jaar, en daarbij krijgen de slecht geschoolde ex-Gaza’s weinig kansen. Er heerst ontevredenheid over de werking van UNRWA bij de kampbewoners. Ze vinden dat zij de eerste keuze voor de beschikbare jobs zouden moeten krijgen, wegens hun gebrek aan andere opties. De jeugd ziet vaak geen enkele mogelijkheid om te ontsnappen uit het kamp. De wanhoop en de apathie tieren dan ook weelderig.

Strijdlustig

Toch lijkt het Palestijnse volk moeilijk klein te krijgen. Na meer dan 60 jaar oorlog en vervolging laten ze het hoofd niet hangen. De vele medewerkers van UNRWA zijn erg gemotiveerd – toch zij die dicht genoeg bij het kamp staan. De laatste jaren zet UNRWA ook meer en meer in op participatie van de kampbewoners bij hun projecten. Ook de kampbewoners zelf engageren zich via onder andere The Community Development Office en The Women Program Center. Ze geven bijles Engels of wiskunde aan de kinderen die het nodig hebben, of organiseren uitstapjes met de vrouwen van het kamp. Op trouw- en andere feesten dansen ze samen dabkeh, een energieke volksdans. De falafelverkopers geven glimlachend een proevertje weg. Overal wordt verse thee aangeboden. De leiders van het kamp dromen nog steeds stilletjes van de implementering van hun ‘right to return’. Velen bezitten nog de oorspronkelijke sleutels van het ouderlijke huis in Palestina. “Ooit keren we terug,” staat er in hun strijdlustige ogen te lezen.

Het valt echter te vrezen dat die droom nooit bewaarheid zal worden zolang het Westen de gruwelstaat Israël blijft steunen.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!