Analyse, Wereld, Samenleving, Politiek, België -

Hoe trollen het nieuwe politieke normaal werd

Trollen is uitgegroeid van online pestgedrag tot de norm in politieke communicatie.

woensdag 27 maart 2019 12:00
Spread the love

Een mooi idee was het zeker. In 1978 ontwikkelde Jon James het programma CommunityTree in San Fransisco. Het was een variant op de toen in zwang zijnde technologie van Bulletin Board Services die computergebruikers in staat stelde om boodschappen achter te laten op een virtueel platform. James ging echter een stapje verder: gebruikers konden echt conversaties gaan voeren met elkaar. Het messageboard werd een forum.

Deze verre voorouder van het internet deed mensen als James dromen van een gemeenschap waarvan de leden permanent met elkaar in verbinding zouden staan en vrij konden converseren zonder stoorzenders als winstbejag of de staat. Het was de tijd waarin jonge programmeurs nog volledig doordrongen waren van de utopische geest van 68. LSD en technologie zouden volgens hen een nieuwe mens en wereld met zich meebrengen.




Aanvankelijk leek alles goed te gaan. CommunityTree was een virtuele vrijplaats voor online gesprekken, moderatoren en beperkingen waren er niet. Alles kon. Tot in 1982, toen werden Mac-computers geïntroduceerd in de scholen van San Francisco. In geen tijd hadden scholieren zich een toegang weten te verschaffen tot CommunityTree. De scholieren – bijna uitsluitend jongens – vonden de eerder esoterische conversaties vooral saai en besloten wat keet te schoppen. Ze probeerden de aandacht naar zich toe te trekken door agressief te zijn, te provoceren en te schelden. Het was een pervers spel dat in geen tijd de virtuele gemeenschap uit elkaar speelde. De hippies waren kansloos tegenover de trollen.

Sabotage

Trollen zijn dus ongeveer even oud als het internet zelf. Het is moeilijk om een welomlijnde definitie te geven van wie of wat een trol is. Maar trollen komt altijd neer op een vorm van sabotage: het maakt een inhoudelijk gesprek of een oprechte discussie onmogelijk. Dat gebeurt doorgaans door sterke emotionele reacties uit te lokken bij de deelnemers aan het gesprek. Het geijkte middel daartoe is provocatie: elementen binnenbrengen die niks met de eigenlijke inzet van het gesprek te maken hebben, mensen persoonlijk aanvallen of zeer scherpe, deels van de pot gerukte stellingen innemen. Eigenlijk maakt het niet uit, zolang er maar geprovoceerd kan worden en het gesprek gesaboteerd wordt.




De trol saboteert niet alleen het gesprek, hij – doorgaans is het een hij – zorgt er ook voor dat alle aandacht naar zich toe getrokken wordt. Het is dus een manier om zichzelf te manifesteren, maar dan op een negatieve en zeer destructieve manier. Omdat trollen te maken heeft met een vorm van zelfbevestiging is het vermoedelijk ook onuitroeibaar, het is de online variant van pesten in de fysieke wereld.

Toch zou het verkeerd zijn de vergelijking tussen pestgedrag en trollen te ver door te trekken. In de virtuele ruimte is trollen uitgegroeid van een spontane vorm van pestgedrag tot een wijdverbreide politieke communicatietechniek. Politieke partijen of groepen organiseren zich vaak in trollenlegers – ook wel sockpuppet armies genoemd – die vervolgens bepaalde personen, discussiefora of groepen bestoken met verwijten, nonsens of desinformatie. Het doel? Een bepaald evenwicht op een platform onderuit halen of het functioneren van het platform als discussieplaats onmogelijk maken.

Hoe agressiever een trol is, hoe makkelijker hij kan weggezet worden als trol. Maar er bestaan ook meer subtiele vormen van getrol. Zo heb je bijvoorbeeld trollen of groepen van trollen die niet zozeer agressief uit de hoek komen maar wel voortdurend foute of misleidende informatie verspreiden zodat een discussie uiteindelijk kapseist. Of er zijn de concern trollen die claimen dat ze achter een bepaalde beweging of zaak staan maar in die mate interne debatten weten los te weken dat er uiteindelijk een onophefbare verdeeldheid ontstaat. Tegen dat deze soort trollen ontmaskerd worden, is de schade meestal al aangericht.

Roem

Trollen als politieke techniek bestaat dus al een tijdje. Maar wat we vandaag meemaken is de evolutie van trollen als politieke techniek naar een vorm van politiek gedrag. Vele politici gedragen zich vandaag onmiskenbaar als trollen. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk Donald Trump. Vrijwel iedere tweet die hij op de wereld loslaat kan geclassificeerd worden als getrol. Steeds zijn de tweets immers bedoeld om sterke emoties op te wekken waardoor een debat onmogelijk wordt, maar alle aandacht wel naar zijn persoon wordt gezogen.

Trump trolt niet alleen op Twitter. Ongeveer alles wat hij zegt en doet, komt neer op een vorm van trollen. Ieder publiek optreden dient om te provoceren en aandacht naar zich toe te trekken. Een vorm van destructieve zelfbevestiging die uitermate effectief is binnen een aandachtseconomie. Zelfs wanneer Trump de media de huid vol scheldt, levert hem dat uren extra zendtijd op van die zelfde media. En ondertussen hoeft het vooral niet om zijn beleid te gaan.

In een wereld waarin het dagelijkse leven quasi volledig gemediatiseerd is en het onderscheid tussen online en offline steeds meer vervaagt, wordt trollen een vorm van gedrag die zowel off- als online manifesteert. De trol is een personage van vlees en bloed geworden. Misschien is het bekendste voorbeeld daarvan wel Milo Yiannopoulos. Hij werkte bij Breitbart en werd bekend omwille van de lezingen die hij gaf op Amerikaanse campussen. Die lezingen waren echter geen klassieke lezingen, het betrof eerder een soort live getrol. Yiannopoulos trok het podium op in absurde outfits, hield betogen die aaneenhingen van de provocaties en was er vooral op uit om zoveel mogelijk mensen te schofferen. Zijn lezingen hadden niet als doel te informeren of om tot een debat te komen. Het doel was van meetaf een rel te creëren die zowel offline als online zou resoneren. En dat lukte wonderwel. Trollen is vandaag de snelste weg naar roem.




Dat weten politici in Vlaanderen ondertussen ook. Kijk maar naar wat De Wever vorige week deed door met ‘yogasnuivers’ op de proppen te komen. Dat was geen inhoudelijk statement, maar een provocatie die bedoeld was om zoveel mogelijk reactie uit te lokken. Dat gebeurde ook en het gevolg was dat het enkel nog over De Wever en zijn uitspraak ging, en niet langer over het beleid van De Wever. Wat De Wever deed was de media en het publiek trollen, en dat doet hij trouwens al jaren. Ook een partijgenoot als Theo Francken blinkt daarin uit. Het is lang niet toevallig dat die net als Yiannopoulos lezingen in universiteiten houdt.

Bij De Wever en Francken is trollen vooral nog een techniek, maar bij iemand als Dries Van Langenhove is het een raison d’être. Hij heeft van zichzelf een trol gemaakt die leeft van de provocatie en daardoor steeds opnieuw in de spotlights van de media komt. Dankzij provocaties blijft zijn boodschap resoneren en slaagt hij erin meer volgers te bereiken. Al wie reageert op de provocatie van de trol, is eigenlijk al in zijn val getrapt. Iedere reactie is aandacht, en aandacht is invloed in een gemediatiseerde wereld. Het is een les die Van Langenhove maar al te goed begrepen heeft, zijn tegenstanders helaas iets minder. 

Rookgordijn

Trollen is vandaag een dominante vorm van politieke communicatie geworden. En ja, dat is een probleem. Tegenover de provocatie is iedere kritiek immers zinloos. De trol weet evengoed als de criticus dat wat hij beweert onjuist of een overdrijving is. Kritiek is voor de trol gewoon een middel om meer aandacht te krijgen. Vraag dat maar aan de makers van Pano.

Het betekent dat we een universum zijn binnengetreden dat niet alleen post-truth is, maar evengoed post-kritisch. De kritische, geïnformeerde burger, de onderzoekende journalist of de reflecterende intellectueel – symbolen voor democratische tegenmacht – zijn niet alleen onmachtig, maar vooral betekenisloos geworden wanneer trollen domineren.

Doordat trollen voortdurend alle aandacht naar zichzelf toe weten om te buigen, ontstaat er ook een ernstig gebrek aan informatie. In een landschap waarin mediatieke provocatie de norm is, primeert brute emotie steeds meer op informatie. Er ontstaat een acuut gebrek aan publieke kennis over welk beleid er gevoerd wordt, welke beslissingen politici nemen en welk effect dat heeft op het dagelijks leven van mensen. Getrol dient er ook voor om het vooral niet over inhoud te hoeven hebben. Het is een rookgordijn. Maar helaas is het in dat rookgordijn waarin de realiteit steeds verder te zoeken is, dat burgers vandaag verwacht worden hun democratische keuze te maken.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!