De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Hoe je herinnerd wordt – Philip Janssens & Marijke De Roover @ violet, tot 20 mei

dinsdag 3 mei 2022 06:20
Spread the love

Journalist en artistiek onderzoeker Sven G keert na zeven jaar terug van een langgerekte excursie in de Antwerpse haven om zich opnieuw onder te dompelen in de kunstkringen die de stad rijk is. Zijn kat is onlangs gestorven en van die plotse schok is hij niet helemaal bekomen. Een ontmoeting met oude bekenden zorgt voor aangename verstrooiing en hun werken doen hem nadenken over hoe kunst met de dood helpt om te gaan.

Marijke De Roover, do you believe in life after love? (still) © violet art antwerp, 2022

Op de avond van de opening wandel ik de Eugeen Joorsstraat in en tref ik kunstenaars Philip Janssens en Marijke De Roover buiten galerie violet aan. Het is een blij weerzien. We zagen elkaar voor het laatst een kleine tien jaar geleden. Door het vensterraam kijk ik naar de bezoekers die binnenin verzameld zijn voor de eerste tentoonstelling in galerie violet. “Ben je voor mij gekomen?” vraagt De Roover ietwat ongelovig. “Wees maar zeker,” antwoord ik. Pal in het midden van de galerie is haar nieuwe film op groot formaat te zien en ik rep mij erheen om die te bekijken. De video do you believe in life after love? opent met de boodschap dat de kunstenares overleden is. Zo ver is het gelukkig nog niet gekomen. De Roover lijkt het noodlot voor te willen zijn en maakt met deze film een gedachteoefening over hoe ze als performancekunstenares zal herinnerd worden na haar dood. Het wordt meteen leuk wanneer ze zichzelf in allerlei gedaantes begint op te hemelen. Vol overgave vertolkt De Roover – in haar kenmerkende vermommingen – de rollen van haar galerist, een curator en van een gewezen minnares. Als flamboyante curator Maeby Golightly spreekt ze de kijker toe: “She was the most important artist.”

We herkennen het Solomon R. Guggenheim museum in New York achter haar op het scherm. Ik vang een verwijzing op naar Seven Easy Pieces, het 7-daags evenement waarbij Marina Abramovic iconische performances uit de canon opnieuw opvoerde in datzelfde gebouw. Abramovic beweerde dat ze dat toen deed om de geschiedenis eer aan te doen en de herinnering aan haar performances en die van anderen te herstellen. Met een vette knipoog naar die gebeurtenis blikt Marijke De Roover nu in haar video terug op eigen oeuvre. Zonder genade laat ze een slideshow met foto’s van een van haar oude performances begeleiden door een lachband. Ze maakt in de video geestig gebruik van stilstaande beelden waarop fragmenten van muzikale partituren verschijnen. Boven de notenbalken staan annotaties als repeat until famous of (optional) short cry. Haar neergeschreven instructies doen denken aan die van de Fluxusbeweging, al zijn deze wat lolliger van insteek. Andere opmerkelijke stijloefeningen doorheen haar film zijn sporadische ondertiteling – die spottend kritiek spuit op wat er in beeld te zien is – en een sequens van TikTok-achtige filmpjes waarin ze populaire uitspraken meebekt. Al deze vondsten geven blijk van De Roovers heerlijk associatieve verbeelding en van haar schijnbaar continue interne monoloog. De kijkervaring komt binnen als een suikerkick, weliswaar met die onvermijdelijke vermoeidheid daarna tot gevolg. Zou het ook zo voelen om in haar hoofd te leven? Wordt ze overmeesterd door een dwang om te vermaken of is ze er zelf de meester van? Marijkes liefde voor drama en muziek werkt hoe dan ook aanstekelijk. Ze is trouwens een erg verdienstelijke zangeres. Zo bevat de video een mooie spontane uitvoering van Fly Me To The Moon. Haar neiging om zich plagerig onderuit te halen is daarentegen nooit ver weg. Bij monde van Truly Scrumptious, haar fictieve gewezen minnares, zegt De Roover over zichzelf: “It was love at first sight, but with my ears.” Haar prettig gestoorde gedaanteverwisselingen zijn een feest om te aanschouwen en om te aanhoren. Marijke De Roover danst hier dartelend met Weltschmerz op de tonen van een tragikomische autobiografische aria, langs hoogtes en laagtes, zonder rechtstreeks het applaus in ontvangst te willen nemen.

Philip Janssens, Fountain of Fire and Miracles (detail) © violet art antwerp, 2022

Zo uitvoerig dat De Roover over haar eigen werk kan vertellen, zo karig is Philip Janssens met het geven van commentaar ter toelichting. Een stap zetten in zijn wereld is als een reis langs het mysterie en het ongrijpbare, voorbij de grens van wat we denken te begrijpen. Vergeet daarbij niet te lachen. Ik herinner me een terugreis die we samen in de wagen maakten vanuit het Italiaanse Bolzano. Onderweg stopten we om de benen te strekken. De wagen stond naast een riviertje geparkeerd. Philip grabbelde in zijn broekzak en wierp zonder verpinken een handvol koperen munten het water in waarvan er enkele op de oever bleven liggen. Ik weet dat ik wat verbijsterd was door dat nonchalante gebaar. Hij vertelde me over de filosofische stroming van het speculatieve realisme toen we weer richting auto stapten. Ik denk terug aan dat ene moment terwijl we in de binnenkoer van violet naar zijn Fountain of Fire and Miracles staan te turen. Een bescheiden dubbele straal spettert in een grote kuip water en onderaan op de bodem liggen lampen in verschillende kleuren. “Het is bedoeling dat je een wens doet,” zegt hij. Ik heb geen kleingeld op zak, maar Marijke De Roover naast ons heeft centjes vast. Haar munt vliegt in een boogje richting de fontein en voor het geld het wateroppervlak raakt, schiet de straal plots hard de hoogte in, tot groot jolijt van de omstanders. Miraculeus. Boven de fontein, aan de muur van de binnenkoer, zijn twee portretfoto’s bevestigd. We herkennen telkens de figuur van Stalin achter het donker getint vensterglas waarin de foto’s zijn ingekaderd. Het linkse portret toont de man in militair uniform alsof hij een toespraak geeft aan zijn volk. Rechts toont hij zich als gentleman in een wit gekleurd maatpak, poserend naar de camera. Hij heeft er meer weg van Tom Selleck in Magnum, P.I. dan van een koelbloedige dictator. De pikzwarte fotokaders – waarin de afbeeldingen van Stalin opgesloten zitten – associeer ik met de zwarte kristalsoort obsidiaan, het vulkanisch materiaal waar magische krachten aan werd toegekend door tal van culturen. De Azteken gebruikten het spiegelachtige gesteente om met geesten in contact te treden, terwijl hofmagiër John Dee ten tijde van koningin Elisabeth I de toekomst ermee voorspelde. Vandaag de dag wordt de geest van Stalin terug in het leven geroepen. Als dat maar goed komt.

Het wordt donker en de opening van de tentoonstelling loopt op zijn eind. Een werk in de galerieruimte weet ik nog steeds niet te vatten. Enkele bezoekers staan errond verzameld en anderen wandelen er schijnbaar argeloos voorbij. Drie ruikers bloemen staan in zwarte emmers op de vloer geëtaleerd. Eén van de potten rijst boven de twee andere uit omdat die bovenop een afgetakeld autowiel gestapeld staat. Blijkt dat daags voor de vernissage Janssens zijn leven even voorbij had zien flitsen. Rijdend op de A12 vanuit Brussel explodeerde een achterband van de wagen waarmee hij reed. Wat er resteerde van de velg integreerde hij mee in het kleurrijke bloemstuk. Op straat buiten zegt Janssens me dat hij aan sommige aanwezigen vertelt dat ze die bloemen kunnen meenemen. Twee bezoekers staan op het punt te vertrekken en ze slaan Philips aanbod niet af. Achteraan in de galerie wordt er papier gehaald om in te pakken en een kleine selectie bloemen gaat mee de deur uit. Ik grijp mijn kans, glip naar binnen en kies er ook gauw een vijftal uit. Een man naast mij zegt verrast: “Ah zo, ik wist niet dat die voor mee te nemen waren”. Met een onschuldige glimlach wikkel ik de druipende wortels van de bloemen in de tentoonstellingstekst die ik had opgevouwen in mijn jaszak. Terwijl ik naar huis fiets, houd ik de bloemen tegen mijn borst om ze te beschermen tegen de wind. Mensen op straat kijken me na. Eens thuis zet ik de bloemen weer in water. Ik vraag me af waarom die geste van de kunstenaar me zo beviel. Van de ene kant geven de bloemen blijk van generositeit, een liefde voor zijn publiek. Van de andere kant hield hij zijn cadeau net lang genoeg geheim waardoor het een grap werd. Voor mensen die zich meteen door de ruimte baanden, was het niet onmiddellijk duidelijk of het hier een onaantastbaar werk betrof. De nogal potsierlijke opstelling van de bloemen stond niet op de plattegrond van de tentoonstelling aangegeven. Toch vind ik een terugkerend kenmerk van Philips stijl in die bloemen terug. Laat ik het een droogkomische anti-kunst noemen, met een hart, of een ietsje meer grimmige Martin Creed. Stel je voor dat je tijdens de rouw bloemen overhandigd krijgt om bij te houden in plaats van dat die worden neergelegd bij het graf. Zou dat geen manier zijn om weer wat kleur te geven aan het leven?

Trakteer jezelf op een bloem of twee bij een bezoek aan het werk van Philip Janssens en Marijke De Roover in violet, Eugeen Joorsstraat 22, tot en met 20 mei.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!