Bron: Pixabay
Longread - Alex

Hoe ik 30 jaar tumult overleefde en in 2020 gelukkig werd: inzichten over mentale gezondheid (deel 3)

dinsdag 22 december 2020 17:34
Spread the love

 

Specifieke content/trigger warnings voor deel 3: mishandeling, problemen met medicatie, seksueel geweld

 

Deel 3: Complexiteit en taboe ontwarren

 

Ik zocht en vond lange tijd geen woorden voor mijn ervaringen, maar ik werd ook vaak gedwongen of gestimuleerd om te zwijgen over hoe ik me voelde en wat ik meemaakte. Ik ging in mijn tienerjaren toch maar kleedjes en rokjes dragen in de hoop wat ‘normaler’ te lijken. Ik stopte met stimmen, want mensen vonden het gek. Niet aanvaard of gezien worden en dwang liggen dichtbij elkaar. Jarenlang niet gezien en gehoord worden, creëert op zich ook weer problemen, zoals frustratie, schaamte en zelfhaat. Mijn ouders legden me letterlijk het zwijgen op, en anderen stelden – vooral onbewust – wat ik vertelde (ook over mijn trans identiteit) telkens weer in vraag en pushten me om ‘normaal’ te presteren, normaal te zijn. Het gevolg is dat ik mezelf vele jaren echt verafschuwde.

Gelukkig kan ik helemaal niet goed zwijgen. I blame autism. Wist je dat er een internationale beweging bestaat van mensen met autisme die een heel andere kijk op autisme bepleiten, namelijk als diversiteit in plaats van beperking? Omdat de samenleving gebaseerd is op neurotypische verwachtingen, ziet ze onze kenmerken als een beperking. Maar het kan ook anders. Als we deze bril opzetten, kunnen mensen met autisme in de toekomst hun talenten beter inzetten.

Mijn hele bestaan was op zoveel vlakken tegelijk letterlijk ondenkbaar. Er was niet 1 ding aan de hand, maar zoveel tegelijkertijd. Mijn leven is een goed voorbeeld van hoe intersectionaliteit geen duf begrip is dat enkel onderzoekers hanteren. Het is van levensbelang voor individuen, maar ook voor de omgeving, om te zien dat kenmerken en ervaringen samenspelen en elkaar beïnvloeden. Een mens is een kruispunt van zoveel ervaringen.

In de complexiteit ontwaren we soms nieuwe patronen: zo is het sinds kort bekend uit onderzoek dat in de transgender bevolking veel meer mensen autisme hebben dan in de niet-transgender bevolking. In de toekomst zouden we veel meer kunnen gaan zien dat de realiteit niet uit één zwart-witte situatie bestaat, maar uit allerlei situaties die zich in mensen en samenlevingen vervlechten in alle mogelijke kleurschakeringen. Zullen we in de toekomst beter kunnen omgaan met complexiteit?

Beeld.

Medicatie is niet zonder gevaar

Dit heeft me ook gered, denk ik: regelmatig enigszins stoutmoedig de weg van een hulpverlener afwijzen en mijn eigen weg gaan. Daarvan heb ik verschillende voorbeelden, en medicatie is er één van. Sinds mijn achttiende heb ik hulp gezocht, en heel vaak heb ik het aanbod van een antidepressivum (vooral door huisartsen) afgewezen. Ik wilde geen medicatie omdat ik mijn brein het enige vond waar ik nog zelfbeschikking over had gehouden. Die zelfbeschikking wilde ik niet kwijt. Daarnaast wist ik dat antidepressiva ook voor extra gedachten aan zelfdoding kunnen zorgen, en ik was bang dat ik dat niet zou overleven.

Ik herinner me één situatie waarin ik in het buitenland overvallen werd door zelfdodingsdrang en in paniek een psychiater consulteerde. In mijn beste Spaans maakte ik in twintig minuten een samenvatting van mijn leven en ervaringen tot dan toe, twintig minuten waarin de man met geen woord of vraag reageerde. Toen ik niet meer verder praatte, nam hij een voorschrift en begon te schrijven. Dat duurde een hele tijd. Vervolgens somde hij op: “Dit is een kalmeermiddel, je neemt deze hoeveelheid op dat moment van de dag. Dit is een antidepressivum. Dit is een slaapmiddel.” Enzovoort.

Ik kreeg plots toegang tot een enorme cocktail, mogelijk een manier om mezelf om het leven te brengen. Ik heb het aanbod verbijsterd afgeslagen. De psychiater, ook behoorlijk verbaasd, heeft het voorschrift voor mijn neus verscheurd en me zonder alternatief weer op straat gezet. Het klinkt te absurd om waar te zijn, maar het is echt gebeurd.

Het was één van de extremere ervaringen met hulpverlening die ik heb gehad, maar vandaag zie ik elk aanbod voor medicatie tegen mijn psychische problemen dat ik kreeg als gevaarlijk.

Toen ik me uiteindelijk toch een eerste keer liet overtuigen om een antidepressivum te nemen, hielp dat me enige tijd, maar voelde ik me na een aantal maanden weer net als voordien, met bijwerkingen erbovenop (gelukkig geen extra zelfdodingsgedachten). Ik bouwde af in een maand tijd en dat was een erg moeilijke, risicovolle maand (wel extra depressieve gedachten en gevoelens).

Nadien heb ik nog twee keer een periode een antidepressivum genomen. Het hielp me telkens enkele maanden tot een jaar of misschien iets langer, maar nadien bevond ik me weer in dezelfde staat en zag ik geen reden om de medicatie verder te zetten. Maar het werd almaar moeilijker om te stoppen. De derde en laatste keer dat ik een antidepressivum nam, was ik niet zeker of het me zou lukken te stoppen. Het heeft bijna een half jaar geduurd voor ik het tot nul had afgebouwd.

Het is een soort verslaving zonder de bekende craving, maar evengoed lijkt het haast onmogelijk om het zonder te doen. De moeilijkheden die ik ondervond om te stoppen, staan in fel contrast met het enthousiasme waarmee artsen me het telkens opnieuw wilden voorschrijven. Ik begrijp enerzijds het enthousiasme, in het licht van het risico op zelfdoding. Maar de medicatie veroorzaakt ook risico. En zoals ik al zei, bij mij werkte het op korte termijn, maar helemaal niet op langere termijn. En er waren de neveneffecten die mijn leven ook niet plezieriger maakten.

Recent werden mij met behoorlijke aandrang andere medicamenten aangeboden die zouden helpen met ADHD en bepaalde aspecten van autisme. Het bracht me in een lastig parket na mijn ervaringen met antidepressiva. Het lijkt dat artsen me graag als een soort proefkonijn gebruiken: laten we eens zien wat dit doet. (Zo werd het ook letterlijk gezegd.) Maar de mogelijke neveneffecten en afhankelijkheid lijken een taboe. Er wordt met enige tegenzin over gesproken als ik ernaar vraag. I

k vind het moeilijk om in deze situatie correcte beslissingen te maken over medicatie. Enerzijds ben ik opgelucht omdat de diagnoses van autisme en ADHD heel veel verklaren, anderzijds moet ik als niet-arts de juiste beslissing voor mezelf vinden én durven uiten. Heel veel mensen durven geen nee zeggen tegen een arts, iemand die zo lang heeft gestudeerd. Of ze voelen zich in nood comfortabel ‘verzorgd’ door een ouderfiguur. Of ze vertrouwen de dokter simpelweg.

Beeld.

Taboe van zelfmedicatie

Dingen die een mens redt, zijn interessant genoeg vaak tweesnijdende zwaarden. Zelfmedicatie met alcohol of drugs is bijvoorbeeld gevaarlijk omdat het verslavend kan zijn, dat weten we allemaal, en omdat ons dagelijks leven en vaak onze persoonlijkheid erdoor kan veranderen. Maar wat iedereen vergeet, is dat zelfmedicatie ook een doel dient en dat doel voor een deel bereikt.

Mijn persoonlijke zelfmedicatie was seks. Of beter, verliefdheid en seks. Na mijn eerste relatie, werd ik telkens opnieuw verliefd op iemand anders. Behalve een drietal relaties die anderhalf tot 3 jaar duurden, heb ik heel veel heel korte relaties gehad. Telkens werd ik oprecht verliefd. Iets wat me vandaag trouwens volkomen vreemd is. Rond mijn dertigste besefte ik dat het de manier was voor mijn lichaam om stoffen aan te maken die me fantastisch hielpen met overleven. Hoe beter ik me later voelde, hoe minder ik verliefd werd.

De combinatie van veel seks hebben als ‘vrouw’ (tussen aanhalingstekens omdat ik me nooit zo heb gevoeld) en seksueel aangerand worden als vrouw, was nòg een complexiteit die me parten speelde. Gelukkig ben ik over het algemeen niet iemand die zich snel schaamt. Maar dit is toch een moeilijke in een wereld die toch nog erg beïnvloed is door ouderwetse ideeën over vrouwen en seksualiteit. Mag een vrouw (in de ogen van de buitenwereld dus, ik ben ondertussen officieel een man) die zelf kiest om seks te hebben met meerdere mensen, een verkrachting aanklagen?

Het blijft tot op de dag van vandaag iets waarover ik in mezelf schaamte en conflict voel, hoewel ik heel goed weet dat het antwoord ‘ja’ is. Door onze patriarchale cultuur schaam ik me erover dat ik een seksueel wezen was dat in dezelfde periode seksueel aangevallen werd. Het patriarchaat is een duiveltje dat tot de dag van vandaag in mijn oor fluistert: “Het is je eigen schuld. Had je maar niet de slet moeten uithangen.” De mannen die in mijn familie zijn aangeklaagd voor seksueel geweld, zouden die zich schamen (of geschaamd hebben, één van hen is overleden) over hun seksualiteit?

Zelfmedicatie is omgeven met schaamte. Ik vind dat vreemd omdat zelfmedicatie vaak dezelfde gevolgen heeft als medicatie. Het enige wat anders is, is dat de patiënt helemaal zelf kiest en beslist te gebruiken. De dokter ontbreekt als schakel. Daardoor is er natuurlijk ook minder controle (zeker als er taboe speelt om erover te praten met artsen), maar de gezondheidsrisico’s zijn er evengoed bij voorgeschreven medicatie.

En het feit dat taboe heerst over een belangrijke realiteit, is ook de verantwoordelijkheid van de zorg en de brede samenleving. Ik praat best gemakkelijk over transgender zijn, over autisme en ADHD en ik praat in de juiste omstandigheden zelfs behoorlijk vrij over alle geweld dat ik heb meegemaakt. Maar praten over mijn eigen zelfmedicatie-strategie van seks / verliefdheid die ik een jaar of tien ‘gebruikte’ en dat ik in dezelfde periode seksueel geweld meemaakte… Dit is alleszins de eerste keer dat ik erover schrijf.

Van taboe naar zichtbaarheid en verrijking

Taboes en zwijgplicht zijn alive and kicking. Als u ze niet ziet, dan doen ze hun werkt goed. Seksueel geweld en huiselijk geweld zijn vaak omgeven met zwijgen. Het is niet enkel het taboe, maar ook de complexiteit die ons parten speelt, denk ik. Zelfs de lieve partner aan wie ik rond mijn 24ste mijn verhalen over het geweld uit mijn jeugd toevertrouwde, vond mijn ouders sympathiek. En ik begrijp het. Mijn ouders waren heel sympathiek naar hem toe. Véél sympathieker dan naar hun eigen kinderen. De meeste mensen vinden mijn ouders best sympathiek, denk ik. Enkel hun kinderen hebben de bijzonder onsympathieke kant gezien, achter gesloten deuren. Wat is dan de waarheid? Ook als de ouders zelf nooit voor zichzelf, laat staan voor anderen, de donkere kant hebben erkend?

Ironisch genoeg is de rol van moeder voor mijn moeder altijd heel belangrijk geweest, terwijl ze voor mij jarenlang een monster was. Eerder een soort sadistisch groot kind, dan een moeder. Maar als ik de enige ben die dat uit en deelt met anderen, als bijna iedereen iets anders ervaart, is het dan waar? Het werd pas echt een beetje waar voor mij, toen mijn moeder en ik samen bij de psychologe in het psychiatrisch centrum hadden gezeten en de psychologe achteraf haar verbijsterde en verontwaardigde reactie met me had gedeeld. Zolang dingen niet worden erkend en gedeeld, lijken ze er niet te zijn.

Hoeveel situaties zijn er vandaag tegelijkertijd wel en niet? Ik denk niet enkel aan huiselijk geweld, maar ook aan dagelijkse ervaringen met racisme van gekleurde mensen.

Autisme was zo lang, en nu nog steeds in hoofdzaak, een zaak van jongetjes die goed zijn in wiskunde en niet goed in praten. Ik was het omgekeerde, een ‘meisje’ (tussen aanhalingstekens omdat ik me nooit een meisje heb gevoeld) dat goed was in taal en slecht in rekenen. Het beeld van autisme dat neurotypische mensen hebben, inclusief vele professionals, vind ik ontzettend beperkt en soms bijna infantiel, nu ik in de laatste twee jaar meer autisten aan het woord heb gehoord.

Ondertussen is duidelijk dat autisme een deel is van mensen die verder heel erg van elkaar verschillen: van mensen met een kleine, grote en gemiddelde intelligentie, van mensen met weinig, veel en gemiddelde verbale capaciteiten, van mensen die into wetenschap zijn, anderen into mode, make-up en Instagram, kortom van mensen met alle mogelijke interesses, inclusief sport en activiteiten die als extravert worden gezien.

Eigenlijk doet elk beeld van ‘de autist’ de werkelijkheid geweld aan. Het is beter om te denken in patronen van denken en manieren van ervaren van de werkelijkheid die autisten delen. Autisme is zelfs niet noodzakelijk een beperking. De manier waarop we onze wereld hebben ingericht, beperkt mensen met autisme wel. In een aangepaste omgeving met aangepaste verwachtingen, hoeft het niet als een beperking ervaren te worden.

Gelijkaardige dingen kunnen gezegd worden over transgender mensen. Nog niet zo lang geleden was het officieel een psychiatrische stoornis, de ‘Gender Identiteit Stoornis’, vandaag zijn er transgender mensen die praten over de voordelen van het trans zijn. Transgender mensen zijn beperkt omdat ze binnen en buiten hun familie niet aanvaard worden, gediscrimineerd worden en de toegang tot zorg missen. Zonder deze obstakels is ons bestaan een verrijking.

Dankzij activisten is niet enkel de toegang tot zorg voor transgender mensen op bepaalde plekken in de wereld (helaas lang niet overal) dramatisch verbeterd, maar is het beeld dat we hebben over genderidentiteit en -diversiteit rijker en positiever geworden. Gender blijkt helemaal geen zwart-wit verhaal te zijn van mannen versus vrouwen, Mars en Venus. De mensheid blijkt op dit vlak divers en vol verhalen, vol fluïditeit en flexibiliteit, in alle continenten, in alle uithoeken van de wereld, verstrengeld met lokale geschiedenis en cultuur.

Transgender mensen die opkomen voor hun rechten, leren niet-transgender (cisgender) mensen hoe boeiend en kleurrijk de realiteit van al onze lichamen en onze genderbeleving is. Gelukkig lijken er nu overal ter wereld barstjes te komen in honderden jaren van zwijgplicht over deze vorm van diversiteit. Al is er vooral nog heel veel werk. Als de grote meerderheid van de wereldbevolking angst heeft van genderdiversiteit, hoelang duurt het dan nog voor we van de rijkdom ervan kunnen profiteren?

Hetzelfde geldt voor mensen van andere (minderheids)groepen. Als de angst en weerstand van een samenleving vermindert, komen gelukkige en gezonde mensen naar voor die de brede samenleving nieuwe inzichten verschaffen, die iedereen ten goede komen. Het is in het belang van iedereen om voor iedereen te gaan zorgen.

Beeld.

Gelijkwaardigheid maakt mensen beter

We zijn altijd meer dan het trauma of datgene wat ons anders maakt van de meerderheid, zelfs als dat ons leven bepaalt. We zijn maar een klein stukje slachtoffer. We zijn maar een klein stukje autist. We zijn maar een klein stukje transgender. We zijn zelfs maar gedeeltelijk kind. Wat zijn we dan vooral, stuk voor stuk? Een evenwaardige mens met integriteit en potentieel. Het is zoveel constructiever om elk mens in de eerste plaats te zien als gelijkwaardig.

Dit inzicht bood mij van vrij jonge leeftijd een concreet handvat om met mensen om te gaan. We zijn geneigd om mensen te zien als zwart, transgender, gehandicapt, … en dit is niet constructief. Ze zijn zwart, transgender, gehandicapt, … maar in de eerste plaats 100 procent gelijkwaardig aan iemand anders. Behandel ze zo: met integriteit. Niemand vindt het leuk dat iemand de straat oversteekt vanwege je uiterlijk.

Ik kon me dat heel goed inbeelden als jonge twintiger in een racistische samenleving (surprise: autisten hebben empathie) en dat was dus een concreet, praktisch handvat om mijn aangeleerde racisme als wit mens onder de loep te nemen. Niemand vindt het leuk om betutteld te worden. Dus betuttel ik kinderen nooit, want kinderen zijn mensen die wel veel véél minder macht hebben en in een andere ontwikkelingsfase zitten dan ik, maar die tegelijkertijd 100 procent gelijkwaardig zijn aan een volwassene.

Stel je voor dat jij zelf ziek of oud wordt: wil je dan betutteld worden? Ik neem aan van niet. Behandel zieke en oude mensen dus hetzelfde als je een kerngezonde man van in de dertig behandelt. Duw een rolstoel bijvoorbeeld niet vooruit zonder het te vragen aan de persoon die de stoel gebruikt. Je duwt je wandelende buurman ook niet ongevraagd naar de andere kant van de kamer ‘voor zijn eigen bestwil’.

Toegegeven, hoe meer we naar minderheden gaan luisteren, hoe overweldigender de taak soms lijkt. Je kan altijd opnieuw beginnen met luisteren naar wie de energie en ruimte heeft om te praten over zijn of haar ervaringen. Eis geen volledige klaarheid en perfecte kennis, want die bestaan nergens. Leer puzzelstukjes combineren en blijf open staan.

Beeld.

 

 

Deel 1: getraumatiseerd, neurodivers en transgender, maar voldoende normaal

Deel 2: De reis van overleven naar leven

Deel 4: ‘Wij’ zijn de niet-betaalde experten

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!