De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Hoe Franse universiteiten jonge onderzoeksters en onderzoekers kraken: misbruik, pesterijen, bestaansonzekerheid…

Hoe Franse universiteiten jonge onderzoeksters en onderzoekers kraken: misbruik, pesterijen, bestaansonzekerheid…

zaterdag 12 februari 2022 08:49
Spread the love

Terwijl de Vlaamse kranten berichtten over seksueel misbruik aan de universiteiten verscheen in Frankrijk een boek over deze problematiek in dat land. Dat werk is tegelijk ruimer en smaller van thematiek. Het is toegespitst op de studenten en studentes die een doctoraatsthesis schrijven, maar de aangekaarte misstanden zijn ruimer:  machtsmisbruik, vernedering en terreur door begeleiders en verantwoordelijken, diefstal van onderzoeksmateriaal en -resultaten, racisme, seksisme, seksueel misbruik, onmogelijke werksituaties, financiële problemen, suicide…

 

Adèle B. Combes, die een doctoraat in de neurobiologie behaalde, startte uit eigen beweging een onderzoek naar de situatie van doctoraatsstudentes/n. Op 19 oktober 2019 verspreidde zij ’s morgens via het internet een vragenlijst over de arbeidsomstandigheden en de levenskwaliteit van doctorandi op het internet en mailde naar zo’n 150 instellingen. Op minder dan een week kwamen er meer dan duizend antwoorden binnen – het onderwerp was duidelijk hoogactueel. Uiteindelijk waren er 1877 reacties van personen die een doctoraat behaald hadden. Sommigen waren graag bereid tot een gesprek en werden door de schrijfster uitvoerig geïnterviewd.

 

De antwoorden en de interviews werden door de schrijfster op een speciale manier verwerkt: naast een analyse met de gebruikelijke percentages, beschreef zij enkele casussen in verhaalvorm. Dat vermengen van sociologie en romanvorm zal haar allicht kritiek opleveren, maar zij kruipt zo goed in de huid van enkele respondenten en vertelt zo virtuoos hun ervaringen dat de buitenstaander een zeer concreet beeld krijgt van de ronduit zorgwekkende situaties rond het doctoreren. Die zijn doorgaans een cumulatie van problemen, zoals hierboven al opgesomd.

 

Werken tot je doodvalt

Allereerst zijn er de materiële werkomstandigheden. Doctorandi met een contract en een loon vallen onder de arbeidswetgeving, die het toegelaten aantal werkuren vastlegt: maximaal 48 u in een week, maximaal gemiddeld 44 u in vier opeenvolgende weken. Dat is nog veel, maar die limieten blijken vaak niet gerespecteerd te worden. Bovendien hebben de begeleidende professoren of administratoren vaak de neiging om de doctorandi voor allerlei taken in te schakelen, om niet te zeggen als meid of knecht voor alle werk te gebruiken, zodat de tijd die werkelijk aan het proefschrift kan besteed worden, sterk ingeperkt wordt.

 

Doctorandi zonder een arbeidscontract vallen buiten de wetgeving, en zijn onbeschermd. Zij moeten onderzoek doen en een proefschrift schrijven terwijl ze een baan buiten de universiteit hebben of zelfs van een werkloosheidsuitkering moeten leven. Een zware combinatie, die de studie niet ten goede kan komen.

 

Geen privéleven

Tegelijk heeft de academische wereld de neiging om het leven van de doctorandus helemaal op te eisen. Opmerkingen over amoureuze relaties, over huwelijk en kinderen zijn niet ongewoon. Voor een vrouw kan een zwangerschap geïnterpreteerd worden als een vorm van verraad en kan het gebeuren dat de begeleider ze laat vallen. Je krijgt de indruk dat de doctorandi geen privéleven horen te hebben, en getrouwd moeten zijn met de universiteit.

 

Seksisme doet zich ook voor. Een vrouw kan te horen krijgen dat ze niet moet proberen een apparaat van de dienst waar ze werkt te herstellen, maar er kan wel gevraagd worden dat ze de vloer eens veegt. Het seksisme uit zich ook in mannelijke opdringerigheid naar vrouwen toe (soms ook naar mannen), een stilzwijgend geponeerd recht op seksuele toenadering, betastingen, intimiteiten, seks…

 

Zwijgen of buiten

Wie het waagt daarover te klagen, komt bedrogen uit. “Wolven eten elkaar niet op”, is de spreuk die de zaken samenvat. De mannen, maar ook de vrouwen in machtsposities beschermen elkaar, dekken wantoestanden toe, proberen kritiek te onderdrukken en critici uit te schakelen. Wie zijn mond open doet over wantoestanden, verbrodt zijn carrièrekansen… Het verbaast dan ook niet dat in het doctoraatswezen zware psychische problemen opduiken: depressie, burn out, suïcide…

 

Voorstellen

Wat is daaraan te doen? Adèle Combes besluit haar boek met een reeks interessante aanbevelingen, die me een prima start lijken om de problemen aan te pakken. Enkele punten daaruit:

 

  1. Een arbeidscontract voor ALLE onderzoekers/doctorandi, voltijds en minimaal voor drie jaar, met een maandloon dat boven het minimumloon ligt.
  2. Doctorandi vrijstellen van inschrijvingsgeld – te gek dat je moet betalen voor werk dat je doet!
  3. Een nationaal syndicaat van onderzoekers oprichten dat los staat van academici met een ambtelijke aanstelling zoals professoren, rectoren enz.
  4. Het creëren van een groot aantal onderzoeksprojecten en leeropdrachten om de tewerkstelling van de gedoctoreerden te garanderen en de kwaliteit van onderzoek en onderwijs te verhogen.
  5. Een jaarlijkse anonieme bevraging naar psychologisch en seksueel geweld en discriminatie in elke instelling die doctoraten begeleidt, met publieke bekendmaking van de resultaten per instelling.
  6. Actief bestrijden van discriminatie en psychologisch en seksueel geweld. Daarvoor is een nationale, onafhankelijke instelling nodig waar je anoniem klachten kan meedelen, en die snel een administratief onderzoek kan starten. (Gezien de omertà binnen de universiteiten en de solidariteit van de machthebbers – “wolven eten elkaar niet op”, “iedereen heeft boter op zijn hoofd”, “de reputatie van de instelling mag niet besmeurd worden” – lijkt me zo’n onafhankelijke instelling van prioritair belang.)
  7. Actief beschermen van de fysieke en mentale gezondheid van de jonge onderzoekers. (In 2020 telde Frankrijk 1 voltijdse psycholoog per 30.000 studenten. De regering heeft daar wat aan gedaan, nu is er 1 psycholoog per 12.000 studenten.)

 

Dat er, ook internationaal, beweging komt rond de problemen van doctorandi blijkt, zo stipt Adèle Combes aan, uit de eerste internationale conferentie over mentale gezondheid en welzijn bij postgraduaatonderzoekers die in het VK gehouden werd op 16 en 17 mei 2019 (en die al gevolgd werd door een tweede congres) en in Frankrijk uit een senaatsrapport van 4 maart 2021. Hopelijk zet het moedige boek van de schrijfster nog meer in beweging!

 

Adèle B. Combes, Comment l’université broie les jeunes chercheurs, Précarité, harcèlement, loi du silence, Autrement, januari 2022, 336 blz.

De auteur geïnterviewd op de radio:

https://www.franceculture.fr/emissions/la-grande-table-idees/harcelement-precarite-universite-le-grand-gachis

Congres over mentale gezondheid bij doctorandi:

 http://www.ukcge.ac.uk/events/icmhw2-156.aspx

Rapport van de Franse senaat over integriteit van het wetenschappelijk onderzoek:

 https://www2.assemblee-nationale.fr/content/download/333504/3261930/version/2/file/2021-03+Int%C3%A9grit%C3%A9+scientifique+FR.pdf

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!