Nieuws, Economie, België, Multinationals, Max Havelaar, Fairtrade, Marketing, Eerlijke handel, Analyse, Keurmerk, Fairtrade-certificeerders, Fairtrade International, FLO-CERT, Michael Van Overtstraeten -

Hoe fair is fairtrade?

Nog tot 12 oktober loopt de week van de fairtrade. Max Havelaar lanceert dit jaar 'The power of you'-campagne. Deze wil de consument bewustmaken van de positieve rol die hij kan spelen in de promotie van eerlijk handel. Maar wat is eerlijke handel en hoe controleer je die? Draagt het fairtradelabel bij tot meer rechtvaardige handel of wordt het ook als marketingstrategie gebruikt om de consument te verleiden? Kortom, hoe fair is fairtrade?

donderdag 10 oktober 2013 15:15
Spread the love

Wat is faitrade?

Fairtrade ontstond na de Tweede Wereldoorlog om boeren in het Zuiden te beschermen tegen de erfenis van het kolonialistisch protectionisme en de geprivilegieerde markttoegang voor grote bedrijven. Oorspronkelijk ging het om een liefdadigheidsinitiatief dat een markt in het Westen wilden creëren voor producten van verarmde of kwetsbare producenten. De moderne fairtrade-beweging kreeg vorm in Europa in de jaren 1960.

Trade, not aid‘, werd het motto, waarbij het stimuleren van lokale ontwikkeling en emancipatie op basis van handel als alternatief werd geformuleerd voor ontwikkelingshulp. De solidariteitsgroepen aan de basis van de moderne fairtade-beweging plaatsten het creëren van alternatieve handelsnetwerken in een grotere context van kritiek op het kapitalisme en het wereldwijde vrijemarktmodel.

Het doel van fairtrade vandaag is de telers en producenten een stabiel inkomen bieden en armoede onder hen bestrijden. Via eerlijke handel wil de fairtrade-beweging een ontwikkelingsdynamiek op gang brengen die zowel de levensomstandigheden van de boer als van de hele gemeenschap duurzaam verbetert.

Fairtrade in België

Max Havelaar België, lid van Fairtrade International, organiseert de fairtrade-markt in ons land. Het Max Havelaar-label werd opgericht in 1988. De creatie van dit label was een mijlpaal voor de alternatieve handelsbeweging: voor het eerst oversteeg eerlijke handel zijn symbolisch karakter.

Het ging om een keurmerk dat op koffie werd geplaatst, ongeacht het merk, waaruit bleek dat de boer een eerlijke prijs had gekregen voor zijn koffie. Fairtrade-koffie werd vanaf dan niet alleen in de marge van wereldwinkels verkocht, maar betrad de mainstreammarkt. Vandaag dekt Max Havelaar honderden producten, gaande van koffie, fruit, roomijs, vruchtensap en bloemen tot kleding en verzorgingsproducten.

Het keurmerk Max Havelaar garandeert de Belgische consument dat het product geteeld en verhandeld werd met respect voor fairtrade-condities. Vanaf de productie van de grondstoffen tot de verkoop van het product moet er aan deze voorwaarden voldaan zijn om het fairtrade-label te krijgen.

De kernelementen van deze voorwaarden betreffen een gegarandeerde minimumprijs voor de producent, een sociale premie bestemd voor ontwikkelingsprojecten voor de gemeenschap, rechtvaardige contracten tussen producenten en commerciële spelers, een voorfinanciering voor kleine producenten, minimumcriteria wat betreft de arbeidsomstandigheden, milieucriteria en ondersteuningsmaatregelen om duurzaam te produceren (een volledig overzicht van voorwaarden vind je op http://www.fairtrade.net/our-standards.html).

Deze condities worden opgesteld door Fairtrade International, een koepelorganisatie die bestuurd wordt door producentengroepen, nationale keurmerken zoals Max Havelaar en handelaars.

Eerlijke handel?

In de realiteit blijkt het niet eenvoudig te controleren op het eerlijk karakter van producten. Consumenten vertrouwen op de legitimiteit van de fairtrade-certificeerders (FLO-CERT in het geval van Fairtrade International), maar hun certificatiemethoden volstaan niet steeds om het eerlijk karakter te verzekeren.

In het geval van producenten die werken met tijdelijke arbeiders is het bijvoorbeeld moeilijk om na te gaan of hun loon- en arbeidsvoorwaarden te verzoenen zijn met de vooropgestelde criteria.

Bovendien bestaat er in de fairtrade-beweging discussie over de condities: hoe ver moet een producent of onderneming gaan om een fairtrade-certificatie voor zijn producten te krijgen? Moet al het materiaal dat gebruikt wordt in het productieproces geïnspecteerd worden?

Moeten de financiën van de gecertificeerde bedrijven volledig transparant zijn? Zonder strenge voorwaarden en controles bestaat het risico dat producten een fairtrade-certificatie hebben zonder dat het eerlijk karakter gegarandeerd is.

Anderzijds maakt een uitgebreid voorwaardenpakket het moeilijk voor kleine producenten om aan alle eisen te voldoen. De armste boeren dreigen dan uit de fairtrade-boot te vallen. Dat keurmerken niet zijn weggelegd voor alle boeren blijkt uit een rondgang van OneWorld in Ivoorkust[1].

“Kleine boeren kunnen vaak niet het hele jaar door bedrijf voeren. Ze zijn afhankelijk van seizoensarbeid, het inhuren van tijdelijke landarbeiders voor de oogst. De minimumlooneisen die de keurmerken stellen, gelden ook voor seizoensarbeid – alweer een eis waar kleine boeren, vaak niet meer dan familiebedrijven, onmogelijk aan kunnen voldoen. Ook eisen zoals een verbod op kinderarbeid en op bepaalde bestrijdingsmiddelen zijn heel pittig voor de gemiddelde dorpsplantage.”

… of feel-good marketinglabel?

In 2005 bracht Nestlé, ‘s werelds grootste koffieleverancier, zijn eerste fairtrade-product op de markt: ‘Nescafé Partners Blend’. De multinational was daarmee niet de eerste gigant om het fairtrade-toneel te betreden. Starbucks, Walmart en Proctor & Gamble brachten ook al producten met het eerlijke-handel-keurmerk op de markt.

Dit doet vragen rijzen over de geloofwaardigheid van het keurmerk. Ontstond de fairtrade-beweging niet net om kleine producenten te beschermen tegen giganten als Nestlé, die de wereldhandel domineren en de wereldprijzen omlaag drijven?

Opmerkelijk is dat Nestlé vóór 2005 van mening was dat fairtrade slecht was voor de industrie. Plotsklaps echter hoopt de koffiegigant door het verkopen van eerlijke koffie duizenden consumenten te bereiken die niet vertrouwd waren met fairtrade. Deze hoop lijkt nogal ijdel aangezien slechts 0,2 procent van de koffie die Nestlé aankoopt fairtrade-gecertifieerde koffie is.

De vraag is of Nestlé en andere multinationals niet op de fairtrade kar springen als imagostrategie om het eigen blazoen op te poetsen en als feel-good marketing om hun producten aan de man te brengen.

Fairtrade is in, maar kijk als consument goed uit

De Universiteit van York (VK) publiceerde in oktober vorig jaar een onderzoek naar de effecten van de ‘mainstreaming’ van de fairtrade-beweging sinds 1990. Daaruit blijkt dat niet alle bedrijven die zich van het fairtrade-merk bedienen even toegewijd zijn aan eerlijke handel.

Het onderzoek vertrekt van negen oorspronkelijke principes van de fairtrade-beweging. Daarin gelden een gegarandeerde minimumprijs en een sociale fairtrade-premie als de basisprincipes. Deze worden aangevuld met voorwaarden als bewustmaking van de consument, voorfinanciering, gendergelijkheid, scholing voor de boeren en duurzame productie.

De resultaten tonen aan dat sommige van deze voorwaarden werden uitgehold gedurende de laatste twintig jaar. Verschillende bedrijven hanteren in de praktijk enkel de twee basisprincipes, waardoor ze aanzienlijk goedkoper fairtardeproducten kunnen aanbieden dan fairtrade-organisaties.

Het onderzoek uit geen kritiek op bedrijven die fairtrade-producten op de markt brengen, maar wil de consument bewustmaken van het verschil tussen bedrijven die fairtrade-gecertificeerde producten verkopen en onafhankelijke fairtrade-organisaties die 100 procent toegewijd zijn aan de principes van eerlijke handel.

Als de consument een positieve rol wil spelen in de promotie van eerlijke handel moet hij dus goed kijken wat hij koopt.

Michael Van Overtstraeten van Max Havelaar België legt uit hoe het Belgisch fairtrade-keurmerk omgaat met deze uitdagingen.

Welke criteria zijn voor jullie het belangrijkst om producten te labelen als fairtrade?

Michael Van Overtstraeten: “De belangrijkste criteria voor de verschillende actoren in de aanvoerketen zijn dat de ingrediënten en producten fairtrade aangekocht werden – bij gecertificeerde leveranciers – en dat een bewijs kan worden voorgelegd dat de boeren de minimumprijs (of de marktprijs indien die hoger ligt) en een sociale premie hebben gekregen voor hun product. De laatste twee criteria gelden als de belangrijkste voorwaarden.”

“De standaarden waaraan de producenten zelf moeten voldoen, bestaan eerst en vooral uit een reeks kerncriteria, zoals geen discriminatie, geen kinderarbeid, het moet gaan over kleine boeren, de boeren moeten lid zijn van een goed georganiseerde coöperatie met een democratische structuur en er mogen geen verboden pesticiden of GGO’s gebruikt worden.”

“Daarnaast gelden een reeks van progressieve ontwikkelingscriteria die te maken hebben met milieu, afvalbeheer, waterbeheer en gezondheids- en veiligheidsvoorwaarden voor de werkers. Een volledige lijst van deze producentencriteria vind je op http://www.fairtrade.net/fileadmin/user_upload/content/2009/standards/documents/2012-07-11_SPO_EN.pdf

Hoe gaan jullie bij het opstellen van deze criteria om met de spanning tussen criteria die streng genoeg moeten zijn om het eerlijk karakter te garanderen, maar die anderzijds voor kleine producenten onhaalbaar kunnen blijken?

“Voor de reeds gecertificeerde boeren stelt het probleem zich uiteraard niet. Voor niet-gecertificeerde boeren geldt als eerste conditie georganiseerd zijn als coöperatie. Vervolgens wordt een ‘gap-analyse’ (nvdr: een vergelijking tussen de huidige prestaties en de potentiële prestaties) uitgevoerd om te bekijken wat er moet gebeuren om tot een duurzame productie te komen en aan de fairtrade-voorwaarden te voldoen.”

“Om kleine producenten te helpen de voorwaarden te bereiken, stellen wij ‘tools’ ter beschikking. Zo is er het ‘producer-certification’-fonds en zijn er producentennetwerken en agenten op het terrein om ondersteuning te bieden.”

Hoe controleren jullie of er door de producenten aan de voorwaarden wordt voldaan? Jullie zijn niet permanent op het terrein, dus hoe kunnen jullie de consumenten verzekeren dat het gaat over eerlijke producten?

“De controle voor het Max Havelaar-keurmerk gebeurt door een onafhankelijke controle-organisatie FLO-CERT. Zij doet om de drie jaar een volledige audit van elke producent. Om het jaar volgt voor de producenten een herniewingsaudit. FLO-CERT hanteert daarbij een checklist gebaseerd op de standaarden voor producenten opgesteld door Fairtrade International.”

“Bij de controle wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende criteria. Afhankelijk van het type criterium wordt een ander sanctiekader gehanteerd. Het niet voldoen aan een criterium leidt meestal tot het opleggen van een bepaalde termijn aan de producent om het criterium te halen. Die krijgt daarvoor bijvoorbeeld drie of zes maanden de tijd.”

“Als de producent dan nog niet voldoet, kan zijn fairtrade-certificatie tijdelijk opgeschort worden. Een permanente de-certificatie vindt slechts plaats wanneer er sprake is van een ernstige schending van de voorwaarden of wanneer de producent in de schorsingsfase geen inspanningen levert om de voorwaarden te behalen.”

“Een voorbeeld van zo’n ‘knock-out’-criterium is de doorverkoop door leveranciers van producten als fairtrade-product, die ze elders hebben aangekocht zonder fairtrade-certificatie. Zo’n schending lijdt meteen tot een schorsing van de certificatie.”

Hoe gaan jullie om met multinationals als Nestlé en Starbucks die de fairtrade-markt betreden? Bestaat het risico dat zij het label gebruiken als imago- en marketingstrategie en dat de geloofwaardigheid van het label zo in het gedrang komt?

“Het gaat om een keuze van Fairtrade International voor een open system waarin alle actoren in het Noorden kunnen deelnemen. Het doel van dit open systeem is de fairtrade-markt vergroten, om zo de impact ervan in het Zuiden te vergroten.”

“Daarnaast gaat het natuurlijk om de filosofische vraag of we met fairtrade in een niche buiten het systeem willen blijven of net met die actoren proberen samen te werken om een grotere impact voor de producenten te realiseren.”

“Belangrijk te vermelden, is dat de condities voor een Starbucks of een andere multinational exact dezelfde zijn dan voor de andere actoren in de fairtrade-markt. Wij certificeren trouwens enkel producten en geen bedrijven. Bij die certificatie geldt als centrale principe dat alles wat aan een product fairtrade kan zijn, dat ook moet zijn.”

“Maar melk bijvoorbeeld komt uit het Noorden, dus dat is geen fairtrade ingrediënt. Dit staat steeds duidelijk op de verpakking vermeldt. Als niet alle ingrediënten 100 procent fairtrade zijn, dan wordt de consument daarvan dus op de hoogte gebracht.”

Voetnoten

take down
the paywall
steun ons nu!