Hoe de meeste Westerse journalisten niet langer de democratie in Latijns-Amerika steunen

Hoe de meeste Westerse journalisten niet langer de democratie in Latijns-Amerika steunen

zondag 15 juni 2014 16:44
Spread the love

Auteur: Thierry Deronne – Vertaling: Raf Custers [Het artikel verscheen al op 16 maart, maar ik vind het pas nu]

Op 7 maart 2014 was de nieuwe Chileense
president Michelle Bachelet overduidelijk: ‘we zullen nooit een beweging
steunen die weigert de resultaten van de verkiezingen te erkennen en die
probeert met geweld een regering omver te werpen die vrij en democratisch
verkozen is’. Cristina Ferandez, de presidente van Argentinië, stelde op 1
maart dat ‘wij, los van de ideeën, de democratie moeten verdedigen en de poging
tot staatsgreep tegen de Bolivariaanse Republiek moeten veroordelen’.

Het is een feit: terwijl de meeste
staatshoofden en sociale bewegingen van Latijns-Amerika de opstand van
extreem-rechts in Venezuela veroordelen, zijn de Westerse journalisten in
veertig jaar tijd omgeschakeld van de veroordeling van de staatsgreep tegen
Salvador Allende naar het goedpraten – actief of conformistisch – van het plan
om een regering omver te werpen die ’19 verkiezingen in 14 jaar heeft
georganiseerd’ (Dilma Roussef, de presidente van Brazilië op 24 februari 2014).
Zou de reden soms zijn dat het algemeen stemrecht in de Latijns-Amerikaanse
samenlevingen vormen van beleid aan de macht brengt die zich vrijvechten van
het dogma van de vrije markt? Komt het door een gebrek aan historische cultuur
of door het sjabloondenken in de scholen voor journalistiek? Veertig jaar
privéconcentratie van de media en ideologische afstomping maken dat de
meerderheid van de Westerse journalisten nu gewoon de beslissingen van de
kiezers (gevalideerd door internationale waarnemers) kunnen vergeten, dat ze
paramilitairen en militanten van extreem-rechts in ‘vrijheidsstrijders’ kunnen
transformeren en van een Staat die het aandurft de democratische instellingen
te verdedigen een ‘repressieve Staat’ kunnen maken.

In Venezuela klagen de leden van
onafhankelijke mensenrechtenorganisaties de dagelijkse leugens van de
internationale media aan die de zienswijze van het rechtse kamp en van zijn
private media reproduceren en die zodoende de voortdurende gewelddadigheden
aanmoedigen (1).

Nicolas Maduro (wiens imago vanaf zijn
verkiezingen zodanig is bewerkt, zoals met Hugo Chavez is gebeurd, dat hij overkomt
als een autoritair en populistisch personnage en een toekomstige dictator
enz…) is, zoals president Rafael Correa van Ecuador het heeft gezegd, ‘een
humanist die nooit zijn volk zou onderdrukken’. De zowat vijftien politiemannen
die niet gehoorzaamden aan het bevel om geen vuurwapens te gebruiken, zijn
terstond gerarresteerd. Deze maatregel duidt op de politieke wil om een einde
te stellen aan de straffeloosheid in Venezuela.

Een toevallige samenloop van data wil dat
op het ogenblik dat paramilitairen groepen de eerste gewelddadigheden dede
uitbreken aan de grens met Colombia (2), de regering Maduro deed wat geen
enkele van zijn voorgangers had willen doen: recht doen en de 112 families
schadeloos stellen die het slachtoffer waren van de ‘Caracazo’, de slachtpartij
van 2 tot 3000 mensen door het leger, bevolen door de sociaaldemocratische
president Carlos Andres Perez om de volksopstand van 27 februari 1989
tegen het Internationaal Monetair Fonds te verpletteren. De Venezolaanse
militairen waren in die tijd opgeleid door de Verenigde Staten in de School of
the Americas, die voor heel het Zuidelijke deel van Amerika beulen heeft
afgeleverd.

Deze trieste episode eindigde met de
beslissing van Chavez om de akkoorden met het Pentagon te verbreken en het
leger te humaniseren, en met name door het aan sociale taken te doen deelnemen.
Maar er zijn nog altijd mensen die heimwee hebben naar die donkere tijd van
terreur en sociale apartheid, onder meer onder de studenten van de rijke
buurten die vandaag voor het oog van de camera’s hun ‘revolutie’ zonder mensen
opvoeren (3).

Door selectief militairen en
politieagenten te vermoorden, recycleert het paramilitaire extreem-rechtse
kamp onder leiding van Leopoldo Lopez en Maria Corina Machado een techniek die
door de CIA was aanbevolen om in 1973 Salvador Allende te destabiliseren. De
Boliviaanse regering heeft vermeden in die provocatie te trappen en president
Maduro heeft de initiatieven om te dialogeren vermenigvuldigd, en hij ging
zelfs zover dat hij op 15 maart aan de leiders van de rechtse
studentenbeweging voorstelde een vergadering te houden die rechtstreeks
uitgezonden zou worden door de televisie, ‘waar ze alles zouden kunnen zeggen
wat ze wilden’.

De poging tot staatsgreep is mislukt, maar
het is duidelijk dat elke poging die de regering onderneemt om de democratische
instellingen te verdedigen meteen door het State Department of de
internationale media omgevormd zal worden tot ‘een verharding van de repressie
in Venezuela’.

In El Salvador was de overwinning van de
linkse kandidaat Sanchez Ceren voor de presidentsverkiezingen van 9 maart nog
maar pas bekend of extreem-rechts reageerde al zoals in Venezuela, met
gewelddadige manifestaties terwijl het de militairen opriep de beslissing van
de kiezers te verwerpen. Latijns-Amerika is vandaag sterk en solidair genoeg om
deze mediatieke putschisten te doen falen en om zijn recht te verdedigen om wie
dan ook wanneer dan ook te verkiezen (4). Maar de journalistieke achteruitgang
en het wegzinken van de waarheid door vijftien jaar desinformatie maken ons wel
ongerust over de toekomst van de Westerse democratie.

Voetnoten :

(1) https://venezuelainfos.wordpress.co…

(2) https://venezuelainfos.wordpress.co…

(3) http://venezuelainfos.wordpress.com…

(4) http://venezuelainfos.wordpress.com…

take down
the paywall
steun ons nu!