Opinie - Jozef Mampuys

Historische verkiezingen na 5 jaar rechtse regering

maandag 24 juni 2019 10:48
Spread the love

Deze tekst is de neerslag van een uiteenzetting van Jozef Mampuys op de tweejaarlijkse ontmoetingsdag van Christenen voor het Socialisme op 10 juni 2019. De tekst verschijnt in Sprokkels, het intern ledenblad van CvS, juni 2019.

 

In oktober 2014 kwam na enkele maanden gebakkelei, de regering Michel tot stand. Een merkwaardige regering waarin de enige Franstalige partij, MR, de Eerste minister mocht leveren onder het strenge oog van de met afstand grootste partij, de N-VA, en haar leider Bart De Wever. Het regeerakkoord van deze regering stuitte van meet af aan op hevig verzet.

ACV-voorzitter Marc Leemans had het over een “sociaal horrorverhaal in afleveringen” en op 6 november 2014 trokken meer dan 120.000 betogers door Brussel om te protesteren tegen de desastreuze besparingsplannen van de nieuwe regering. Deze betoging was het startschot van een niet ophoudende kritiek gedurende de hele regeerperiode. Zij zou gevolgd worden door talloze andere betogingen en acties.

Even leek het er op, dat niet de beoordeling van het asociale beleid van deze regering de inzet van de huidige verkiezingen zou vormen. Eind vorig jaar verliet de N-VA naar aanleiding van onenigheid over het VN-migratiepact, dat ze nochtans zelf aanvankelijk mee had goedgekeurd, de regering die wel verder ging als ‘minderheidsregering in lopende zaken’. En dan waren er vanaf begin dit jaar de wekelijkse klimaatmarsen van de Youth for Climate, die klimaat en milieu helemaal bovenaan de agenda leken te plaatsen. En toen was het 26 mei.

De cijfers

Zelden was een verkiezingsuitslag zo duidelijk over wie de winnaars en de verliezers waren. Alle gegevens hierover staan af te lezen in onderstaande tabel. Je vindt er de gegevens (stemmen en zetels) van de verkiezingen voor de (federale) Kamer, tot nader order nog steeds het belangrijkste parlement in ons land. In de laatste kolom vind je ook het totaal aantal zetels dat de partijen hebben behaald in alle parlementen die ons landje ‘rijk’ is: kamer en senaat, de regionale parlementen (Vlaams, Waals, Brussels parlement) en Europa.

Laat ons beginnen met de winnaars, afgemeten aan de winst die zij maakten tegenover de verkiezingen van 2014. De grootste winnaar is onmiskenbaar het Vlaams Belang met een winst van 562.000 stemmen en een verzesvoudiging van zijn zetels in de Kamer van 3 naar 18. In alle parlementen samen, boekt Vlaams Belang een winst van 39 zetels tot een totaal van 51. Het wordt in stemmenaantal ook de tweede grootste partij van het land en qua zetels komt het op de derde plaats in de kamer.

 

Kamer 2019

Stemmen

(verschil 2014)

Zetels 150

(verschil 2014)

Zetels alle parlementen (verschil 2014)

N-VA

1.086.787 ( – 279.610)

25 ( – 8)

75 ( – 20)

Vlaams Belang

810.177 ( + 562.439)

18 ( + 15)

51 ( + 39)

PS

641.623 ( – 145.435)

20 ( – 3)

69 ( – 17)

CD&V

602.520 ( – 180.520)

12 ( – 6)

39 ( – 18)

PVDA

584.621 ( + 333.345)

12 ( + 10)

43 ( + 35)

Open VLD

579.334 ( – 80.237)

12 ( – 2)

37 ( – 8)

MR

512.825 ( – 137.435)

14 ( -6)

58 ( – 18)

sp.a

455.034 ( – 140.432)

9 ( – 4)

30 ( – 11)

Ecolo

416.452 ( + 193.938)

13 ( + 7)

47 ( + 24)

Groen

413.836 ( + 54.889)

8 ( +2)

31 ( + 8)

cdH

250.861 ( – 85.323)

5 ( – 4)

24 ( – 11)

Défi (FDF)

150.394 ( + 29.010)

2 ( = )

12 ( – 2)

De tweede grote winnaar is de PVDA met een winst van 333.000 stemmen en, net als Vlaams Belang, een verzesvoudiging van zijn zetels in de kamer van 2 naar 12. In alle parlementen samen wint de PVDA 35 zetels. Daarmee wordt de PVDA in stemmenaantal de vijfde partij van het land, groter dan Open Vld, MR, sp.a, Ecolo, Groen en cdH. Door het lager aantal (geldig) uitgebrachte stemmen in Franstalig België en de specifieke kenmerken van ons kiesstelsel bij de verdeling van het aantal zetels, wordt ze in de kamer nog wel voorbijgestoken door MR en Ecolo. Eveneens aan de linkerzijde is er de winst van vooral Ecolo en iets minder (dan verwacht) van Groen. Samen behalen zij een winst van 249.000 stemmen en over alle parlementen heen van 32 zetels.

De verliezers zijn even duidelijk. De N-VA blijft weliswaar met afstand de grootste partij van het land en uiteraard in Vlaanderen, maar dat neemt niet weg dat zij de grootste verliezer is met meer dan 20 procent zowel in stemmen als in zetels. Ook alle traditionele partijen, zowel in Vlaanderen als in Franstalig België, of ze in de regering (CD&V, Open Vld, MR) zaten of in de oppositie (PS, sp.a, cdH), verliezen fors. Iedere partij afzonderlijk verliest In stemmen weliswaar minder dan N-VA, maar relatief gezien is CD&V de grootste verliezer met een verlies van bijna 25 procent in stemmen tot (bijna) een derde van de zetels in de kamer en het Vlaams parlement. CD&V is daarmee op haar laagste niveau ooit beland. Dat verlies is nog opvallender wanneer je het bekijkt door de bril van de ‘politieke families’ over de taalgrenzen heen. De christendemocraten (CD&V en cdH) behalen in 2019 nog 76,25 procent van de stemmen van 2014 en nog slechts 67 procent van het zetelaantal in de kamer van 2014. De respectieve cijfers voor de sociaaldemocraten (PS en sp.a) zijn hier 79,3 en 80,6. Voor de liberalen (MR en Open Vld) 83,4 en 76,5. Van de eens zo machtige christendemocratie – gedurende 120 jaar, van 1880 tot 2000, de grootste en vooral meest invloedrijke politieke familie in ons land – blijft niet veel meer over.

Historische verkiezingen

Je moet altijd voorzichtig zijn om iets op het moment van het gebeuren zelf ‘historisch’ te noemen. Of dat zo is, zullen (toekomstige) historici wel vaststellen. En toch riskeer ik het: dit zijn historische verkiezingen en wel om de (minstens) volgende vier redenen.

1. Voor wat de lange termijn betreft zien we een absoluut dieptepunt voor de traditionele partijen van christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen. Deze evolutie is al een hele tijd aan de gang, maar is sinds de eeuwwisseling in een enorme stroomversnelling gekomen. Op nationaal (federaal) vlak behalen zij samen nog maar 44,86 procent en dalen daarmee voor de eerste keer onder de 50 procent. Zij deden er meer dan 50 jaar over om te dalen van samen 93,5 procent in 1950 naar 73,5 in 2003. Om dan in 16 jaar tijd te dalen naar de huidige 44,86. In Vlaanderen is de achteruitgang nog groter met een daling van ongeveer 70 procent in 2004 naar 38,9 procent in 2019. In Wallonië ging het van 79 procent in 2004 naar 58,6 in 2019.

2. Nooit haalden partijen die zichzelf op de eerste plaats als Vlaams-nationaal omschrijven zoveel stemmen. In Vlaanderen behalen N-VA en Vlaams Belang samen 43,5 procent. Voor heel België komen zij samen op 28 procent. Maar in tegenstelling tot wat sommigen graag vertellen, zijn dit lang niet allemaal ‘separatistische’ stemmen.

3. De PVDA, die zichzelf omschrijft als ‘authentiek links’, maar die we terecht mogen beschouwen als de opvolger van de vroegere communistische partij, behaalde 8,62 procent over heel België. Slechts éénmaal behaalde een communistische partij in het verleden een hoger percentage. Dat was bij de eerste naoorlogse verkiezingen in 1946 met 12,68 procent. In Vlaanderen behaalde de PVDA het hoogste percentage ooit voor de kamer met 5,63 procent. In 1946 was dit voor de communistische partij 5,49 procent terwijl ze in Wallonië toen 21,68 procent behaalde.

4. Nooit was het conflict tussen de christendemocratie en de christelijke arbeidersbeweging in Vlaanderen zo groot en zo openlijk als tijdens de voorbije regering Michel. In Franstalig België koos de Mouvement Ouvrier Chrétien (MOC) reeds in 1972 voor politiek pluralisme. In Vlaanderen daarentegen bleven de banden met de christendemocratie zeer hecht, ook al kwamen er vanaf het einde van de jaren 70 hierin ook steeds grotere scheuren, vooral dan binnen het ACV. Bij deze verkiezingen stonden er meerdere tientallen ACV-militanten, delegees en (bekende) oud-vrijgestelden op de lijsten van de PVDA. Maria Vindevoghel, lid van de Brusselse basisgroep van CvS, bekend van de sociale strijd bij Sabena en later ACV-vrijgestelde, werd als lijsttrekster op de unitaire lijst van de PVDA in Brussel, verkozen in de kamer.

Van lat-relatie naar scheiding?

De groeiende onenigheid tussen de CD&V en de christelijke arbeidersbeweging zou in de toekomst wel eens een belangrijke rol kunnen spelen bij de evoluties en verschuivingen in het politieke landschap. Die onenigheid is zoals gezegd niet nieuw, maar kwam door de deelname van CD&V aan deze rechtse regering in een ware stroomversnelling en bereikte uitgerekend op Rerum Novarum (RN), de feestdag van de christelijke arbeidersbeweging, een voorlopig hoogtepunt.

“Een regering die mensen verplicht om tot 67 te werken en niets doet om werk werkbaarder te maken zal oogsten wat ze zelf zaait. De mensen zijn heel boos en maken de rekening. Als deze regering blijft volharden in de boosheid, zal de rekening zeker gepresenteerd worden bij de federale verkiezingen van 2019”. ACV-voorzitter Marc Leemans klonk strijdbaar op 2 oktober 2018 , na de zoveelste vakbondsbetoging tegen de pensioenmaatregelen van de regering Michel. Het bleken profetische woorden. De pittige kritiek was gericht naar de hele regering, CD&V incluis. De al verkilde relatie tussen vakbond en partij werd er niet warmer op.

Hilde Crevits, de leading lady van de CD&V en stevig verbonden met beweging.net, liet een dag voor RN weten dat zij niet, zoals aangekondigd, zou speechen op RN. En uitgerekend op RN (30 mei 2019) zelf spuwde Etienne Schouppe, ex-spoorbaas en ooit gesitueerd in de ‘ACW-vleugel’ van de CD&V, zijn gal op radio 1: “In de weken voor de verkiezingen heeft de (ACV-)voorzitter een taal gehanteerd die rechtstreeks uit het programma van een welbepaalde partij komt. Dan moet men niet verwonderd zijn dat leden denken: ‘Als de voorzitter in zijn woordgebruik zo dicht bij het Belang staat, waarom zouden wij hem dan niet volgen?’”

De nieuwe doorbraak van het Vlaams Belang in de schoenen van Marc Leemans schuiven, dat is de schaamte voorbij, vinden veel vakbondsmilitanten. En vijf jaar Oost-Indisch doof zijn aan het linkeroor en na een electorale afstraffing niet verder komen dan: ‘het is de schuld van’ klinkt als een zwaktebod. Hoeveel meer petities, acties, betogingen had de CD&V nodig om iets te begrijpen van de kwaadheid van de gewone mensen over het asociale beleid, vragen ze zich af.

Marc Leemans is scherp in zijn toespraak op RN: “Als vier regeringspartijen zijn afgestraft voor vijf jaar rechts liberaal beleid, dan zou ik twee keer nadenken vooraleer te pleiten voor nog meer rechts beleid. En zou ik vier keer nadenken als ik zie hoe het Vlaams Belang, het Front National in Frankrijk achterna, kapitaliseert op slogans rond minimumloon, minimumpensioen en pensioenleeftijd”.

Ook de RN-toespraak van Luc Van Gorp, voorzitter van de CM, bevatte enkele pittige passages. “De politiek is heel erg ziek”, zei hij. “Die politiek waant zich de vertegenwoordiger van het volk, maar zij is niets meer dan vertegenwoordiger van het systeem. De voorbije verkiezingsperiode waren we pijnlijk getuige van een groot dedain voor de gewone mens. De hoogmoed van de politiek, vervreemd van de werkelijkheid, heeft voor dit resultaat gezorgd”.

Dat klinkt heel erg alsof het niet meer goed komt tussen de christelijke arbeidersbeweging en de CD&V. Te meer omdat heel wat (bekende) ACV-militanten voor de verkiezingen kandidaat waren voor de PVDA. Dat leidde tot veel open politieke gesprekken in de christelijke arbeidersbeweging. Steeds luider klinkt er de roep naar politiek pluralisme. De Schouppes met hun heimwee naar de tijd van Jef Houthuys zullen aan het kortste eind trekken.

Wie heeft gewonnen? Links of rechts?

De algemene teneur is dat Vlaanderen rechts heeft gestemd en Franstalig België links. Maar dat vraagt toch om enige nuancering.

Volgens N-VA heeft Vlaanderen misschien wel rechts, maar toch vooral Vlaams-nationaal gestemd. Op die manier neemt N-VA de overwinning van Vlaams Belang mee onder haar vleugels en doorbreekt ze in zekere zin ook het cordon sanitaire. Ook het feit dat zowat een derde van de kiezers van Vlaams Belang bij deze verkiezingen, in 2014 nog voor de N-VA stemde, kan zo worden begrepen. Het is zeker ook geen toeval dat N-VA sinds de verkiezingen stelselmatig beklemtoont dat het nooit voorstander was van het cordon sanitaire en dat Theo Francken steeds vaker over ‘wij’, N-VA en Vlaams Belang samen, spreekt. Ook in Open VLD en CD&V zijn steeds meer stemmen te horen die het cordon sanitaire willen opheffen. Het heeft er steeds meer de schijn van dat N-VA en Vlaams Belang samen een regering zouden vormen moesten ze samen een meerderheid hebben in het Vlaams parlement. Daarvoor ontbreken nu nog maar 5 zetels. Door de klemtoon te leggen op het Vlaams-nationaal karakter ontloopt N-VA ook de discussie over de rol die het asociaal beleid van deze regering heeft gespeeld in de stemmenwinst van het Vlaams Belang.

De PS ziet in de uitslag dan weer het bewijs dat ‘de fascisten’ aan de macht zijn in Vlaanderen. Een grove veralgemening die alle kiezers van N-VA en Vlaams Belang ten onrechte als fascisten brandmerkt en een totale miskenning van het succes van de PVDA en Groen. Deze visie ondermijnt ook de eenheid van het land en dat terwijl in Wallonië de PS verliest en de winnaars op links, PVDA en Ecolo, juist de eenheid van België verdedigen.

Meer algemeen is de winst op links zeker geen winst voor ‘klassiek’ links, de sociaaldemocraten. Die verliezen over heel België 289.000 stemmen en over alle parlementen heen samen 28 zetels. De winst op links komt op de eerste plaats van authentiek links, de PVDA, zowel in stemmen (+ 333.000) als in zetels (totaal + 35). Daarna volgen Ecolo en Groen die samen zowat 249.000 stemmen winnen en over alle parlementen samen 32 zetels.

De vraag blijft: zijn deze verkiezingen een overwinning voor rechts? Of is de winst aan de linkerzijde toch groter dan algemeen wordt voorgesteld? Vergelijk je de winst van extreemrechts (Vlaams Belang) met de optelsom van PVDA, Ecolo en Groen, dan is de winst van links in stemmen nog iets groter dan die van extreemrechts (582.000 tegen 562.000) en zeker in totaal aantal zetels (67 tegen 39).

Wat zit er achter de keuze voor ‘rechts’ of ‘links’?

Welke beleidsthema’s waren van doorslaggevend belang voor het maken van de keuze? Waren het sociaaleconomische thema’s zoals sociale zekerheid, tewerkstelling, fiscaliteit enz. die de belangrijkste doelwitten vormden van deze regering? Of was het de milieuthematiek? Of toch alle thema’s verbonden met migratie zoals vluchtelingen, asielzoekers, identiteit? Het antwoord daarop is allesbehalve éénduidig. Verder onderzoek op basis van de exit-polls zal hierover meer duidelijk scheppen.

We doen alvast een eerste poging en beperken ons hier uit plaatsgebrek tot de vraag waarom zoveel mensen kozen voor enerzijds het Vlaams Belang en anderzijds voor de PVDA, de twee meest tegengestelde partijen.

Bij vele kiezers voor Vlaams Belang heeft zeker de angst voor vluchtelingen en migranten, voor de islam en voor het verlies van de ‘eigen identiteit’, een belangrijke rol gespeeld. Maar een ander belangrijk aspect was de proteststem tegen het beleid van de regering. Dat werd nog in de hand gewerkt door de demagogische sociale eisen die het Vlaams Belang steeds nadrukkelijker formuleerde. Een sociale saus over een fundamenteel rechts programma. Een kenmerk dat we bij steeds meer extreemrechtse partijen in heel Europa terugvinden. Daarvoor gingen zij in de leer bij de Amerikaanse alt-rightbeweging en haar beste Europese leerling, het Rassemblement National, het vroegere Front National, van Marine Le Pen in Frankrijk. Verder is er ook nog de normalisering van het extreemrechts gedachtegoed waardoor de keuze voor Vlaams Belang veel minder weerstand of ongemak oproept. En voor die normalisering zijn op de eerste plaats N-VA en haar kopstukken Bart De Wever en Theo Francken verantwoordelijk.

De belangrijkste reden om voor de PVDA te kiezen was zeker de prominente rol die zij heeft gespeeld in het verzet tegen het asociale beleid van de regering Michel. Geen enkele partij was zo nadrukkelijk aanwezig op alle acties als de PVDA. Dit engagement op het terrein werd bovendien ondersteund door sterke analyses en gedegen studiewerk. Zeker in syndicale middens kan zij hiervoor op heel wat sympathie en toenemende stemmenwinst rekenen. Een ander element dat zeker ook een rol heeft gespeeld is haar authenticiteit, o.a. het feit dat haar verkozenen en vele van haar militanten aan een gemiddeld werknemersloon leven en de rest ter beschikking stellen voor de uitbouw van hun partij. Ook haar manier van werken die vertrekt vanuit het luisteren naar wat mensen zeggen en denken om daar vervolgens mee aan de slag te gaan, kan op veel sympathie rekenen. Niet te onderschatten is ook haar optreden als unitaire partij voor de eenheid van België, op de eerste plaats voor het behoud van een federale sociale zekerheid.

Opdrachten voor de toekomst

Welke oplossing er bij de moeilijke puzzel van de regeringsvormingen ook uit de bus zal komen, de opdrachten voor wie een meer rechtvaardige samenleving nastreeft zullen niet zoveel van elkaar verschillen. We zetten een aantal van die opdrachten even op een rijtje.

1. Niet toegeven aan defaitisme. Ja, extreemrechts heeft een grote overwinning behaalt, maar daartegenover staat ook een forse vooruitgang van de groene partijen en authentiek links. Vooral de vooruitgang van de PVDA schept meer ruimte voor aandacht in de media rond sociale thema’s en syndicale eisen.

2. Strijd tegen racisme die de angst van kiezers van Vlaams Belang en vele van onze andere medeburgers voor vluchtelingen en migranten en voor de islam erkent. Inzetten op juiste informatie over de islam en over de ware oorzaken van migratie. Samenbrengen van de oorspronkelijke bevolking met onze medeburgers van buitenlandse afkomst.

3. Strijd tegen een verder besparingsbeleid en armoede en voor welvaart voor iedereen door een rechtvaardige fiscaliteit.

4. Ontmaskering van het echte en volledige programma van Vlaams Belang en N-VA.

5. Strijd voor een sociaal rechtvaardige klimaatrevolutie: geen milieutoets zonder armoedetoets

6. Pleiten voor politiek pluralisme in de christelijke én socialistische arbeidersbeweging.

7. Samenwerking van alle progressieve krachten (over de partijgrenzen heen) en het ruime sociale middenveld, burgerbewegingen lokale initiatieven.

Er is nog veel werk voor de boeg en dus alle reden om zo vlug mogelijk, de handen aan de ploeg te slaan.

 

Jozef Mampuys

 

 

 

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!