Historische verkiezingen in Honduras
Nieuws, Politiek, Manuel Zelaya, Analyse, LIBRE, Xiomara Castro, Staatsgreep Honduras, Presidentsverkiezingen Honduras - Lies Van Den Steen, Ricardo Romero, Honduraswerkgroep

Historische verkiezingen in Honduras

Op 24 november 2013 vinden de eerste legitieme verkiezingen in Honduras plaats, sinds de staatsgreep van 28 november 2009. Voor het eerst kan er een eind komen aan het traditionele tweepartijensysteem. Die worden uitgedaagd door Libre, een centrumlinkse coalitie van volksbewegingen. Meerdere leiders van Libre werden de voorbije maanden vermoord.

donderdag 21 november 2013 12:17
Spread the love

De Liberale Partij en de Nationale Partij worden voor het eerst geloofwaardig – ook in de peilingen – uitgedaagd door een derde partij, Libre, geleid door Xiomara Castro, de vrouw van de in 2009 afgezette president Manuel Zelaya. Het is een coalitie van linkse en centrum-linkse krachten en de volksbewegingen. Verschillende lokale leiders van Libre en gelieerde organisaties werden al vermoord of ‘verongelukt’ terug gevonden, in de laatste twee maanden aan een tempo van gemiddeld één per dag.

Wanneer we het in Honduras hebben over een verkiezingsstrijd, kan je dat dus gerust letterlijk nemen. In Honduras vallen dagelijks doden in allerlei zaken van politiek belang, dus ook gedurende deze verkiezingsstrijd. Eén van de scherpste ‘zaken van politiek belang’ die al jaren aansleept en al enkele honderden levens koste, is het conflict in ‘El Bajo Aguan’. Qué? Een introductie:

“El Bajo Aguan”

Er was eens, in het hart van de nieuwe wereld, een plek waar meer bananenbomen groeiden dan er mensen waren. Deze plek werd dan ook al gauw dé bananenrepubliek gedoopt. In de bananenrepubliek had men een droom: de aanleg van een spoorlijn, symbool van de vooruitgang, de trein die rijkdom naar het land zou brengen!

In een bananenrepubliek zijn er ook bananenpolitici, die vol enthousiasme het contract tekenden voor de trein van vooruitgang, een no-nonsense deal: de Amerikaanse firma Standard Fruit Company (het vroegere Dole Company) kreeg het recht langs de hele Atlantische kust een spoorlijn te bouwen en deze grond te exploiteren voor een periode van 99 jaar.

Anno 2013 is deze droom niet meer dan een voetnoot in de Hondurese geschiedenis. De spoorlijn werd nooit afgemaakt en de bananenrepubliek bestaat niet meer. Vandaag heet dit land Honduras, en de zone waar ooit een trein zou komen “El Bajo Aguan”.

Bananenrepubliek

De vruchtbare Aguanvallei werd sinds de eerste helft van 20[ste] eeuw gebruikt door de United Fruit Company en de Tela Railroad Company voor de productie van bananen. De bevolking in de regio groeide verder aan in de jaren ’70 en ’80. De kuststad Tocoa werd bijvoorbeeld gesticht in de jaren ‘70.

Hoewel de bananenproductie in de jaren ’40 en ’50 booming business was, verdwenen de grote bananenfabrikanten één voor één uit het land, na de grote staking van 1954. De vruchtbare landbouwgrond die voordien gebruikt werd om bananen te produceren kwam daardoor vrij.

In de jaren ’70 en ’80 werd de Aguanvallei het onderwerp van een landbouwhervorming waarbij de toenmalige militaire regering via het INA (Nationaal Instituut voor Landbouw) het land verdeelde onder landbouwers die van over het hele land naar het gebied waren verhuisd en zich organiseerden in coöperatieven. Via deze landhervorming wou de militaire regering het opduiken van guerrilla’s zoals in buurlanden El Salvador en Nicaragua tegen gaan.

Onder invloed van de visie op ontwikkeling van de Wereldbank in die tijd, lag de focus van deze coöperatieven op het aanplanten van Afrikaanse palm, een relatief nieuw gewas waarmee men na raffinage plantaardige olie kan produceren. In de vallei van Guaymas (in de omgeving van El Progreso) werd de grond van de Tela Railroad Company verdeeld onder boeren die zich organiseerden in het huidige Hondupalma (11.700 hectare plantages).

Onder de regering van president Rafael Callejas (1990-1994), werden de landhervormingswetten via de Wet voor Modernisering en Ontwikkeling van de landbouw, aangepast. De boeren die uit arme gebieden naar de Aguanvallei waren verhuisd met de gedachte via Afrikaanse palm goed geld te verdienen, kwamen bedrogen uit. De plantages brachten immers niet dadelijk op.

Velen verkochten uit wanhoop en onwetendheid hun land door, voor een appel en een ei, aan bepaalde zakenmannen zoals Miguel Facussé, waarover later meer. Die mochten zich al snel grootgrondbezitter noemen. Ze pasten daarbij in Honduras ‘algemeen aanvaarde’ aankooptechnieken toe: intimidatie, fraude, corruptie, aankoop via stromannen, het verleggen van perceelgrenzen, enzovoort. Maar liefst 35 plantages die oorspronkelijk in handen waren van evenveel coöperatieven kwamen zo in handen van amper drie personen.

Naast de boerenbevolking die haar hoop had gezet op de inkomsten van Afrikaanse palm, leeft in diezelfde zone ook de traditionele Garifunabevolking: een mengeling van de inheemse bevolking en West-Afrikanen die ooit weigerden zich te onderwerpen aan de slavernij. Garifunas beschouwen land als een gemeenschappelijk goed, zonder eigendomsaktes en grenzen. Bij de landhervormingen werd echter ook hun grond betrokken, en kwam ze zo later eveneens in de handen van de grootgrondbezitters zoals finca Vallecito en Limón.

Die drie rijke zakenmannen en tevens grootgrondbezitters zijn Miguel Facussé, Rene Morales en Reynaldo Canales. Deze ‘heilige drievuldigheid’ investeerde grote sommen geld in hun nieuwe palmplantages en in 1997 financierde de Wereldbank, die voordien de coöperatieven steunden, de Dinant Corporation (het moederbedrijf van Miguel Facussé) die zo de controle overnam van bijna de gehele palmproductie in de regio. 

Conflict

Vanaf het jaar 2000 begonnen de palmplantages de verwachtte winsten op te leveren en steeg hun aandeel aanzienlijk op de internationale markt. De boeren die hun land al verkocht hadden aan deze grootgrondbezitters zagen hoe deze aan de haal gingen met grote sommen geld, terwijl zij ondertussen als dagloners aan het werk waren gegaan op wat vroeger hun eigen land was.

De boeren besloten zich te verenigen en stapten naar de rechtbank om de verkoop nietig te verklaren. Door landhervormingswetten waren ‘de grote drie’ in het bezit gekomen van 20.000 hectare van de vruchtbaarste grond van Honduras. Miguel Facussé was minister van Infrastructuur, Transport en Huisvesting onder Callejas en toen al in het bezit van een groot aantal hectare palmplantage. De wet kwam hem zeker niet ongelegen. Hier begint het gevecht, voor de rechtbank maar ook gewapend, dat tot op vandaag voortduurt, en al honderden mensen uit de zone het leven heeft gekost.

Wie zijn de hoofdrolspelers in het conflict?

De belangrijkste is allicht Miguel Facussé Barjum met zijn Dinant Corporation. De ‘King of the Brands’ richtte zijn bedrijf op in 1960 en lieerde het met de Amerikaanse multinational Procter & Gamble. Hij begon met de verkoop van voedselproducten (Naturas), breidde in de jaren ‘80 uit naar producten van palm (olie en zeep), groenten en fruit (tomaten, pompelmoezen en bananen), later huishoudproducten en ook fast food. 

In 2008 verkreeg hij een lening van verschillende multilaterale banken, waaronder de Wereldbank, Centraal Amerikaanse Bank voor economische integratie, de Duitse DEG-bank en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank, goed voor 90 miljoen dollar (67miljoen euro). Na de staatsgreep annuleerde enkel de Duitse bank deze lening na klachten van mensenrechtenorganisaties.

De twee andere grondbezitters in de zone El Bajo Aguan zijn Rene Morales met Agropalma Corporation en Reynaldo Canales met Oleopalma Corporation.

Militair doodseskader

Het 15de Bataljon is waarschijnlijk het machtigste wapen van de grootgrondbezitters in de regio. Het 15de Bataljon heeft zijn basis in Rio Claro, nabij Trujillo en wordt vaak ingezet voor het verwijderen van de landbezetters. Dit bataljon wordt getraind door het Amerikaanse leger, dat hen ‘bijstaat’ bij de operaties. Amerikaanse helikopters worden regelmatig gesignaleerd in het gebied.

Het ‘bijstaan’ van het slecht georganiseerde Hondurese leger, door Amerikaanse korpsen gebeurt in Honduras zonder legaal kader. Wanneer er bij het opruimen van landbezetters doden vallen wordt dit door het leger gecatalogeerd als ‘doden wegens confrontatie’. De weinige mensenrechtenorganisaties die actief blijven in de regio hebben het over een echt doodseskader dat systematisch opereert in de zone en die vooral boerenleiders, advocaten en andere belangrijke verzetsmensen (mannen én vrouwen), in het vizier nemen.

Naast het 15deBataljon zijn er heel wat private bewakingsfirma’s actief zoals Orion, dat voor de grootgrondbezitters de gronden ‘beveiligt’. Hun ‘personeel’ is vaak zelf afkomstig uit de regio, waardoor er heel wat spanning ontstaat binnen de boerengemeenschappen. Er zijn berichten dat zij ook getraind worden door de militairen en samen met hen operaties opzetten tegen de landbezetters. Een mooi staaltje van deze praktijk zijn de feiten van november 2010 in de finca Tumbador, dat in de jaren ’70 deel uitmaakte van een militair opleidingscentrum.

In augustus 2010 werden de bezetters van de finca[1] Tumbador verjaagd door bewakingsagenten. Op 5 november wilden 40 tot 50 boeren de finca opnieuw binnen dringen, gewapend met landbouwmaterialen en vuurwapens. Toen de bezetters de finca naderden, openden 6 à 8 veiligheidsagenten het vuur op de boeren met AK-47 en R15 machinegeweren. De boeren trokken zich terug om een nog grotere groep bezetters bij elkaar te krijgen, maar die werd aangevallen door ongeveer 100 militairen. In totaal vielen er vijf doden en vier gewonden.

In de regio zijn twee landarbeidersbewegingen actief, de Movimiento Unido Campesino del Aguan (MUCA ‘Verenigde Boerenbeweging van Aguan) en de Movimiento Autentico Reivindicador Campesino del Aguan (MARCA ‘Autenthieke Terugeisings Boerenbeweging van Aguan ). De MUCA werd opgericht in 2001 door 28 groepen van boeren op de rechteroever van de rivier Aguan, die zich verenigden om hun zaak voor de rechtbank te brengen. In 2012 waren er nog maar drie zaken afgesloten, velen kregen te maken met bedreigingen en omkoping van hun advocaten.

In 2006 protesteerden 7.000 boeren hiertegen en voerden zo de druk op de regering op, om tussen te komen. De landhervormingswetten van de jaren ‘70 legden een maximum voor het landbezit van één persoon vast (het zogenoemde ‘sobretecho’).

Als deze persoon meer wil bezitten, moet hij de toestemming vragen van het Instituto Nacional Agraria (INA – Nationaal Landbouwinstituut van Honduras). Deze ‘overtallige’ gronden worden sinds 2008 bezet door actiegroepen. In 2012 werden zes plantages verkocht aan het MUCA met een staatslening. Door de bezettingen verliest de Dinant Corporation 20 miljoen dollar per jaar aan inkomsten.

Het MARCA is een afscheuring van het MUCA met 4 coöperatieven (1.600 families) die zich links van de rivier Aguan bevinden, zij gingen niet akkoord met de staatsleningen aan 6 procent die hen werd voorgesteld om landbouwgrond terug te kopen.

Een oplossing?

De door de staatsgreep van 2009 afgezette President Zelaya startte de onderhandelingen tot verzoening na grote protestacties. Deze onderhandelingen over de eigendomsakten van zes van de achtentwintig gronden duurden drie jaar, maar werden afgebroken door de staatsgreep op 28 juni 2009.

De onder militair bewind ‘verkozen’ President Pepe Lobo ondernam een nieuwe poging maar die ging gepaard met extreem gewelddadig optreden tegen de boeren door privémilities ingehuurd door de grootgrondbezitters, lokale politie, het 15de bataljon en later ook speciale militaire operaties: Trueno, Tombador, Xatruch II en III. Ondertussen was er sprake van meer dan 89 doden in het totaal aan beiden zijden – want ook de boeren namen de wapens op.

Een akkoord van april 2010 bepaalt dat de staat 11.000 hectare terug zal geven aan de boeren over een periode van twee jaar. Tot op vandaag werden slecht 4.700 hectare teruggegeven. 4.100 hectare (voorheen in het bezit van Miguel Facusé) kwamen in handen van het MUCA en 600 hectare waren voor het MARCA.

De regering sloot met MUCA een lening af bij de Banco Hondureño para la Producción y la Vivienda voor 15 jaar aan 6 procent voor de aankoop van hun grond. Maar de afbetalingen lopen langs beide kanten niet van een leien dakje. Daarom proberen de grootgrondbezitters de landbezetters opnieuw te verwijderen van ‘hun’ grond, meestal zonder legale basis, en zetten de landbezetters tegenacties op.

Bang afwachten tot 24 november

Het conflict in Aguan is een mooi voorbeeld van hoe de staatsgreep de sociale kloof doorheen het land nog verder uitdiepte en militariseerde. Wat begon als aan landconflict werd in de loop van de jaren door de regering gedefinieerd als een ‘terroristische actie van een guerrillagroepering’, geholpen door de regeringen in Nicaragua, Venezuela en andere linkse krachten. ‘De boeren zijn de terroristen en de grootgrondbezitters moeten tegen hen beschermd worden’. Met deze retoriek rechtvaardigen zij grootschalige militaire acties en liquidaties.

De verkiezingscampagne die eindigt op zondag 24 november speelt zich ook af op deze breuklijn. Iedereen die opkomt voor armen, de boeren en de marginalen van de samenleving, worden in de volledig private media als communisten en staatsterroristen bestempeld. De partij Libre wordt in één adem genoemd met alle socialistische (lees: communistische) leiders die Latijns-Amerika de laatste jaren heeft gekend en dus zijn ze ‘een grote bedreiging voor de staat’.

Het valt dus af te wachten of de nieuwe formatie Libre, die in de peilingen als eerste ‘derde partij’ in de Hondurese geschiedenis een reële kans maakt, een verschil kan maken voor de gewone Hondurezen. Zullen ze de almacht van de rijke elite, waarvan de familie en entourage van Miguel Facusé de kern uitmaakt, enigszins kunnen terugdringen? Blijven de militairen in hun kazernes als Libre zondag als overwinnaar uit de stembus rolt?

Ricardo Romero is Hondurees historicus die al een vijftal jaren in Gent woont bij zijn Belgische vrouw. Lies Van den Steen heeft een paar jaren in Honduras gewoond en haalde een master ontwikkelingssamenwerking in Antwerpen.

Voetnoten

  • [1]Een ‘finca’ is een boerderij met het land er rond.Dat kan gaan van zeer klein tot enorme landerijen van duizenden hectares. Hier gaat het altijd over grootgrondbezit.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!