Bron: Pixabay / Public Domain
IPS

Himalaya vergroenen: is er ook een ‘foute’ plaats om bomen te planten?

In delen van de koude woestijn in het Himalayagebergte experimenteren lokale dorpelingen met het aanplanten van bomen in een poging om de kale vlaktes te vergroenen en vruchtbaarder te maken. Maar experts waarschuwen: niet elke plek is geschikt om er bomen te planten. “Het kan unieke ecosystemen ook verarmen.”

vrijdag 19 augustus 2022 12:44
Spread the love

 

Gyan Thinlay kijkt toe terwijl zijn buren tienduizenden jonge boompjes water geven die ze enkele maanden geleden samen in hun dorp Chushul in de Himalaya hebben geplant. Thinlay is enthousiast. Hij is namelijk vastberaden om dit stuk kale woestijn te veranderen in een weelderige plek voor vogels en insecten.

Koude woestijn

Chushul ligt meer dan 4.267 meter boven de zeespiegel in de Ladakh regio, een koude woestijn tussen India en China waar jaarlijks minder dan 10 centimeter neerslag valt en extreme temperatuurschommelingen het moeilijk maken voor veel planten om er te groeien.

Maar dat weerhield de dorpelingen er niet van om afgelopen juni 150.000 bomen te planten – voornamelijk wilgen, duindoorns en tamarisken – in een project waarvan ze hopen dat het de luchtvervuiling zal tegengaan, de biodiversiteit zal bevorderen en een nieuwe bron van inkomsten kan vormen voor de plaatselijke bevolking die traditioneel afhankelijk is van vee.

“Het enige wat we om ons heen zien zijn dorre bergen. We kijken er zo naar uit om ook groen te zien”, zegt Thinlay, een boeddhistische monnik die toezicht houdt op de werkzaamheden in Chushul als plaatsvervangend voorzitter van Go Green Go Organic, de non-profitorganisatie achter het project. “De bomen zullen ook dienen al voer voor het vee”, zegt hij.

Niet ‘hersenloos’ aanplanten

Bedrijven, regeringen en ‘groene’ groeperingen die pleiten voor de aanplant van bomen doen dat in een poging om de stijgende temperaturen tegen te gaan en de gevolgen van de klimaatverandering te beperken. Bossen halen immers CO2 uit de lucht, houden water vast en slaan het op in de bodem. Verder bieden ze schaduw voor gewassen, mensen en vee.

Maar er zijn ook bedenkingen. Sommige ecologen waarschuwen dat het “hersenloos” aanplanten van bomen op plaatsen waar die van nature niet voorkomen, unieke en kwetsbare ecosystemen kan aantasten. “Het aanplanten van bomen in woestijnen kan even schadelijk zijn als het kappen van bomen in bossen”, zegt Abi Tamim Vanak, interim-directeur aan het Centre for Policy Design van de Ashoka Trust for Research in Ecology and the Environment (ATREE) in Bangalore.

Inheemse planten en wilde dieren zoals de beroemde sneeuwluipaarden en blauwschapen van Ladakh zijn bijvoorbeeld niet aangepast aan bosrijk gebied, zegt Vanak. “Boomgaarden creëren, vooral op plekken waar geen mensen verblijven, kan de lokale begroeiing schade toebrengen en het ecosysteem onbruikbaar maken voor inheemse wilde dieren en planten.”

Ontbossing alomtegenwoordig in India

In India is ontbossing, een belangrijke oorzaak van de klimaatverandering, alomtegenwoordig door grootschalige ontwikkelingscampagnes. Uit gegevens van de overheid blijkt dat er de afgelopen drie jaar 554,3 vierkante kilometer aan bos in het land is verdwenen om zo plaats te maken voor mijnbouw, de aanleg van wegen, projecten rond hydro-elektrificatie en andere infrastructuur. In de koude woestijn van Ladakh en andere delen van Zuid-Azië leidden de klimaatverschuivingen ertoe dat landbouwschema’s niet meer kloppen en overstromingsrisico’s zijn toegenomen.

“Gletsjers smelten snel en regen- en sneeuwpatronen zijn veranderd, waardoor extreme weersomstandigheden zoals wolkbreuken vaker voorkomen”, zegt Mukhtar Ahmad, een wetenschapper van het Indiase departement voor meteorologie. Hij voegt daaraan toe dat het volgens hem evenwel moeilijk te bepalen is hoeveel daarvan kan worden toegeschreven aan klimaatverandering.

Dorpelingen zijn hoopvol

Boomplantprojecten zijn een relatief nieuwe bezigheid op plekken zoals de koude woestijn in Ladakh. Het is nog maar zes jaar geleden dat de Tibetaans boeddhistische leider Drikung Kyabgon Chetsang Rinpoche mensen begon aan te moedigen om plantages aan te leggen en water van smeltende gletsjers op te slaan. Hij wilde op die manier de CO2-uitstoot, veroorzaakt door het toenemende toerisme in het gebied, helpen terugdringen en tegelijk meer voedsel verbouwen en plaatselijke bewoners in hout voorzien voor de verkoop aan de bouwsector.

Volgens gemeenteraadslid van Chushul, Konchok Stanzin, hebben nog verschillende andere dorpen in de woestijn ook bossen aangelegd. De bomen zijn nog jong, maar als ze eenmaal volwassen zijn, “hopen de dorpelingen dat ze naast het groen een belangrijke bron van voedsel zullen zijn voor schapen, geiten en ander vee”, zegt Stanzin.

Vanak van ATREE is opnieuw kritisch. Hij benadrukt dat het kweken van bomen veel water vereist, zeker als ze worden geplant in omgevingen die voor hen onnatuurlijk zijn. Gebieden die al kampen met lage watervoorzieningen kunnen nog droger worden, waarschuwt hij.

Concurrentie

“In feite kunnen bomen op de verkeerde plaatsen water ‘stelen’ van struiken en kruiden die aangepast zijn aan de omstandigheden in de woestijn, waardoor ze worden weggeconcurreerd”, zegt hij. Een rapport van een groep Europese wetenschappers, dat in mei werd gepubliceerd in tijdschrift Nature , concludeerde dat grootschalige uitbreidingen van de boombedekking, de waterbeschikbaarheid in sommige regio’s tot 6 procent kan verhogen. Op andere plaatsen kan het de watervoorziening echter doen dalen met bijna 40 procent.

Volgens Forrest Fleischman, universitair hoofddocent Forest Resources aan de Universiteit van Minnesota, kan het planten van bomen in woestijnecosystemen mogelijks niet alleen water weghalen voor vee en dieren in het wild – en als gevolg daarvan hun voedselvoorziening verkleinen – het kan in sommige gevallen zelfs de klimaatverandering verergeren.

‘Zet in op beter bosbeheer’

Wanneer bomen die bijvoorbeeld zijn geplant op plaatsen zoals de Afrikaanse savanne, sneuvelen door bosbranden of door toedoen van grote dieren, zoals olifanten, laten ze meer CO2 in de atmosfeer vrij dan wanneer dit ondergronds zou zijn gebleven, legt hij uit. In plaats daarvan zou “het vermijden van ontbossing, het verbeteren van het bosbeheer en het beschermen van graslanden, veengebieden en struikgewas tegen landgebruik de prioriteit moeten krijgen, zei Fleischman nog per e-mail.

Volgens Stanzin heeft het irrigeren van de plantage in Chushul geen negatief effect gehad op de watervoorziening van het gebied. Van juni tot oktober gebruiken de dorpelingen water van de smeltende gletsjers en de overige maanden van het jaar pompen ze grondwater op met pompen die op zonne-energie werken, zegt hij. “We geloven sterk dat het project het grondwaterpeil juist zal verhogen”, voegt hij eraan toe.

Geloof in vergroening

Ook Jigmet Takpa, secretaris van het Indiase ministerie van Milieu, vindt dat de bezorgdheid over mogelijke negatieve gevolgen van de vergroening van de woestijn overdreven zijn. “Als je bomen plant op een of twee vierkante kilometer van een totale oppervlakte van 57.000 vierkante kilometer, hoe kan dat dan de woestijn beschadigen?”, vraagt hij zich af. In Chushul baren de waarschuwingen Stanzin Dolker geen zorgen terwijl ze samen met een groep andere dorpelingen de pas geplante bomen verzorgt.

Belangrijker is voor haar de hoop dat het nieuw gecreëerde bos planten en wilde dieren naar het land zal brengen dat al gedurende haar hele leven kaal en onvruchtbaar is geweest. “We zullen ervoor zorgen dat elk van deze jonge scheuten zal uitgroeien tot een boom. Ons besluit staat vast”, zegt ze.

 

Dit artikel is eerder verschenen bij IPS-Partner Thomson Reuters News Foundation

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!