De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

HETE LENTE OP KOMST (bis)

HETE LENTE OP KOMST (bis)

Jo Libeer had gisteren overschot aan gelijk. De gedelegeerd bestuurder van VOKA oreerde over een hete lente vol tjilpende vogels en knallende kuiten. Over zaaien en oogsten. Over neuzen en zelfde richtingen. Niets nieuws onder de zon, zult u zeggen. Maar gelijk had hij wel: het wordt een hete lente. In het vuur van zijn lineair metaforisch proza verslikte hij zich echter in zijn eigen conclusies.

vrijdag 28 maart 2014 15:16
Spread the love

De hete lente waar Libeer op
doelt
is er een waarin sociale onrust, verontwaardiging en woede openbarsten.
Een voorjaar van strijd tussen arbeiders en het heersend kapitaal. Het aantal
bedrijven waar werknemers en werkgevers recht tegenover elkaar staan, begint
groot te worden, merkte hij op. En het lijstje wordt ook langer. Dus moeten de
neuzen in dezelfde richting, zei hij. Zie je Jo, ik ben blij dat jij die – toch
wel onverhoopte – stap wilt zetten. Je achterhoofd hadden we nu wel gezien.

Het zijn moeilijke tijden voor
iedereen, zei je. Voor al die bedrijfsleiders te velde. Met hun veeleisende
werknemers en hun buitensporige eisen. Voor de rijke elite die haar kapitaal minder
snel zag groeien. Ja Jo, dat kan niet eenvoudig zijn.

HET
CLUBJE

Ook je even vage als kinderlijk poëtische
suggesties mochten er zijn. Het economisch en politiek scharniermoment biedt
kansen om de problemen aan te pakken, zei je. En die kansen moeten we grijpen
om onze samenleving en welvaartsstaat te vrijwaren.

Wie zijn die ‘we’ dan? Je clubje
veelvraten met heilige schrik pour légalité?
Al die vrienden-vrijemarktbonzen die ons jobs beloven, maar onder het mom van dalende
winst(verwachtingen) de arbeidsomstandigheden ruïneren? Toegegeven: het blijft
een ingenieus idee om het ‘winst’ te noemen, terwijl het gros van de bevolking dag
na dag verliest.

We moeten de welvaartsstaat
vrijwaren, zei je. Ik hoor echter iets heel anders dan ik lees. Vakbonden
schermen inderdaad met stakingen, schreeuwen om werk en (behoud van) verworven
rechten. Wie echter halsstarrig en onwillig de andere kant uit kijkt, de
welvaartsstaat als synoniem ziet voor het behoud van ongelijkheid en
onderdrukking van de werkende bevolking, én in eenzelfde adem de immense nood
aan werk- en sociale zekerheden minimaliseert, is niet van deze wereld. Als een
gelaat zonder de noodzakelijke neus, zeg maar.

Wie wil oogsten, moet eerst
zaaien. Aan je spitse metaforen leek gisteren geen einde te komen. Het klopte
ook wel: voor de werknemers van AVEVE. Probeer datzelfde maar eens te verkopen
aan de miljoenen werknemers die dag in dag uit de gronden van hun oogsters
bevruchten. Uiteraard zien zij de overvloedige opbrengst. Ergens. Onbereikbaar in
de zonnige verte. Vakkundig opgeschrokt door hen, voor wie het altijd lente is.
De arbeiders zijn armoezaaiers geworden.

WIE
ZOEKT DIE WERKT?

Om de economische problemen
fundamenteel op te lossen, moeten we kijken naar de grond waarin bedrijven
gedijen. Die grond is ziek en hapt naar meer zuurstof en bemesting, zei je. Ik
stel daarom voor om de meest voor de hand liggende meststof te gebruiken: de
bestaande arbeidskracht. Een 4/7de portie lijkt me ideaal.

Niet omdat uw Vlaming niet meer
werken wil. Nee. Ze hoeft eenvoudigweg niet zoveel te werken. Een
30-urenwerkweek met loonbehoud, gekoppeld aan een tewerkstelling van de hele
werk(zoek)ende bevolking, levert immers een rist aan oplossingen: de
werkloosheid wordt tot een verwaarloosbaar minimum herleid, de verminderde
werkdruk draagt bij tot een verhoogde levenskwaliteit én een afname van de
latente onverdraagzaamheid en de gepapegaaide illusie van noodzakelijke competitiviteit.

Zo stappen we eveneens af van uw onhoudbare
winstmantra: de gelijke verdeling van kapitaal en arbeid brengt ons ver weg van
het verwerpelijke idee dat ongelijkheid competitiviteit voedt en een economie enkel
levensvatbaar is wanneer ze groeit. Natuurlijk moet ze dat!, hoor ik u zeggen.
Dat klopt, Jo. In jouw kapitalistisch systeem – dat slechts één specifiek
historisch stadium in het ontwikkelingsproces van de maatschappij is – blijft
de spreidstand en gevraagde flexibiliteit eeuwig uitdeinen.

De druk van de ingebeelde
noodzaak om een sterk concurrentieel winstmodel uit te bouwen, zal voor u pas
nefast lijken, wanneer de bloedende corpsen van uw uitgeperste zaaiers op het
prille lentegras vol tjilpende roodborstjes ineenstuiken.

Pas dan Jo, misschien dan, zal je
zien dat je geen 240000 koeien kunt voederen met 70000 bieten. Pas dan zal je
zien dat – met de realisatie van gedegen en gratis openbaar vervoer – je lachwekkende
klaagzang over files onbestaande is. Pas dan zal je zien dat niet de loonkost –
die de arts van uw zwart-witte partijvoorzitter verloont – het herstel van een
faire én door de staat gestuurde economie in de weg staat. Het was de werkende
bevolking die de roekeloze en onaantastbaar gewaande speculatie van je clubje heeft
gereset. Gered krijg ik niet over de lippen.

Beste Jo. Je blijft hoopvol, zeg
je. Nu er voorzichtige tekenen van economisch herstel zijn. Tekenen die jij Jo,
in je geprivilegieerde positie van gegoed bestuurder ongetwijfeld wel zult
zien.

Maar vergeef ons Jo, dat wij met z’n
allen daar beneden de grootste moeite hebben om – in de schaduw van de
neoliberale zelfverrijking – de eerste zonnestralen te voelen.

Ik wens je alvast een stralende
lente toe. Wij lessen ons wel met het water dat ons aan de lippen staat. 

David De Beukelaer is hoofdredacteur van DZJOEF,
de kritische stadskrant van Gent. 

take down
the paywall
steun ons nu!