Het verhaal van de stadstheaters
Opinie, Nieuws, Cultuur, België, Lokaal, Antwerpen, NTGent, KVS, Toneelhuis, Stadstheaters, Hernemingen, Ticketprijzen - Ruben De Roo

Het verhaal van de stadstheaters

Er moet mij toch eens iemand iets uitleggen. Het lijkt alsof de drie stadstheaters de koppen bij elkaar gestoken hebben en beslist hebben om het nieuwe theaterseizoen te starten met hernemingen. Drie zaken vallen hierbij op: de manier van aankondigen, het tijdstip van de bekendmaking en het algemene verhaal dat ze hiermee uitdragen (en ook: het grote verschil van de ticketprijzen).

dinsdag 2 oktober 2012 16:10
Spread the love

Op elk van hun websites lezen we nu:
Toneelhuis: alles wat u aan moois gemist hebt, kan u bij het begin van het seizoen inhalen in de Bourla.
KVS: sterk eigen werk van de afgelopen 10 jaar; dat toont KVS dit seizoen in Box en Bol (omdat deze voorstellingen een lang leven verdienen, maar ook omdat ze nog steeds actuele thema’s aanraken).
NTGent: gaarne hernomen wegens vraag naar meer.

Dat de stadstheaters een repertoire op hun agenda houden, is evident. Het behoort immers tot hun kerntaken. Bijgevolg is het logisch dat er in hun programmering her en der hernemingen te vinden zijn: de toeschouwer moet voldoende de kans krijgen om goed theater te kunnen zien. Aan de andere kant is het bijzonder opmerkelijk dat de drie stadstheaters bij het begin van het theaterseizoen uitpakken met hernemingen, op een manier die laat uitschijnen dat het om iets bijzonders gaat. Zijn er dan de afgelopen jaren te weinig hernemingen geweest en gaat het nu om een inhaalbeweging? Of moet het eigen huis nog eens extra in de verf gezet worden? Want belangrijk is dat de hernemingen hoofdzakelijk bestaan uit eigen (co-)producties. Onder het mom van: ‘de theaterbezoeker moet dit zien’, schuilt er ook een concurrentiële strijd.‘Bij ons kies je voor zekerheid; een voorstelling bij ons staat garant voor een interessante avond’.

Waarom pakken enkel de stadstheaters uit met dergelijk ‘groot’ nieuws? Geen enkel klein of middelgroot theaterhuis programmeert op dergelijke manier hernemingen, terwijl ook zij een repertoire hebben dat ze op gepaste tijd opnieuw op scène brengen.

De timing van het nieuws is evenzeer opmerkelijk. De stadstheaters gaan lopen met het leeuwenaandeel van de subsidies (volgens de visie dat zij een voorbeeldfunctie hebben en een centrale rol vervullen). Korte tijd na de bekendmaking van de meerjarige subsidiëring voor de periode 2013 – 2016, waar de stadstheaters te horen kregen dat hun budgetten (zo goed als) behouden blijven, stelden zij hun seizoensbrochure op. Opnieuw: waarom staat hun programma bol van de hernemingen, zeker nu hun inhoudelijk verhaal gehonoreerd is? Waarom benadrukken ze het verhaal van hun stadstheater niet via de programmering?

De missie van elk verschilt in eerste instantie niet zo veel: ‘een ensemble van makers en spelers’ (Toneelhuis), een ‘multifunctioneel gezelschap’ (KVS), een ‘huis van spelers’ (NTGent) en bij elk van hen is de stedelijke context van cruciaal belang. Bij de KVS is er een speciale samenwerking en uitwisseling met Congo en Palestina. Het eerste dat de toeschouwer nu te lezen krijgt, zowel via de website als op hun brochure, is dat ze inzetten op hernemingen. Maar als inwoner van een stad wil je toch weten op welke manier een stadstheater inspeelt, gebruik maakt en kleur geeft aan Antwerpen, Brussel of Gent? Nu komt dit verhaal op de achtergrond. Spelen de verkiezingen mee? Kunnen we misschien spreken van een platte strategische keuze: geen stadsverhaal, voorbeeldfunctie of begeleiden van jonge spelers en makers, maar wel de weg van zekerheid en behoud?

Ticketprijzen

Dit is niet alles. Wanneer we een vergelijking maken van de ticketprijzen (zonder reductie) tussen de grote theaters (naast KVS, NTGent en Toneelhuis is dat ook het Kaaitheater, STUK en de Vooruit) en de kleinere theaterhuizen, zien we een opmerkelijk prijsverschil. Een ticket voor een theatervoorstelling in het Kaaitheater, in STUK of de Vooruit kost 16 euro. Voor een voorstelling in het Toneelhuis betaal je 18 euro, in de KVS 19 euro. NTGent spant de kroon. Een ticket bij hen kost minimum 23 euro; op de dag van een première kan je tot 30 euro betalen. Daarnaast maakt NTGent nog eens onderscheid tussen week- en weekendprijzen.

Tickets bij pakweg CAMPO, de Werf, Antigone, Zuidpool, nOna of de Monty variëren tussen de 9 en 14 euro. Concreet betekent dit dat eenzelfde voorstelling in bijvoorbeeld Zuidpool slechts 12 euro kost terwijl je er in NTGent 23 euro voor betaalt. Wie kan dit verklaren? De grotere theaterhuizen staan er op het vlak van subsidies een pak beter voor, hebben bovendien een grotere zaalcapaciteit en toch moet de toeschouwer 70 procent meer betalen voor een ticket en dat voor eenzelfde voorstelling! Dit is zonder meer hallucinant en dat terwijl een belangrijke bouwsteen van al deze huizen de stad en haar context is, en hiermee dus een theaterhuis voor alle bewoners wil zijn. We kunnen alleen maar hopen dat de artiest die speelt in een van de grotere huizen er beter van wordt. Een simpele toeschouwer zal het in ieder geval worst wezen.

take down
the paywall
steun ons nu!