De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Foto: Guido De Schrijver

Het uniek Historisch Archief van de Nationale Politie van Guatemala bedreigd

donderdag 13 juni 2019 10:13
Spread the love

In Guatemala werd in 2005 door de toenmalige Ombudsman voor de Mensenrechten (PDH) het Historisch Archief van de Nationale Politie (AHPN) ontdekt in een verlaten opslagplaats van een politiekantoor in een wijk van de hoofdstad, deels beschadigd door muizen, vocht en stof. Het bevat 80 miljoen folios en gegevens die einde 19de eeuw een aanvang namen en eindigden in 1997 bij het stopzetten van de Nationale Politie in zijn gangbare structuur. De politie werd toen hervormd tot de Civiele Nationale Politie. Daardoor wordt het archief beschouwd als een van de belangrijkste, zoniet het belangrijkste van Latijns-Amerika.

Men schat dat 80 procent van de documenten te maken heeft met de 11 meest bloedige jaren van het intern gewapend conflict (van 1975 tot 1985). In juli 2009 ging de officiële eigendomstitel van het archief over van het Ministerie van Binnenlandse Zaken naar het Ministerie van Cultuur. Daarbij werd de verantwoordelijkheid overgedragen aan het ‘Algemeen Archief van Centraal-Amerika’ (AGCA). Eind 2018 waren reeds meer dan 23 miljoen folios gedigitaliseerd en ontsloten door een equipe van een vijftigtal personeelsleden. Kopieën van die resultaten werden stelselmatig overgedragen naar buitenlandse instanties.

Terstond werd het archief druk geconsulteerd, voornamelijk door de slachtoffers en families die leden onder het 36jaar durend intern gewapend conflict dat eindigde in december 1996 met de ondertekening van de vredesakkoorden tussen de regering, het leger en het gewapend verzet. Velen onder hen willen sporen terugvinden van hun opgepakte, ontvoerde  en sindsdien verdwenen familieleden en vrienden. In die zin is het een zeer belangrijke historische en juridische bron om de genocide en de gedwongen verdwijningen van toen te onderzoeken.

De werkzaamheden en de digitalisering zijn gefinancierd door buitenlandse fondsen, ook van Europese landen en de Europese Unie. Gedurende jaren werden ze door het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties beheerd en gecoördineerd.

Ook in België is er interesse in het archief. Er loopt immers sinds 2001 bij de rechtbank van Brussel een onderzoek in verband met de moord op Walter Voordeckers in 1980 en Ward Capiau in 1981 en met de verdwijning van Serge Berten in 1982, alle drie leden behorend tot de van oorsprong Belgische religieuze missionaire congregatie CICM. Zij werden slachtoffer van de ongemeen brutale repressie door de staat in de context van het intern gewapend conflict. De families organiseerden zich in de vzw Guatebelga en zijn ook sterk geïnteresseerd in het archief dat ze reeds consulteerden op mogelijke sporen in verband met het lot van de drie Belgen.

Tweehonderdduizend slachtoffers

De laatste jaren van zijn mandaat is de huidige regering een frontale confrontatie aangegaan onder meer tegen de Commissie van de Verenigde Naties die in 2007 geïnstalleerd werd in Guatemala en een aanvang nam met systematische onderzoeken en begeleiding van het Openbaar Ministerie tegen de alom heersende corruptie. Eerst werd de gerenommeerde Colombiaanse jurist en voorzitter van de VN-commissie  Iván Velásquez vorig jaar de toegang tot het land ontzegd. En begin januari dit jaar trok de VN zijn personeel uit het land weg omdat de veiligheid van de equipe geenszins gegarandeerd was. Ondertussen zit het Congres, bevolkt door een serieus aantal corrupte volksvertegenwoordigers, te broeden op de hervorming van een wetsvoorstel waardoor voormalige genocidairs zouden vrijkomen. Eind de jaren ’70 en begin de jaren ’80 stopten de beschuldigden op de meest gruwelijke wijze de gewapende volksopstand en maakten tweehonderdduizend slachtoffers.

Op 16 juni eerstkomend zijn er presidentsverkiezingen in Guatemala. Zomaar eventjes 28 partijen dingen naar de macht. Thelma Aldana, voormalig hoofd van het Openbaar Ministerie werkte nauw samen met de VN-commissie in de strijd tegen de corruptie. Mede door haar toedoen zitten een heus aantal hoge omes achter de tralies. Zij stelde haar kandidatuur voor het presidentschap. En beloofde, eens verkozen, de strijd tegen de corruptie verder te zetten. Ook president Jimmy Morales, een zoon en een broer werden door de VN-Commissie beschuldigd van corruptie. Om het tij te keren doet hij en zijn politieke kompanen er alles aan om te beletten dat Thelma Aldana aan de verkiezingen kan deelnemen Zij werd door het gerecht  beschuldigd van enkele onregelmatigheden en kan zo haar participatie aan de verkiezingen vergeten.

Einde van het Archief?

Foto: Guido De Schrijver

Het is in deze neerwaartse conjunctuur dat eind mei vorig jaar het contract met Gustavo Meoño, de efficiënte directeur van het Historisch Archief van de Nationale Politie beëindigd werd. En in maart dit jaar werd het overig personeel ontslagen. Sindsdien liggen de activiteiten van het archief stil. Er wordt gevreesd dat de regering pogingen onderneemt om het archief volledig op een zijspoor te zetten. Dat het alles behalve de goede kant uitgaat, daarover laat Enrique Degenhart, minister van Binnenlandse Zaken niet de minste twijfel bestaan. Herhaaldelijk geeft hij aan de ‘Wet van Toegang tot de Publieke Informatie’ een eigen interpretatie. Die wet is er volgens hem niet om het publiek vrije toegang te geven tot de informatie die opgeslagen ligt in het archief. Hij benadrukt integendeel dat de gegevens ‘beperkte informatie’ bevatten door de wet voorzien en dus ‘beschermd’ moeten worden. Onder die informatie, beperkt door de wet, behoort ook de ‘identificatie van personen.’ Die vallen onder een ‘speciale behandeling.’ De minister heeft het bovendien erg moeilijk en bekritiseert de overdracht naar Zwitserland en de Universiteit van Texas in Austin van kopieën van afgewerkte documenten. Voormalig directeur Gustavo Meoño en de staf van het archief zorgden er voor dat kopieën van de gedigitaliseerde documenten naar het buitenland gestuurd werden, enerzijds om te beletten dat een eventuele aanval op het archief de documenten zou te niet doen en anderzijds om toegang te bieden tot de collectie in het buitenland.

‘Wat ik alvast voor zeker kan zeggen is dat we geen massale uittocht van die archieven zullen toelaten.’ Op vraag van een journalist waarom, antwoordde hij: ‘Omdat het gevoelige informatie is in verband met de nationale veiligheid, beschermd door de ‘Wet op Toegang tot Publieke Informatie.’ Er kunnen geen vreemde instellingen  zijn die een complete set van de archieven bezitten. De regering is daaromtrent bezig met het voorbereiden van legale actie.’

Algauw kwam protest op hoog niveau op gang. Het Kantoor voor de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten, Archieven zonder Grenzen, de Guatemalteekse Vrienden van UNESCO, de Myrna Mack Stichting en vele anderen tekenden protest aan bij de regering. De Ombudsman voor de Mensenrechten van Guatemala, Jordán Rodas ging een wettelijke aanklacht aan bij het gerecht om de ministers van Cultuur en Binnenlandse Zaken te dwingen de voortzetting van de taken van het archief en het vrijwaren van de documenten te garanderen.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!