De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Het Santiago-effect

Het Santiago-effect

donderdag 14 juli 2011 17:03
Spread the love

De laatste maanden staat het Mattheüs-effect (“zij die hebben, zullen nog meer verkrijgen en zij die niets hebben, zullen het weinige dat zij menen te bezitten, verliezen” – Matteüs 13:12) opnieuw sterk in de belangstelling, met name als  leidmotief voor de budgettaire sanering van 22 miljard.  De redenering is dan dat de inkomensherverdeling, beoogd via de collectieve voorzieningen, de sociale bescherming en een progressieve fiscaliteit, deels wordt tegengewerkt doordat de overheidsuitgaven te veel terechtkomen bij de goedverdieners. 
 

Bea Cantillon en haar equipe van het Centrum voor Sociaal Beleid klaagden dat specifiek aan voor de uitgaven inzake kinderopvang.  Jef Pacolet van het Hoger Instituut voor de Arbeid voor het ‘luilekkerland’ van de fiscale uitgaven. Jos Berghman van de KU Leuven voor de aanvullende pensioenen. Ongeveer alle arbeidsmarktspecialisten unisono voor de opleidingscheques. En ongeveer iedereen recentelijk voor de steunmaatregelen voor hernieuwbare energie of energiebesparing.
 

Zoveel eenstemmigheid maakt me altijd wat wantrouwig. Omdat teveel ‘pensée unique’ de kritische reflectie wat doet afstompen. En omdat niemand nog de gevaren ziet van een naïeve, doorgeschoten doorwerking van dat eenheidsdenken.

Verhaal met twee kanten

Wie de inkomensherverdelende werking van overheid en sociale zekerheid bekijkt, moet altijd twee kanten opkijken: die van de uitgaven en die van de inkomsten. Dat tweede wordt al eens vergeten.

Uiteraard zul je regelmatig vaststellen dat beterverdienende werknemers vaak meer inpalmen van bepaalde overheidsuitgaven.  Maar die uitgaven worden wel bekostigd door de beterverdienende werknemers via een progressieve fiscaliteit en proportionele sociale bijdragen.  Toegegeven, nu wordt die progressiviteit, respectievelijk proportionaliteit, natuurlijk op tal van manieren ondergraven.  Maar kijk toch eerst altijd kritisch naar het globale plaatje, van uitgaven én van inkomsten, vooraleer je van een averechtse herverdeling begint te gewagen. 
 

De afgelopen tien jaar werd sterk ingezet op een aantal specifieke beleidsinstrumenten voor werkenden en voor personen die aan het werk gaan.  Vooral om de deelname van vrouwen aan de arbeidmarkt en van werknemers aan opleiding te bevorderen:  kinderopvang, tijdkrediet, loopbaanonderbreking, dienstencheques, opleidingscheques… Dat zijn per definitie uitgaven die geheel of grotelijks terechtkomen bij gezinnen met werkenden en in het bijzonder ook tweeverdienersgezinnen.  En weinig bij de armen.  Die  vaststelling wordt nu sluw aangegrepen om een sfeertje te creëren dat al die overheidsuitgaven geen toegevoegde sociale waarde hebben.  Om op die basis een sanering in te zetten die vooral de uitgaven viseert en de inkomstenkant ontziet.  En vooral om zo elke aanzet tot een meer rechtvaardige fiscaliteit af te houden.

Povere stelsels

De doorgeschoten kritiek op Mattheüs-effecten dreigt in extremis tot de conclusie te leiden dat we al die overheidsuitgaven die terechtkomen bij de middengroepen, maar best overboord gooien.  De redenering gaat dan als volgt: 22 miljard sanering en de houdbaarheidskloof waarvoor de vergrijzing ons plaatst , dat dwingt ons tot scherpe keuzes.  Wat we nog bijbouwen blijft best beperkt tot de laagste inkomens. En wat we nu reeds uitgaven, herdenken we best ook richting lagere inkomens. 
 

Waardoor je ten lange leste alleen nog overheidsuitgaven en een sociale zekerheid overhoudt die focussen op de enkele doelstelling om mensen uit de armoede te houden. Dat zou een slechte keuze zijn want  “systems for the poor, become poor systems”.  Ik hou van de letterlijke vertaling: stelsels voor de poveren worden povere stelsels. 
 

Er is niks mis met een sociaal beleid dat ook ‘return on investment’ geeft aan de middengroepen.  Meer nog, met stelsels voor de armen alleen, zijn de armsten slechter af. Want waarom zouden de middengroepen, die uiteindelijk het geld moeten leveren voor die stelsels, én die de sociaalvoelende politici aan de macht moeten helpen om die stelsels uit te bouwen, überhaupt nog geneigd zijn hun geld en hun vier- of vijfjaarlijkse stem te investeren in iets waarvan ze zelf niet de onmiddellijke baat zien?  Het is om die reden dat de vakbeweging altijd heel sterk heeft vastgehouden aan de combinatie van solidariteit en verzekering in de sociale zekerheid. En die redenering gaat net zo goed op voor andere herverdelingsmechanismen.
 

Inkomensval
 

Overigens, als je niet oppast, heb je binnen de kortste keren een opstapeling van inkomensafhankelijke uitkeringen, subsidies en voorzieningen. Je kunt niet anders dan vaststellen dat dergelijke selectiviteit meestal als bijzonder onrechtvaardig wordt aangevoeld door de werknemers.  Die zien in hun omgeving voldoende hoe goedboerende zelfstandigen en vrije beroepsbeoefenaars een aardig deel van de inkomensafhankelijke steun blijven inpikken. Zolang je de massieve onderschatting van werkelijke inkomens niet weet terug te dringen, blijft  inkomensafhankelijke steun een subsidie voor fraude en ontwijking.  Een bonus voor diefstal  van de gemeenschap, met andere woorden.  En hebben al die goedmenende voorstanders van inkomensbegrensde steun er al bij eens stilgestaan wat dit aan werkloosheids-, inactiviteits-, lageloon- en inkomensvallen  dreigt mee te brengen?  Want overschrijding van de inkomensgrenzen dreigt je ineens een pak centen te kosten door verlies van allerlei voordelen.  Zoiets is eenvoudigweg onverzoenbaar met de doelstelling van verhoging van de werkzaamheidsgraad.
 

Haaien
 

Beschouw dit alles vooral niet als een uitnodiging om de Mattheüs-toets overboord te gooien.  Maar om het als onderdeel te blijven zien van een globaal herverdelingsbeleid.  Dat herverdeling niet beperkt tot het lenigen van de nood van de armen. Dat recht blijft doen aan de sociale noden van de middengroepen. En dat vooral geen alibi geeft aan hen die de brede solidariteit naar mensen met bijzondere noden bij het groot vuil willen zetten.

Waak er daarom vooral over dat het Mattheüs-effect niet de bovenhand haalt. Want dan werk je alleen maar het Santiago-effect in de hand.  Santiago, dat is de oude visser die in Ernest Hemingways ‘The old man and the sea’ een bijzonder vette vis aan de haak sloeg.  Hij wist die, de uitputting nabij, aan de zijkant van zijn boot aan wal te brengen. Om daar vast te stellen dat de haaien er inmiddels slechts een karkas van hadden overgelaten. 

Chris Serroyen

Hoofd ACV-studiedienst

take down
the paywall
steun ons nu!