Bron: Flickr
Opinie, Samenleving, België - Riet Ory, Femma

Het onbehagen van de vrouw BIS

Nederlands feministe Joke Smit ontketende met haar pamflet ‘Onbehagen van de vrouw’ in 1967 de tweede feministische golf in Nederland. Een rode draad in haar discours en schrijfstijl ademen uit dat ‘het persoonlijk politiek is’.

vrijdag 12 oktober 2018 15:34
Spread the love

Het perspectief van Smit is Nederlands, wit en eigen aan de jaren zestig. De samenleving is ondertussen erg veranderd: ze is superdivers en gezinnen bestaan er in alle vormen. Het debat is nu meerstemmig, rijker en ook complexer. De vrouw is niet onder 1 noemer de vatten.



Joke Smit. Bron: Wikipedia

Het onbehagen dat Smit – vaak met een kwinkslag en de nodige ironie – neerpent, is voor een stuk niet meer. De emancipatiestrijd schreef overwinningen op haar conto: meisjes zijn veel beter opgeleid en de werkende vrouw is geen curiosum meer. In het onbehagen van de huisvrouw zullen veel vrouwen zich vandaag niet meer erkennen.

 

Toch zijn akelig veel pijnpunten vandaag nog actueel. Joke Smit beschouwde ‘equal pay’ als ‘een verworven gedachte aan de horizon en dus op korte termijn verholpen.’ Ze zou schrikken van de cijfers vijftig jaar later: In Europa verdienen vrouwen nog altijd 16 procent minder per uur dan mannen en als men de loonkloof op jaarbasis berekent en dus rekening houdt met deeltijdse arbeid, loopt de kloof op tot 22 procent. Haar zorg over de toenemende emotionele en sociale eenzaamheid van vrouwen en gezinnen zou alleen maar toegenomen zijn.

Smit zou vandaag even waakzaam zijn voor reactionaire krachten in de samenleving. Ze zou nog zitten na puffen van Schild en Vrienden of van tweets over ‘lingerie die niet bestemd is voor échte mannen’. Het moederschap, de taboes erover en de sociale ongelijkheid die het teweegbrengt zijn er nog: hoe meer kinderen, hoe meer moeders zich gedeeltelijk of helemaal terugtrekken van de arbeidsmarkt. Ook nu nog zou Smit vellen kunnen neerpennen over de vanzelfsprekende, onzichtbare en ondergewaardeerde zorgarbeid die vrouwelijk is.

Het ‘onbehagen van de vrouw’ focust op het lot van de Nederlandse huisvrouw. Ze huwt, wordt moeder en dan valt achter haar de huisdeur op slot. Smit vertelt over huisvrouwen die ‘noodzakelijkerwijs tijdelijk regresseren omdat hun leven in mootjes wordt gekapt’; over ‘de stofzuigerkuddes’, … Ten tijden van Smits essay, had de vrouwelijke combineerder van vandaag haar intrede nog niet gedaan.

Vermoedelijk zou het hedendaags schouwtoneel van elke dag ook Smit inspireren tot zeer sprekende taferelen: gesmeerde boterhammen invriezen zodat je ´s ochtends tijd hebt voor koffie; met twee verschillende schoenen op het werk aankomen; je kind vol lepelen met Perdolan zodat het naar school kan; eten terwijl je al plassend de schoolagenda nakijkt en een verjaardagsfeestje voor de jongste inplant. Dit klink allemaal nogal onbehaaglijk, niet?

Smit schrijft dat ze eind jaren 60 vaak de vraag kreeg of ‘gehuwde vrouwen wel willen werken?’. Uit bevraging bleek immers dat de meerderheid liever thuis bleef. Voor haar ging het niet om wat vrouwen ervan vonden, maar wel om ‘het verbreden van hun horizonten, om geestelijk vrij te zijn en niet verlamd door schuld, taboe of materiële omstandigheden’. Ik ben er zeker van dat Smit blij zou zijn te horen dat de economische positie van vrouwen versterkt is.

Maar ook vandaag weerklinkt een soortgelijke vraag: heeft de vrouw te winnen bij meer buitenhuis werken? Moe gecombineerde vrouwen voelen het tweeverdienersmodel niet altijd aan als een bevrijding, maar eerder als een bedreiging. Logisch als je de tijdbestedingsonderzoeken erbij neemt. De shift van gezin naar arbeidsmarkt bleek geen shift, maar een optelsom van twee voltijdse bezigheden.

Smit schreef al in de jaren zestig dat levens van vrouwen en mannen meer op elkaar moesten lijken. Vrouwen moesten ‘hun onduidelijke relatie tot de samenleving’ bevechten en actief worden op de arbeidsmarkt. Maar ze onderbelichtte hoe onduidelijk de relatie van de man was tot de micromaatschappij, genaamd gezin. Als je op het thuisfront niets verandert, moet je je ook niet de vraag stellen waarom er zo weinig beweging komt in de omgeving van die thuis.

In het ‘Onbehagen van de vrouw’ is er niet zoveel plaats voor de man. Hij is nochtans onontbeerlijk in het anders vormgeven van de samenleving en een ‘hogere activiteitsgraad’ in de micromaatschappij gezin. Daarnaast is er ook een onbehagen van de man en stelt ook hij zich vragen over hoe wij ons werk en gezinsleven organiseren. Zo zijn burn-outs en stress niet louter vrouwelijk.

Smit stak vijftig jaar geleden een pleidooi af voor de 30-uren werkweek. Mij lijkt dit een prima voorstel omdat het mannen en vrouwen zou kunnen verbinden. Stel je voor dat vrouwen en mannen, elk vanuit hun onbehagen, bondgenoten worden in de strijd voor een collectieve arbeidsduurvermindering? De 30-urige werkweek komt er alleen als vrouwen én mannen ze willen en ook – zo lezen we in het onbehagen van de vrouw – met een beetje geduld. Tja, “’t Geen lang moet levenmoet traag geboren worden.”

take down
the paywall
steun ons nu!